blog | werkgroep caraïbische letteren
Posts tagged with: schrijfwedstrijd

Schrijfwedstrijd: een ode aan Lorca

Tijdens zijn verblijf begin jaren dertig in New York schreef Lorca zijn beroemde ‘Ode aan Walt Whitman.’ De grote Amerikaanse dichter van o.a. Leaves of Grass sprak zowel in literaire als in persoonlijke zin tot Lorca’s verbeelding. Naar aanleiding van het festival Literaire Meesters 2010: Federico García Lorca (7 t/m 21 november 2010) vragen wij Nederlands- en Spaanstalige dichters op hun beurt een ode te brengen aan de grote Spaanse dichter. De beste dertig inzendingen worden gepubliceerd in een speciale bundel, de beste drie worden beloond met mooie prijzen. De allerbeste ode aan Lorca wint een weekend voor twee personen naar Granada, dichtbij het dorpje Fuente Vaqueros waar Lorca is geboren. Op 18 november wordt de winnaar bekend gemaakt tijdens een speciale editie van iPoetry Live in Utrecht.

 

Stuur je ode vóór 15 oktober naar: ode@literairemeesters.nl.

Wie eerst Lorca’s ode aan Whitman wil lezen en een interessant artikel over Lorca’s verblijf in New York, kan terecht bij het meest recente nummer van het Vlaamse literaire tijdschrift Gierik. Hier te downloaden.

 

Voor verdere inlichtingen kunt u terecht bij: Steffie de Vaan

Stichting Het Poëziecircus

steffie@poeziecircus.nl

Tel. (030) 233 47 99

 

Voor informatie en wedstrijdreglement klik hier

Zie ook:

www.garcialorca.nl

www.slau.nl

www.salonsaffier.nl

www.poeziecircus.nl

www.ipoetry.nl

Quito Nicolaas schrijft Almeers Dictee 2010

door Odeke de Jong

De titel en het thema zijn nog geheim, want veel wil de Almeerse schrijver en dichter Quito Nicolaas nog niet kwijt over zijn tekst voor het Almeers Dictee 2010.

,,Wel kan ik zeggen dat het moeilijk wordt. Iedere zin heeft ongeveer vijf moeilijke woorden”, aldus Nicolaas. ,,Het gaat bovendien over de actualiteit van Almere. Ik heb een flink aantal kranten doorgenomen.”

Met een synoniemenwoordenboek naast zich, ging hij aan de slag. ,,Ik heb het synoniemenboek gebruikt als ik er echt niet uit kwam. Het zijn geen onbekende woorden geworden, hoor.”

De truc is de dictee-deelnemer te ontregelen, zegt de schrijver. ,,Dat is het allermoeilijkst, je vormt lastige zinsconstructies die de deelnemer in de war brengen.”

Hij heeft de tekst nog niet op iemand uitgetest. ,,Het is strikt geheim. De tekst ligt nu bij een commissie die zich bezighoudt met het dictee.”

Nicolaas hoopt bij het dictee aanwezig te kunnen zijn, maar zijn drukke agenda kan roet in het eten gooien. Voor zijn schrijfwerk zit hij namelijk vaak in het buitenland. ,,Ik ben zeer benieuwd hoe er wordt gescoord, ik hoop beter dan vorig jaar.”

De Almeerder werd in maart benaderd door de bibliotheek. ,,Het gaat om vijf lange regels, dat lijkt makkelijk. Alleen ben je als schrijver van literair werk gewend om juist korte zinnen te gebruiken. Ik moest heel erg mijn best doen.”

Lenny Peeters wint schrijfwedstrijd

Voor de tweede keer op rij wint een Vlaming de schrijfwedstrijd van Uitgeverij Contact. Lenny Peeters uit Borgerhout wint met haar verhaal ‘Nanoseconde’ een plek in de schrijfcursus van de uitgeverij ter waarde van € 1200,-.

Lenny Peeters was één van de twaalf finalisten die met behulp van het commentaar van de jury haar verhaal heeft herschreven. Drie finalisten kwamen uit België, een Surinamer (Marcel de Kom) dong mee naar de hoofdprijs en acht Nederlanders. In totaal stuurden driehonderd mensen een verhaal in op de wedstrijd met het thema ‘Schrijf je eigen einde’.

Ook bij de vorige wedstrijd in 2008 won een Vlaming. De vorige winnaar, Raf Goossens, debuteert in november 2010 met zijn roman Kieken zonder kop.

