Op donderdag 27 mei 2021 ondertekenden Rita Rahman, voorzitter van de Werkgroep Caraïbische Letteren, en... Lees verder →
Amsterdam & slavernij
31 mei t/m 15 augustus 2013
Bijeenkomsten
- 24 juni: Première Slavenschip Leusden , sabi yu historia
Maandag 24 juni gaat in het Stadsarchief Amsterdam de documentaire Slavenschip Leusden, sabi yu historia in première. Twee jonge Nederlandse filmmakers Carlien Megens en Erwin Veenstra zochten dit voorjaar mee naar de immateriële overblijfselen van de grootste Nederlandse scheepsramp aller tijden. Slavenschip Leusden verging in 1738 bij de monding van de Marowijnerivier. De bemanning overleefde de ramp, maar timmerde vóór het zichzelf in veiligheid bracht de luiken van het ruim dicht. Bijna 700 mensen verdronken in de buik van het schip. De première is besloten
- 26 juni: Slavernijverleden op de kaart / Mapping slavery history
- 30 juni: Symposium: Cultureel trauma? Trans-Atlantische Slavernij in perspectief
Tijdens dit symposium worden de gevolgen van de slavernij besproken vanuit een historische en sociaalpsychologische benadering en is er specifieke aandacht voor de manier waarop superioriteitsdenken en negatieve zelfbeelden aan opeenvolgende generaties worden doorgegeven – vanuit het gezichtspunt van witte en zwarte afstammelingen.
De Trans-Atlantische slavernij raakt immers beide groepen. Maar in het maatschappelijke debat lijkt slavernij vooral van betekenis te zijn voor de zwarte nazaten, terwijl de afschaffing van de slavernij mede door toedoen van witte voorouders tot stand is gekomen. Nadruk op een gedeelde geschiedenis kan de huidige maatschappelijke problemen die de erfenis van de slavernij veroorzaakt wegnemen. Zo kan de weg worden geplaveid voor een herdenking van de afschaffing van de slavernij door alle bevolkingsgroepen in ons land.
Tijd: 10:00 – 18:00 uur
Hondius, Small, Van Stipriaan en Zijlstra over de slavernij
– Lezing ‘Wat is het geluid van stilte? Nederland en zijn slavernijverleden’ door prof. dr. Alex van Stipriaan, hoogleraar Caraïbische geschiedenis aan de Erasmus Universiteit
– ‘The Legacy of Slavery is about the Future, not the Past’, lezing in het Engels door dr. Stephen Small, bijzonder hoogleraar Nederlands slavernijverleden aan de Universiteit van Amsterdam
– ‘Slavernij in Suriname in de 17e eeuw’ door drs. Suze Zijlstra, promovenda Nieuwe geschiedenis aan de Universiteit van Amsterdam
– Discussie tussen sprekers onderling en met het publiek onder leiding van prof. dr. Michiel van Kempen
– Einde bijeenkomst
[De aangekondigde lezing van Dienke Hondius gaat niet door.]
Eigen helden identificeren voor herschrijving geschiedenis
door Audry Wajwakana
Paramaribo – Mindset is nodig om de eigen geschiedenis van een voormalig kolonie te herschrijven. Geschiedenis gaat niet alleen over het verleden. Zij gaat ook over de juiste informatie geven aan de volgende generatie. Dit gaven de inleiders Stephen Small en Sandew Hira het publiek mee bij de lezing ‘Public memory and indentured labour’, donderdagavond in het Lalla Rookh gebouw, waar het nieuwe museum over de geschiedenis van Hindostaanse contractarbeiders komt te staan.
read on…Tetary en Kajol
Wat een vraag! Moet ik daar echt op ingaan?Die vraag werd me gesteld toen ik aan vrienden een demo-versie liet zien van de nieuwe gedramatiseerde documentaire die OHM Nederland heeft laten maken over Tetary. Vincent Soekra deed de regie. Aijaz Khan van SKY televisie nam het camerawerk voor zijn rekening en ik maakte het script.De documentaire behandelt een bijzondere episode uit de geschiedenis van Suriname: de periode van contractarbeid en met name de opstand op werkkamp Zorg en Hoop in 1884. In het kader van de herschrijving van de geschiedenis gebruiken we het begrip werkkamp in plaats van plantage, omdat werkkamp een preciezere aanduiding is van de plek waar mensen onder dwang tewerkgesteld worden. Plantage heeft een romantische [sic] aureool.
