blog | werkgroep caraïbische letteren
Posts tagged with: Sitalsing Sheila

Johan Ferrier Fonds

[Bericht van het Johan Ferrier Fonds]

December 2018

Lieve Donateurs en Vrienden,

Als bestuur van de Stichting Johan Ferrier Fonds kijken we dankbaar terug op een veelbewogen jaar.

Veelbewogen, al was het alleen al vanwege de prachtige Johan Ferrier Lezing die op 24 mei jl. in een volle Koningskerk in Amsterdam door niemand minder dan Sheila Sitalsing uitgesproken werd. Haar speech was prikkelend en humoristisch, zoals we dat van haar gewend zijn, maar dat verhulde de ernst van haar boodschap niet: Suriname heeft behoefte aan kritische burgers. read on…

Johan Ferrier Lezing 2018

Op donderdagavond 24 mei aanstaande, om 20:00 uur vindt de Johan Ferrier Lezing 2018 plaats. Zij wordt gegeven door Sheila Sitalsingh. read on…

Nurnaz Deniz wint de Anil Ramdas essayprijsvraag

Gisteravond is op de vijfde sterfdag van Anil Ramdas de winnaar van de Anil Ramdas Essayprijs bekend gemaakt: schrijfster en publiciste Nurnaz Deniz (Turkije 1971), voor haar essay ‘Ergens in Europa heb ik mijn schoenen verloren’. read on…

Anil Ramdas Essayprijsvraag

Essays over identiteit en beschaving

Anil Ramdas was schrijver, journalist en programmamaker. Vijf jaar na zijn dood hebben De Groene Amsterdammer (waar hij redacteur was), De Balie (waar hij directeur was), De Bezige Bij (waar zijn boeken verschenen) en zijn familie het initiatief genomen tot een Anil Ramdas Essayprijs. read on…

Commercieel

door Sheila Sitalsing

Dat RTL zou kappen met zwartgeschminkte Pieten stond in de sterren geschreven. RTL is een snoeihard commercieel bedrijf, met een feilloos instinct voor wat de klanten willen. Daarom is het op RTL doorgaans een vrolijke parade van aspirant-modellen, aspirant-kindsterretjes, aspirant-zangers, zelfhulp-tv in talloos veel varianten, showbizzroddel, sentimentaliteit-met-een-gelukkig-einde, onderbroekenlol, een uitstekend nieuwsbulletin en Chantal Janzen. read on…

‘Ik ga je rammelen’

Columnist Sheila Sitalsing (Surinaams, Caribisch, in elk geval niet-Nederlands), moeder van twee, las een boek over de voordelen van Surinaams opvoeden en kan het er alleen maar hartgrondig mee eens zijn. read on…

Mohammed Benzakour wint E. du Perronprijs 2013

door Roland Samuëls

De E. du Perronprijs 2013 wordt toegekend aan Yemma (uitgeverij De Geus, 2013) van Mohammed Benzakour. Dat heeft de jury zaterdag 15 maart bekendgemaakt tijdens het Tilburgse literatuurfestival TILT.
De jury van de E. du Perronprijs nomineerde naast Mohammed Benzakour ook Marcel van Engelen voor Het kasteel van Elmina en Aukelien Weverling voor Het land. De prijs is een initiatief van de gemeente Tilburg, de School of Humanities van Tilburg University en brabants kenniscentrum voor kunst en cultuur (bkkc). Hij is bedoeld voor personen of instellingen die met een cultuuruiting in brede zin een bijdrage leveren aan de multiculturele samenleving.
“Met een Duperroneske pen fileert Benzakour de Nederlandse samenleving met een inzet van kennis, inzicht en een persoonlijke betrokkenheid die slechts bewondering kan oproepen,” aldus de jury onder voorzitterschap van prof. dr. Sjaak Kroon van Tilburg University.
In Yemma doet Benzakour verslag van zijn moeder die na een herseninfarct in de verpleegzorg terecht komt. Volgens de jury overstijgt hij daarin de grenzen van de journalistiek. “Zijn observaties en de gevoelens die bij hem opkomen zijn tegelijk maatschappelijk en algemeen én persoonlijk en intiem. Hij maakt van zijn documentaire een literaire prestatie van de eerste orde.”
De uitreiking van de E. du Perronprijs vindt plaats op 27 maart bij het brabants kenniscentrum voor kunst en cultuur (bkkc) aan de Spoorlaan 21 i-k. Sheila Sitalsing, freelance journalist en columnist bij de Volkskrant, zal bij die gelegenheid de E. du Perronlezing geven over nieuwe vormen van samenleven in de huidige maatschappij. Wilt u erbij zijn? Meldt u zich dan aan via het online formulier.

