blog | werkgroep caraïbische letteren
Posts tagged with: Schouten-Elsenhout Johanna

Oog in oog met Paramaribo. Verhalen over het herinneringserfgoed

Interview met Eric Kastelein over zijn nieuw boek

‘… door heel de wereld wordt mijn land bewoond. Uit alle streken kwam het leven hier ingestroomd.’ U opent uw boek met een citaat van Shrinivāsi. Waarom kiest u voor de versregels van juist deze geëngageerde dichter?

Het typeert de samenstelling van de bevolking van Suriname. Alleen de inheemsen zijn de oorspronkelijke bewoners, de andere etniciteiten komen van elders. De Hindostanen uit het tegenwoordige India, de Javanen uit het tegenwoordige Indonesië, de creolen uit Afrika, de Chinezen uit China en de boeroes uit Nederland. Deze bijzondere mix aan mensen, aan culturen maakt de veelzijdige geschiedenis van het land. Dat heb ik tijdens het ruim drie jaar durende onderzoek duidelijk gemerkt. Iedere groep heeft zijn eigen verhaal en samen vormen ze de kracht en pracht van het land.

read on…

Terras / Cariben

Op 28 mei verscheen het achttiende nummer van Tijdschrift Terras, een speciaal nummer getiteld ‘Cariben’. Terras is een tijdschrift voor internationale literatuur dat als geen ander tijdschrift schrijvers introduceert waarvan je gewild had dat je ze eerder kende.

read on…

Papa Koenders, een strijder voor het Sranan

Bespreking van Op zoek naar Papa Koenders

door Jerry Egger

Julius Gustaaf Arnout Koenders (1 maart 1886-17 november 1957) heeft een belangrijke rol gespeeld in het culturele leven van Suriname na de Tweede Wereldoorlog. Vooral op taalgebied was hij een strijder voor het behoud van het Sranan dat hij zag als een cruciaal aspect van het hele wezen van de nazaten van de slaafgemaakten.

read on…

Johanna Schouten-Elsenhout: belangrijke dichteres en schrijfster in het Sranantongo

door Eric Kastelein

Een klein oeuvre, maar met grote verbeeldende kracht in het Sranantongo. Ze is autodidact, houdt zich niet aan versvorm en maakt gebruik van odo’s (volkswijsheden). Michiel van Kempen betoogt in het standaardwerk Een geschiedenis van de Surinaamse literatuur dat Johanna Schouten-Elsenhout (1910-1992) behoort tot de allerbeste dichters in het Sranantongo van haar generatie.

read on…

Johanna Schouten-Elsenhout – Uma/Vrouw

Uma

Noti no hei so
Lek’ a sten
D’ e bari
In’ dyugudyugu f’ a dei read on…

Wilgo, Surinamer

door Sharda Ganga

Mijn hart is bezwaard, mijn gemoed vol. Wilgo Baarn is niet meer bij ons. Ik heb er geen woorden voor, dacht ik. Geen woorden? Als Wilgo me dat had horen zeggen, zou hij in een bulderlach zijn uitgebarsten. En kijk, hij zou gelijk hebben. read on…

Naks opent documentatiecentrum bij 70e verjaardag

door René Gompers, foto’s Michiel van Kempen

Het gemeenschapscentrum Na Arbeid Komt Sport (Naks) is zeventig jaar geworden. De ‘bigi yari’ is uitbundig gevierd. Op de verjaardag van de culturele organisatie, die ooit begonnen is als een sportcentrum, is ook het Eu-Frie documentatiecentrum voor de Afro-Surinaamse cultuur geopend. read on…

Zesde Clark Accord Lezing

De Clark Accord Foundation organiseert op maandag 11 mei de zesde jaarlijkse Clark Accord Lezing ter gelegenheid van het feit dat auteur Clark Accord vijf jaar geleden is heengegaan. Thema voor dit jaar is ‘Winti in de literatuur’. Plaats: Restaurant Spice Quest. read on…

