blog | werkgroep caraïbische letteren
Posts tagged with: Sitaldin Shirley

Carifesta huisstijl niet adequaat nageleefd

door Donovan Mijnals

Paramaribo – Roy Dhanradj laat zich er uitermate voorzichtig over uit, maar de Carifesta huisstijl wordt niet geëerbiedigd. Het logo en de huisstijl werden in oktober met veel fanfare gepresenteerd aan het publiek.

read on…

Sitaldin haalt omstreden biologieboek terug

Minister Shirley Sitaldin van Onderwijs en Volksontwikkeling (Minov) heeft de opdracht gegeven om het omstreden biologieboek voor leerlingen van de eerste klas mulo terug te nemen. Het woordgebruik en de foto ’s in het biologieboek dat gebruik wordt voor de seksuele voorlichting, waren schokkend voor 12- en 13- jarigen van mulo eerste klas. Het boek dat bestemd is voor studenten van het middelbaar onderwijs, is volgens Sitaldin abusievelijk in de eerste klas van Mulo Commewijne terechtgekomen.

Districtsraadslid Marlon Budeke, één van de bezorgde ouders, schreef de bewindsvrouwe over de inhoud van het boek. Budeke: ‘Er staan woorden in als glijmiddel aan de penis via de anus, pijpen en beffen. Dit kan je niet doceren aan leerlingen die net de zesde klas hebben verlaten, ook al is het seksuele voorlichting.  Het leerboek Biologie is geïmporteerd uit Nederland. In de Nederlandse cultuur zijn deze woorden misschien gangbaar in de omgangstaal, maar niet in Suriname.’
Budeke schreef Sitaldin op 10 april en liet ook het parlement een kopie toekomen. Voor hij naar de bewindsvrouwe stapte, deed hij zijn beklag bij de verantwoordelijke instanties die hem echter meedeelden hun vingers niet aan te willen branden. Hij had ook eerder de assembleeleden van Commewijne erop geattendeerd, maar kreeg van geen enig respons. ‘In het boek staat duidelijk vermeld dat het bestemd is voor scholieren van havo en vwo. Niet alleen het biologieboek, ook lesmateriaal voor vos van andere vakken is verkeerd terechtgekomen in de eerste klas van Mulo Commewijne.’
De Minov-bewindsvrouwe schreef Budeke op 20 april terug dat het biologieboek terug wordt gehaald. ‘Ik ben tevreden met de afhandeling van deze kwestie door de minister en de aandacht  die het parlement daarvoor had.’ Budeke hoopt dat het terughalen van de boeken gauw zal gebeuren. Tot gisteren was dat nog niet gebeurd.
[uit Dagblad Suriname, 11-05-2013]

Boekenkrant voor minister Sitaldin

Op 14 januari mocht de minister van Onderwijs en Volksontwikkeling, Shirley Sitaldin, uit handen van Ismene Krisnadath een Boekenkrant ontvangen. De krant is bedoeld om aandacht te vestigen op producties van literair werk en kinderboeken die geschreven zijn door Surinaamse schrijvers. Dit informatieblad werd uitgegeven in een oplage van 50.000 en zal gedurende het schooljaar gratis verspreid worden op de verschillende scholen in de 10 districten van ons land. Het blad telt 8 paginas en bevat informatie over 53 Surinaamse boeken en info over de schrijvers. De uitgever, Publishing Services Suriname heeft in samenwerking met Dagblad Suriname ervoor gezorgd dat leerlingen mee kunnen doen aan een prijsvraag. Zeer ingenomen met dit initiatief prees de bewindsvrouwe de initiatiefnemers. Verwijzende naar het belang van het lezen voor het Surinaams kind bemoedigde ze hen om door te gaan met dit volgens haar heel goed werk. De schrijvers Rappa (Robby Parabirsing) en Susan Leefmans maakten gebruik van de gelegenheid om een deel van de door hun geschreven boeken aan de minister aan te bieden.

