blog | werkgroep caraïbische letteren
Posts tagged with: Spong Gerard

Oprichting van een Surinaamse omroepvereniging in Nederland

door Julian S. With
 .
Geachte heer/mevrouw,
Radio Ratio heeft vanaf zondag 2 september wekelijks het twee uur durende programma ‘Het verstand boven alles’ uitgezonden en dit seizoen blijven wij uitzenden tot de tweede week van juli. Heeft u nooit een uitzending van ons beluisterd, dan kunt u gebruik maken van de onderstaande links om naar de uitzending van zondag 26 mei te luisteren. Zo kunt u een indruk krijgen van ons programma. Klik hier of hier
Alle overige uitzendingen van Het verstand boven alles zijn nog op de volgende wijze te beluisteren: www.salto.nl —> uitzending gemist —àCaribbean FM on demand —àdatum en tijd.
De format van ons programma dat elke zondag van 14.00 – 16.00 uur wordt uitgezonden, ziet er als volgt uit:
Kritiek op politieke gebeurtenissen in Suriname en Nederland;
Kritiek op publicaties in de Nederlandse en Surinaamse media;
Commentaar op maatschappelijk relevante gebeurtenissen in Suriname en onder Surinamers in NL.
 
 Omdat wij dit jaar een vergunning willen aanvragen bij het Commissariaat voor de Media om vanaf 2016 via de publieke zenders radio- en televisieprogramma’s te gaan uitzenden, moeten wij voor april volgend jaar 50.000 mensen werven die bereid zijn om jaarlijks een contributie te betalen van € 6,75 per persoon. In deze fase vragen wij u nog niet om geld over te maken. Dat gaan wij pas doen, als wij in december het vereiste minimum aantal leden gehaald hebben, dat betekent dat al deze mensen zich bereid hebben verklaard om jaarlijks die financiële bijdrage van € 6,75 per jaar te leveren. Pas dan ontvangt u een oproep van ons om dat bedrag over te maken. Mocht het aantal betalingen onverhoopt onder de 50.000 blijven, dan ontvangt iedereen zijn bijdrage, minus de verifieerbare bankkosten, terug. Wij zullen u maandelijks op de hoogte houden van het aantal personen dat zich opgegeven heeft.
Op zondag 26 mei hadden wij in het programma een vraaggesprek met ir. Deryck Ferrier die ons haarfijn uitgelegd heeft waarom Paramaribo elk jaar weer onder water loopt als het flink geregend heeft. Ik heb kritiek geleverd op een persbericht van de Surinaamse belastingdienst, dat zeer publieksonvriendelijk geschreven is. Ook de wens van de Vereniging Surinaamse Bedrijfsleven om betrokken te worden bij de gesprekken over de hervorming bij de douane heb ik van de nodige kritiek voorzien. In Suriname zwijgen de meeste deskundigen, omdat ze bang zijn voor hun brood, dus moet de kritiek maar van hier komen. Dankzij het internet hebben wij ondertussen heel veel luisteraars in Suriname.
De wijze waarop zwarte mensen in Nederland op de televisie geportretteerd worden vormt al jarenlang een bron van ergernis voor velen. Veel praatprogramma’s en actualiteitenrubrieken laten alleen een zwart gezicht op de televisie zien als het om muziek, dans, stand up comedy en sport gaat. Hoewel iedereen met luide stem benadrukt hoe belangrijk de integratie is voor deze samenleving, kom je bij de tientallen adviesraden van de overheid geen Surinamers tegen. Over de samenstelling van de besturen van de grote bedrijven, zullen we maar zwijgen. Televisieprogramma’s als Buitenhof of Nieuwsuur nodigen geen Surinamers uit om over welke maatschappelijke gebeurtenis dan ook te praten. Als een gebeurtenis zich voorgedaan heeft in Suriname of de Nederlandse Antillen, dan nodigt het bekende duo van de VARA niet een deskundige die het publiek zinvolle achtergrondinformatie kan geven, maar een zangeres of een documentairemaker om commentaar te komen leveren, terwijl bij onderwerpen die met de Nederlandse maatschappij te maken hebben, wel de juiste personen voor de camera verschijnen. Het heeft weinig zin om kritiek te leveren op deze mensen, want wat ze doen, vloeit voort uit hun mensbeeld en dat blijkt onveranderbaar te zijn. De beste manier om minder last te ervaren van deze etnische onhebbelijkheid van onze autochtone medelanders, is om over een eigen radio- en televisiezender te beschikken, zodat de eigen groep geen slachtoffer hoeft te worden van het beeld dat de bestaande media ons voorschotelen.