Dit jaar is het 140 jaar geleden dat de eerste contractarbeiders aankwamen in Suriname om te zwoegen op de werkkampen waar vroeger tot slaaf gemaakte Afrikanen hebben gewerkt. De opstand op werkkamp Mariënburg is bekend. Die van Zorg en Hoop is vergeten. Bij die opstand zijn zeven mensen vermoord onder wie Tetary, een jonge moeder van 24 jaar. Tetary was de enige vrouwelijke leider in de veertig opstanden die tussen 1873 en 1916 zijn geweest op de werkkampen in Suriname. Ramjanee was de andere leider van de opstand op Zorg en Hoop.
Het verhaal wordt geïllustreerd met dramatische scènes die gespeeld worden door 25 jonge acteurs. Kajol Tahdil speelt Tetary en Ryan Dial speelt Ramjanee. Soerin Goerdayal is de wrede sardar. Na het zien van de documentaire krijg je een grondige hekel aan de man. Historica Tanya Sitaram draagt het hele verhaal met haar vertelling over Tetary en contractarbeid. Tanya is een nieuwe expert op het gebied van de Hindostaanse geschiedenis.
De vraag die ik kreeg was vanwege Kajol. In de Indiase film-industrie is Kajol de naam van een bekende beeldschone actrice, vergelijkbaar met Aishwariya Rai. Onze Kajol (Tahdil) woont in Suriname. Net als de Indiase Kajol is onze Kajol ook beeldschoon en foto- en filmgeniek. Ze spettert van het witte doek af.
Dus toen ik de documentaire liet zien, was de eerste reactie van mijn macho vrienden: “Dit is niet realistisch. Konden jullie geen lelijke vrouw casten.”
Ik: “Maar waarom zouden de Hindostaanse vrouwen tijdens contractarbeid lelijk zijn?”
Op één of andere manier is het beeld van onze voorouders van lelijke haveloze sloebers. Dat beeld klopt niet. Ze waren mooie haveloze sloebers.
Schoonheid zit niet in de kleren, maar in de geest.
Ik snap wel wat mijn vrienden bedoelen. Als je een gedramatiseerde documentaire maakt die gebaseerd is op ware gebeurtenissen, hoe realistisch moeten dan de drama-scènes zijn? Voor makers van zulke documentaires is het altijd een afweging tussen de feiten die bekend gemaakt moeten worden en de manier waarop dat moet gebeuren.
Neem het verschijnsel van de straffen op de plantages. Eén beeld zegt meer dan duizend woorden. In de documentaire laten we zien hoe contractarbeiders gestraft werden met zweepslagen. Voor het eerst wordt getoond hoe een Spaanse bok wordt gebonden. De Spaanse bok werd niet alleen tijdens slavernij toegepast, maar ook tijdens contractarbeid en werd kromboei genoemd. De touwen, de stok die tussen de benen gaat, het mondstuk waarmee de mond wordt gebonden. Dat is gebaseerd op feiten. Maar de straffen werden tijdens contractarbeid niet op de plantages uitgevoerd. Om productie-technische en dramatische redenen hebben we de straffen laten uitvoeren in het bijzijn van de arbeiders die moeten toekijken als hun lotgenoot gestraft wordt.
Mag dit? Is het niet in strijd met de waarheid?
Iedere documentaire-maker zal zeggen: natuurlijk mag het. Om de emotie van het straffen te tonen is het van belang om een scène te maken die de omstanders laat toekijken en die emotie uitdrukken.
De emoties en de straffen zijn gebaseerd op ware gebeurtenissen, de locatie niet.
Een lastig dilemma? Nee, eigenlijk niet. Iedere kijker kan dit begrijpen.
De documentaire is een stuk herschrijving van de geschiedenis. Dat gebeurt niet alleen in boeken, maar ook op het witte doek en televisiescherm.