Boek Surinaamse vrouwen in de geschiedenis?

door Jerry Dewnarain

Al jaren verschijnt het Jaarboek voor vrouwengeschiedenis. Het zevende nummer, dat uitkwam in 1986 (bij uitgeverij SUN te Nijmegen) was (als eerste) gewijd aan vrouwen in de koloniën. Veel bijdragen gaan over vrouwen in de Oost, enkele over hen in de West. Wim Hoogbergen en Marjo de Theije geven een overzicht van ‘Surinaamse vrouwen in de slavernij’. Marjo Oomens praat over veelwijverij in de negentiende eeuw en Maria Lenders over misi Hartman, een zendelinge voor de EBG. Deze uitgave biedt een uitdaging om meer vrouwen in Suriname te beschrijven. Deze uitdaging is nog maar beperkt opgepakt.

read on…

Het pyawspel in Suriname: nostalgie hardnekkig gekoesterd (2 en slot)

door William Man A Hing

Van de bestuurlijke perikelen bij de rechtshandhaving

De organisatie van de pyawspelen had reeds gerui­me tijd de aandacht van de autoriteiten.­ Het ging hier immers om een bij wet verboden ha­zardspel­ dat een ongemeen grote popula­riteit en grote versprei­ding had weten te bereiken onder de bevolking. Onbevestigde berichten hielden het erop dat deze gokactiviteiten ­zeer omvang­rijke omzetten voor een kleine groep chinese medeburgers zouden opleveren. Met de handhaving van het verbod op hazardspelen leek alles in orde. Regelmatig werden verdachte chinese burgers als agent/tussenpersoon en deelnemer aan pyawspelen aangehouden en aan de kantonrechter voorgeleid.

read on…

Who More Sci-Fi Than Us?

Vrijdag 25 mei is de tentoonstelling Who More Sci-Fi Than Us, hedendaagse kunst uit de Cariben feestelijk geopend door Lucia Nankoe (literatuurwetenschapper/ publicist) met de speech: ‘Het Fort is ingenomen door Kunstenaars.’ 

Foto © Michiel van Kempen


Het Fort is ingenomen door kunstenaars

door Lucia Nankoe

De Caribische expositie die vanaf vandaag in Amersfoort van start gaat, is getiteld: Who more sci-fi than us. Deze titel verwijst naar een voetnoot uit een roman van de Dominicaanse schrijver Junot Diaz getiteld: Het korte en wonderbare leven van Oscar Wao. De hoofdpersoon uit het boek – Oscar – is verslingerd aan allerlei verhaalvormen zoals historische romans, games, stripverhalen, films, animatiefilms. Zowel oude als nieuwe vertellingen bekoren hem en maken hem mede daardoor tot een buitenstaander, een buitenaards wezen, die er ook fysiek anders uitziet dan zijn leeftijdgenoten. Oscar is zowel een held, als een anti-held.

De spelregels in deze roman zijn duidelijk: het fictieve verhaal wordt gehoord, maar in de kleine letters wordt het echte gruwelijk verhaal verteld over de geterroriseerde bewoners in de Dominicaanse Republiek onder het bewind van dictator Trujillio, tot zijn dood in 1961. De vorm van de vertelling voegt een adembenemende extra dimensie aan het werk toe.

“Who is more sci-fi than us” , zegt Junot Diaz. Zijn hoofdpersoon Oscar gaat regelmatig vanuit de V.S. Naar de Dominicaanse Republiek op familiebezoek. Hij geniet dan van de schoonheid van het eiland, maar in de suikerrietvelden ervaart hij ook de wrede kant van het dictatoriaal regime.

De titel van deze tentoonstelling Who is more sci fi than us vat in zekere zin de kunstwerken samen die hier tentoongesteld zijn. Het roept associaties op bij de gepresenteerde beelden. Hier kunnen we genieten van de verschillende kunstvormen en tegelijkertijd ‘lezen’ we het politieke en sociale verhaal dat daaraan ten grondslag ligt. Ook hier is sprake van meerdere lagen. Het grensgebied tussen fantasie en werkelijkheid wordt keer op keer onderzocht.