Velen met ons ergeren zich mateloos aan de stigmatisering van de zwarte vrouw door de zogenaamde liefdadigheidsinstellingen die aids buiten Europa bestrijden. Als ze geld zoeken, laten ze steevast een zwangere Afrikaanse vrouw zien, alsof aids alleen in Afrika slachtoffers maakt. Als een zwarte persoon in een advertentie verschijnt, dan worden eerder de racistische denkbeelden van de witte mensen tot uiting gebracht dan dat er reclame wordt gemaakt voor een commercieel product. Wie heeft zich niet mateloos geërgerd aan de reclame van radio 6, waarbij Sylvana Simons, een zwarte vrouw, met zwarte verf overgoten wordt. Dat zo’n mens zich durft te lenen voor zo’n advertentie! Ondanks de geweldige prestaties van zwarte voetballers in dit land, zien wij zelfs in de sportprogramma’s geen zwarte oud-voetballers als deskundige optreden. De enige groep voor wie de deur op een kiertje wordt gehouden, zijn stand up comedians. Maar wij hebben in dit land meer te bieden dan alleen grappenmakers.
Er zijn bepaalde maatschappelijke problemen van zwarte mensen in dit land waar de reguliere media geen belangstelling voor hebben. Neem bijvoorbeeld het decennialange beleid waarbij zwarte leerlingen op de basisschool een advies krijgen voor de lagere vormen van het voortgezet onderwijs. Dit intellectuele vandalisme vindt ondertussen langer dan 35 jaar plaats in Nederland en geen enkele regering peinst erover om maatregelen te treffen tegen deze vernietigende vorm van discriminatie en voor de politieke partijen is dit ook geen issue. Dit probleem kan met succes aangepakt worden als wij de gelegenheid krijgen om via radio en televisie de verantwoordelijken ter verantwoording te roepen en de doelgroep te mobiliseren zich te organiseren, want als er een ding is waar men in dit land niet van houdt, dan is het dat er veel kabaal gemaakt wordt over de misstanden waar de samenleving liever over zwijgt.
De Turken en Marokkanen en Marokkanen zijn in staat geweest veel van hun organisaties nog in stand te houden en we kunnen alleen maar jaloers op hen zijn. Zij staan veel actiever in de Nederlandse samenleving en reageren ook veel pro-actiever dan wij Surinamers. Enkele weken geleden had ik de onderwijsdeskundige van Forum, de heer Zekir Arslan, in ons radioprogramma, dit vanwege een onderzoek van dit instituut, waaruit blijkt dat veel scholen in Nederland moslimkinderen weren. De moslims verzetten zich met hand en tand tegen deze vorm van discriminatie en slagen erin deze misstand terug te dringen. Onder de Surinamers is het oorverdovend stil en deze stilte is zelfvernietigend.
Toen wij in de tweede helft van de jaren zeventig massaal naar hier toe migreerden, hadden Surinamers nog een geweldige positie in minderhedenland; de Turken en Marokkanen bestonden uit een zeer grote groep ongeschoolde klasse die het vuile werk in dit land deed. Nu studeren er relatief meer Marokkaanse en Turkse jongeren aan de Nederlandse universiteiten dan Surinaamse. Het aantal Tweede Kamerleden van Turkse en Marokkaanse Nederlanders is veel groter dan Surinaamse. Het aantal gemeenteraadsleden van Marokkanen en Turken afzonderlijk was in 2006 tweemaal meer dan het aantal Surinaamse en Antilliaanse gemeenteraadsleden samen. De burgemeester van de op een na grootste stad in NL (Rotterdam) is een Marokkaan.
De vooruitgang van de moslims in Nederland is merkwaardig, omdat zij vanwege hun geloof veel meer weerstand ondervinden in deze samenleving dan wij Surinamers. De Nederlandse Moslimomroep heeft van 1993 tot 2010 landelijk televisieprogramma’s uitgezonden en nu heeft De Stichting Zendtijd Moslims (SZM) 175 uur en twaalf minuten per jaar om radioprogramma’s uit te zenden op de publieke radiozenders. Op televisie heeft de stichting tot eind 2015 jaarlijks 58 uur en twaalf minuten tot haar beschikking, maar Surinamers is het nog steeds niet gelukt om een stukje van het ‘vijandelijk gebied’ dat Hilversum heet, te veroveren.
Wij zien het als een plicht om een serieuze poging te ondernemen geschiedenis te schrijven in dit land. Het gemakkelijke van deze onderneming is dat wij alles zelf in de hand hebben. Door te voldoen aan de eis die aan alle omroepverenigingen wordt gesteld, namelijk dat zij minimaal 50.000 mensen moeten werven die de omroep steunen, moeten wij in staat zijn om dit voor elkaar te krijgen. Wij zijn ons zeer bewust van de macht van de media en van de maatschappelijke gevaren die schuilgaan bij de concentratie van mediamacht bij slechts een groep in de samenleving: de dominante groep. U draagt bij aan de beëindiging van deze situatie door u niet alleen op te geven als potentieel lid van Radio Ratio, maar vooral ook door deze mail verder te verspreiden onder al uw kennissen. Heeft u vragen, dan kunt u die altijd stellen en u ontvangt zo spoedig mogelijk antwoord van ons.
Met vriendelijke groeten,
Drs. Julian S. With (030-6055963 of 0653-428454)

