blog | werkgroep caraïbische letteren
Posts tagged with: sociologie

Waarde en waardigheid (1)

Verkenning

door Willem van Lit

Dit is deel 1 van 14 afleveringen van hoofdstuk 2 van ‘Cariben laten we het onmogelijke vragen’.

Ondeelbaar

De zee en mijn gebrek,
zo zijn we drieën,
de zee en ik en mijn gebrek
al lang, al tijden zo
in een geheel en op en
af de lange deining met
het weids bereik.

En zonder ben ik
wat ik mis
terwijl er iemand schreef
dat ik op één manier
slechts mij,
mezelf benoemen kan,
slechts ik.

Maar ik ben samen,
drie in één, de zee
met mijn gebrek,
de koorts van spreken
in verleden tijd. read on…

Tay Hori promoot sterke gezinnen en relaties

Minister Soewarto Moestadja wil exemplaren van het boek Tay Hori van Carl en Jane Breeveld via het Centraal Bureau van Burgerzaken en het Nationaal Bureau Genderbeleid ter beschikking stellen van de gemeenschap. Hij ziet raakvlakken tussen de beleidsgebieden van deze afdelingen en de tips voor gezonde relaties en sterke gezinnen in het boek.

Onder het ministerie van Biza vallen onder meer huwelijken, de bevolkingsadministratie en genderbeleid, vandaar dat de schrijvers aan Moestadja een exemplaar van het boek hebben overhandigd, zegt het ministerie. Carl en Jane Breeveld begonnen met het geven van hun tips in het tv-programma Gaan voor Goud. Met 52 gouden tips aan echtparen hopen zij een bijdrage te leveren aan het gezond en sterker maken van relaties en gezinnen.“Dit moet een aanzet zijn voor mensen om te gaan praten over hun relatie en daaraan meer inhoud te geven. Als er geen gezonde gezinnen zijn, belanden mensen vaak genoeg in de criminele sfeer. Dat betekent dat a oso no seti”, aldus Breeveld.

[uit Starnieuws, 22 januari 2014]

Antropoloog en socioloog Dr Francio Guadeloupe over verzoening

Ingemar Francisca interviewde in het kader van de Verzoendag antropoloog en socioloog Dr. Francio Guadeloupe.

read on…

‘Godfather of multiculturalism’ Stuart Hall dies aged 82

Sociologist influenced academic, political and cultural debate in Britain for over six decades
 
by Patrick Butler, social policy editor
One of Britain’s leading intellectuals, the sociologist and cultural theorist Stuart Hall, has died age 82.
Known as the “godfather of multiculturalism”, Hall had a huge influence on academic, political and cultural debates for over six decades.
Jamaican-born Hall was professor of sociology at the Open University from 1979 to 1997, topping off an academic career that began as a research fellow in Britain’s first centre for cultural studies, set up by Richard Hoggart at the University of Birmingham in 1964. Hall would later lead the centre and was seen as a key figure in the development of cultural studies as an academic discipline.
But his impact was felt far outside the realms of academia. His writing on race, gender, sexuality and identity, and the links between racial prejudice and the media in the 1970s was considered groundbreaking.
Later he wrote for and was associated closely with the journal Marxism Today in the 1980s. The journal’s critique of Thatcherism challenged traditional leftwing thinking that held that culture was determined purely by economic forces, a view that would come to influence the Labour party leaders Neil Kinnock and Tony Blair.
In one of Hall’s last interviews, with the Guardiantwo years ago, he expressed pessimism about politics generally and the Labour party specifically. “The left is in trouble. It has not got any ideas, it has not got any independent analysis of its own, and therefore it has got no vision. It just takes the temperature: ‘Whoa, that’s no good, let’s move to the right.’ It has no sense of politics being educative, of politics changing the way people see things.”
Hall was born in Jamaica in 1932, receiving a traditional “English” schooling before winning a scholarship to Oxford University in 1951. He took a degree in English but later abandoned a PhD on Henry James to concentrate on politics, setting up the Influential New Left Review journal with the leftwing academics Raymond Williams and EP Thompson.
A documentary about his life by the film-maker John Akomfrah, called The Stuart Hall Project, was shown in cinemas in September. Writing in the Observer, the journalist Tim Adams wrote of the film: “You come to see how pivotal his [Hall’s] voice has been in shaping the progressive debates of our times – around race, gender and sexuality – and how an increasingly conservative culture has worked lately to marginalise his nuanced understanding of this country.”
Hall had been suffering ill health for some time, and had retreated from public life.
[from theguardian.com, Monday 10 February 2014]

Klik hier voor een interview van de BBC met Stuart Hall.