 

19:30
Ontvangst met koffie
20:00
Welkom door prof.dr. Herman Beck, jurylid
20:10
E. du Perronlezing door Sheila Sitalsing
21:00
Uitreiking van de E. du Perron prijs door Marjo Frenk
21:15
Dankwoord door de laureaat
21:30
Drankje/hapje
22:30
Sluiting

[van Tilburgers, 25 maart 2014]

‘Ik dacht aan Obama en bad dat dat van die schmink hem niet zou bereiken’

door Sheila Sitalsing

Sheila Sitalsing wilde geen column schrijven over politiek leiderschap. ‘Maar toen stelde iemand zondagmiddag tijdens een persconferentie over de nucleaire veiligheidstop een vraag aan Mark Rutte…’
Eigenlijk zou dit stukje handelen over fatsoen en voorbeeldgedrag en leiderschap in het bedrijfsleven. De Volkskrant had zijn periodieke onderzoek gedaan naar de verdiensten aan de top in Neerlands grootste beursgenoteerde ondernemingen en daar afgelopen zaterdag over gepubliceerd.
Eigenlijk zou dit stukje gaan over enkele bevindingen die uit dat jaarverslagenonderzoek waren gerold. Zoals de loonkloof tussen werkvloer en top, die zich ongehinderd door crisis of ander malheur gestaag verwijdt. Inmiddels verdient een bestuurder van een AEX-bedrijf in Nederland gemiddeld 51 keer zo veel als een doorsneewerknemer, met de onlangs vertrokken Ben Noteboom van Randstad als brullende zilverrug bovenop de rots, 10.237.476 euro stevig in de knuistjes geklemd. Terwijl zijn intercedentes – volgens de Randstadwebsite stuk voor stuk ambitieuze ‘matchmakers’ boordevol ‘salestijgermentaliteit’ – daar éénhonderdtweeënzeventigste van verdienen.
Omhoog ellebogen
Eigenlijk zou ik in dit stukje op zoek willen gaan naar antwoorden op vragen als: waarom bezetten die intercedentes de boardroom niet? Of vinden ze het misschien volstrekt terecht dat hun baas bij zijn afscheid ruim twee jaarsalarissen extra mee kreeg, voelen ze zich extra gemotiveerd om zichzelf, met hun salestijgermentaliteit, omhoog te ellebogen, op weg naar de pot met goud? En: maakt het veel uit, een hoge of lage baas-koelieratio, zijn we gewoon jaloers of hebben we hier een misstand te pakken?
Eigenlijk had ik iets willen zeggen over leiderschap, over voorbeeldfuncties en over de verantwoordelijkheid die de bestuursvoorzitter draagt voor de cultuur in het bedrijf
Eigenlijk zou dit stukje handelen over andere merkwaardige trends in het beloningsbeleid, zoals de altijd-prijsbonus (een prestatiebonus die bij onderpresteren toch wordt uitgekeerd, want het zou zo sneu en demotiverend zijn voor de bedrijfsbestuurder in kwestie – ook maar een mens die zijn stinkende best doet – om hem zijn bonus te onthouden). En het adviseurschap, een briljante methode om opgestapte voorzitters van de raad van bestuur te blijven voorzien van een inkomen als ‘adviseur in dienst van de company’, zolang ze nog geen nieuwe nette betrekking hebben gevonden. De bij Imtech weggestuurde financieel directeur Boudewijn Gerner toucheerde na zijn vertrek een half miljoen euro honorarium voor in totaal, zo bevestigde hij zelf, nul adviezen.
Voorbeeldfuncties
Eigenlijk had ik iets willen zeggen over leiderschap, over voorbeeldfuncties en over de verantwoordelijkheid die de bestuursvoorzitter draagt voor de cultuur in het bedrijf.
 Ten overstaan van de internationale pers zei de minister-president niet: ‘We praten vandaag over kernwapens.’
Maar toen stelde iemand zondagmiddag tijdens een persconferentie over de nucleaire veiligheidstop een vraag aan Mark Rutte, iets ingewikkelds over Wilders en Marokkanen en Zwarte Piet. En ten overstaan van de internationale pers zei de minister-president niet: ‘We praten vandaag over kernwapens.’ Nee, hij ademde diep in en dook enthousiast, het hoofd als eerste en zonder perslucht, het diepe in. Iemand probeerde hem tegen te houden, maar Rutte sprak al: ‘Mijn vrienden op de Nederlandse Antillen zijn altijd blij wanneer het Sinterklaas is, omdat ze zich dan niet hoeven te schminken. Als ik Zwarte Piet speel, ben ik dagen bezig het spul van mijn gezicht te wassen.’
Ik dacht aan de VVD-wens om minder, minder, minder rijksgenoten uit de Antillen en vroeg me verdwaasd af welke vrienden dan. Ik dacht aan Barack Obama die vandaag in the Beast door Nederland scheurt en bad dat dat van die schmink hem niet zou bereiken. Ik dacht: misschien is het nog niet zo slecht gesteld met leiderschap in het bedrijfsleven. Het kan zo veel erger.
Sheila Sitalsing is columnist voor de Volkskrant
 
