blog | werkgroep caraïbische letteren
Posts tagged with: schrijverspositie

Schrijfweek in het hart van de Ardennen

Stel je voor… je droomt van een boek. Je wilt een mooi, ontroerend, spannend, persoonlijk of inspirerend verhaal vertellen. Wij geven jou de sleutel. In het hart van Le Parc Naturel des deux Ourthes. Begin 2013 met het verwezenlijken van jouw grote droom. Laat je inspireren door bestsellerauteurs Geert Kimpen en Christine Pannebakker die een week lang jouw persoonlijke schrijfcoach zijn in de Belgische Ardennen. Vier een sprookjesachtige Oudjaarsavond met mensen die dezelfde dromen hebben. Beleef een magisch ritueel. Geniet van een culinair diner. Klink met elkaar op een nieuw begin. Start het nieuwe jaar met een Nieuwjaarsduik in de Ourthe. Volg de workshops waar jij juist nu behoefte aan hebt. Bespreek jouw boek met je persoonlijke schrijfcoaches. En maak kans op een boekcontract bij Uitgeverij De Brouwerij / Brainbooks.

“Ik was diep onder de indruk van de schrijfweek, zeker ook van de individuele aandacht die er aan iedereen werd besteed. Ik ben de hele wereld al rond geweest en hoor wellicht bij de top 10 van Nederlanders die het meest hebben geworkshopt, maar dit heb ik nog nooit beleefd. En het ging niet alleen om de individuele aandacht, maar ook om de kwaliteit aandacht. Ik was blown away as they say – Un Grand Chapeau” – Georgette

Data: van zaterdag 29 december 2012 tot zaterdag 5 januari 2013

Inschrijven, klik hier

Cassatie Stichting Norma/Staat der Nederlanden inzake thuiskopiegelden

De Staat der Nederlanden, in een recente uitspraak van het gerechtshof verliezer van een door Stichting Norma aangespannen rechtszaak in hoger beroep over thuiskopiegelden, heeft cassatie tegen het arrest van het gerechtshof Den Haag aangetekend. Staatssecretaris mr. F. Teeven van Veiligheid en Justitie heeft dat kort voordat de Tweede Kamer in de zomer van 2012 met reces ging, in een brief aangekondigd.

read on…

‘Schrijftalent verdient structurele begeleiding’

door Claudine Saaki

Paramaribo – “Je hoort vaak mensen juichen om het talent dat er bruist bij de jongeren. Er is inderdaad veel talent, maar de structurele begeleiding om die talenten verder te ontwikkelen is ook zeer belangrijk”, benadrukt begeleider Jerry Dewnarain. Negen cursisten, onder wie ook de winnares van de Clark Accord schrijfwedstrijd Hetty Amatodja, hebben vanaf zaterdag deelgenomen aan een tweedaagse schrijftraining georganiseerd door Stichting Clark Accord Foundation i.o.

Theoretisch

Tijdens deze training op de IMEAO-school aan de Metaalstraat heeft de stichting samen met begeleiders enkele tools meegegeven aan de cursisten. Dewnarain die belast was met het theoretisch gedeelte heeft op aangename wijze de deelnemers enkele technische kneepjes gegeven hoe zij een goed verhaal in elkaar kunnen zetten. Terwijl hij hen verhalen van de schrijvers Ruth San A Jong, Clark Accord en Albert Halman [bedoeld is: Helman, red. CU] voorleest, analyseert hij tegelijkertijd de schrijftechnieken die zij hebben toegepast.

Dwars door een tastbare stilte komen de mooie verhalen op een aangename wijze om de beurt tot leven. Terwijl er een koele bries door het lokaal heen waait, probeert de verteller de cursisten terug te brengen naar wat de schrijver bedoelt met het verhaal. “Het is prettig als je in de huid van de personage kan kruipen. Een schrijver kan vluchten uit de realiteit”, overtuigt hij hen. “En dat kon Clark heel goed. Als hij schreef, was hij onbereikbaar”, beaamt Mavis Accord de voorzitter van de stichting. Dewnarain die het klappen van de zweep kent, legt vervolgens een stappenplan uit die de schrijvers in spe kunnen toepassen tijdens het schrijven van een verhaal.