Lezing “Suriname, gezond en veerkrachtig”

Het Institute for Graduate Studies & Research organiseert een lezing met als titel: “Suriname, gezond en veerkrachtig”. De inleider is Professor dr. E.R. Seydel. Hij zal aangeven waar een samenleving de veerkracht vandaar haalt om antwoord te geven op de vele uitdagingen van verlies, onzekerheid, risico of verdriet. Seydel is hoogleraar Psychologie en Communicatiewetenschap’ aan de Universiteit Twente.

De lezing wordt gehouden op woensdag 20 november 2013 in het IGSR/Staatsoliegebouw op het Universiteitscomplex en vangt aan om 19.00 uur.
[uit GFC Nieuws, 14 november 2013]

Verschillen in aanpak seculariteit en ‘moslimschap’

West-Europese natiestaten waren lange tijd ervan overtuigd dat zij hun ‘probleem’ met religie hadden hadden opgelost door te kiezen voor seculariteit. Nu moslimmigranten tot moslimminderheden zijn geworden, is het complexe en kwetsbare evenwicht tussen religie en seculariteit opnieuw gedestabiliseerd. Dit heeft de omgang met moslimgroepen en met hun verlangen om een plek in de samenleving te krijgen er niet eenvoudiger op gemaakt. Dit stelt socioloog Carolina Ivanescu in haar proefschrift Regimes of Secularity. Citizenship, Religion and Muslimness in Rotterdam, Leicester and Marseille waarop zij op 19 september 2013 promoveerde aan de Erasmus Universiteit Rotterdam.