[van devolkskrant.nl, 24/03/14]

BES

door Sheila Sitalsing

Je bent de minister die verantwoordelijk is voor de bijzondere gemeenten Bonaire, Saba en Sint Eustatius. Je krijgt een onderzoeksverslag op je bureau. De beerputgeur walmt je tegemoet. Met dichtgeknepen neus ga je bladeren. Je leest wat je al wist: dat de man die jou daar representeert als rijksvertegenwoordiger er een puinzooi van maakt.

read on…

Anil Ramdas, kleine professor uit Nickerie (3)

door Coen Verbraak
 .
De ster van Anil Ramdas raakte helemaal de randen van de hemel toen hij in 1992 Zomergast was bij de VPRO. De meeste kijkers hadden voordien nooit van hem gehoord, maar raakten onder de indruk van die tengere, welbespraakte Hindoestaanse jongeman van vierendertig. Wat was die man belezen, beschaafd en erudiet. Zo leuk konden ‘ze’ dus óók zijn! Na Zomergasten werd Ramdas als vanzelf door de linkse elite omarmd als favoriete modelallochtoon.
‘Ineens was hij een Bekende Nederlander geworden,’ zegt Stephan Sanders. ‘Dat was voor Anil enorm belangrijk. Vergeet niet: hij is opgegroeid in Nickerie. Een boerengemeenschap in Suriname waar he-le-maal niks te doen is. ’s Avonds gaan de barretjes open, en gaan de mannen zuipen en uiteindelijk op een vrouw liggen. En als het je op een dag te gortig wordt, dan neem je pesticide in. Als je daar vandaan komt, dan is Paramaribo al gigantisch. In Paramaribo zag hij voor het eerst in zijn leven een roltrap. Vervolgens kwam hij in Nederland, dat was nog weer twee stappen hoger. En om dan dáár omarmd te worden als een opvallende intellectueel… ja, dan gaat de hemel voor je open.’
Zijn tv-optreden werd ook onder Surinaamse Nederlanders als een openbaring beschouwd. Volkskrant-columniste Sheila Sitalsing was in die dagen nog student. Ze herinnert zich de opwinding nog goed. ‘We gingen elkaar opbellen: “Heb je het gezien? Er is een Surinamer op tv.” En niet omdat hij goed kon dansen of voetballen, maar omdat hij iets te vertéllen had. Dat was voor Surinamers iets heel groots. Kennelijk kon je dat als Surinamer bereiken. Anil werd daardoor een nieuw rolmodel.’

