Op donderdag 27 mei 2021 ondertekenden Rita Rahman, voorzitter van de Werkgroep Caraïbische Letteren, en... Lees verder →
Nydia Ecury – een portret
door Zaza de Ridder
Biografie
“Nydia Ecury, ofwel volledig Nydia Maria Enrica Ecury, is op 2 februari 1926 geboren op Aruba als negende van dertien kinderen (Joubert 2013, 7). Haar vader, Segundo ‘Dundun’ Ecury, was ereconsul van Haïti en van Arubaanse afkomst, met voorouders in Afrika. Haar moeder, Shon Annie Ecury-Ernst, was een weeskind uit Curaçao van waarschijnlijk Duitse komaf, haar vrije tijd besteedde zij graag aan het maken van gebak. Nydia studeerde in Canada en schreef als journaliste stukken voor de Lago-raffinaderij op Aruba. In 1957 verhuisde zij naar Curaçao, waar ze Engelse les ging geven op onder andere de Nilda Pintoschool en ook privélessen gaf in Papiaments. In 1960 trouwde ze met de Nederlandse Wilhelm Eduard Isings. Zij kregen twee kinderen: Caresse Isings Ecury en Wilhelm Alexander Isings. In 1964 scheidde Nydia van Wilhelm Eduard, waarna ze in haar eentje de kinderen opvoedde. read on…
Bakra op de bres
De neerlandica Els Moor begon eind jaren zeventig een nieuw bestaan in Suriname. Ze speelt er inmiddels een belangrijke rol in het literaire leven en wil vooral het creatieve Surinaams-Nederlands bevorderen.
door Lisette Lewin
Mijn bewondering voor de corpulente hindoestaanse chauffeur, met imponerende zwarte knevel, stijgt als hij zijn busje telkens weer rammelend vlot krijgt, nadat het bijna op z’n kant met één of twee wielen is weggezakt in de diepste, met modderig water gevulde gaten in de weg. De ragdunne oude Javaanse Surinamer aan mijn andere zijde, half op schoot, het `Hollands een beetje machtig’, vertelt me veel, bijvoorbeeld dat hij geen opleiding heeft maar toch een filosoof is: ,,De mens leeft maar een seconde en dan vergaat hij tot stof.” ,,Wind, water en zon, de grote krachten der schepping.” read on…
Thea Doelwijt – Hai gudu Sranan
Klopt, mi doro! Een jaar geleden ook, hoor. Maar dat was meer een vakantie… behalve een actie op het Kinderboekenfestival in Commewijne. Eigenlijk moet ik gewoon zeggen: ‘Wi doro’. ‘Juf’ Marijke van Geest is natuurlijk mee. Sinds 51 jaar… en zij ontmoet tientallen (honderden) oud-studenten… oud geworden, ja, maar ik bedoel van vroeger toen zij hier les gaf, van 1964 tot 1983. Boi, ik was hier al in 1961. Ik begon bij het oude dagblad Suriname. Ai Sranan, en nu… nu zegt iedereen (nou ja, bijna iedereen) dat ze mijn boeken hebben gelezen. read on…
Albert Helman, zonder vaderland
door Max Nord
Zo staat het in de Encyclopedie van Suriname (1977) te lezen: ‘Het werk van Helman wordt vooral door de jongere generatie bekritiseerd, waarbij men zich afvraagt of hij al dan niet als een Surinaams auteur moet worden beschouwd’. Wat verstaat de schrijver van die woorden in deze Encyclopedie nu onder ‘een Surinaams auteur’? Een auteur die de Surinaamse nationaliteit heeft, een auteur die in Suriname geboren is, of een auteur die tot de Surinaamse literatuur gerekend kan worden omdat hij zich van de Surinaamse taal bedient? Ik geloof het laatste. read on…
Olga Orman: Een dichter op weg
“ta mi cuenta mi ta conta / Con mi cuenta ta!”