Een mooie illustratie van connotaties waarbij tekst en context nauw verweven zijn treffen we ook in het boek A Small Place van de schrijfster Jamaica Kincaid:

“You are a tourist and you have not yet seen a school in Antigua, you have not yet seen the hospital in Antigua, you have not yet seen a public monument in Antigua. As your plane descends to land, you might say, what a beautiful island Antigua is – more beautiful than any other islands you have seen -” Toeristen die de Caribische eilanden en het Caribisch gedeelte van het vasteland bezoeken, zien meestal slechts de buitenkant. De dubbelheid, de schijnbaar badinerende toon van bovenstaande alinea uit A Small Place, heeft een heftiger impact dan op het eerste gezicht lijkt.

Eenzelfde scherpe blik met een ondertoon van ironie, treffen we ook aan in de tekeningen, schilderijen, foto’s, sculpturen, films en animaties in deze tentoonstelling. Een gefragmenteerde verzameling, denkt u wellicht, maar bij denkers als Edward Braithwaite uit Barbados en Edouard Glissant uit Martinique staat het concept fragmentatie centraal in hun werk. De meer dan 30 kunstenaars hier aanwezig tonen hun veelzijdigheid in allerlei uitingsvormen. Beeldend kunstenaar Tony Monsanto uit Curaçao noemt één van zijn werken ‘créolité makes us strong’ waarmee hij reflecteert op de huidige tijd, zonder het pijnlijk verleden terzijde te schuiven.

Reeds eerder, dat wil zeggen aan het begin van de 20ste eeuw waren Caribische kunstenaars op zoek naar eigen uitingsvormen en smolten ze tradities uit andere continenten samen om zo hun eigen beeld van de omringende wereld te creëren. Om u maar enkele grootheden te noemen:

Aimé Césaire uit Martinique, de dichter die bejubeld werd door de Franse surrealist André Breton heeft de literaire scene van het Franstalig gebied grondig beïnvloed.

Léon-Gontran Damas bezingt met zijn poëtische creaties de Guyanese Bonis en Saramaccaners. Hier volgt een gedicht uit zijn bundel Névralgies:

Il n’est plus bel hommage
Il n’est plus bel hommage

à tout ce passé
à la fois simple
et composé
que la tendresse
l’infinie tendresse
qui entend lui survivre

Een liefdevol en teder beeld spreekt uit bovenstaand gedicht, een eerbetoon aan het verleden en om met één van de werken van Jungerman te spreken: Promise. Deze kunstenaar is een veelbelovende zoektocht aangevangen naar de relatie tussen abstract geometrische kunst en de esthetiek van de Marrons, de bewoners uit het binnenland van de Guyana’s.
De eerste Nobelprijswinnaar literatuur uit de regio Saint-John Perse, geboren in Guadeloupe, gebruikt in zijn poëzie schitterende beeldende taal. Of neem de andere Nobelprijswinnaar, de Trinidadiaanse V.S. Naipaul die in zijn klassiek geworden roman A House for Mister Biswas de Caribische verbeelding ons laat toespreken. Derek Walcott uit St. Lucia en Frankétienne uit Haiti beheersen de verbale kunst en schuwen evenmin de visuele uitingsvorm. Ze zijn zowel schrijver als schilder.
Kunstenaars maken ook meer gebruik van hun moedertaal, zoals beeldend kunstenaar en auteur Frankétienne, die schrijft in het Haïtiaans Creools. Edgar Cairo uit Suriname, schrijft in het Sranan, een Creoolse taal, die hij vermengt met neologismen die rechtstreeks naar zijn culturele erfenis verwijzen. Verschillende kunstdisciplines worden aan elkaar gekoppeld, waardoor een nieuwe taal ontstaat die meerdere lagen heeft.
In de tentoonstelling zult u kunsticonen aantreffen zoals Edouard Duval Carrié uit Haïti die ons keer op keer verrast met zijn kunstwerken. En wat te denken van de jongere generatie zoals Ebony Patterson en Renee Cox uit Jamaica, Wendell Mcshine uit Trinidad, Sheena Rose uit Barbados, Mario Benjamin uit Haïti en de veelzijdige Hew Locke uit Guyana? Deze generatie kunstenaars kiezen voor een nieuwe taal. Ze putten daarbij uit verschillend cultureel erfgoed. Remy Jungermann, Marcel Pinas, Charl Landvreugd – een mooi trio uit Suriname – maken daarbij gebruik van verschillende materialen o.a. metaal, hout, lappen katoen, blauwsel, pimbadoti.