De documentaire wordt vertoond in het nieuwe deel van het Lalla Rookh Complex (gebouw 2, ballroom). Daar is ook het gebouw van het museum. Het museum is nu leeg. De grote uitdaging voor de toekomst is het vullen van het museum. Ik ben geweldig trots op de jongens van NSHI. Het geheel is tot stand gekomen zonder overheidssubsidie. Het is volledig gefinancierd uit eigen middelen die verkregen zijn door eigen inspanning. Het overgrote deel van de inkomsten bestaat uit de verhuur van het eerste gedeelte. Het overige deel is afkomstig uit sponsoring van het bedrijfsleven.
Het museum is deel van ‘public memory’, de manifestatie van geschiedenis (en daardoor van identiteit) in de publieke ruimte. Mijn goede vriend professor Stephen Small van de University of California Berkeley [Small is hoogleraar aan de Universiteit van Amsterdam – red. CU] is een specialist op dit gebied. Stephen is één van de keynote sprekers op de komende conferentie over slavernij en contractarbeid. Hij was één van de curatoren geweest van het Slavery Museum in Liverpool. Hij heeft veel onderzoek gedaan in Amerika naar ‘slaven’-musea en naar public memory.
’s Ochtends is hij bij de opening van de conferentie en ’s avonds zullen hij en ik een lezing houden in Lalla Rookh met de titel “Public memory and Indentured Labour. The history of indentured labour in museums and public places”. Hij vertelt het algemene plaatje en ik maak de koppeling met contractarbeid.
Eén van de objecten die in het museum tentoongesteld zullen worden zijn foto’s. Ik heb de afgelopen weken foto’s opgestuurd gekregen van diverse mensen. Eén foto is gemaakt door de secretaris van de gouverneur in 1911. Het is een collage van vier foto’s waarop te zien is hoe Hindostaanse contractarbeiders zich voorbereiden op de terugkeer naar India. Ze laten hun kleren drogen bij het Onafhankelijkheidsplein. Ze lopen in een groep naar de kade. Heel indrukwekkend.
Een andere foto is van de processie bij de 50-ste ‘viering’ (vandaag zeggen we: de herdenking) van de afschaffing van slavernij in 1913. Bij die processie is een Hindostaanse praalwagen te zien getrokken door een ezel.
NSHI zal nog met een oproep komen naar de gemeenschap om oude foto’s en objecten beschikbaar te stellen t.b.v. het museum. Daarmee zal het nieuwe verhaal over de geschiedenis van Hindostanen verteld worden.
Ik kreeg onlangs ook een foto-verrassing. Ik wil bij de première van Tetary een tastbare herinnering tonen aan mijn grootouders door me op die dag te kleden zoals mijn grootvader dat gewoon was te doen, met een dhoti en pagri. Naar aanleiding van die aankondiging in Starnieuws kreeg ik een foto toegestuurd van iemand die ik niet kende, John Ramnandanlal. Het foto was gemaakt in 1970. Vertederend mooi. Ze staan naast elkaar in een foto studio, mijn aja en aji. John had zijn telefoonnummer in Suriname achtergelaten op de achterkant van de foto. Ik belde hem op om te bedanken voor de grote verrassing en te vragen hoe hij aan die foto kwam. Het bleek dat hij vlak bij mijn grootouders had gewoond in de Van Drimmelenpolder in Nickerie.
Op de foto was te zien hoe mij aja zijn dhoti en pagri droeg. Kennelijk heb je daar verschillende manieren van dragen. Ik vroeg mijn vrienden van NSHI: wie kan me helpen om dat ding te wikkelen zodanig dat straks niet de hele zaak van mijn lijf valt en mijn dikke buik en alles daaronder bloot komt te staan. Niemand wist hoe die specifieke stijl van mijn aja te binden. Totdat Jan Soebhag zich aanmeldde. Hij weet het. Ik vertrouw op hem….
p.s. De documentaire Tetary wordt om technische redenen verschoven naar zaterdag 8 juni van 18.30-22.00 uur. Het programma bestaat uit de vertoning gevolgd door een paneldiscussie.