“Dat is het reisverhaal / van MIJ!”
door Wim Rutgers
Olga Orman (Aruba 1943) woont vanaf haar veertiende jaar in Nederland, werkte tot haar pensionering in het onderwijs en is momenteel nog actief op literair-cultureel gebied, met name sinds 2001 in de Arubaanse schrijverswerkgroep ‘Simia literario’, waar ze in diverse door de groep gepubliceerde bundels gedichten en verhalen publiceerde. Ze werd bekend door haar creatieve vertellingen met behulp van de kamishibai, een op een lange traditie bogende Oosterse vertelwijze met behulp van een klein vertelkastje dat als een minitheatertje fungeert en waarin losse vertelplaten geschoven kunnen worden die het vertelde verhaal verlevendigen door het aanschouwelijk te maken. Daarnaast publiceerde ze ook boeken voor kinderen in het kader van intercultureel onderwijs in Nederland. read on…
Leven en werk van Astrid Roemer
door Jerry Dewnarain
Astrid Heligonda Roemer werd op 27 april 1947 geboren te Paramaribo. Haar ouders hadden vier kinderen: drie meisjes en een jongen. Astrid is het oudste meisje. In augustus 1966 verhuisde zij naar Nederland. Ze werd onderwijzeres en keerde terug naar haar geboorteland om er les te geven. In 1975 vestigde zij zich weer in Nederland. In de Surinaamse literatuur doet ze haar intrede begin jaren zeventig onder de naam Zamani wat ‘waaruit ik geworden ben, waarop ik zal terugvallen’ betekent. Later schreef ze haar boeken onder eigen naam. read on…
De ondernemer-auteur Clark Accord
door Christine F. Samsom
Afgelopen zondag, elf mei, was het alweer drie jaar geleden dat Clark Accord, de schrijver van een aantal spraakmakende boeken, op vijftigjarige leeftijd overleed. De stichting met zijn naam, de Clark Accord Foundation (CAF), die ongeveer een jaar na zijn dood onder voorzitterschap van zijn zus Mavis Accord werd opgericht, heeft de herinnering aan Clark levend gehouden en in die korte tijd veel werk verzet. Dat kwam tot uiting tijdens de lezing die de neerlandicus Jerry Dewnarain onlangs hield tijdens de ondernemersavond van de KKF en tijdens de Clark Accord-lezing door de zakenvrouw Karin Refos vier dagen later in Tori Oso.
read on…Leven en werk van Guillermo Rosario (3)
Op vrijdag 14 maart j.l. gaf Libèrta Rosario aan de Universiteit van Amsterdam een college in de reeks Caraïbische Dromen van prof. Michiel van Kempen. Haar college ging over het leven en het werk van haar vader, dichter en prozaschrijver Guillermo Rosario, van wie Libèrta vorig jaar een Nederlandse vertaling uitbracht van diens Papiamentu roman E Rais ku no ke muri. Vandaag deel 3 van haar uitgewerkte collegetekst.
read on…Leven en werk van Guillermo Rosario (1)
Op vrijdag 14 maart j.l. gaf Libèrta Rosario aan de Universiteit van Amsterdam een college in de reeks Caraïbische Dromen van prof. Michiel van Kempen. Haar college ging over het leven en het werrk van haar vader, dichter en prozaschrijver Guillermo Rosario, van wie Libèrta vorig jaar een Nederlandse vertaling uitbracht van diens Papiamentu roman E Rais ku no ke muri. Vandaag deel 1 van haar uitgewerkte collegetekst.
read on…‘Anansitori zijn niet bedoeld voor kinderen’
Interview met Gerrit Barron
door Jerry Dewnarain & Christine F. Samsom
… een opmerkelijke uitspraak aan het eind van ons interview met de kinderboekenschrijver Gerrit Barron. ‘Anansi is een oplichter, een dief. De tori over hem werden/worden verteld door volwassenen op onder andere ded’oso en zijn bedoeld als agersitori.’ We staan op het punt Tori Oso te verlaten na een twee uur durend interview waar de twee redacteuren van de Ware Tijd Literair hebben geluisterd naar de woordenstroom van deze bekende Surinamer-in-hart-en-nieren.