read on…

Creool, Marron, Afro-Surinamer

door Nikki Mulder
In Guyana is het gemakkelijk: iedereen met Afrikaanse roots is African/Black of gemengd. In Suriname is de volkstelling echter aanleiding voor behoorlijk wat discussies over zwart, zwarter, zwartst. Stadscreool, plantageneger, busnengre: het zijn allemaal woorden die uiteindelijk op hetzelfde neerkomen. Of toch niet?
“Carl Breeveld en Ronnie Brunswijk zijn gewoon twee negers, ongeacht of de één nou beter geschoold is dan de ander of er bepaalde tradities op nahoudt.” In een ingezonden stuk inde Ware Tijd van 12 september stelt Irwin Maatrijk resoluut dat we moeten ophouden met het indelen van de Afro-Surinaamse bevolking. Volgens hem is het koloniaal om onderscheid te maken tussen Creolen en Marrons. Wat er toe doet, zijn je Afrikaanse wortels.
Zijn opiniestuk is een stevig pleidooi voor het aanpassen van een gedateerde administratie. Maar ‘Creool’ en ‘Marron’ zijn hoewel niet onbetwist ingeburgerde identiteiten. “Etniciteit geeft aan hoe personen zichzelf zien en hoe ze zich voelen”, zegt Iwan Sno, de directeur van het Algemeen Bureau voor de Statistiek (ABS). Het heeft daarom minder te maken met vaststaande kenmerken en meer met cultuur, taal en de betekenis die je er zelf aan geeft. Dat maakt etniciteit veranderlijk en wankel, maar niet minder emotioneel beladen.
Blanke Creool
Sno herinnert zich bijvoorbeeld een voorval uit de vorige telling in 2004. “Een blanke man, een geboren en getogen Surinamer, gaf ‘creool’ op als etniciteit.” Niet zo gek met de woordenboekdefinitie van ‘creool’ in het achterhoofd: een afstammeling van Europeanen in Latijns-Amerika of het Caribisch Gebied. “Maar die veldwerker dacht waarschijnlijk: ‘Je bent niet goed snik’ en kruiste Kaukasisch/blank aan.” Dat schoot de man in het verkeerde keelgat; hij joeg de ABS-teller van zijn erf.
De Verenigde Naties schrijft het stellig in zijn richtlijnen voor volkstellingen: etnische identiteit is iets wat je zelf bepaalt. Overheden of veldwerkers mogen etniciteit dus niet opleggen. Dat zoiets niet altijd even gemakkelijk is in het etnisch meest diverse land van het Caribisch Gebied, weet Sno maar al te goed. Bij elke telling moet daarom kritisch gekeken worden naar de categorieën die het ABS gebruikt om de verschillende bevolkingsgroepen te benoemen. Ook is het nodig dat iedereen ongeveer hetzelfde verstaat onder die groepen. Vooral bij Afro-Surinamers leidt dat tot veel vragen en discussies.
Evenwicht
Creolen zijn historisch gezien een groep waarbinnen veel mensen in elk geval een beetje van gemengde afkomst zijn. Vroeger werd de ‘gemengde’ bevolkingsgroep door het ABS altijd samengevoegd met Creolen. Dat had een sociaal-politiek voordeel. Deed het ABS dat niet, dan sloeg de demografische balans over naar de Hindostanen. Op papier was er zo een evenwicht tussen de twee groepen. Socioloog Marten Schalkwijk roemt de samenstelling van de Surinaamse bevolking, van wie de grootste groep toch niet groter is dan dertig procent van het totaal. “Dat betekent dat geen enkele groep dominant is en je gedwongen bent om sámen te leven en oplossingen te vinden voor problemen.”
Dat administratieve evenwicht tussen Creolen en Hindostanen is er inmiddels niet meer. Sinds de vijfde volkstelling in 1980 constateert het statistiekbureau een dalende trend bij de Creoolse bevolkingsgroep. Eerst waren er nog 119.000 Creolen, daarna ongeveer 87.202 en dit jaar telde ABS er nog maar 84.933. In het rapport speculeert de organisatie over een oorzaak: “Hoogstwaarschijnlijk classificeren vele ‘Creolen’ zich thans als gemengd.”
Gemengd
Dat zou betekenen dat mensen die zichzelf eerst zagen als Creool, maar gemengde voorouders hadden, zich nu zien als ‘gemengd’. Hebben die twee etnische identiteiten dan een andere betekenis gekregen in de tussentijd? Volgens antropoloog Salomon Emanuels is dat niet waarschijnlijk. “Mensen zijn wat ze zijn. Ik denk niet dat er mensen zijn die afstand doen van hun Creoolse identiteit.”
Emanuels gelooft er “heilig” in dat de groep van gemengde afkomst alleen maar zal toenemen. “Jonge Surinamers hebben ontdekt dat het niet slecht is om met iemand van een andere groep een relatie te hebben.” Maar dat mensen zich opeens anders identificeren, dat denkt hij niet. De antropoloog ziet wel dat er heel veel mensen zijn die vragen hebben over hun identiteit, vanwege opa’s en oma’s met verschillende huidstinten, haarstijlen en oogkleuren. “Maar dat is niet zodanig dat het aantal Creolen zoveel vermindert”, concludeert hij.
Spectaculaire groei
Een andere beweging binnen de Afro-Surinaamse bevolking is de toename van het aantal Marrons, die het rapport zelfs “spectaculair” noemt. Die groei is volgens het ABS niet alleen te zoeken in de vele kinderen die Marronvrouwen krijgen. In 2004 bestond de grote groep mensen van wie de etniciteit niet bekend was omdat mensen dat niet hebben aangegeven vooral uit Marrons. Zij hebben bij de afgelopen telling hun etniciteit wel opgegeven.