‘Suriname wil geen discussie over doodstraf’

Paramaribo – Suriname is voorlopig niet van plan de doodstraf te schrappen uit zijn wetboeken, ook al wordt die al bijna een eeuw niet meer uitgevoerd. Parlementsvoorzitter Jennifer Geerlings-Simons ziet daar simpelweg de noodzaak niet van in, zegt ze tegen ochtendblad de Ware Tijd. “Om de doodstraf te schrappen is er een wetswijziging nodig. Zowel binnen als buiten het parlement barst dan een onnodige discussie los waarop we niet zitten te wachten.” Amnesty International, dat wereldwijd pleit voor een afschaffing van de doodstraf, reageert ontgoocheld. “We zijn altijd blij wanneer landen niet meer tot executies overgaan of geen doodsvonnissen meer uitspreken. Het uiteindelijk doel is echter om landen zoals Suriname te bewegen de doodstraf ook helemaal uit de wetgeving te schrappen”, meent woordvoerder Ruud Bosgraaf. “Amnesty moet zijn huiswerk beter doen. De doodstraf is hier een dode wet. Evenmin hebben we de intentie om die weer op te pakken.

Alle middelen voor het uitvoeren van een doodstraf ontbreken hier”, reageert parlementsvoorzitter Geerlings-Simons daarop. De laatste executie in Suriname dateert van 1927, toen een zekere Nicodemus Charles Apatoe tot de galg werd veroordeeld. De executie vond plaats op de binnenplaats van Fort Zeelandia in Paramaribo.

Nog steeds bepaalt het Surinaamse Wetboek van Strafrecht dat doodsvonnissen worden uitgevoerd door middel van ophanging. Alleen de krijgsraad kan veroordeelde militairen voor het vuurpeloton brengen. De straf kan worden opgelegd voor moord, maar wordt in de praktijk al jarenlang omgezet naar levenslang. Globaal is afschaffing nog steeds de trend. Over de hele wereld hebben nu 140 landen de doodstraf afgeschaft, in wetgeving of in de praktijk.

[van Novum, 11 april 2013]

Geniale psychopaten

De Engelse psycholoog Kevin Dutton schreef het fascinerende The Wisdom of Psychopaths, waarin hij beschrijft hoe psychopathische trekken tot succes kunnen leiden op verlerlei terrein. Het boek verscheen als De lessen van de psychopaat bij De Bezige Bij. Writers Unlimited presenteert op maandag 12 november een praatprogramma waarin forensisch psychiater en schrijver/dichter Antoine de Kom een gesprek tussen Dutton en strafrechtadvocaat Gerard Spong leidt. De live-kaarten zijn reeds uitverkocht maar via www.bibliotheekdenhaag.nl/live is het programma maandagavond vanaf 20.30 uur Nederlandse tijd rechtstreeks te volgen.

Spong: schadeclaim vanwege slavernij niet uitgesloten

Advocaat Gerard Spong sluit niet uit dat een schadeclaim tegen de Nederlandse staat vanwege het slavernijverleden kans van slagen heeft. Dat zei hij dinsdagavond in het programma Altijd Wat. De slavernij in de Nederlandse koloniën werd in 1863 afgeschaft. De advocaat noemt een claimzaak ‘woest aantrekkelijk’.

Het is volgens Spong niet onaannemelijk dat de nazaten van Surinaamse en Antilliaanse slaven nog last hebben van de gevolgen van de slavernij. “De slavernij was een geïnstitutionaliseerd fenomeen dat honderden jaren heeft geduurd.” Tot nu toe is echter nooit een claim ingediend.