Praktisch

Na de pauze gaat de training naar een hoger level. Tijdens deze tweede sessie wordt het een interviewoefening, waarbij Amatodja wordt geïnterviewd door een van de deelnemers. Deze actie en reactie oefening dwong de deelnemers tegelijkertijd goed te luisteren en in een nutshell te vertellen wat zij gehoord hebben. Rosita Leeflang die belast is met het onderdeel ‘presenteren’ merkt op een zekere mate van gedrevenheid te hebben gemerkt bij de geïnteresseerden. “Zij snappen waar het om gaat. En zulke mensen kunnen we niet zo laten. Indien de vraag er is, zullen wij die ondersteuning en adviezen blijven geven.”

Leeflang die tweede secretaris is van de stichting is niet helemaal tevreden met de opkomst, maar meent dat er in ieder geval een begin is gemaakt aan de structurele begeleiding van opkomende schrijvers. Ook Dewnarain is het eens met zijn collega. Hij is ervan overtuigd dat hij in de cursisten de toekomstige schrijvers van Suriname ziet. Het natraject van deze tweedaagse training wordtgeëvalueerd op 11 augustus, waarbij de cursisten hun verhalen dat zij als opdracht meekregen van de begeleiders zullen presenteren.

[uit de Ware Tijd, 07/08/2012]

Noot van de redactie van CU:
Een tweedaagse training als begin van structurele begeleiding van schrijvers in Suriname? Waarom wordt er dan met geen woord gerept over de Schrijversvakschool die nu al jaren bezig is juist dat te realiseren? Het is deze journalistieke onnozelheid die Albert Halman zich doet omdraaien in zijn graf!

Perdu zoekt directeur

Stichting Perdu zoekt op korte termijn een directeur. Perdu vraagt aandacht voor nieuwe ontwikkelingen in proza en poëzie, voor de avant-garde literatuur van de 20e eeuw en voor de grensgebieden tussen literatuur en andere disciplines. Het betreft vooral aspecten van de literatuur, die elders onderbelicht blijven. Perdu bestaat uit een literair podium en theater, een gespecialiseerde poëzieboekhandel en een kleine uitgeverij. Vrijwilligers vormen de drijvende kracht binnen de stichting.

Lees hier de volledige advertentietekst

Museum Meermanno en Letterkundig Museum vragen om zorgvuldigheid

door Aad Meinderts

Museum Meermanno en het Letterkundig Museum/Kinderboekenmuseum hebben vandaag de staatssecretaris het volgende laten weten.

Museum Meermanno en het Letterkundig Museum staan welwillend ten opzichte van verregaande samenwerking van hun instituten en hebben door middel van intensieve besprekingen een fundament gelegd voor een dergelijke samenwerking. Zij hebben er bovendien alle begrip voor dat ook zij hun bijdrage moeten leveren aan de bezuinigingsoperatie waar heel Nederland zich voor gesteld ziet. Een en ander betekent nochtans niet dat de weg vrij is voor onverantwoordelijke besluiten, waarbij de notie ‘behoorlijk bestuur’ met voeten wordt getreden.

Beide instellingen zullen afzonderlijk het uiteindelijk door de staatsecretaris op te leggen bezuinigingspercentage realiseren. Echter op 16 juli een gezamenlijk Activiteitenplan indienen dat tegemoet komt aan de eisen die aan een dergelijk plan gesteld moeten worden, behoort tot de onmogelijkheden. Als goed bestuurders dienen wij ons te houden aan wettelijk vastgelegde routes, waarin onder meer het Adviesrecht van de beide Ondernemingsraden gerespecteerd dient te worden. Beide instellingen zijn verantwoordelijk voor hun personeel. Om deze verantwoordelijkheid te kunnen nemen is zorgvuldigheid en dus tijd een vereiste.

De premisse van de Raad voor Cultuur dat verregaande samenwerking van de beide instituten de financiële ruimte biedt om voor beide afzonderlijk een korting van 25% op te leggen, wordt niet onderbouwd en is op basis van de feiten te weerleggen. Er is bovendien sprake van een gigantische kapitaalvernietiging, die in geen verhouding staat tot de te realiseren bezuiniging. Het Letterkundig Museum is zeer onlangs geheel gerenoveerd in voortdurend overleg met het Ministerie, waarmee een bedrag is gemoeid van € 9 miljoen, waarvan € 2 miljoen private gelden. Museum Meermanno is gehouden aan de stringente juridisch verankerde kaders die het testament van de stichter stelt; Meermanno is slechts de beheerder van het aan de Staat gelegateerde huis met collectie.