Volgens parlementariër Marinus Bee komt dat andere doordat de negatieve bijklank van ‘Marron’ is afgezwakt. Veel Marrons zijn nu op een positieve manier zichtbaar zijn in onderwijs, sport en politiek. Dat zou betekenen dat de etnische identiteit ‘Marron’ is veranderd: van een gestigmatiseerde, onderontwikkelde groep naar een identiteit om trots op te zijn.
Wetenschappers wijzen echter ook op een rij andere verklaringen. Emanuels ziet de meest voor de hand liggende reden in de gewenning van boslandbewoners aan onderzoekers. “Vroeger wilde men niet graag meewerken uit achterdocht. Tegenwoordig zijn er zoveel organisaties uit de stad actief, dat Marrons minder wantrouwig zijn.” Dat de veldwerkers tegenwoordig niet allemaal alleen maar fotoman zijn, helpt volgens hem ook het cijfer omhoogduwen.
Emanuels gelooft wel dat de politieke participatie van Marrons een verschil maakt, maar op een andere wijze dan dat Bee aangeeft. Het is volgens hem ook zeer van invloed op het vertrouwen in de overheid: “Ze geloven nu dat de belangen overeenkomen. Help je de overheid, dan help je jezelf.”
Schalkwijk kijkt iets anders naar de groei van de groep. “Mensen zijn heel trots om Marron te zijn, dus het lijkt me sterk dat ze dat eerder niet wilden aangeven.” Als onderzoeker ervaart hij in het binnenland bovendien meer medewerking dan in de stad, waar het vaker voorkomt dat je de toegang tot een erf wordt geweigerd. De socioloog denkt dat het waarschijnlijk is dat men de vraag gewoon niet heeft begrepen in 2004. “Het is ook vreselijk duur om onderzoek te doen in het binnenland. Ik heb geen inzicht in de financiën van ABS, maar ik kan me voorstellen dat je niet drie keer teruggaat naar Kwamala als je budget dat niet toelaat.”
Wat de teller ziet
Eén manier om er zeker van te zijn dat mensen de ‘juiste’ etnische identiteit opgeven, is door de veldwerker te laten noteren wat hij of zij ziet. Schalkwijk noemt dat ‘dubbele identificatie’. “Het is niet ideaal, maar je hebt wel gegevens.” Hij erkent wel dat zoiets bij een ‘gewoon’ wetenschappelijk onderzoek gemakkelijker is dan bij een volkstelling. Je komt namelijk heel dicht bij het schenden van die heilige VN-regel: etniciteit leg je niet op.
Toch voelt ABS-directeur Sno wel iets voor zo’n controlemechanisme. “Iemand die er in alle opzichten uitziet als een Creool, maar een Chinese naam draagt, heeft natuurlijk het recht om te zeggen dat hij Chinees is. Maar wat ziet de enquêteur?” Het antwoord van de veldwerker zal niet opgenomen worden in de werkelijke telling, maar moet dienen als een test achteraf: hoeveel mensen lijken op de etnische groep die ze opgeven bij de census?
Afro-Surinamer
Een andere manier om de lastige invulling van etnische identiteit bij deze groepen op te vangen, is door hetzelfde te doen als Guyana. We nemen gewoon één overkoepelende categorie: Afro-Surinamers. Rudi Bottse, de voorzitter van de Stichting 1 juli Keti Koti, heeft bij het ABS gepleit voor deze paraplugroep. “Dat is de beste benaming voor iedereen van wie de voorouders uit Afrika kwamen. ‘Creool’ is een nietszeggend, achterhaald begrip”, stelt hij. De benaming moet volgens Bottse Afrikaans bewustzijn stimuleren. Wel zou hij graag zien dat er binnen de groep onderscheid gemaakt wordt tussen stads-, plantage- en boslandcreool.
Bottse kreeg zijn zin, maar niet helemaal hoe hij het voor ogen had. ‘Afro-Surinamer’ is als aparte categorie opgenomen in de volkstelling. “De bedoeling was, lijkt me, om de verschillen tussen Creolen en Marrons weg te werken”, zegt Sno, “maar nu is het gewoon een derde groep.” Socioloog Marten Schalkwijk noemt die beslissing “een beetje stom”. Zoals het nu is opgenomen, overlapt het met andere categorieën en snoept het aantallen van andere groepen.
Emanuels moet lachen om het initiatief. Hoewel hij ook de manier waarop het in het rapport is opgenomen in twijfel trekt, ziet hij er wel potentie in. “Voorstanders zeggen dat Creool en Marron eigenlijk hetzelfde zijn, met dezelfde Afrikaanse cultuur-historische achtergrond. Dat bewustzijn groeit, dus het zal me niet verbazen als deze groep bij de volgende telling zal groeien.”
De discussies over de namen van etnische groepen onderstrepen hoe uitdagend het is om in zo’n diverse samenleving te werken met statistische categorieën. Sno heeft echter het volste vertrouwen in de statistiek: “Het wordt pas een probleem wanneer de groep ‘overige/andere’ te groot wordt.” Intussen wacht hij op een aanvraag voor een nieuwe etnische categorie “wel met genoeg steun natuurlijk”: Surinamer.
[uit de Ware Tijd, 14/09/2013]