Vorig jaar vierde Gerrit Barron zijn veertigjarig schrijversjubileum. Wat heeft hem gestimuleerd om schrijver te worden? We hoeven ons interview niet te beginnen met de vraag: ‘Wie’s je vader, wie’s je moeder?’ Hij begint zelf te vertellen: ‘Schrijver word je niet zomaar. Het heeft alles te maken met je wordingsgeschiedenis. De ervaringen om je heen hebben je beïnvloed.’
read on…Eerbetoon aan culturele voorgangers: Pater Paul Brenneker en Elis Juliana
door Ieteke ‘Inchi’ Witteveen
Verzamelen, bewaren, documenteren en overdracht van kennis van ouderen, het bestuderen van de geschiedenis en geheugen van onze mensen van binnen uit. Alleen op die manier kan de gedachtenwereld van onze bevolking begrepen worden.
Dé pioniers voor deze grote culturele taak op Curaçao zijn ongetwijfeld Pater P.H.F. (Paul) Brenneker (1912–1996) en Elis Juliana (1927-2013). In het kader van de viering van Kulturismo 2009 zette de Fundashon National Archaeological Anthropological Memory Management (NAAM). samen met APNA de schijnwerpers op deze grondleggers van cultureel onderzoek en van de nationale collectie cultureel erfgoed. Dat gebeurde via een expositie Altá di Kòrsou, over de voornaamste altaren van Curaçao een publicatie Altá i Santunan di Kòrsou en de onthulling van een naambord op de patio van het gebouw waar NAAM is gevestigd, bekend als de oude leeszaal.Paul Brenneker, een bevlogen katholieke geestelijke van de Orde van Dominicanen, geboren op 7 mei 1912 in Limburg, liet bij zijn overlijden op 7 februari 1996, een grote culturele erfenis achter: ruim honderd publicaties, prenten, foto’s, gedichten, een grote collectie met geluidopnames van zang en verhalen en duizenden artefacten, die hij samen met zijn vriend Elis Juliana vanaf de jaren vijftig verzamelde op Curaçao, Bonaire, Aruba, St. Maarten, St. Eustatius en Saba. Door publicaties als Lekete Minawa (1958) Benta – oude liederen- (1959), Curaçaoensia – volkskundige aantekeningen over Curaçao(1961), Brua (1966), en de tien delen Sambumbu (1969 -1975) geeft hij ons toegang tot directe bronnen voor nader onderzoek. Naar de ontwikkeling van Guene bijvoorbeeld als voorloper van het Papiamentu, naar volksreligie en verzet tegen de slavernij. Of voor het opdoen van inspiratie voor artistiek werk, zoals musici als Angel Salsbach, Etzel Provence in de jaren zestig, gevolgd door Ronchi Matthew tot Izaline Calister voor het scheppen van Curaçaose jazz. Brenneker combineerde zijn liefde voor de lokale cultuur met naastenliefde. Dat laatste maakte hij duurzaam via de stichting voor daklozen (Stichting Kas Pa nos Tur) en broodlozen (Stichting Pam Pa mi Ruman).
Elis Juliana werd op 8 augustus 1927 in Nieuw Nederland, tussen de Oranjestraat en Penstraat, geboren. Het was de tijd dat Shell migranten uit het hele Caribische gebied naar Curaçao bracht. De radio deed zijn entree, de showbizz en het verenigingsleven vierden hoogtij. Geconfronteerd met de veranderingen van de moderne tijd ging de jonge Juliana op zoek naar de eigen identiteit, die van zichzelf en die van het Curaçaose volk. Hij begon als voordrachtkunstenaar. Al spoedig ontpopte hij zich als een artiest van velerlei kunnen, – dichter, verteller, tekenaar, beeldhouwer, verhalenschrijver – , maar hij begaf zich ook op het pad van onderzoeker naar de eigen cultuur. Wat begon uit nieuwsgierigheid en om inspiratie op te doen voor verhalen en voordrachten, groeide uit tot een passie: het bezoeken van ouderen als bron van informatie en kennis. Daarbij ontmoette hij Paul Brenneker. Door hun verschillende culturele achtergrond, – een Curaçaose volksjongen en een Limburgse priester – , vulden ze elkaar bij dit etnografische veldwerk voortreffelijk aan. Elis Juliana kan bogen op een lijst van ruim 50 publicaties, waaronder zijn eerste dichtbundelFlor di datu, ziin verhalen als Wazo riba ròndu (1967, 1981, 1988), Guia Etnológiko I, II, III en zijn filosofie OPI I, II, III, IV, Organisashon Planifikashon Independensia (1979, 1980, 1983, 1988).