Het thema van de wedstrijd, ‘Schrijf je eigen einde’, werd gekozen naar aanleiding van het boek Het Einde van Chris Impey dat in augustus 2010 verschijnt. Het winnende verhaal ‘Nanoseconde’ zal in ieder exemplaar van Het Einde ingestoken worden.

Hieronder het verhaal van Marcel de Kom – Onvoltooid verleden tijd

De klok tikt in mijn hart bij de eerste stappen op de gladde tegels. Het grove asfalt van de weg heeft mijn schoenzoolrubber laten verslijten. Net als de dubbele banden van de voorbijrazende vierassige truck. Die van links kwam aanrijden. Ik moest rennen en springen toen ik de straat overstak. Mijn zwakke enkels slingerden als papegaaikoppen. Ze zeggen alleen nog maar ‘lorre’ en geen ‘koppie krauw’meer. Niemand zal mijn voeten ruiken op deze dag want ik ruik ze al jaren niet meer. Ik zie alleen maar recht voor mij de deur die open moet op vier tegels afstand. De zon warmt mijn rug en de wind duwt koele lucht in mijn overhemd met korte mouw. Ik ga die deur van glas bossen .

Er is geen weerstand de winkeldeur zwenkt op mijn elleboogstoot open. Een rumoerig vliegtuig boven mijn hoofd: de airco die in de ruimte koude lucht verspreidt. Ik zie waterdruppels op mijn bruine Armani schoenen; zijn het mijn angstzweetdruppels of lekt die airco boven mijn hoofd condensvocht? Zal ik wel een veiligheidsriem omdoen of niet? Want als dat vliegtuig straks omlaag valt dan slinger ik er vanzelf uit als de riem niet vastzit. Dan kan ik dat vallende metaal nog ontwijken. En ben ik niet opgepropt in dat verwrongen aluminium als ik de veiligheidsriem vastmaak. Of maak ik mij zorgen om niets?

Ik loop naar het midden van de winkel waar de toonbank staat van glanzend fineer. De dame erachter met een brede glimlach. En tanden als walabapalen geslagen voor het tegenhouden van wild slachtvee. Toch glanzend wit als ik voor haar ga staan. Ze herkent mij, anders zou ze niet zoveel hebben blootgegeven. De inkijk die ze mij geeft in het boek dat voor haar op de balie ligt, betoverend, haar handen op het midden van de bladzijden. Ze duwde het boek verder open naarmate ik mijn wens kenbaar maakte. Ik wilde mijn adem even inhouden om te denken; wat bedoelde ik nou precies? Een balpen om te schrijven, dat was mijn wens. Die zacht in de hand moest liggen en vanzelf moest rollen over het papier. Haar handen lieten het boek los en het sloeg dicht. De omslag mocht ik zien als een glanzende droom.

Ik herkende haar, mijn gedachten gingen terug naar de voorpagina van de Times , tig jaren terug. Haar verwrongen gezicht gezicht bekneld tussen autostoel en stuur op de foto. Het flitslicht weerkaatsend op het gesprongen glas dat voor haar lag op het dashboard. De foto was zodanig afgedrukt dat een bepaalde indruk ontstond: de omstanders hingen in de lucht en lagen op de grond alsof zij de lijken waren. En de auto zag je in het midden zweven. Het was zeker een fout van de zetter geweest. Dat gebeurde wel eens vaker in die tijd. Zaken werden soms anders voorgesteld dan ze in werkelijkheid waren. Het resultaat was dan wel dat de krant beter verkocht. Alles kwam pas nu weer naar boven. De gedachte aan dat voorval stond weer rechtovereind in mijn hoofd. Ze zou mij nu een goed schrijvende pen verkopen. Hoelang was dat leed nu geleden? En ze deed weer normaal. Behandelde mij zo te zien als elke andere klant. Ze liep naar de andere kant van de toonbank. ‘Met deze kan je heel lang schrijven, rijdt snel over papier en is veilig’. Wat moest ik hiervan denken?

Ze kon die stront maar beter uit haar gedachten wissen, dat ik op haar advies nog iets zou kopen. Ze had al teveel willen bepalen.

Ze ging uitdagend over de toonbank hangen; ‘Als je mij niet meer wil zien dan moet je hier niet in de winkel komen’. Misselijk makende woorden van haar in mijn oren. Toen boog ik voorover om de van haaientanden voorziene balpen aan een ketting in mijn hand te nemen. Als een hond trok zij aan de ketting. Bang dat ik de balpen zou stelen. Ik zou alleen maar een proefrace maken over kladpapier. ‘Waarom stap je dan een winkel binnen waarvan je weet dat daar iemand werkt die je niet aanstaat? Ik had je eigenlijk een kogel door je kop moeten schieten toen ik de kans had. Misschien doe ik dat nog wel. Schrijft deze ballpoint lekker, mijnheer?’ Alsof er niks aan de hand was keek ze mij aan met dikke roodblauw opgezwollen ogen, ze had zeker last van glaucoom. Haar collega kwam dichterbij. Zou ik de balpen maar laten voor wat het was en gewoon naar het vliegveld gaan?