Deze zomer bracht een onderzoeksgroep van de Vrije Universiteit in kaart waar in 1863, het jaar dat Nederland de slavernij afschafte, slaveneigenaren woonden. De eerste inventarisatie richtte zich op Amsterdam, een uitgebreider onderzoek volgt. Dit onderzoek is aanleiding voor een discussie over schadevergoeding in de Surinaamse en Antilliaanse gemeenschap in Nederland.
Een claim tegen de staat ligt volgens Spong het meest voor de hand. Het was een ‘door de staat geaccordeerd instituut, waar de staat zelf ook aan meedeed’. Behalve de staat zouden ook vroegere slaveneigenaren en banken die zelf of in de vorm van hun rechtsvoorgangers betrokken waren bij de slavenhandel een claim aan hun broek kunnen krijgen.
De in Paramaribo geboren Spong noemt een claimprocedure ‘juridisch uitdagend’. Omdat het een omvangrijke en langdurige exercitie zou worden, wil hij niet alleen aan de slag. “Ik zou het de moeite waard vinden om samen met andere advocaten een zaak te beginnen.”
[Bron: Versgeperst, Novum, Altijd Wat, LA Chispa]

Stephen Small & Gerard Spong & Slavernijclaim

 
Afgelopen vrijdag 5 oktober heeft Stephen Small Ph.D., als associate professor verbonden aan de University of California, Berkeley, de functie aanvaard van bijzonder Hoogleraar Nederlands Slavernijverleden en -erfenis aan de Universiteit van Amsterdam. Het initiatief voor deze nieuwe leerstoel is genomen door het Slavernij-instituut NiNsee, dat wegens stopzetting van de subsidie aan het eind van dit jaar zijn poorten moet sluiten. De keuze voor Small was misschien verrassend, maar hij heeft een uitgebreide kennis over de slavernij. Hij heeft boeken en essays geschreven over het slavernijverleden in het Caraïbisch gebied en de Verenigde Staten en over het zwarte tegenover het witte perspectief, hij is bekend met alle invalshoeken. Small heeft met een Jamaïcaanse vader en een Engelse moeder zowel zwarte als witte roots.
Helaas heb ik over deze oratie alleen nog maar het verslag kunnen lezen van de babbelzieke, obsessief-compulsieve Sandew Hira in zijn wekelijkse column op StarNieuws. Aangezien Small duidelijk niet gedekolonialiseerd hoeft te worden, leest Hira’s column als een grote loftrompet, waarschijnlijk wel terecht, maar gezien Hira’s gebruikelijk gekleurde stellingnames is enige reserve op zijn plaats. Want ook hier kan hij het weer niet nalaten zijn stokpaardje te berijden: “In Suriname is ons blikveld beperkt geweest tot wat de witte koloniale professoren in Nederland te melden hebben, en dat is niet veel meer dan dat het wel meeviel met slavernij in de Nederlandse koloniën.”
Afgaande dus op Hira moet ik begrijpen dat de oratie van Small een aantal opmerkelijke highlights bevatte, waarvan Hira – uiteraard als eerste – noemt: “Het eerste is dat in tegenstelling tot veel onderzoek naar het slavernijverleden hij zich voor een groot deel richt op de erfenis van dat verleden in het heden. Honderden jaren lang was ‘indeling op basis van ras’ het principe waarop de samenleving in de Nederlandse koloniën was ingericht. Racistische ideeën zijn geïnstitutionaliseerd en vastgelegd in politiek, economie en samenleving. Lang na de afschaffing van de slavernij is het idee van witte superioriteit vastgelegd in allerlei onderdelen van de samenleving. De keerzijde daarvan is het gevoel van zelfvernedering, zelfhaat en ‘mental slavery’ bij de gekoloniseerden. Ook dat is geïnstitutionaliseerd in allerlei delen van de koloniale samenleving, zelfs na de onafhankelijkheid van Suriname.”
“New perspectives on slavery and colonialism in the Caribbean”, Marten Schalkwijk en Stephen Small
Uiteraard haalt Hira ook aan wat Small zegt over herstelbetalingen: “Small doorbreekt taboes. Dat geld ook voor andere onderwerpen zoals herstelbetalingen. Small zet dat onomwonden op de onderzoeksagenda. Small geeft het voorbeeld van herstelbetalingen die uitbetaald zijn aan de slavendrijvers in Engeland bij de afschaffing van slavernij. Net als in Suriname hebben zij geld ontvangen als compensatie voor het verlies dat zij hebben geleden doordat hun misdaad was gestopt. Beschaafde naties compenseren de slachtoffers van een misdaad. Onbeschaafde naties compenseren de daders. In Engeland is uitgebreid onderzocht wie deze mensen zijn, waar ze woonden en wat ze met het geld hebben gedaan. Hij pleit ervoor om een soortgelijk onderzoek te doen in Nederland. Wat is er gebeurd met het geld dat de slavendrijvers hebben ontvangen als herstelbetaling? De Afrikanen die tot slaaf waren gemaakt hebben – net als in Engeland – geen cent herstelbetalingen ontvangen.”
Sandew Hira verdient een compliment dat vrijdag a.s. vanaf 17.00 uur de oratie van Small is te downloaden via  de website van Hira’s International Institute for Scientific Research: www.iisr.nl
Gerard Spong wil slavernijclaim indienen tegen Nederlandse Staat
Het is natuurlijk niet toevallig dat de van origine Surinaamse advocaat Gerard Spong zojuist via NCRV-radio heeft laten weten dat hij overweegt een schadeclaim in te dienen tegen de Nederlandse Staat vanwege de vier eeuwen lang gevoerde slavernijpraktijken. Ik weet niet of hij bij de oratie aanwezig was, maar hij heeft er ongetwijfeld kennis van genomen.
“Deze zomer bracht een onderzoeksgroep van de Vrije Universiteit in kaart waar in 1863, het jaar dat Nederland de slavernij afschafte, slaveneigenaren woonden. De eerste inventarisatie richtte zich op Amsterdam, een uitgebreider onderzoek volgt. Dit onderzoek is aanleiding voor een discussie over schadevergoeding in de Surinaamse en Antilliaanse gemeenschap in Nederland. Ik zou het de moeite waard vinden om samen met andere advocaten een zaak te beginnen”, zegt Spong. Volgens hem is het niet onaannemelijk dat de nazaten nu nog last hebben van de gevolgen van de slavernij. “De slavernij was een geïnstitutionaliseerd fenomeen dat honderden jaren heeft geduurd.” 