 

Xandra Schutte: ‘Na Zomergasten werd hij opeens ook een mooie man gevonden. Hij ging heel bewust modieuze witte hemden dragen. Anil genoot ontzettend van die ongelofelijke erkenning. Hij wás al zelfbewust, maar werd dat na Zomergasten nog veel sterker. Daardoor werd hij al snel te groot voor De Groene. De Groene werd “een van de bezigheden” van de BV Ramdas.’
Het duurste hotel
Zijn optreden in Zomergasten smaakte ook volgens Hilversum naar meer. VPRO-directeur Roelof Kiers vroeg aan regisseur Ellen Jens of zij eens met ‘die begaafde jongen’ wilde praten. Misschien had hij wel goede ideeën voor andere televisieprogramma’s. Daar hoefde Ramdas geen seconde over na te denken, merkte Jens. Hij wilde iets met ‘denkers’ doen. Het werd In mijn vaders huis, een serie interviews met onder anderen Stuart Hall en Edward Said. Jens raakte al snel van Ramdas onder de indruk. ‘Zijn enthousiasme was meeslepend. Die tomeloze drang om mensen te overtuigen van de talenten van anderen. Hij sprak over mannen waar ik nog nooit van gehoord had alsof het wereldwonderen waren. “O Ellen, als we díé toch kunnen krijgen…” Je kon zo veel van die jongen leren.’
De tegenkant was dat Ramdas wel erg overtuigd leek van zichzelf. Jens: ‘Hij had niet veel gevoel voor zelfrelativering. Hij kwam altijd met taxi’s. Afspraken maakte hij het liefst in het Amstel Hotel. Er zat iets in van: het duurste is niet goed genoeg voor mij. Al komt zoiets vaak voort uit onzekerheid.’
[wordt vervolgd]

«Van Leeuwen is één van de beste schrijvers die het koninkrijk heeft voortgebracht»

Over o.a. Boeli van Leeuwen schrijft Sheila Sitalsing in een column, getiteld ‘Rijksgenoten’, in de Volkskrant van 20 november 2013:

‘Het koninkrijk bestaat niet’, kopte de Volkskrant dit weekend boven een artikel over wederzijdse wrevel en desinteresse. […] Stuitend gebrek aan belangstelling in elkaar. Zo veroorzaakte de moord op Helmin Wiels – vergelijkbaar met die op Pim Fortuyn – aan de Noordzeezijde van Willem-Alexanders rijk amper een rimpeling. Mediacategorie aardbeving in Italië zonder Nederlandse slachtoffers. […] Binnenkort belegt de Volkskrant een debat onder de zorgelijke titel ‘Kan het koninkrijk nog 200 jaar zo doorgaan?’
O jawel hoor, zou Boeli van Leeuwen opgewekt zeggen als hij nog zou leven. Van Leeuwen is één van de beste schrijvers die het koninkrijk heeft voortgebracht, en aan de Noordzeezijde schandalig onbekend. […] Eigenlijk, schreef Van Leeuwen, zijn de ex-Antillen sinds 1634, ‘toen Johan van Walbeeck met merkbare tegenzin op Curaçao aan wal stapte, onafgebroken bezig ten onder te gaan’. Dat zullen ze vrolijk blijven doen, in rijksverband. Een kwarteeuw geleden voorspelde Van Leeuwen het al: ‘Je kunt die roteilanden eenvoudigweg niet meer kwijt. Wij hebben de onafhankelijkheid gezien op Haïti, wij krijgen dagelijks onafhankelijke hoeren uit Santo Domingo, die daar van de honger creperen, dank u zeer.’