[van de website van het Ministerie van Onderwijs en Volksontwikkeling, 16-1-2013]

Leerkrachten zetten leerlingen aan tot pesten

door Agatha Castillo

Paramaribo – Het pesten door leerlingen op school gebeurt nog steeds regelmatig. Bovendien pesten onderwijzers ook zelf en zetten ze leerlingen aan dit te doen bij klasgenoten. Dat blijkt uit sessies die de Kinder- en Jeugd Telefoon (KJT) had met ongeveer 800 leerlingen van negen basisscholen. De kinderen mochten in individuele en groepsgesprekken hun mening geven over het pesten in de klas.
De sessies zijn vorig jaar gestart en in oktober dit jaar beëindigd. Op verschillende scholen hebben de leerlingen aandacht gevraagd voor het pesten door het onderwijzend personeel. “Sommige leerkrachten geven hun leerling een bijnaam en zetten klasgenoten aan om het kind te plagen”, zegt KJT-directeur Jacintha Jong A Lock-Dundas. Ze benadrukt dat ook het onderwijzend personeel begeleiding nodig heeft.
De KJT heeft daarom diverse lerarenopleidingen aangeschreven om ook daar sessies te draaien. Deze sessies maken deel uit van een scholenprogramma dat de KJT organiseert. Vorig jaar is de organisatie begonnen met thematische sessies, waarvan pesten het eerste onderwerp is. In januari 2013 wordt een aanvang gemaakt met een nieuw thema.
[uit de Ware Tijd, 19/11/2012]

Nieuw schoolmateriaal voor Suriname?

door Juffie

De afgelopen maand, met het begin van het nieuwe schooljaar, is er door de Surinaamse regering veel aandacht besteed aan de vernieuwingen en verbeteringen die zijn geïnitieerd in het onderwijs. De onderwijsstructuur is aangepast, “de nieuwe leerkracht” is geboren en het LBGO en haar stigma  zal gauw tot het verleden behoren. Veel meer aandacht is er besteed aan leermiddelen. Maar eigenlijk gaat het om slechts één leermiddel: het schoolboek.