De ketenen zijn afgeworpen en de taal van de kunsten wordt niet meer nageaapt. Het Fort is ingenomen door kunstenaars. Het Caribisch kunstenaarsschap brengt een gedurfd meesterschap voort en curatoren van musea deinzen er niet voor terug om deze authenticiteit te tonen.

Om de Surinaamse dichteres Joanna Schouten–Elsenhout te citeren:

Mi Dren
Yere mi sten

Lek’wan griyo e bari
A baka den bigi krepiston

Een lamento in versregels waarin een apocalyptisch beeld uit het verre of nabije verleden wordt geschetst. Op de tentoonstelling in Amersfoort is ‘The Afro-Curse Exorcizing Machine’ van Tirzo Martha hier een mooi visueel voorbeeld van.

“Who is more sci-fi than us”, zegt Junot Diaz. Schrijfster Pauline Melville uit Guyana verwoordt het zo: “Wij in dit deel van de wereld, koesteren een diepe wens voor de leugen, met al haar consequenties en verwikkelingen. Wij nemen de leugen serieus.” Escapisme wordt dan een stijlmiddel en de relatie tussen het fictieve en feitelijke discours blijkt versmolten te zijn. Alle denkbare schildersstijlen van abstract tot hyperrealistisch worden opgezocht en verkend. De grenzen vervagen en verrassen zoals in het werk van David Bade uit Curaçao, Ryan Daniel Oduber uit Aruba en Michael Mcmillan uit St Vincent.

Misschien kunnen we spreken van de kunstenaar als flexwerker, een flexkunstenaar, in zoverre hij dit niet altijd was, schijnbaar onbekommerd en toch zeer bewust, zigzaggend langs genres, disciplines, taal, stijl zonder enige beperking als een zeedier van eiland naar land. En als hij gevangen gehouden wordt dan nog is er een frisse impuls die op een overtuigende manier een visueel en tekstueel verhaal brengt.

Luistert u naar de dichter Nicolas Guillén uit Cuba met El Caribe uit El Gran Zoo:

En el acuario del Gran Zoo, nada el Caribe. Este animal marítimo y enigmático tiene una cresta de cristal, el lomo azul, la cola verde, vientre de compacto coral, grises aletas de ciclón. En el acuario, esta inscripción: «Cuidado: muerde».

Nogmaals: De Caraibe
In het aquarium van de Grote Dierentuin

zwemt de caribe.
Dit raadselachtig zeedier
heeft een kam van christal,
een blauwe rug, een groene staart,
zijn buik is van compact koraal
en hij heeft grijze vinnen
van cycloon.
Op het aquarium staat geschreven:
‘Pas op, hij bijt.’

Who is more sci-fi than us?

Johanna Schouten-Elsenhout

Portret van de Surinaamse dichter Johanna Schouten-Elsenhout, gemaakt door de in Suriname werkzame fotograaf Nicolaas Porter. Nr. 65 in de reeks fotoportretten die Porter in opdracht van de Werkgroep Caraïbische Letteren maakt. De foto is ook in verschillende uitvoeringen te bestellen bij de fotograaf; voor informatie kunt U mailen naar: nicolaasporter@hotmail.com. Wie de hele reeks wil zien kan hieronder klikken op het label Werkgroepportretten.
  • RSS
  • Facebook
  • Twitter