Lees hier de hele column

De vrouw van meer… en steeds beter

door Alan Tijseling

Vorige week zaterdag presenteerde Karin Amatmoekrim haar onlangs verschenen roman, De man van meer, in Suriname. Een roman over het leven van Anton de Kom. Iemand voor wie ze een grote bewondering heeft en wiens verhaal volgens haar niet vaak genoeg kan worden verteld. Ondertussen is haar eigen verhaal ook de moeite van het vertellen waard. Een hele roman is nu nog wat overdreven, maar dat zou er in de toekomst best eens van kunnen komen.

Ze was vier toen ze met haar moeder en twee broertjes vanuit het warme Suriname in IJmuiden terecht kwam. Een duffe stad aan de Noordzee waar het altijd lijkt te waaien. Voornamelijk bekend om de hoogovens en de visafslag. Op een flatje in een achterstandswijk. Een flat in Nederland is iets anders dan een flat in Suriname. Is er hier sprake van een leuke gelijkvloerse woning met een tuin, daar is het een betonnen doos in een hoog gebouw, laag op laag. Lange galerijen met anonieme bewoners. Geen fijne omgeving voor een alleenstaande moeder met drie kleine kinderen die geen cent te makken heeft. Van jongs af heeft Karin dan ook het besef dat het beter kan en beter moet. Niet dat ze een ongelukkige jeugd heeft gehad, maar wel eentje met veel armoede en de bijbehorende zorgen. Met zijn vieren hebben ze de schouders eronder gezet en zijn ze er uitgekomen. Tot de dag van vandaag is het een goede en harde les; dat nooit meer.

Studie
Terwijl haar moeder aan een eigen carrière werkte om haar kinderen betere tijden te kunnen bieden doorliep Karin het Gymnasium Felisenum in Velsen Zuid. Daarna begon ze aan een studie Psychologie. Van schrijven was nog geen sprake, van lezen wel, veel lezen. Na een tijdje kwam ze er achter dat de gekozen studie haar ding niet was en besloot ze ermee te stoppen. Uiteraard moest er brood op de plank komen en ze kwam terecht bij een marketingbedrijf dat zich specialiseerde in entertainment. Grote merken zochten grote namen uit de muziekwereld om hun producten te promoten en het bedrijf waar Karin voor werkte, bracht die twee bij elkaar en zorgde dat de bedachte campagnes werden uitgevoerd. Al snel begreep ze dat dit werk niet heel erg moeilijk was en financieel een stuk lucratiever om het voor eigen rekening te doen dan in opdracht van iemand anders en begon ze haar eigen bedrijf. Met succes, geld verdienen ging haar erg makkelijk af in een hippe, trendy scene. Alleen knaagde het, een studie die niet afgerond was. “Studeer, dan kom je vooruit”, zo had ze het van huis uit meegekregen. Dus besloot ze een studie naast haar werk te gaan doen, alleen welke studie. Een vriend adviseerde haar om Letterkunde te gaan studeren. “Waarom”, vroeg ze. “Omdat je altijd met je neus in de boeken zit, je bent gek op letters.” Hij had gelijk.

Ze schreef zich in voor de studie Moderne Letterkunde aan de Universiteit van Amsterdam en bleef ondertussen gewoon hard doorwerken. Al snel kwam ze er achter dat ze het heerlijk vond om tijdens haar werk heel actief en alert te zijn en zich met haar studie juist helemaal onder te dompelen in een andere wereld. Een wereld van letters, zinnen, boeken, literatuur. Telefoon uit en alleen met taal bezig zijn. Of stil zitten en om je heen kijken, observeren. Wat zie je en welke verhalen kunnen daar bij horen. Gaandeweg groeide het besef dat ze een boek zou willen schrijven, alleen vroeg ze zich af of ze daar goed in zou zijn. Als je ergens niet goed in bent, echt goed, dan moet je er ook niet aan beginnen, zo dacht ze er toen over en nu nog steeds.
Geld verdienen was geen uitdaging meer, een studie afmaken en een echt goed boek schrijven wel. Dat zou het plaatje aanmerkelijk beter maken. Bovendien bleef de liefde voor letters groeien, zou het niet veel leuker zijn om daar in de toekomst van te kunnen leven? Met een idee voor een boek op papier benaderde ze een uitgever en lukte het haar om een contract te krijgen. Nu zullen er mensen zijn die vinden dat hun missie op dat moment al is geslaagd maar Karin dacht daar anders over, heel anders.