Suriname kampt al decennia met het probleem van schoolboeken. Kopiëren en stencils maken en wéér kopiëren waren gewoon een cultuur geworden van het Surinaamse onderwijs. Nog erger is het feit dat er voor een aantal vakken decennia lang geen “nieuw” lesmateriaal is geschreven en zelfs geen enkele aanpassing is gepleegd. Niemand zal dus tegenspreken dat er een drastische aanpak moest komen op dit gebied.
De regering heeft de nieuwe bezending boeken als een worst voor de neuzen van niet alleen de leerkrachten en leerlingen, maar ook van de ouders en de hele gemeenschap gehangen. Er is een commissie afgevaardigd naar Nederland die een aantal uitgevers heeft benaderd, waarna er heel snel een zogenaamde “selectie” is gemaakt waaruit leerkrachten mochten kiezen welk boek ze geschikt vonden voor hun schooltype, etcetera, maar dit moest wel allemaal binnen één dag gebeuren!
Hoe de keuze precies gemaakt is, is onduidelijk, maar de boeken zijn gekozen, vervolgens op de een of andere manier “aangepast” aan Suriname, gedrukt en verscheept. Uiteindelijk, weken nadat de scholen reeds noodgedwongen waren begonnen met de oude boeken, werden de nieuwe boeken aangeleverd. Hoera! Geen pakjes kaarten meer en eindelijk geen praktisch onleesbare stencils meer met aantekeningen van generatie op generatie. Tenminste, dat dachten wij!
Niemand verwachtte overigens dat in één keer alle boeken vernieuwd konden worden, het was dus ook bekend dat alleen de onderbouw, en wel MULO 1 en LBGO 1 nieuwe boeken zouden krijgen. Verder zijn er niet voor alle vakken nieuwe boeken. Alleen Nederlands, Engels, Wiskunde, Natuurkunde en Rekenen zijn geheel vernieuwd. Ondanks er al een vernieuwing was in de methode Nederlands, die ook met succes werd gebruikt, is er toch gekozen om die helemaal te veranderen.
Nu moet ik even stilstaan bij het woord “methode”, omdat dit mijns inziens de grootste verandering is. Ieder vak wordt overgebracht op een bepaalde manier, die manier van kennisoverdracht noemen wij methode. Een vak kan uiteraard op verschillende manieren worden overgebracht op de leerlingen. Iedere uitgever en/ofschrijver heeft zijn eigen uitgangspunten of methodes. Om het boek (leermiddel) het best te gebruiken word je aangeraden de “methode” van het boek te hanteren. Methodes veranderen regelmatig om ze beter te laten aansluiten op de leerlingen en hun belevingswereld.
Dus moeten leerkrachten regelmatig worden bijgeschoold met betrekking tot de vernieuwingen van methodes binnen hun vak. Dit is in Suriname echter niet het geval. Het is al tijden zo dat de docentenopleidingen in Suriname heel strak de nieuwste vakdidactiek als uitgangspunt hanteren en de docenten daarop toetsen. In de praktijk blijkt er echter geen enkele mogelijkheid om deze uit te voeren. Een nieuwbakken leerkracht die differentiatie wil toepassen in een klas, zal al gauw de Inspectie op bezoek krijgen, die hun “schriften” nauwkeurig komen nakijken op zoek naar fouten!
Een leerling op een andere manier toetsen en hem binnen de groep laten (differentiatie dus), mag niet! Maar dat zegt die nieuwe methode wel! Verder is het volstrekt onmogelijk om de methode te hanteren in klassen die veel te groot zijn. De methode geeft de leerkracht een bepaalde hoeveelheid werk en eist “one on one”-tijd met leerlingen en is zodoende op kleine groepen ingesteld. ‘Mission impossible’ dus!
Nu terug naar onze kakelverse, mooi nieuwe boeken. Wanneer de hysterie even afneemt rond het allerelementairste middel, een middel dat we zó lang hebben moeten ontberen dat het een bijzonderheid is geworden, dan kunnen we eindelijk een kijkje nemen “in” het boek. Dan blijkt al gauw dat de enige Surinaamse “aanpassing” een slechte copy/paste-job is op het kaft, waarop 3 tot 4 schooltypen staan die niets met elkaar te maken hebben: zo zou het Nederlands boek bestemd zijn voor, MULO, NATIN, AMTO, HAVO en VWO. En als het kersje op de taart hebben ze er tenslotte het wapen van Suriname op gezet!
Verder is er ook niet over nagedacht dat alle boeken – niet te verwaarlozen – een handboek, een werkboek én een antwoordenboek hebben. Om daar dagelijks mee te sjouwen is geen makkie. In het buitenland hebben kinderen plaats om het  op te bergen, hier hebben we nauwelijks plaats om te zitten, laat staan om boeken op te bergen. Toch is dit mijns inziens nog maar een klein ongerief.
Gaan we verder dan zien we eindelijk “de methode”. Hier gaat de decennialange achterstand zich eerst echt wreken. De boeken “eisen” een bepaalde  aanpak. Zo moet de school over internet beschikken wil je aan de gestelde eisen voldoen. De werkboeken moeten elk jaar aangevuld worden, want daarin moeten de opdrachten gemaakt worden. Of  zullen we die moeten weer moeten gaan kopiëren?
Geen paniek, de afgelopen twee weken heeft MINOV de leerkrachten stuk voor stuk, vak voor vak, opgeroepen om een teach-in bij te wonen en de vernieuwingen in te voeren. Natuurlijk zou het handiger geweest zijn als dit vooraf had plaatsgevonden. Daar aangekomen werden de leerkrachten geconfronteerd met een les vakdidactiek in de ideale ‘setting’. Er werd instructie gegeven hoe het boek te gebruiken, een website hier, een link daar, een e-mail adres in geval je vragen hebt, en veel succes!
Dan moet je pech hebben dat jij een van de leerkrachten bent die een  training heeft gevolgd over een boek dat je school niet heeft ontvangen, en dat je dus met een heel ander boek moet werken! Aan sommigen werd verteld dat ze “interactief” moeten werken. Leerlingen moeten bewegen in de klas, vrij zijn, U-vormige indeling (ook al heb je meer dan 40 kinderen in 1 klas). Blackberries toestaan, etcetera. ICT-lessen niet toegestaan! Daar wordt gemakshalve even niet aan gedacht. Er wordt klakkeloos aangenomen dat leerkrachten computers hebben en dat ze er ook mee om weten te gaan. En dat ook de leerlingen dat kunnen. Er zijn zelfs scholen die uit eigen middelen computerlokalen hebben opgezet, maar door de Inspectie zijn teruggefloten, ICT-lessen niet toegestaan! “Mag niet!” Maar zorg wel dat je schriften kloppen!
De nieuwe boeken waren hard nodig en deze veranderingen zullen ons meer dan ooit met onze grote achterstand confronteren. Laten we hopen voor het beste, maar ik vrees het ergste. Door de chaotische aanpak kan deze miljoeneninvestering zomaar voor niemendal zijn geweest.
Maar te veel praten “mag niet!”