Ik had de fles whisky bij het wakker worden in de ochtend maar beter kunnen leegdrinken. De moed om haar te zeggen wat ik dacht verdween naar mijn blaas. Die stond op springen. Om mij van de angst te kunnen verlossen. Zuiver wit poeder was nodig om mijn gedachten nu te zuiveren.

Als ik de balpen kocht dan zou ik haar weer kunnen schrijven. Over mijn onreine gedachten. Dan zou ik de macht over haar kunnen krijgen. Want ze hield van lezen. Of zou ze nu gewoon alles verbranden wat ik op papier zou zetten voor haar? Was dat niet al eens eerder zo geweest? Alles was al uit de hand gelopen. De auto op zijn kant. De razernij waar ze in verkeerde toen. Ze had de voorpagina gehaald en was even de ster geweest in het nieuws.

De ster wilde ik zijn! Met een foto op de voorpagina van de krant op het moment dat ik mijn diploma in ontvangst zou nemen. Ze had alles voor mij verpest. Op die ene dag aan het einde van het cursusjaar van de schrijversvakschool. De beoordelingsdag. En vanaf dat moment stond voor mij alles op zijn kop. Ik was totaal verrot van binnen. Het leek erop alsof mijn darmen steeds korter werden. De onophoudelijke stroom uit de darmen die niets meer vasthouden. Alleen een kurk met watten in de kont was de amateurististische oplossing voor mij als niet-verzekerde. En de kurk drie keer per dag eruit trekken was het recept. Dan had de voorverwarmde pindasaus een uitweg.
Ik wilde al niet meer naar de dokter om te horen wat ik toch al wist. Het zou alleen maar tijd- en geldverlies zijn. Zelfs de kogel die ze mij toewenste vanachter de toonbank was nog vriendelijk bedoeld. Ze kon zelf maar beter een oogmasker dragen om niet herkend te worden. Want het was niet voor het eerst dat ze zulke uitspraken deed. Het waren dezelfde woorden uit haar verleden toen ze als rekruut over leven en dood van niet juist schrijvende schrijvers bepaalde. Wat eerst een nachtelijke escapade moest zijn geweest met haar bleek later een ordinaire manier te zijn om mij uit de weg te ruimen.

Het was de verleiding van haar geweest die mij tot het punt van alles durven schrijven had gebracht. En dan was zij de hoogbegaafde docent in het lokaal waar de opleiding werd verzorgd. Ik werd in de val gelokt als een domme gans die vetgemest werd. Elke keer dezelfde woorden: ‘Schrijf gewoon wat op je hart ligt. Laat je woorden gaan over papier.’ En daar ging ik dan; trechter in mijn bek en ik werd iedere dag gevoed met hoogbegaafd voedsel van een onbevoegde docent. Die zij was. Ja, dat wist ik toen nog niet. Een bamboebuis werd nog even in mijn reet gepropt om de stroom gaande te houden. Aan het einde van iedere les werden de volgeschreven velletjes papier netjes verzameld.

En na een jaar kwam de beoordeling door haar. Toen werd alles duidelijk. Als pionnen op een schaakbord werd alles in positie gebracht. Er werd een uitleg gegeven aan hetgeen ik had geschreven. Alles werd op zijn kop gezet. Elk woord van mij werd anders uitgelegd. Daar had ik het niet voor geschreven. Ik wist wel een betere uitleg te geven. Ik werd door haar gezien als een tegenstander. Alsof ik een officiële verklaring had afgelegd voor de krijgsraad te velde. En aan het einde van die avond bood ze aan om mij naar huis te brengen, om zoete broodjes met mij te bakken. ‘Het was allemaal niet zo erg bedoeld’ zei ze. De richting die ze reed was een sluiproute om mij af te leveren. Ze bracht me niet naar huis. Ze reed een eenrichtingsweg die alleen maar leidde naar het kampement van de rekruten. Een kruising verder stopte ze de auto en een lange kerel stapte achter in. Nog geen seconde erna zag ik niets meer, een zak werd over mijn hoofd getrokken. De banden gierend over het asfalt en de auto maakte een bocht. Ik voelde iets om mijn middel trekken over de veiligheidsriem. Uit alle macht zwaaide ik met mijn armen in het donker. Ik voelde bonken op mijn hoofd. Hoorde ruis en gekras van de radio die van zijn vaste zender verschoof. Doffe klappen in mijn maag, ik werd misselijk. Duizelig in mijn hoofd. Ze zette haar tanden in mijn vuist. Mijn voeten duwde ik in het stuur. Het leek alsof ik in het reuzenrad op de kermis omhoogging. En daarna het geschreeuw van alle kanten.