Rails worden sterk door dwarsliggers

door Eric de Brabander

Afgelopen week zag ik op ‘Uitzending gemist’ een aflevering van De Wereld Draait Door waarin presentator Matthijs van Nieuwkerk Mart Smeets het vuur aan de schenen legde over de doping in de wielrennerij. Hij hield Smeets voor dat in de tijd dat Lance Armstrong de Tour de France overheerste, het binnen de gesloten gelederen van de wielersport, allang duidelijk was dat er op grote schaal met doping gefraudeerd werd. Hij vroeg Smeets, die toch duidelijk tot de fiets-incrowd behoort, of het niet zijn taak als sportjournalist was geweest deze dopingzaken openbaar te maken. Of het niet een schande was dat de journalistiek had meegewerkt aan het boerenbedrog dat de wielersport zoveel jaren was geweest.

read on…

De seksuele revo van de kabulavrouw

door Nikki Mulder

 De kabulavrouw fascineert. Ze schaamt zich niet, ze is niet bang voor de roddels van de buren. Ze is de vrouw die je ’s nachts stiekem meeneemt naar huis als iedereen slaapt, niet de vrouw die je zondag aan je moeder voorstelt. Volgens socioloog Gracita Groenefelt is ze de Surinaamse ‘Pretty Woman’.

read on…

‘Het onmogelijke vragen’

Nieuw boek van Willem van Lit

door Jeroen Heuvel

Een sociaalfilosofische ‘beschouwing over een pregnant en sentimenteel verschijnsel’, zo noemt Willem van Lit zelf Zijn boek Cariben, laten we het onmogelijke vragen. In 400 bladzijden neemt de auteur ons mee op zijn speurtocht naar de oorzaken van schoonheid en schaamte in Curaçao, de andere Nederlands Caribische eilanden, of een nog iets grotere regio: de Cariben. Op vrijdag 19 april (2013) presenteerde hij zijn boek in landhuis Ascencion. Van Lit is van beroep organisatieadviseur bij het Ministerie van Defensie en heeft een deel van zijn loopbaan bij de Koninklijke Marine op het eiland Curaçao gewerkt.

read on…

Kabula-vrouwen zijn de laatste in de pikorde

‘Voor een “snel-snel” nummertje of vluggertje zijn kabula-mannen en kiekbrekers er wel te vinden. Maar, als het gaat om het starten van een hechte intieme relatie, rennen zowel kabula-mannen als de kiekbrekers hard weg. Kabula-vrouwen zijn in hun ogen de laatste om tot vrouw te nemen en een serieuze relatie te beginnen.’ Dit komt tot uiting in de scriptie Love me tonight, forget me tamara van drs. Gracita Groenefelt.

read on…

Het diverse zwarte bewustzijn van Antilliaanse Jongeren

door Francio Guadeloupe

Over het zwarte bewustzijn van Antillianen lijken vaak maar twee smaken te bestaan: van ‘slachtoffers van de slavernij’ tot zij die ‘hun slavernijverleden gebruiken om Nederlanders te chanteren’. Francio Guadeloupe ziet op de Antillen dat de werkelijkheid van jongeren vele malen diverser is.
[lees hier verder op Sociale Vraagstukken]
  • RSS
  • Facebook
  • Twitter