Scholen wachten nog op nieuwe leerboeken

door Aidy Agodeba

Illustratie @ Diana Hunter

Diverse scholen zitten nog steeds te wachten op de nieuwe leerboeken waarmee zij, volgens de aankondiging van het Ministerie van Onderwijs en Volksontwikkeling (Minov), dit schooljaar van start zouden gaan. Doordat de scholen nog niet voorzien zijn van de nieuwe studieboeken kunnen zij het nieuwe leerplan moeilijk toepassen in het onderwijssysteem. K. Chatta, schoolleider van Mulo Paradise, zei vandaag tijdens een gesprek met de krant dat hij tot heden niet voorzien is van het nieuwe curriculum. Hierdoor kan hij niet meegaan met het nieuwe systeem. Chatta liet verder weten dat hij reeds contact heeft gehad met het ministerie, echter zonder dat er enige vordering is geboekt. Vorige week kon hij een deel van het lesmateriaal in ontvangst nemen, terwijl een ander deel nog in Paramaribo ligt. “De leerkrachten hebben in de boeken gebladerd en er wordt bij delen wat lesmateriaal uit de boeken gehaald”, vertelde hij.

[uit de West, 9 november 2012]

Ernstige waarschuwing voor Sitaldin

Shirley Sitaldin. Foto @ Stefano Tull

Paramaribo – Onderwijsminister Shirley Sitaldin van Onderwijs en Volksontwikkeling (Minov) is eerder deze week ontboden door president Desi Bouterse. Uit regeringskringen verneemt de Ware Tijd dat de regeringsleider ontevreden zou zijn over het totale beleid. Ook het intermenselijke contact van de minister baart Bouterse zorgen.

Volgens informatie is het niet de eerste keer dat de president Sitaldin heeft ontboden. Het staatshoofd zit met de minister in zijn maag, omdat zij al een vervanger is van een andere minister. Gevraagd over deze kwestie zegt Eugène van de San, directeur van het kabinet van de president, dat deze kwestie hem niet bekend is.

Naar verluidt zou het ook niet vlotten tussen de minister en Eddy Jozefzoon van de presidentiële taskforce onderwijs. Ook Jozefzoon, die tevens adviseur is van de president, zeg niet te weten uit welke hoek de informatie – die volgens hem op onwaarheid berust – komt. Eventuele problemen over het functioneren van de minister zou Jozefzoon bespreken met de president of met vicepresident Robert Ameerali. “En wat ik met hen bespreek, wordt niet aan derden verteld”, stelt hij.