De lezing van Stephen en mij is op donderdag 6 juni van 19.30-21.00 uur. Beide evenementen vinden plaats op het Lalla Rookh Complex, Ballroom, gebouw 2.
Gevolgen Nederlands slavernijverleden onder de loep
NiNsee-professor Stephen Small geeft een inhoudelijke samenvatting van de dag. De Amsterdamse wethouder Andrée van Es (o.a. diversiteit en integratie) sluit het symposium af .
Internationale Conferentie Slavernij VOS en IISR
Vrijdag 28 juni vanaf 18.00 uur
Ontvangst van de internationale gasten. (Niet toegankelijk voor het publiek.)
Zaterdag 29 juni van 10.00-17.30 uur
Stephen Small (USA): Legacy of the struggle against slavery: how concepts, ideas and experiences of the resistance to slavery are expressed.
Kwame Nimako (Ned): The African response to slavery: the resistance to slavery in Africa.
Jeanne Henriquez (Curaçao): Tula and his legacy – the 1795 uprising on Curaçao.
Frank Dragtenstein (Ned): Marronage in the Caribbean: analysis and theory of resistance.
!Wegens persoonlijke omstandigheden kan Frank Dragtenstein zijn paper over marronage niet meer presenteren. In plaats daarvan zal Robert Justin Connell een paper presenteren met een vergelijking tussen marrons in Jamaica en Suriname. Connell is afgestudeerd aan de University of California Berkeley en werkt aan een dissertatie over marrons in Jamaica en Suriname. !
Zondag 30 juni van 10.00-17.30 uur
Rita Tjien Fooh (Sur): Women, resistance and slavery.
Rudy Uda (Ned): The culture of resistance: how resistance was expressed in culture during slavery.
Ramon Grosfoguel (USA): The Haitian revolution. Causes, description and immediate effects.
Livio Sansone (Ned/Brasil): Brazil – resistance and struggle in the largest slave society in the America’s.
Sandew Hira (Den Haag): Conceptualizing resistance to slavery: class, race and colonialism.
De voertaal is Engels.
Zeeburgerdijk 19-A
1093 SK Amsterdam
Klik hier om je aan te melden.
Meer informatie: +31 6 412 837 85
Email: info@iisr.nl
Bezoek de site: www.iisr.nl
Stephen Small & Gerard Spong & Slavernijclaim
Oratie van Professor Stephen Small
Op vrijdag 5 oktober 2012 houdt professor Stephen Small zijn oratie bij de Universiteit van Amsterdam, getiteld Living History; The Legacy of Slavery in the Netherlands. Small is in 2010 benoemd vanwege de Stichting Nationaal instituut Nederlands slavernijverleden en erfenis (NiNsee) tot Bijzonder hoogleraar Nederlands Slavernijverleden en erfenis. Voor het grootste deel van zijn tijd is hij werkzaam aan de University of California Berkeley. Het is wel triest dat Small zijn oratie houdt op een moment dat de organisatie die zijn leerstoel instelde, het NiNsee, zelf de geest heeft gegeven, als gevolg van de bezuinigingen van het kabinet-Rutte.
Datum : vrijdag 5 oktober 2012 des namiddags om 4.00 uur.
Locatie : Aula der Universiteit van Amsterdam, ingang Singel 411 , hoek Spui.
Symposium over religie en slavernij
Het Nationaal instituut Nederlands slavernijverleden en erfenis (NiNsee) organiseert het jaarlijkse internationale symposium Trajectories of Emancipation met dit jaar het thema, Religion and Slavery.