Het gelijkheidsbeginsel wordt met voeten getreden. Beide instituten zijn (hoe onterecht ook) door de Raad geplaatst in de derde categorie, waar een korting van 11,1% geldt. Voor onze instellingen is echter een negatieve uitzondering gemaakt: er komt nog eens 13,9% voor beide afzonderlijk bovenop. Zonder enige vorm van motivatie. Hoor en wederhoor is bovendien niet toegepast. In opdracht van het Ministerie van OC&W zijn beide instituten gevisiteerd. De rapporten die daarover aan het Ministerie zijn uitgebracht, zijn uitermate lovend. De Raad negeert de conclusies echter volstrekt. Opnieuw is van hoor en wederhoor geen sprake geweest, noch met de Raad, noch met het Ministerie.

Op grond van het bovenstaande is, samenvattend, onze mededeling aan de staatssecretaris:
– beide instellingen realiseren het uiteindelijk op te leggen bezuinigingspercentage
– de inleverdatum van het gezamenlijk Activiteitenplan wordt verplaatst naar een nog nader vast te stellen datum
– er wordt ruimte geboden voor hoor en wederhoor
– in de besluitvorming worden de Visitatierapporten betrokken.

18 juni 2012

Aad Meinderts is directeur van het Letterkundig Museum/Kinderboekenmuseum in Den Haag.

Geschillencommissie in belang van schrijvers

Auteursdomein steunt voorstel tot wijziging van de Auteurswet

Stichting Auteursdomein is verheugd over voorstel tot wijziging van de Auteurswet.   De mogelijkheid om de zwakke contract- en de geschilpositie van duizenden auteurs te versterken, zijn meer dan welkom en lang achterstallig.

Ze is vooral blij met de oprichting van een geschillencommissie. Tot nu toe moesten auteurs met een conflict naar de rechter, financieel een hoge drempel en schadelijk voor de relatie met de uitgever. “Alles hangt natuurlijk van de samenstelling af, maar potentieel kan een geschillencommissie een wereld van verschil maken. Ze biedt auteurs bescherming op een manier die aansluit bij de aard van scheppend kunstenaars, namelijk als individu.”

De stichting  lobbyt al enkele jaren voor overheidsingrijpen in de scheve verhoudingen tussen marktpartijen in de uitgeverijketen, die ertoe hebben geleid dat auteurs en vertalers min of meer worden weg gecalculeerd. Onlangs trok ze haar eboeken bij Kobo terug, omdat ze de verlangde 45% van de verkoopopbrengst niet in overeenstemming vindt met de prestatie van online wederverkoop.

Of de nieuwe wetgeving het mogelijk zal maken de verhoudingen beter in evenwicht te brengen en de gewenste ‘billijke beloning’ te bereiken, is niet zeker. Voorstellen daartoe moeten worden ingebracht door een onafhankelijke belangenbehartiger die het mandaat van een representatieve achterban van schrijvers en vertalers heeft, samen met een exploitant. “Het probleem is dat zo’n belangenbehartiger er niet is, en misschien ook niet te bereiken valt – dit is ook de oorzaak van de zwakke positie van de beroepsgroep.”

Details wetsvoorstel: klik hier

De schrijfwerkplaats

De schrijfwerkplaats is bedoeld voor mensen die bezig zijn een tekst te schrijven voor werk of studie. Moet u nog starten of doorgaan? Heeft u een duwtje nodig om verder te gaan? De Schrijversvakschool Paramaribo introduceert haar Schrijfwerkplaats!
In de schrijfwerkplaats bent u in een omgeving met een sfeer waar iedereen met dezelfde uitdaging bezig is. Hierdoor wordt u gestimuleerd om door te schrijven en vol te houden.

Tweemaal per maand op de zaterdag van 09.00 t/m 13.00 uur komen we bij elkaar
onder leiding van Rosita Dissels. In de maand april is dat op zaterdag 21 en 28 april.

We beginnen met een inleiding over schrijftechnieken. U krijgt tips en ideeën die u direct kunt toepassen. Daarna kunt u met gerichte opdrachten werken aan uw tekst.
Terwijl iedereen bezig is, krijgt u individueel advies over uw specifieke tekst.
Daarvoor moet u zich wel van te voren opgeven. U kunt ook binnenlopen en u mag net zo vaak blijven komen als u wilt.