Spong roept andere advocaten op om samen met hem een rechtszaak te beginnen. Hij wil niet zelfstandig een rechtszaak beginnen omdat het volgens hem een te omvangrijke procedure is die vele jaren gaat duren.
Volgens Spong is een claim tegen de staat het meest voor de hand liggend. “De slavernij was een door de staat geaccordeerd instituut, waar de staat zelf ook aan meedeed.” De onderzoekers van de VU vonden in het Amsterdamse stadsarchief stukken waaruit blijkt dat de bank Insinger vroeger betrokken was bij de slavenhandel. Insinger is inmiddels opgegaan in de bank Insinger de Beaufort, die nog steeds bestaat. “Zo’n bank is een interessant object voor een claim”, zegt Spong. Volgens de advocaat lopen alle instellingen en families die hebben geprofiteerd van de slavernij het risico om een claim tegemoet te zien. “Er zitten veel juridische haken en ogen aan, dus we zullen revolutionair bezig moeten zijn.”
Wordt ongetwijfeld vervolgd.

Rechtbank spreekt Wilders vrij

De rechtbank in Amsterdam heeft vandaag Geert Wilders vrijgesproken van het aanzetten tot haat en discriminatie en van groepsbelediging. Volgens de rechtbank, onder leiding van voorzitter Marcel van Oosten, heeft de PVV-leider zijn uitspraken vrijwel allemaal gericht op de religie islam en niet op moslims.