 
 

Schrijven
“Ik ben ontzettend kritisch op mezelf en van nature ook erg somber,” zo vertelt ze aan de rand van het zwembad van het Torarica. “Ik moet altijd eerst de schaduw van alle kanten bekeken hebben, voordat ik misschien ergens een zonnestraaltje kan ontdekken.” Op het moment dat ze na het verschijnen van haar debuutroman Het Knipperleven allerlei juichende kritieken en lovende recensies ontving was ze zelf dan ook nog niet onder de indruk van haar prestatie. “Natuurlijk vond ik het leuk om positieve reacties te ontvangen, maar ik was voor mezelf niet overtuigd. Van iemand die Letterkunde heeft gestudeerd mag je verwachten dat die voldoende techniek heeft om een goed boek te schrijven. Dus dat mensen dat dan ook vinden is ergens wel logisch, maar ik vond mezelf daarmee nog niet automatisch ook een goede schrijfster.” Na het verschijnen van haar tweede boek, Wanneer wij samen zijn, een generatieroman gebaseerd op haar eigen familiegeschiedenis, bleef de situatie ongewijzigd. Enthousiaste reacties, een twijfelende schrijfster. Pas na het schrijven en uitkomen van haar derde roman, Titus, waarvoor ze in 2006 als eerste de Black Woman Literatuurprijs ontving, was ze er zelf van overtuigd dat ze kon schrijven, echt goed schrijven.
“Toen durfde ik op te houden met mijn marketingbedrijf en fulltime schrijfster te worden. Iets wat ik heerlijk vind, ik begon ook te schrijven voor bladen als de Groene Amsterdammer en Vrij Nederland en schreef columns voor nrc.next. Ook begon ik met lezingen door het land te geven en werkte ik tussen de bedrijven door aan mijn vierde boek.” Deze roman, Het Gym, vertelt Karins eigen verhaal van een ‘moksi meiti’ uit een achterstandswijk tussen de witte hockeymeisjes uit de nette buurten op het oh zo keurige Gymnasium in Velsen Zuid. Het Gym is ook de definitieve bevestiging van haar naam als schrijfster, zowel een goede als een succesvolle schrijfster. Het boek ontving het hoogste aantal sterren in alle literatuurrecensies en wordt nog steeds erg goed verkocht.

Inmiddels zijn we al weer toe aan roman nummer vijf, De man van veel. Haar moeilijkste boek om te schrijven tot nu toe, zo vind ze zelf, maar wel een boek dat uiteindelijk erg goed gelukt is. Natuurlijk is er kritiek van mensen die vinden dat het levensverhaal van Anton de Kom te beladen is voor een roman. Karin geeft er een diplomatiek antwoord op terwijl ik denk aan alle romans die er geschreven zijn over andere historische personen. Kardinale vraag is dan steeds of de roman in kwestie is geschreven door een goede schrijver. In deze is dat zeker het geval.
Ik kijk haar na, terwijl ze richting de Pier verdwijnt voor haar presentatie. Ze vertelde dat ze zich een beetje zorgen maakt. Ze heeft nog geen onderwerp voor een volgende roman en geheel conform haar sombere natuur bevalt haar dat niet. Ik denk dat het wel meevalt en dat er nog veel meer romans van haar gaan verschijnen. Elke nieuwe weer beter dan de voorgaande, ook dat zit in haar karakter. De roman van Amatmoekrims eigen schrijfstersbestaan is nog lang niet volgeschreven.

[uit de Ware Tijd, 27/10/2013]

  • RSS
  • Facebook
  • Twitter