De kosten zijn SRD 75 per persoon.
Opgave: rosita@schrijversvakschool.org
Informatie T: 40 35 11 M: 88 77 027

‘Schrijven kan je leren’

door Tascha Samuel-Aveloo

Er zijn diverse niet-conventionele beroepen, maar als je iemand zegt dat je op de schrijversvakschool zit, duurt het even voordat het kwartje valt. Schrijven dat kan toch iedereen? Zou je net denken. Een brief opstellen is niet hetzelfde als het schrijven van romans. Het laatste is onder meer wat wordt onderwezen gedurende de vierjarige opleiding van de Schrijversvakschool.

Talent is gelukkig niet de enige voorwaarde maar wel een plus. “Schrijven is een vak. Schrijven kun je leren”, legt de initiatiefnemer voor de oprichting van de Stichting Schrijversvakschool Paramaribo, Ruth San A Jong, uit. “De wil moet aanwezig zijn. Als je het echt wil dan kan je het leren. Men moet het niet onderschatten en een gedegen algemene ontwikkeling hebben. Wat wij doen is door middel van specifieke technieken mensen de kunst van schrijven leren. De opbouw, de personage-uitdieping, verhaallijn en dergelijke komen aan de orde. We leren mensen creatief kijken naar onderwerpen waar zij over willen schrijven. Het is de manier waarop je waarneemt die verantwoordelijk is voor de manier hoe je schrijft. Het bepaalt hoe interessant je het weergeeft op papier, al is het ‘droge’ rapportage zoals in het nieuws. Je kan het interessant en pakkend brengen.”

De schrijversvakschool, bestaat sinds 2008 . Er is de vierjarige schrijversopleiding en een keur aan korte cursussen over proza, poëzie en creatief schrijven door docenten en ervaringsdeskundigen. “We hebben nu vijftien studenten verspreid over de vierjarige studie. Schrijven is een kunstvorm. Net als een beeldhouwer zijn er technieken die je moet aanleren om goed te schrijven. Dit creatief schrijven is heel anders dan wat je op school hebt geleerd”, geeft San A Jong aan. Het is volgens haar van elementair belang om je manier van “kijken naar en analyse van” te ontwikkelen. Die visie moet je weten te verwoorden op een prettige leesbare manier was een groot deel is van het leerproces. “Het zal je verbazen wanneer je de dingen anders gaat zien.”

Je moet niet gaan schrijven voor het geld. “Het is een kunstuiting en de waardering in Suriname is niet op een zodanig niveau dat je ervan zou kunnen leven”, legt San A Jong uit. Bijzondere schrijvers kunnen geluk hebben en breken door zoals bijvoorbeeld Clark Accord. Maar het is een feit, dat er ook in het buitenland genoeg schrijvers zijn die het proberen, maar die toch niet doorbreken bij het grotere publiek. Daarnaast is het leren schrijven te gebruiken in andere disciplines zoals op een PR-afdeling, een ngo, of ergens waar er veel correspondentie is of een maandelijkse krant uitkomt.

De Schrijversvakschool is opgericht op 27 augustus 2008 met het doel het Creatief en Literair Schrijven in Suriname te bevorderen. De schrijversvakschool is een initiatief van Ruth San A Jong, die al vijf jaar bezig is literaire activiteiten te ontwikkelen en uit te voeren. Na tal van workshops, lezingen en trainingen in het Creatief Schrijven is het zover. De Stichting startte op 10 oktober 2008 met de vierjarige schrijversvakopleiding. De voorbereiding tot het opzetten van deze school heeft ongeveer twee jaar geduurd. De Stichting Schrijversvakschool wil met deze opleiding een goed en kritisch fundament leggen voor het kunstvakonderwijs, in het bijzonder voor het Creatief en Literair Schrijven. De schrijversvakschool wil schrijvers opleiden en klaarstomen voor een groter publiek. Degenen die de opleiding volgen, zullen in elk geval betere teksten produceren en zich dienstbaar kunnen maken in beroepen waar schrijven van belang is.