De grote verdienste van het onderzoek van Brenneker en Juliana is dat zij de cultuur van de jaren van voor en tijdens de modernisering in de twintigste eeuw op een systematische wijze hebben gedocumenteerd. Ze verzamelden een onvervangbare schat aan informatie met een rijkdom aan gegevens uit de orale geschiedenis, maar ook vele objecten, als getuigenis van de materiële culturele erfenis. Die objecten variëren van huisgerei, documenten, religieuze objecten tot muziekinstrumenten en kunst. De collectie zelf is in 2001 officieel overgedragen aan de Fundashon NAAM. Een representatief deel daarvan is ten toon gesteld in het Curaçaos Museum en Museo Tula en vanaf 17 september tot 12 februari 2010 in de expositie Altá di Kòrsou, bij NAAM.
Wat nog onvoldoende aandacht heeft gehad is de unieke verzameling van 1400 liederen, muziek en verhalen die Brenneker en Elis Juliana in de jaren vijftig, zes jaren lang op eigen kracht en met heel veel inzet hebben verzameld en dat in 1975 is overgedragen aan de Fundashon Zikinza, toen ondergebracht bij het Centraal Historisch Archief aan de Roodeweg. Angel Salsbach, initiatiefnemer en secretaris van Fundashon Zinkinza, memoreerde hun werk bij de opening van het documentatiecentrum Zikinza in 1975 aldus: “Seis aña largu Elis i Brenneker a kana ku aparatonan primitivo, riba nan mes forsa sin medionan finansiero nesesario i kolektá e herensha kultural di e masa di pueblo Antiano ku tantu a wòrdu kritiká den “El Curaçao que se va”.
E prome kontako tabata ku Iya di Wanota ku e tempu ei, esta mas ku 10 aña pasá, tabatin 80 aña di edat. Mulando su maishi chikitu riba un piedra el a kanta e prome kantika “Zuntan, zuntan zun klintan”. Despues a tumba pa Seru Fortuna i otro luganan na Kòrsou i Boneiru. E kamindanan tabata kamindanan di problema, pasobra ta kon ta kanta un kantika di rema boto, planta maishi, kap palu, koba buraku sintá den un stul di zoya den kas o riba un banki pariba di kas? Hopi biaha un pal’i basora ku a funkshoná komo rema, chapi o piki a sirbi komo yabi pa habri porta di kanto. Pero hopi biaha tambe mester a bai kas i bolbe bèk despues ora machi o pachi su kurpa tin mas grasia.” (uit: na Apertura di Sentro di Dokumentashon Zikinza, Angel Salsbach, 7 di februari 1975)
De serie ‘Het Nationaal Museum vormen we tezamen’ verschijnt ook in Extra en The Daily Herald. Reacties op en suggesties voor bijdragen zijn van harte welkom. U kunt National Archaeological Anthropological Memory Management (NAAM) bereiken op het Johan van Walbeeckplein 13, telefoon (09) 462 1933, fax (09) 462 1936, e-mail: info@naam.an, website www.naam.an
[van de website van NAAM, 19-09-2009]
Hitblog Boekface wil boekenwereld ondersteunen
Maak een foto met een boek voor je kop. Dat is in het kort het idee achter de Nederlandse hitblog van Vera de Kort
In februari verspreidde De Kort de eerste foto’s via Twitter (@boekface). Inmiddels heeft ze er honderden van over de hele wereld ontvangen, onder meer met boekfaces van de covers van Knausgård en John Williams’ Stoner. De foto’s verzamelt ze op Boekface.wordpress.com en op de gelijknamige Facebookpagina.