‘Wil je die ballpoint nog kopen met dat plastic balletje of die metalen kogel?’ Ik had geen behoefte meer aan haar gesmeek zodat ze een goed begin zou hebben van de dag. Door wat te verkopen aan mij. En ik moest dit maar zien als de enige genezing die ik gratis kon krijgen voor mijn geest. Mijn lichaam was al over zijn vervaldatum heen. Ze mag van mij achterblijven in haar onvoltooide tijd. Voor mij was mijn verleden voltooid. Het vliegtuig was wachtende. De weg naar mijn bevrijding na zoveel jaren.

De deur zwaaide achter mij dicht. Er was nog het nasuizen in mijn oren van het aircogeluid, als een lange pieptoon. Ik zag de grijze trottoirtegels als hoekjes in mijn ogen.

Aan de overkant van de straat de volle ochtendzon op het dak van mijn glanzende witte auto. Een blinde vlek in mijn ogen. Ik keek eerst naar rechts voor de zekerheid. Want uit die richting zou een vrachtwagen kunnen komen. Of was het links? Ik zag alleen de schittering van de zon. En een donkere wolk die mijn kop zou gaan bossen.

Bossen: Surinaams/Nederlands: kapot maken, rammen
Walabapalen: houtsoort die in grillage vormen splijt en dienst doet als weilandomrastering
De Times: ochtendkrant in de rep. Suriname

Marcel de Kom finalist schrijfwedstrijd

Uitgeverij Contact heeft de finalisten gekozen van de schrijfwedstrijd ‘Schrijf je eigen einde’. Uit 300 inzendingen zijn twaalf finalisten gekozen, waaronder Marcel de Kom met het verhaal ‘Onvoltooid verleden tijd’. De finalisten ontvangen binnenkort commentaar van de jury. Zij hebben tot 21 juli de tijd om hun verhaal te herschrijven en opnieuw in te sturen. De herschreven verhalen zullen op onze website gepubliceerd worden. Op 2 augustus maakt Uitgeverij Contact de winnaar bekend. Deze wint een plek in de schrijfcursus van Uitgeverij Contact ter waarde van € 1200,- en, indien de cursus goed doorlopen wordt, een auteurscontract.

Schrijfwedstrijd voor immigranten

De Nederlandse Taalunie heeft een wedstrijd uitgeschreven voor mensen die in Nederland en Vlaanderen zijn komen wonen en nu Nederlands leren. Op 15 juni reikt burgemeester Aboutaleb van Rotterdam de prijs uit aan de winnaar.

Wat valt je op in dit nieuwe vreemde land? Wat verbaast je, raakt je, en waarom? Wat is intussen gewoon of gewoonte geworden, en wat zal nooit gewoon zijn voor iemand die hier niet geboren is? Verwondering is één van de thema’s van de Schrijfprijs Nederlands als tweede taal die de Nederlandse Taalunie ter gelegenheid van haar dertigjarig bestaan heeft uitgeschreven. Het andere thema is Geld maakt niet gelukkig.
De schrijver van het beste verhaal of betoog ontvangt een prijs van € 250, een bedrag dat dus inderdaad niet gelukkig maakt.

De Rotterdamse burgemeester Aboutaleb maakt op 15 juni de winnaar bekend. Hij zal dit doen na afloop van de voorstelling ‘FeestVol’ van het theatergezelschap De Koning Speelt in het Rotterdamse Theater Zuidplein. De aanwezigen ontvangen een bundel met de tien beste inzendingen. De jury bestaat uit de schrijvers Rachida Lamrabet, Anne Provoost en Rocky Tuhuteru.
Het doel van de Schrijfprijs NT2 is leerders van de Nederlandse taal te stimuleren om creatief te schrijven. Cursisten van Vlaamse en Nederlandse instellingen konden deelnemen aan de wedstrijd.

De Nederlandse Taalunie is een beleidsorganisatie waarin Nederland, Vlaanderen en Suriname samenwerken op het gebied van de Nederlandse taal en letteren en het onderwijs in en van het Nederlands. De Taalunie ziet het als haar opdracht om ervoor te zorgen dat alle Nederlandssprekenden hun taal op een doeltreffende manier kunnen gebruiken. Meer informatie over de Taalunie is te vinden op
http://www.taalunieversum.org/.