Datum: 29 en 30 juni 2011
Locatie: Vrije Universiteit Amsterdam, Hoofdgebouw
Gelieve uw aanwezigheid per e-mail te bevestigen aan Amy Abdou: a.abdou@ninsee.nl
Programme
Tuesday 28 June 2011
17.00- 19.00 Arrival of participants, registration, and reception at NiNsee. Welcome Address- Artwell Cain, NiNsee
Wednesday 29 June 2011: Day 1
Location: Vrije Universiteit, hoofdgebouw room 14 A-05
10.00-10.30 Coffee/Tea
10.30-10.45 Opening Remarks- Susan Legêne
10.45-12.30 Morning Session
Keynote Speaker- Lewis Gordon
“Afro-Jewish Reflections from Passover: Religion, Enslavement, and Memorializing the Reparation of the World”
Theme: Church and State
Speakers: Susan Legêne, Kwame Nimako
12.30-14.00 Lunch
14.00-16.30 Afternoon Session
Theme: Inclusion of Multiple Perspectives
Speakers Hilary Beckles, Tiffany Ruby Patterson, Stephen Small
Wednesday 30 June 2010
Location: Vrije Universiteit, hoofdgebouw room 16 A-00 (Kerkzaal)
10.00-10.30 Coffee/Tea
10.30-12.30 Morning Session
Keynote Speaker – Ramon Grosfoguel
“Reflections on Bartolomé Las Casas’s famous debate with Gines de Sepúlveda on the status and suitability of indigenous peoples for slavery ”
Theme: Christianity and Slavery
Speakers Humphrey Lamur & Ruth Dors, Dienke Hondius
12.30-14.00 Lunch
14.00-16.30 Afternoon Session
Debate: Social and Moral responsibility within organized religions to address the legacy of slavery
Chair Kwame Nimako
Speakers: Stephen Small, Dienke Hondius, Lewis Gordon
16.45-
Start leerstoel slavernijverleden
Het Nationaal instituut Nederlands slavernijverleden en erfenis (NiNsee) houdt donderdag 19 mei 2011 een minisymposium om Dr. Stephen Small te verwelkomen als bijzonder hoogleraar ‘Nederlands slavernijverleden en erfenis’ aan de Universiteit van Amsterdam (UvA).
read on…Nederlands slavernijverleden leidt tot verhitte discussies
Keti Koti (donderdag 1 juli), de dag waarop Surinamers en Antilianen de afschaffing van de slavernij vieren, is nog maar net een week voorbij of intellectuelen rollen over elkaar heen over het Nederlandse slavernijverleden. Vooral ‘slavernijprofessor’ Piet Emmer weet de aandacht op zich gericht.
Toen emeritus hoogleraar in de geschiedenis van Europese expansie dr Piet Emmer (Universiteit Leiden) zijn boek Who abolished slavery? Resistance and accomodation in the Dutch Caribbean (2008) publiceerde, kwam hem dat naast lofprijzen op felle kritiek te staan. Toen hij uitgerekend op de ‘Dag der Vrijheden’ (Keti Koti) in een publicatie in de Volkskrant aan zijn boek refereerde, wist hij de discussie over het Nederlandse slavernijverleden opnieuw aan te jagen. Intellectueel Nederland kroop weer in de pen om hem goed van repliek te dienen. Zij benadrukten hún visie op de slavernij nog duidelijker op bijeenkomsten. Wat stuit deze criticasters zo tegen de borst dat zij een reactie niet kunnen nalaten?
Politiek correct
Om te beginnen zegt Emmer in het stuk dat Surinamers en Antilianen de afschaffing van de Trans-Atlantische slavenhandel en slavernij te danken hebben aan ‘de kliek deftige, oude, blanke, mannelijke leden van Europese en Amerikaanse parlementen’. ‘Moet je daar een feestelijk gezicht bij trekken?’, vraagt hij zich af. Hij voert aan dat de opstanden van de tot slaaf gemaakten – behalve die in Haïti – vrijwel niets hebben bijgedragen aan het besluit een punt achter de slavernij te zetten. Emmer vindt studies, die het slavenverzet als belangrijkste oorzaak van de afschaffing van de slavernij noemen, maar ‘politiek correct’.