Wilders reageerde verheugd en zei dat een enorme last van hem af viel: “Je mag islamkritiek hebben, mij is de mond niet gesnoerd.” Hij noemde de vrijspraak ‘het enige juiste vonnis’.
Ook overwoog de rechtbank dat Wilders zijn uitspraken deed in de context van het maatschappelijk debat. Sommige uitlatingen vallen volgens de rechtbank wellicht wel onder de noemer aanzetten tot discriminatie. Een andere uitspraak bestempelen de rechters als ‘grof en denigrerend’. Een uitgesproken opruiend karakter heeft ‘er is een strijd gaande en we moeten ons verdedigen’, aldus de rechters. Wilders zat hierbij niet tegen, maar op de grens van het toelaatbare. De beelden, die de politicus in zijn film Fitna gebruikt om zijn boodschap uit te dragen, noemt de rechtbank ‘choquerend en verontrustend’.
Veel verheugde reacties volgden op de vrijspraak, die overigens conform de eis van het Openbaar Ministerie was. Wilders’ advocaat, Bram Moszkowicz: “Iedereen moet kunnen zeggen wat gezegd moet worden. Bij aanzetten tot geweld ligt wat mij betreft de grens en dat heeft Wilders niet gedaan.” Premier Mark Rutte sprak van een duidelijke uitspraak en ‘prima nieuws voor Geert Wilders, met wie wij op basis van het gedoogakkoord goed samenwerken’. CDA-fractievoorzitter Sybrand van Haersma Buma noemde het een ‘evenwichtige uitspraak’, maar zei Wilders erop te blijven aanspreken als hij mensen onnodig kwetst. Dat beloofde ook PvdA-Kamerlid Jeroen Recourt.
Volgens Tofik Dibi, Tweede Kamerlid voor GroenLinks opent ‘deze belangrijke vrijspraak’ de weg voor Geert Wilders ‘om zijn belofte na te komen en nu het debat echt aan te gaan met de mensen die menen dat hij hun waardigheid aantast. Wat een doorbraak zou dat zijn!’ Voorzitter Aydin Akkaya van het Inspraakorgaan Turken in Nederland (IOT) was erg teleurgesteld: “Waar ik verbaasd over ben, is dat door de rechter de context is gecreëerd waarin je eigenlijk iedereen mag beledigen.”
Advocaat Gerard Spong, een van de advocaten die als eerste aangifte deed tegen Geert Wilders: “Wij denken erover om naar het Europese Hof te stappen. Ik ben teleurgesteld, want ik vind dat Wilders over de schreef is gegaan. Tot mijn verbazing en lichte verbijstering zei hij na afloop van de uitspraak dat hij heeft bedoeld grof en beledigend te zijn. Dat is eigenlijk een soort bekentenis. Had hij deze uitspraak gedaan tijdens de rechtszitting, dan was hij veroordeeld. Ik vind het ook teleurstellend, omdat de rechters hiermee de weg hebben geplaveid voor Wilders om van moslims tweederangs burgers te maken in onze samenleving.”
Als basis voor de vrijspraken gebruikte de rechtbank een uitspraak van de Hoge Raad uit 2009. Het hoogste rechtscollege heeft daarin al de richtlijn vastgesteld dat uitlatingen over een godsdienst niet strafbaar zijn.

Gebazel over switi Sranan

door Els Moor

Suriname en ik is de wat egocentrische titel van de bundel, samengesteld door John Leerdam en Noraly Beyer, met persoonlijke verhalen over Suriname van in Nederland wonende geboren Surinamers en anderen die veel met Suriname te maken hebben. De ondertitel ,’Persoonlijke verhalen van bekende Surinamers over hun vaderland’ is dus fout. Zijn Gerard van Westerloo, Peter Meel, Michiel van Kempen, Jan Pronk en andere Nederlanders die verbonden zijn met Suriname ‘Surinamers die over hun vaderland schrijven’? Dat de redacteur van uitgeverij Meulenhoff dat niet heeft gemerkt, is op z’n minst vreemd.

Zevenenvijftig ‘verhalen’ bevat de bundel en dat is veel. Ik kwam er moeilijk doorheen omdat de kwaliteit van de ‘verhalen’ zo verschillend is; van slecht geschreven nostalgische, clichématige jeugdherinneringen aan Suriname tot realistische en toch persoonlijke beschouwingen over de veranderingen die het land sinds de onafhankelijkheid ondergaan heeft. Twee problemen doen zich voor: veel van de medewerkers aan de bundel zijn wel geboren Surinamers, die in Nederland een goede plaats gevonden hebben, maar geen schrijvers of journalisten en de samenstellers zijn grote figuren op hun vakgebied, maar hebben geen ervaring met dit werk, het samenstellen van zo’n diverse bundel met zo’n moeilijk onderwerp.

Na elkaar in de bundel staan de bijdragen van Gerard Spong en Denise Jannah. Gerard Spong, advocaat in Nederland, van Surinaamse afkomst, die zich al vanaf 1980 inzet voor het herstel van de rechtsstaat in Suriname, geeft in zijn bijdrage onder de titel ‘Suriname: een ontgoocheling’ blijk van felle woede. Hij heeft een hechte band met het land, maar hij voelt zich ook thuis in Nederland. De ‘rauwe werkelijkheid’ van Suriname tast echter zijn warme gevoelens aan. Hoe de hoofdverdachte in het decembermoordenproces op democratische wijze president werd, brengt hem ertoe de grote Duitse auteur Bertold Brecht aan te halen: ‘Erst kommt das Fressen und dann die Moral’. Zijn felle aanklacht tegen onrecht en verwording van democratie eindigt met de conclusie:’Suriname is vooralsnog een verdwaald, diep gezonken tropisch paradijs dat is afgegleden naar een tropische hel.’