Schrijf een verhaal voor Troepiaal: wedstrijd voor kinder- en jeugdverhalen

Het lijkt zo logisch: Nederlands is de officiële taal van Nederland. Punt uit. In de praktijk is dat ook zo en zal dat ook zo blijven. Maar sommige politieke partijen voelen zich door de meertaligheid van een aantal Nederlandse burgers zo bedreigd, dat er een hele heisa rondom taalgebruik is ontstaan. Gelukkig houden andere partijen in de culturele sector het hoofd koel en zien juist een prachtige kans om de kleurrijke samenleving middels verhalen ruimte te geven. Schrijf een verhaal voor Troepiaal is een wedstrijd voor kinder- en jeugdverhalen, georganiseerd door het Fonds voor de Letteren, in samenwerking met het Nederlands Literair Productie- en Vertalingen Fonds, Boekids Literair Jeugdfestival en Lemniscaat. Iedereen uit het Nederlandse taalgebied kan meedoen. Deelnemers moeten 18 jaar of ouder zijn op 28 februari 2010. Deadline voor inzendingen: 28 februari 2010.

Uitgangspunten
Kinderen groeien op in een kleurrijke samenleving. Het Nederlandse taalgebied telt meer dan negentig nationaliteiten en culturen, elk met hun eigen smaak, geur en kleur. Wat nog ontbreekt is een jeugdliteratuur waarin al deze smaken, geuren en kleuren terugkomen, zodat alle kinderen zich kunnen herkennen in de literatuur die ze lezen.

Winnaars
Wie meedoet, maakt kans op een werkbeurs van €1.500,- en een masterclass Schrijven voor kinderen. Bovendien staat de winnaar direct op het podium van Boekids Literair Jeugdfestival op 28 maart 2010 in Den Haag, waar ook de rest van de prijzen wordt uitgereikt. Een week voor de prijsuitreiking tijdens Boekids wordt bekendgemaakt wie de genomineerden zijn. Zij krijgen persoonlijk bericht op de adressen die door hen zijn opgegeven.

Vragen
Is er een onderwerp waar het verhaal over moet gaan?
Nee, het onderwerp is vrij, alleen de nieuwe gemengde samenleving moet er in voorkomen.

Moet het verhaal zich in Nederland afspelen?
Het verhaal mag zich overal afspelen.

Kan iedereen meedoen?
Jazeker, iedereen ouder dan 18 jaar. Ook schrijvers die al hebben gepubliceerd.

Hoe kan ik schrijven voor een leeftijdgroep van 5 tot 15 jaar? Er zijn verschillende categorieen binnen die leeftijdsgroep.
Je mag natuurlijk zelf bedenken voor welke leeftijd.

Mag je meer dan een verhaal insturen?
Nee, per deelnemer 1 verhaal.

Wat gebeurt er met het copyright van het ingestuurde verhaal?
Dat is van de schrijver.

Zijn er kosten aan deelname verbonden?
Nee, de wedstrijd is gratis.

Moet je in Nederland wonen om mee te doen?
Nee, je mag overal ter wereld wonen.

Mag de inzending illustraties bevatten?
Ja, de inzending mag bestaan uit illustraties en tekst zolang de tekst tussen de 1.500 en 2.000 woorden lang is.

Voor meer informatie en contactadres, zie de website van Troepiaal.

Schrijf een verhaal voor Troepiaal

Kinderen groeien op in een kleurrijke samenleving. Het Nederlandse taalgebied telt meer dan negentig nationaliteiten en culturen, elk met hun eigen smaak, geur en kleur. Nu nog een jeugdliteratuur waarin al deze smaken, geuren en kleuren terugkomen, zodat alle kinderen zich kunnen herkennen in de literatuur die ze lezen.

Het Fonds voor de Letteren organiseert in samenwerking met het Nederlands Literair Productie- en Vertalingenfonds, Boekids Literair Jeugdfestival en uitgeverij Lemniscaat een wedstrijd voor kinder- en jeugdverhalen, onder het motto Schrijf een verhaal voor Troepiaal’. Troepialen zijn een familie van kleurrijke zangvogels. Het verhaal moet 1.500 2.000 woorden lang zijn en gericht zijn op kinderen tussen de vijf en vijftien jaar. In het verhaal komt onze gemengde samenleving op een vanzelfsprekende manier tot uitdrukking. Insturen kan tot 28 februari 2010.

Kijk hier voor meer informatie.

  • RSS
  • Facebook
  • Twitter