Vakmanschap

“Schrijven is niet iets wat je even snel doet, omdat je een beetje creativiteit hebt. Het is vakmanschap, je moet je laten scholen en als je talent hebt dat helpt – dan kan je het ver schoppen”, zegt vertelkunstenaar/schrijfster Hilly Arduin. “Aan Prinses Ivana heb ik drie jaar gewerkt. Daar heb ik heel professioneel naar laten kijken om daar goede aanvullende kritiek op te hebben ter verbetering van het verhaal.” Ivana de zwarte prinses die haar haren niet wil kammen, is de laatste pennenvrucht van Arduin, waarmee ze veel succes heeft geboekt. Volgens haar is lezen van andermans verhalen ook heel belangrijk. Dit zorgt ervoor dat je een kader hebt. “Je moet lezen, heel veel lezen.” Zelf heeft Arduin tal van schrijverscursussen en -trainingen gevolgd.

Schrijversvakschool

Volgens schrijver en docent Nederlands Robby ‘Rappa’ Parabirsing, moet er wel iets van binnenuit borrelen. “Er moet wel iets in je zitten, een drang, een mate van talent. Want zoals anderen mooi kunnen zingen dan hebben ze een puntje voor als men zegt, zing. Ik zing zo vals als ik weet niet wat”, zegt de immer op de lachspieren werkende Rappa. Schrijven begint volgens hem met de drang om dingen met woorden anders te zeggen, zodat het opvalt en een bepaalde invloed heeft.

Als schrijver zie je dingen anders dan anderen en zet je met je woorden mensen aan tot nadenken. “Je moet als schrijver wel durven. Denk maar aan dat gek briefje dat een jongen durfde te schrijven in de klas: “De juf haar neus lijkt op een pampoen.” De juf ontdekt het en de gevolgen…! Wat je schrijft heeft effect. Het kan de visie van mensen op het leven geheel veranderen en ernstig beïnvloeden”, stelt Rappa.

Schrijven is techniek, dat kun je op de lange duur wel leren. Het maakt je alleen maar een beter schrijver. Lezen is een must, maar die drang is wel een eerste vereiste. Rappa zelf ontdekte op een heel aparte manier zijn schrijftalent. Er waren moeilijke tijden. En eenieder deed zijn zegje. In de krant, op school, in de studentenkrant. En wij studenten zaten een dagje te balen en een jongen die maakte enkele onbedrukte stencilvellen aan elkaar vast en stuurde het door de klas met de opdracht te schrijven wat je dacht”, vertelt Rappa. Nou er waren genoeg die gekkigheid neerpenden, uitscholden, maar toen al zei ik dingen op een lachwekkende scherpe manier en ze begonnen te lachen. “Ey a boy dis tya kiek, hij schrijft leuke dingen.” Hij is daarom de mening toegedaan dat er op onderwijsniveau veel meer gedaan moet worden aan creatief schrijven. In het buitenland is er niet meer talent dan hier. Ze vestigen er gewoon meer aandacht op waardoor het zich ook beter uit. Wie weet hebben we hier een groot schrijver rondlopen die gewoon ontdekt en gestimuleerd moet worden.”

[uit de Ware Tijd, 18/02/2012, alle taalfouten verbeterd]

Nederlands Letterenfonds zet in op jong talent

Beleidsplan Nederlands Letterenfonds 2013-2016: Nadruk op talentontwikkeling, digitale projecten en zichtbaarheid auteurs en vertalers

Het Nederlands Letterenfonds diende op 1 februari zijn meerjarenbeleidsplan voor de periode 2013-2016 in bij het ministerie van OCW. Ontwikkelingen in het boekenbedrijf, bezuinigingen op cultuur en een verbreding van het takenpakket maken een herziening van regelingen en activiteiten van het Letterenfonds noodzakelijk.

read on…

En nou wat?

door Elodie Heloise

Daar zit ik dan. Een boek bijna bij de drukker, de ander ligt bij mijn coach voor commentaar. Een routine van meer dan een jaar ligt op z’n ‘gat’. In between books… dat is waar ik zit en het voelt vreemd om er even niet mee bezig te zijn. De twaalf mensen die maanden doorleefden in mijn hoofd terwijl ik aan het koken, werken of wassen was, zijn tot rust gekomen. Geen razende scenes meer, geen dialogen in wording. Het is gewoon doodstil. Wat hen betreft dan. Bij mij van binnen namelijk broeit het. Een beetje onwennig en eerlijk gezegd jeuken mijn handen. Een rustige onrust, alsof er ruimte is ontstaan in mij waarmee ik nog even niet weet wat ik ga doen. Zo voelt het.