[uit de Ware Tijd, 9/11/2012]

—-

Toon Hermans – Masker 

Dit is het grote carnaval
van levenloze leuzen
het masker kijkt het masker aan
de dwergen zijn de reuzen
de glitterdomheid loopt voorop
en hupt met ‘n corrupte pop
wat licht lijkt, dat is duisternis
want niets is, wat het waarlijk is
‘t is louter fake en haat en nijd
de dans is leugenachtigheid
doorheen de blije deun van ‘t bal
schijnt ‘n verfomfaaid tranendal

Fatsoensnormen minister Shirley Sitaldin

door Benjamin S. Mitrasingh

Vandaag wachten wij al langer dan vijftig dagen op een reactie van de minister van Minov, mevrouw drs. Shirley Sitaldin. Wij hebben ons ook blauw gebeld naar haar secretariaat. Wij hadden namelijk de minister op 21 mei schriftelijk gevraagd of zij ons, als voorzitter van de Nationale Unesco Commissie Suriname de NUCS, kon ontvangen over een CLAD-rapport van 2004 – dus acht jaar geleden – aan de hand waarvan de NUCS onze vijf projecten heeft teruggestuurd.

Wij hebben een slechte ervaring met de CLAD, omdat in 2000 de heer Hiwatt van de CLAD niet eens wist dat het Minov uit vier directoraten bestond en zijn baas de heer S.R. Noordwijk wist dat ook niet. Wij hebben dus geen goede ervaring met de CLAD.

Onze vijf projecten zijn Unesco-projecten die zijn gemaakt na overleg met de secretaris-generaal van president Desi Bouterse, omdat de projecten publieksgericht moeten zijn en ook voor iedereen toegankelijk. Omdat niemand van ons en ook niemand van het Minov, een CLAD-rapport van 2004 kent, had de vorige minister van Minov mr. R. Sapoen, samen met de secretaris van het Minov mevrouw mr. R. Telting, besloten alvast – vanwege de tijdnood – twee projecten uit het budget van het Minov zelf te financieren. Het betreft de projecten ‘Fundament van Suriname’, een leerboekje dat samen met het Minov (!) is gemaakt voor alle scholieren vanaf de 4e klasse, opdat zij alles kunnen weten over hun vaderland Suriname, zoals vlag, volkslied, wapen, en een korte geschiedenis van het land plus een mooie uitvouwbare kleuren CBL-kaart van het land, inclusief foto’s van de president en van ‘golden boy’ Anthony Nesty en van de Bosje brug.

Het tweede project betreft een bronzen kop van ‘het genie’ van Commewijne, Jan Ernst Matzeliger, de uitvinder van de schoenstikmachine. Dit moet onthuld worden op zaterdag 15 september aanstaande, als de 160ste geboortedag van Matzeliger wordt herdacht in het ressort Mon Plaisir.

Vijftig dagen
Deze projecten realiseer je niet in een vloek en een zucht, want het schoolboekje moet over het hele land gratis gedistribueerd worden, dus op alle scholen tussen Galibi en Kwamalasamutu en voor de bronzen kop van Matzeliger moet de kunstenaar Herman Hennink Monkou reizen van Amsterdam via Los Angeles (waar de kop zich bevindt) naar Paramaribo. En dat kan hij ook niet in een dag doen.

Wat was zo moeilijk voor minister Sitaldin om ons desnoods ‘op hold’ te zetten, dan hadden wij toch keurig op haar gewacht. Maar niets daarvan, wij moeten al langer dan vijftig dagen op de minister wachten en niemand zegt je wat. Heeft het Minov sinds de komst van deze minister opeens geen manieren meer?! Ook niet voor de gepensioneerde directieleden van het ministerie zelf?

Ter illustratie een voorbeeld. Nauwelijks is onze kritiek over Carifesta XI in de openbaarheid of de heer Ivan Graanoogst belt ons op en maakt direct een afspraak voor maandag 16 juli aanstaande. Zo vlot heeft minister Moestadja van BiZa ook op ons verzoek gereageerd over de Dodenherdenking van 1902 en over de Commewijnekrant van ons plantagedistrict. Bij hem moeten wij ook op maandag zijn maar dan om 10 uur. Naar beide heren gaan wij met plezier naartoe en hopelijk kunnen wij daarna ook direct aan de slag. Was dit zo moeilijk voor minister Sitaldin van het Minov?

Benjamin S. Mitrasingh
Stichting Cultuureducatie
(voorzitter)

[uit Starnieuws, 13 juli 2012]

  • RSS
  • Facebook
  • Twitter