Op donderdag 27 mei 2021 ondertekenden Rita Rahman, voorzitter van de Werkgroep Caraïbische Letteren, en... Lees verder →
Het nieuwe lezen en de vernieuwing van het leesonderwijs in een post-koloniale wereld
door Michiel van Kempen
Als literatuur altijd in beweging is, dan volgt daaruit dat literatuurgeschiedenis en literatuuronderwijs ook altijd meebewegen. Dat is ook altijd zo geweest. Het denken over literatuuronderwijs lijkt op dit moment hevig in beweging te zijn, maar dat is op zich niet zo uniek. Ook dat dat denken mede ingegeven wordt door de vrees voor ‘ontlezing’ is op zich niet zo uniek: inherent aan literatuuronderwijs is de doelstelling om diegenen die niet lezen te bewegen om boeken ter hand te nemen. Voor wat betreft het literatuuronderwijs in het Nederlands is wel een nieuw element dat de literatuur van de voormalige Nederlandse koloniën en als ‘afgeleide’ daarvan de migrantenliteratuur bijzondere aandacht vraagt.
read on…Tula herdenking en concert tijdens Grachtenfestival
NiNsee organiseert op zondag 17 augustus 2014 tijdens het grachtenfestival de Tula herdenking. De locatie voor het concert is het ponton ligt in de Singelgracht tegenover het Festivalcentrum Theater Bellevue. Het ponton wordt bereikt via de zijde Stadshouderskade/ Leidsebosje. Het publiek zit en staat aan de Leidsekade. read on…
Meindert Fennema en Tula
door Fred de Haas
Onlangs – 17 maart jl – luisterde ik naar een reportage van de journalist Dick Drayer. Hij sprak in Museum Tula met Meindert Fennema over Toussaint Louverture en Tula. Dat wil zeggen, Meindert doceerde en Dick luisterde. Samen met die sympathieke Mildred Rafaela die het tweetal rondleidde en te aardig was om Meindert tegen te spreken.
Tegenspreken was ook een beetje moeilijk, hoewel Meindert maar wat uit zijn nek liep te kletsen. Zijn geruststellend stemgeluid en – terechte – autoriteit als emeritus hoogleraar hadden zo’n impact dat het tweetal geneigd was om eerbiedig te luisteren.
Fennema was op dreef. Hij had die ochtend of middag zijn wetenschappelijke akribie maar even in de ijskast gezet en trok onverdroten de conclusie dat Curaçao hetzelfde ellendige lot beschoren zou zijn geweest als Haïti, indien Tula, net als Toussaint en Dessalines, had gewonnen van de Nederlanders.
Die Meindert!
Dick Drayer bood nog zwakjes wat weerstand en vroeg hoe hij die lijn zo kon doortrekken.
Nou, zei Meindert, dat zie je toch aan wat er is gebeurd na de Sovjet revolutie en de Cubaanse revolutie? Van al die gewelddadigheid komt niks goeds.
Volgens Meindert, maar dat zei ie niet, hadden de Tsaar en dictator Batista dus nog lekker een tijdje moeten blijven zitten en hun eigen gewelddadigheid op hun gemak moeten kunnen uitleven…
Wat Meindert in feite ook impliceerde was dat Curaçao blij mocht zijn dat de Nederlanders hun heilzame kolonisatie nog zo’n tweehonderd jaar hadden voortgezet. Zaten ze immers nu niet gezellig en ontspannen te praten? Nee, die Hollanders hadden het maar goed gedaan. Duizenden Afrikanen geïmporteerd en er flink de wind onder gehouden!
Nou, Meindert, misschien kan je een volgende keer wat voorzichtiger en wetenschappelijker zijn in je uitspraken. Professorale kletskoek hebben we niet nodig. Dat moet je haast wel met me eens zijn. Sterker nog: je bént het met me eens!
Bolo ta di pueblo (6 en slot)
Fred de Haas over Frantz Fanon
Geweld en ‘Nation Building’
Frantz Fanon was geen gewelddadig persoon, geen voorstander van geweld. De toon in Les damnés de la terre kan soms oorlogszuchtig klinken, maar we moeten begrijpen dat Fanon de eerste was die begreep dat een vorm van geweld genezend kan werken voor mensen die onderdrukt zijn.
De Franse filosoof Jean-Paul Sartre, die het Voorwoord schreef van Les damnés de la Terre in de uitgave van 1961, drukte zich in dit opzicht wel heel fel uit:
‘Je moet doden: met het elimineren van een Europeaan sla je twee vliegen in één klap’.
read on…Caribisch-Nederlandse agenda
vr. 16 augustus “Ketenen Verbroken”, vier films ihkv Tula, Rialto Amsterdam, www.rialtofilm.nl of www.antilliaansnetwerk.nl.
De gewone man had een gezicht
Op Curaçao werd de slavernij 150 jaar geleden afgeschaft. Over het dagelijks leven van slaven en vrije lieden schreef Els Langenfeld drie novelles: Porto Marie 1738 – 1795 – 1888. ‘De leefomstandigheden van een slaaf verschilden op Curaçao nauwelijks van die van een niet-slaaf die zich in dezelfde sociale laag bewoog.’
door Jeannette van Ditzhuijzen
Stads- en plantageslaven
Curaçao kende stadsslaven en plantageslaven. Stadsslaven woonden en werkten in de stad als ambachtsman, huisbediende of sjouwer. Daarmee verdienden ze zelfstandig een inkomen. Een deel daarvan moesten ze wekelijks aan hun eigenaar betalen. Maar het kon ook zijn dat de eigenaar zijn slaven een (klein) salaris betaalde. Dankzij die verdiensten hadden stadsslaven geld om een huis te huren, of zichzelf of hun kinderen vrij te kopen.Plantageslaven woonden en werkten op de plantages, vaak samen met ‘vrije lieden’ (zwarten en kleurlingen) die op of bij de plantage woonden. Rond 1800 telden de plantages ruim tweeduizend vrije lieden. Wanneer een eigenaar extra werkkrachten nodig had, huurde hij deze vrije lieden in.
read on…