Is dat normaal, vroeg ik me af. Volgens Sonia Garmers is het beste wat je kan doen gewoon aan je volgende boek beginnen. Seth Gaaikema vertelde me dat je zonder die onrust creatief ‘dood’ bent en dat ik er heel dankbaar voor moet zijn dat ik me zo voel. Mijn moeder zei: ‘Ga wat doen. De bedden verschonen, je huis poetsen, doe iets.’ Ik keek rond, zag de wapperende lakens aan de lijn en de streeploos opgedroogde vloer. ‘Al gedaan mam.’ Ze zette me wel aan het denken. De ruimte zit niet in wat ik doe, ontdekte ik, ze zit in mijn hoofd en behalve dat het wat onwennig is voelt het eigenlijk ook wel goed.

En dus doe ik even niets. Laat ik het maar over me heen komen. Ik ben in between books en ik heb zo’n idee dat ik dat nog vaker mee zal maken.

[van de blogspot van Elodie Heloise]

Kunstenaars zijn wazige types

door Karin Lachmising

Waarom ik het weer over de kracht van kunst heb gehad in dit gezelschap blijft een beetje onverklaarbaar maar misschien is dat wel het grote kenmerk van de ‘wazige kunstenaar’, iets zeggen ook al weet je dat niemand je op dat moment zal begrijpen. Want een kunstenaar is in constant verwonderde staat en ziet door de waas heen die hem voorgehouden wordt. Is dat niet de kunst van de kunstenaar? Ik denk dat ik iets had willen toevoegen aan de discussie over de situatie in ons land en vervolgens hard wilde maken hoe belangrijk ‘zien’ en dus ‘kunst’ voor de ontwikkeling van een land is. Ze hadden me aangekeken alsof ik een bom had laten vallen.
‘Ontwikkeling door een stelletje wazige types die zich in bars kapot zuipen, je kent het wel, joints en drank,’ had er eentje geroepen uit het gezelschap. Het gesprek was ontaard in een oeverloos gezwam over deze wazige types, die nooit geld hebben, noch enige vorm van stabiliteit en als ze helemaal aan de grond zitten gaat er eentje maar wat verf op een doek smijten en ons een verhaal ophangen over de diepte van de kleuren zodat hij weer zijn dagelijkse rekeningen kan betalen. Een ander staat op de hoek van de straat gedichten te declameren waar niemand wat van begrijpt.
‘Wat je daar nu van kan leren,’ had een man met jas en das uitbundig geroepen, ‘is dat we er niets van kunnen leren. Dromers zijn het! Gemakzucht siert ze.’
‘Is dat zo?’ vroeg ik. ‘O ja,’ was het antwoord. ‘Neem die Pinas nu, het is simpelweg een voorkant van een hut en dat verheft hij tot kunst!’
De hilariteit die na zijn uitspraak ontstond, ontging mij. Want had hij ooit wel goed naar die voorkant gekeken, sowieso naar ene hut, en de werkelijkheid van die hut?
Wat drijft ons tot grote inspiratie om na te denken over wat we doen? Creativiteit als inspiratiebron voor het leiden van ontwikkeling? Want kan je een land ontwikkelen als je niet kijkt, niet ziet? Nou dat was koren op de molen van het gezelschap. ‘Onze vorige president heeft ons niet veel gebracht, was hij niet ook een dichter? Is het misschien het cliché van het eenzame beroep dat losstaat van de realiteit?’
‘Hij snapte er niets van,’ die president dus, had nog iemand lachend geroepen en vervolgens was het volgende rondje drank besteld. Misschien is de vraag wel of hij mensen om zich heen had die zagen, zoals zijn dichtersogen?
Is het realistisch om de creatieve mens in het hokje van wazige types te douwen die al het contact met de werkelijkheid verloren zijn? Schrijvers zijn eenzame zielen, zegt men wel eens. Maar hoe herkenbaar is het eenzame gevoel dat jij ziet wat anderen niet zien? Een samenleving die zijn kunst niet ziet, is een samenleving op rantsoen… en hoe lang zullen die rantsoenen ons staande houden?
Geen land zo rijk aan cultuur als Suriname, een typering die misschien wel voor een groot deel van ons Caribisch gebied geldt. Daar mag je van verwachten dat creativiteit een voorwaarde is om verschillen in gedachtegoed vorm te geven in een dynamische ontwikkeling. Dat kunst een samenleving kan dragen en misschien de kern kan vormen voor behandeling met respect is misschien een te wazige gedachte voor sommigen en teveel om over na te denken. Want wie creatief is, moet wat doen. Dat betekent actief kijken naar je omgeving en een vorm te bedenken om het over te brengen, in beeld, geluid, of woord, kortom een actie. Dan mogen we misschien concluderen dat wazigheid eerder een handigheidje voor politieke leiders in ons land is om niet tot de kern door te dringen, een beslagen bril die handig uitkomt als het om ‘nietsdoen’ gaat.
Was het niet het gedicht van de Zuid-Afrikaanse schrijfster Diana Ferrus ‘Ik ben gekomen om je mee naar huis te nemen’ dat heeft gezorgd voor de teruggave van de overblijfselen van de vernederde Saartje Baartman? Een Khoi Khoi-vrouw uit Zuid-Afrika die door blanken was meegenomen naar Europa om haar extra ongewone fysieke vormen. Zo werd zij als bezienswaardigheid tentoongesteld in het Europa van 1810 en opgediend aan de blanken. Het heeft bijna 200 jaar gekost om haar in ere te herstellen, voor haar zelf, maar vooral voor het Khoi Khoi-volk van Zuid-Afrika. Het was het zien van de kunstenaar, de dichter, omgezet in een woord van pleidooi, die de ogen van politici heeft geopend om vervolgens respect te betonen aan het oudste volk van Zuid-Afrika.
Ook kunstwerken, hier in ons eigen land geven ons zicht op onszelf, op ons land, op gebeurtenissen, op de waarheid van ons bestaan. Zoals Kurt Nahar die onze studenten wakker schudt met de gegevens over de decembermoorden. Slechts kaarten met naam, datum en staat van het lichaam van het slachtoffer. Durven we te kijken, te lezen? Hoe vaak hebben we kleuren gezien zonder te beseffen dat het kleuren zijn, zoals in het werk van Paul Chang, die met zijn intensiteit van kleur en beeld de stralende kant van onze omgeving laat zien? Hoeveel keer lezen we een zin zonder te zien dat zij uit woorden is samengesteld? Stel je voor dat we, door te kijken, ook nog moeten nadenken over de werkelijkheid van wat getoond wordt, de werkelijkheid van wat geschreven, gespeeld, gehoord wordt?