Sociaal-historicus Michaël Deinema, promovendus in sociale geografie en Hebe Verrest, universitair docent ontwikkelingsstudies, beiden verbonden aan de Universiteit van Amsterdam, haasten zich 4 dagen later in dezelfde krant bezwaar te maken tegen de opvattingen van Emmer. ‘Emmer ziet enkele cruciale en bekende feiten over het hoofd die de gangbare “politieke correcte” interpretaties ondersteunen’, stellen ze. Zij wijzen op de abolitionisten die zich juist door het ‘zwarte verzet’ hebben laten inspireren. ‘Was het toeval dat de eerste golf van het Britse abolitionisme uitbrak net nadat in 1791 de slaven in Saint Domingue in opstand waren gekomen?’ Zo noemen zij meerdere opstanden in andere ex-koloniën die van grote invloed zijn geweest op de beweging van abolitionisten zoals de beroemde opstand van François Dominique Toussaint Louverture (afbeelding hierboven), die als vrijgemaakte negerslaaf in opstand kwam tegen de Franse kolonisten in Haïti.
Een dag later deed Anil Ramdas, publicist, in NRC Handelsblad er nog een schepje bovenop. Hij vindt het slavernijdebat ‘harteloos en rancuneus’ en noemt Emmer ‘landskampioen zakelijk spreken over de slavernij.’
Koe Bertha
Het is niet de eerste keer dat Piet Emmer het vuur aan de schenen krijgt gelegd. Sandew Hira, historicus en auteur van het boek Decolonizing the mind (2010) wist niet wat hij hoorde toen Emmer de afschaffing van de slavernij als een ‘typisch kenmerk van de Westerse beschaving’ bestempelde. ‘Als de afschaffing van de slavernij een typisch kenmerk is van de Westerse beschaving, dan kan de invoering daarvan geen typisch kenmerk zijn van diezelfde beschaving’, betoogt Hira. Verbolgen is hij over Emmers stelling ‘dat Afrikaanse slaven het brandmerken als een bewijs zagen dat hun nieuwe eigenaar voor hen zou zorgen.’ Emmer zegt geen enkel bewijs te hebben gevonden dat tot slaaf gemaakten het brandmerken als gruwelijk en pijnlijk ervoeren. Deze interpretatie is een gruwel in de ogen van Hira. ‘Is dit serieuze wetenschap van de Universiteit Leiden? Een hoogleraar die zich bezighoudt met slavernijgeschiedenis en die zwarte mensen beschrijft zoals je koe Bertha beschrijft, die stelt dat ze geen notie van vrijheid hadden en dankbaar waren voor hun brandmerk, die concludeert dat ze graag in slavernij wilden leven?’ vraagt hij retorisch. ‘Die hoogleraar is geen wetenschapper, maar een racistische kwakzalver’, aldus Hira. .
Waar is Emmers bewijs?
Aan de kring van ‘Emmercritici’ kan ook Stephen Small worden toegevoegd. Small werd op 29 juni benoemd tot bijzonder hoogleraar Nederlands Slavernijverleden en erfenis aan de Faculteit der Geesteswetenschappen van de Universiteit van Amsterdam. ‘Ik geloof niet dat hij voldoende onderzoek heeft gedaan om tot zulke conclusies te komen. Mijn vraag aan hem is: waar is je bewijs? En zijn je bevindingen gebaseerd op de zienswijze van de witte gemeenschap of heeft de zwarte gemeenschap hier ook aandeel in?’
Small gaat vanaf september één dag in de week onderzoeken hoe men in Nederland omgaat met het slavernijverleden. Hoe denkt men over deze donkere periode in de Nederlandse geschiedenis? Hoe wordt daarover gediscussieerd in boeken, het dagelijkse leven, op school, in de kunst en cultuur sector en in de media? ‘Ik ben specifiek geïnteresseerd in de mening van de zwarte gemeenschap. Juist hún bijdrage maakt het onderzoek wetenschappelijker, rijker en meer humaan.’
De recente en geruchtmakende studie Herstelbetalingen van Armand Zunder is Small niet ontgaan. ‘Zijn boek opent de deur voor het debat over wie nu echt van de slavernij hebben geprofiteerd. Boeken als dat van Zunder zijn belangrijk voor het slavernijdebat’, zegt Small.