Het artikel van Denise Jannah, internationaal bekend jazzvocaliste, componiste, zangpedagoge en actrice, staat lijnrecht tegenover dat van Spong. Ze begint aldus: ‘Bepaalde geuren uit mijn jeugd zullen me altijd bijblijven’. En ze is lang niet de enige die het motief ‘geuren’ als blijk van liefdevolle herinnering uitwerkt. En dan de wolken, de allermooiste ter wereld… en de energie die ze ervaart in ‘Gods prachtige natuur’… en het verdriet als ze weer opstijgt van de luchthaven en haar ‘Mama Sranan’ achterlaat. Aan Mama Sranan schreef ze dan ook in de vliegtuigstoel een gedicht, in het Sranan en het Nederlands dat aldus begint: ‘Mijn hart zucht in mij/ Wanneer ik wegga van jou/ Zo hoog in de lucht/ Om ver weg te gaan/ Het vliegtuig brengt mij/ Over sula’s, bergen en kreken/ Over mijn stad/ Mijn dorp waar ik opgroeide […].

Tussen deze twee uitersten bewegen zich de andere vijfenvijftig bijdragen in deze bundel en de kwaliteit ervan varieert van heimwee-achtige cliché’s tot rationele informatie en creatieve benadering. Ook Eva Essed-Fruin, van oorsprong Nederlandse, echtgenote van Frank Essed, eerst cursusleider en later directeur van het Instituut voor de Opleiding van Leraren (IOL), die in 1995 naar Nederland vertrok, geeft haar bijdrage, ‘Suriname een paradijs?’ aan de bundel. Haar begin is verrassend leuk: ze hoorde voor het eerst over Suriname als kind via een Surinaamse onderwijzer die haar school bezocht. Hij vertelde dat Surinaamse kinderen geen inktlap nodig hadden omdat ze hun pen afveegden aan hun kroeshaar. Eva was jaloers op die kinderen. Zij zat altijd met inktlappen te knoeien! In 1957 kwam ze zelf in Suriname en ze begon als lerares, maar toen schreven alle leerlingen al met ballpoint. Ze vertelt boeiend over de tijd tot de onafhankelijkheid, positieve en negatieve situaties en hoe Suriname langzaam maar zeker moderniseerde met verharde wegen, kantoorgebouwen, veelsoortige huizen en meer opleidingen waardoor de jeugd meer kansen kreeg. Ook Eva Essed versombert in haar verhaal als ze komt bij 25 februari 1980 en later. Ze eindigt met een realistische uitspraak: ‘Een paradijs zal Suriname nooit worden, want er bestaan nu eenmaal geen paradijzen op aarde.[…] Het kan hoogstens een land worden waar het goed leven is’.

De bijdragen van de Hollandse Surinamegangers vallen tegen. Ze hebben een andere band met het land die niet diep wortelt. Wetenschapper Wim Hoogbergen bijvoorbeeld begint te vertellen hoe hij in zijn jeugd in Nederland voetbalde met ‘zwarte voetballers’, waaronder de later beroemd geworden Humphrey Mijnals. Hij heeft nog een hond naar hem genoemd. Michiel van Kempen beschrijft hoe hij eens in een Chinees restaurant aan de Johannes Mungrastraat zat te eten en vanachter het raam getuige was van een botsing met een geweldige klap en hoe hij later voor de politie moest getuigen… wel met humor geschreven… een anekdote over een lome zondagmiddag. Suriname en ik? Jan Pronk die als minister betrokken was bij de onafhankelijkheidsbesprekingen tussen Suriname en Nederland betoogt in zijn artikel dat de onafhankelijkheid van Suriname beslist niet opgedrongen was van de kant van Nederland, wat vaak gezegd wordt. Een artikel dat zeker stof tot discussie kan geven, maar niet in het kader van Suriname en ik.