De zwaar rokende schrijver of zwaar drinkende dichter, wie kent ze niet? Maar wie kent ook niet de alcoholische politicus? Kunstenaars zijn geïnspireerd door wazigheid; datgene waar anderen in een bewuste of onbewuste waas aan voorbijgaan, is de prikkel om een beeld te scheppen dat in een eigen kunstzinnige vorm uit zijn wazigheid tevoorschijn wordt gehaald. Er is misschien een lichte waas ontstaan tussen ‘inspiratie’ en ‘zijn’, want waardoor je geïnspireerd raakt. hoef je nog niet te zijn. Waarom zouden we in wazige clichés moeten verdrinken en vergeten waar het werkelijk om gaat? Wie wil ontwikkelen, moet iets kunnen scheppen en dat is het vak van een kunstenaar: scheppend bezig zijn.

[van de nieuwe Schrijverschool Suriname Blogspot – link zie in de kolom rechts]

Donner gebelgd over Nankoe tijdens causerie

Op 26 januari organiseerden prominente cultuurkenners een causerie over Caribische Literatuur in Sukro Oso. Gast hierbij was drs Lucia Nankoe. Zij is een kenner van vooral de Franstalige Caraibische literuur en doceert deze thematiek in Nederland. Nankoe was in gesprek met Hein Eersel, taalkundige. Don Walther, die de causerie bezocht, ergerde zich over het feit dat Lucia Nankoe, geen Surinaamse boeken besprak en ook geen aanbevelingen wilde doen in deze richting. Het publiek kon zich in het algemeen hierin terugvinden. Inmiddels heeft Donner zijn ergernis verwoordt in een internetschrijven, waarbij hij Nankoe een ‘krabbenmentaliteit’ verwijt. De stoom die Donner blaast, kan een indicatie zijn dat er in inderdaad in Suriname zelf meer discussie moet komen over de producties van Surinaamse schrijvers en hun positie in het literaire en maatschappelijke veld.

[S’77 Info]

  • RSS
  • Facebook
  • Twitter