‘Witte studies’
De vraag is waarom de overwegend ‘witte studies’ een totaal ander beeld geven van het Nederlandse slavernijverleden dan zwarte onderzoekers? ‘Zij presenteren dit deel van het verleden bewust als fabel dan als systeem van onderdrukking en uitbuiting’, weet Hira. ‘Opvattingen zoals het mijne circuleren in tegenstelling tot in Nederland reeds langer in wetenschappelijk Amerika. Zunder is bijvoorbeeld de eerste die het onderwerp van reparaties in Nederland op de agenda zette.’ Small is het hartgrondig met hem eens. ‘Nederland loopt goed achter op landen zoals Brazilië en de Verenigde Staten.’ Daarmee wil hij niet beweren dat de situatie in die landen perfect is. ‘Maar je ziet dat landen met goed georganiseerde zwarte sociale bewegingen het veel beter doen. Neem als voorbeeld de civil rights movement in the Verenigde Staten die de universiteiten en intellectuelen hebben gedwongen om beter onderzoek te verrichten. Nederland heeft in zijn onderzoeken de zwarte gemeenschap totaal genegeerd.’
Piet Emmer was niet bereikbaar voor een reactie.
[Bron: Wereldjournalisten, 7 juli 2010]
Representation of Slavery Museums, Memorials and Monuments
The objectives for the planned symposium are three-fold; First, to bring together scholars of slavery to interrogate and discuss the meaning and significance of public history and collective memory in relation to Trans Atlantic slavery. Second, to bring together experts to share experiences with and knowledge of slavery museums, memorials and monuments. Third, to use the knowledge gained from this symposium as background information for the commemoration of the 10 year anniversary of the slavery monument in the Netherlands.
Programme: Trajectories of Emancipation
Public History and Collective Memory: Representation of Slavery Museums, Memorial and Monuments in the 21st Century
Opening
Monday June 28th, 2010
Location: NiNsee
16.00-17.00 Guests are welcome to visit the NiNsee exhibitions, Child in Chains and Breaking the Silence
17.00-19.00 First day, arrivals, registration and reception
Day One
Tuesday, June 29th, 2010
Location: Vrije Universiteit Amsterdam
hoofdgebouw room 14 A-05
Morning Session- 9:30-12.45
Welcome Address: Artwell Cain
First Session:
Chair: Artwell Cain
Theme: Shared History, Multiple Meanings
Stephen Small – Keynote Address
“Back to the future from the back of the big house: Museums, Public History and Collective Memory”
This paper considers the mobilization by African Diasporic communities in the United States and Europe, to remember, commemorate and protest slavery and its legacy. This mobilization is placed in the context of broader protest and/or commemorative movements (such as the Holocaust, the Alamo, Japanese internment as well as other incidents of (inter-)national shame or guilt. In the paper I raise a series of questions concerning the role of academics, community mobilization, migration, and museums, all in the context of unequal access to resources (financial, political, and cultural) in struggles for collective representations. And for the legacy of slavery in particular, I make the case for serious consideration to be given to alternative sources of knowledge and insights as we draw on the voices and visions of Black men and women who have been historically marginalized.
Kwame Nimako
“Conceptual Clarity, Please!
On the uses and abuses of the concepts of ‘slave’ and ‘trade’ in the study of the Trans-Atlantic Slave Trade and Slavery”
This paper reflects on the way the concepts of ‘slave’ and ‘trade’ have been used in the study of the Trans-Atlantic Slave Trade and Slavery. There seems to be a disjuncture between the concepts of slave and trade and the empirical basis for those concepts. The concept of slave suggests that slaves were traded; we will argue that the empirical bases hereof are weak. The concept of trade is also based on collaboration theory. Here also we will argue that the empirical bases hereof are weak.
Coffee Break
Second Session
Chair: Ramon Grosfoguel
Dmitri van den Bersselaar
“A shared history of the transatlantic slave trade?”
Co-Authored with Thomas Thurston from the Gilder Lehrman Center at Yale
This paper will introduce and discuss the first ‛Middle Passages’ International Teachers Institute. The institute was held in Ghana in August 2009 and brought together teachers from the United Kingdom, Ghana and the United States with leading slave trade historians and education specialists. The aim of the institute was to bring together, and reflect on, the different ways in which the slave trade is taught in each of the three countries from which our teachers came.