Zo zijn er toch nog heel wat artikelen die de moeite van het lezen waard zijn. Thea Doelwijt werkt met fragmenten uit haar eigen werk in ‘Geesten in luchtland’. Ze is op een wolk gaan zitten omdat ze rustig wil nadenken over een manier om haar verhaal goed te vertellen. En zo laat ze thema’s zien die een rol speelden en spelen in Suriname. Mooi is ook wat de gezusters Joan en Kathleen Ferrier doen als ze een Braziliaans lied aanhalen (vrij vertaald door Kathleen) ‘Mijn vader was van Sao Paulo/ mijn grootvader van Parnambuco/ mijn overgrootvader van Minas/ mijn overovergrootvader van Bahia/ mijn machtige leermeester/ was Antonio de Braziliaan. De woorden van dit lied herinneren hen steeds weer aan het antwoord dat Johan Ferrier, laatste gouverneur en eerste president van Suriname en hun vader, gaf voor de Nederlandse televisie op de vraag waar zijn wortels nou eigenlijk liggen. Johan Ferrier antwoordde dat zijn wortels verspreid liggen over de hele wereld.

En zo is het ook. Ik word niet goed van al dat gebazel over ‘Switi Sranan’. We zijn allemaal wereldburgers en we wonen waar we ons thuisvoelen, om welke reden dan ook, en we zullen mee moeten werken om dat land leefbaar te houden. Of dat nou je ‘vaderland’ is of een ander land, dat maakt niet zoveel uit. Het gaat erom dat het goed gaat in een land, dat er geen mensonterende toestanden zijn en daarover schrijven gelukkig nogal wat medewerkers aan deze bundel.

Jammer van die titel, van de rommelige inhoud, van de titel ‘biografieën’ tot slot boven de korte alinea’s met informatie over de auteurs en zelfs enkele taalfouten. We zijn dat niet gewend van Meulenhoff.

Red:. John Leerdam & Noraly Beyer: Suriname en ik; Persoonlijke verhalen van bekende Surinamers over hun vaderland. J.M. Meulenhoff bv, Amsterdam 2010. ISBN 978 90 290 8719 3

Stichting Julius Leeft! jubileert met twee boekpresentaties

Op zondag 12 december presenteert Stichting Julius Leeft! (SJL) in samenwerking met uitgeverij Meulenhoff en Paradiso de bundel Suriname en ik. Ook verschijnt die dag het jubileumboek Onverwerkt verleden… over vijf jaar SJL.

In Suriname en ik vertellen mensen uit Nederland en Suriname over hun band met Suriname. Enkele van de auteurs zijn Noraly Beyer, John Leerdam, Roger van Boxtel, Jessica Dikmoet, Joan en Kathleen Ferrier, John Jansen van Galen, Gerda Havertong, Roy Khemradj, Antoine de Kom, Michiel van Kempen, Jan Pronk, Anil Ramdas en Gerard Spong. Het eerste exemplaar wordt 12 december uitgereikt aan Eberhard van der Laan, burgemeester van Amsterdam.

Het jubileumboek Onverwerkt verleden… verschijnt bij de viering van dit eerste jubileum van SJL. In de afgelopen vijf jaar bracht SJL van initiatiefnemer en producent John Leerdam spraakmakend muziektheater met bekende acteurs en politici als Thom Hoffman, Maartje van Weegen, Job Cohen, Mark Rutte en Denise Jannah. De rode draad in de jaarlijkse voorstellingen is de speciale relatie tussen Nederland en de vroegere koloniën en ontwikkelingslanden.

In 2009 had SJL nog daverend succes met de voorstelling Claus! in Koninklijk Theater Carré over het leven van wijlen prins Claus en zijn passie voor ontwikkelingssamenwerking. Koningin Beatrix was destijds aanwezig in het publiek. Andere voorstellingen waren De Tranen van Den Uyl, Dubbelspel/Changa!, Kain Pikul – Geblinddoekte verhalen, Amandla! en De Nacht van Schmelzer.

Dit jaar kiest SJL dus niet voor een voorstelling, maar voor deze boekpresentaties en een discussie over vijf jaar SJL. Dit zal in Paradiso plaatsvinden onder leiding van Yoeri Albrecht en Lennart Booij. Ook komen de mooiste teksten en songs uit de muziektheatervoorstellingen nog een keer voorbij, met onder meer Paulette Smit, Izaline Calister, Tutu Puoane, Manoushka Zeegelaar Breeveld en Pascale Kaitjily.

Datum: zondag 12 december
Plaats: Paradiso, Amsterdam
Aanvang: 14.30 uur, deuren 14.00 uur open.
Kaartverkoop is gestart op 13 november via www.paradiso.nl

  • RSS
  • Facebook
  • Twitter