Alan Rice
“Guerrilla Memorialisation: The Politics of 21st Century Slave Remembrance Memorials in Europe”
This paper will discuss Lubaina Himid’s satirical performance piece. What are Monuments For … Possible Landmarks on the Urban Map (2009). In this she manipulates a glossy guide book to the world cities of London and Paris to imagine what might have been if the contributions of African diasporan peoples to the capitals had been fully taken on board in the memorial landscape over the last three centuries.
Lunch 13.00-14.00
Afternoon Session 14.15- 17.00
Chair: Kwame Nimako
Theme: Inclusion of voices (African, Caribbean) who have been traditionally absent from the discussion on commemoration, representation, and teaching in the realm of slavery and the Trans-Atlantic slave trade.
Sadri Khiari
The Issue of Memory in Decolonial Struggles in France
Veronique Helenon
“The Commemoration of the abolition of slavery in the French Context”
This paper examines the steps taken by Black French to organize the abolition of slavery in France. Aspects of the situation in the French Caribbean will also be included. How does this commemoration inform the current situation of Blacks in the French Republic today? Special attention will be paid to the meaning and limits of this event.
Ramon Grosfoguel
Memory, Slavery and Epistemic Racism
Elviera Sandi
The case of Suriname
Day Two
Wednesday June 30th, 2010
Location: Vrije Universiteit Amsterdam
hoofdgebouw room 7 A-06
Morning Session-9.30-12.45
Theme: Belonging, visual representations and the legacy of colonialism
First Session
Chair: Dienke Hondius
Susan Legêne
“Detached inclusion: Belonging, the legacy of migration experiences and their public representation”
In the normative Dutch discourse on the integration of immigrants in Dutch society, good (cultural) citizenship is linked to affinity with the national history of the Netherlands. The Dutch history of slave trade, slavery and abolition is acknowledged as part of this national history. However, as far as this acknowledgement also integrates (part of) the history of Dutch people of Surinamese descent into the history of the Netherlands, this historical inclusion creates new detachments in the present as well. Is there a continuity with respect to the notion of cultural citizenship, between colonial Surinamese society and current public representations of a shared migration past in the Netherlands? What could be the value of historicizing this notion of cultural citizenship? This will be the leading question in this paper that will focus on legacies of slavery and indentured labour.
Cheryl Bolden
“Collective memory , Collective responsibility . Why it is important to include the youth in the conversation concerning the legacy of slavery.”
Coffee Break
Chair: Kwame Nimako
Hardy Frye
” Slavery Legacy and the Civil Rights and Black Power Movements,”
Rael Salley
“Exhibiting Memory: Visuality, Museums and Black Diaspora”
Lunch 13.00-14.00
Afternoon Session 14.15-17.00
Theme: Debate on social responsibility and wrestling with issues of public commemoration
Moderator: Léontine Meijer-van Mensch
Three key stakeholders can be indentified with regard to the preservation of heritage in general and intangible heritage in particular, i.e. the source community itself, local and national authorities, and (heritage) professionals. In the Netherlands, the debate on intangible heritage is rather recent. The UNESCO Convention of 2003 has stimulated discussion among professionals, but in a limited sense. The last few years, however, the topic has been addressed by politicians and as a consequence, intangible heritage became subject of a public debate. Much more than tangible heritage, intangible heritage became the focus point of a national debate on identity. This political instrumentalisation of (intangible) heritage by appropriation and rejection, introducing the dichotomy between ‘us’ and ‘them’ is clearly illustrated by the speech delivered by the Dutch politician Rita Verdonk in 2008. Is the memory of slavery still not perceived as an intrinsic part of Dutch society? What is the role of the heritage professional and the source community in this? Do on the one hand, professionals create meaning and visibility, but on the other hand, however, does professional involvement not tend to exclude source communities from the process of signification and appropriation?
Guest Participants:
Andrea Kieskamp
Wayne Modest
Stephen Small
Dmitri van den Bersselaar
17.00- Closing conversations over drinks on the terrace of the Vrije Universiteit
This event has been organised by the National Institute for the Study of the Dutch Slavery and its Legacy (NiNsee) in collaboration with the Vrije Universiteit.
To register for this event, please contact Amy Abdou at a.abdou@ninsee.nl