Op donderdag 27 mei 2021 ondertekenden Rita Rahman, voorzitter van de Werkgroep Caraïbische Letteren, en... Lees verder →
De zoektocht van een Hindoestaan naar het cultuureigene (deel 8)
door Bris Mahabier
Geloofsafval – hindoeweduwen – enkele ideeën van árya samáji’s – kastenstelsel – hervormingen – discriminatie van hindoevrouwen – Hindi-onderwijs – kritiek op hindoegoden – mijn kalfje als gift – namaste en pánw lagi.
read on…Ruimte voor reflectie over de staat van het Sarnámi
door Bris Mahabier
Kritische vragen stellen, niet alleen aan anderen, maar ook aan jezelf. Vragen o.a. over de eigen Hindoestaanse cultuur in Suriname en Nederland, de eigen culturele wensen, intenties en activiteiten. Vragen over wat er hier en daar – individueel en in georganiseerd verband – bereikt en niet bereikt is. Vragen stellen is gemakkelijk, maar het vinden van de juiste antwoorden zonder een verantwoord onderzoek niet.
read on…Auteursrechten en intellectueel eigendom
Van de redactie van De Ware Tijd Literair
De redactie van DWTL is benaderd over een kwestie met betrekking tot plagiaat. De heer Gangaram Panday heeft ontdekt dat de Indiase Ambassade namen heeft veranderd in een leerboek waar zij het copyright op bezitten. De auteurs zijn in de eerste vier drukken vermeld, maar in de vijfde druk uit 2019 zijn er maar twee mensen van het eerste uur genoemd. De brief van de heer Gangaram Panday is volledig opgenomen op deze pagina zodat elke lezer precies weet waar het over gaat.
read on…Haridat Rambarans parivartan: zijn ontwikkeling van árya samáji hindoe tot atheïst (deel 5)
door Bris Mahabier
Episode 3: in Nederland
Hari Rambaran: actief als leraar, studeert natuurkunde, speelt toneel, schittert als Sinterklaas en verlaat ASAN als bestuurder.
read on…Leenwoorden in het Sarnámi en het Hindi
door Bris(path) Mahabier
1 Enkele opmerkingen over het Sarnámi
Niet het Hindi, zoals velen beweren, maar het Sarnámi is de moedertaal van de meeste Surinaamse en Nederlandse Hindoestanen. Vooral árya samáji geleerden uit India, maar ook pandits en parcáraks van Surinaamse bodem hielden de kalkattiyá’s (of kantráki’s), hun kinderen en kleinkinderen voor, dat het Hindi hun moedertaal was en dat ze moreel verplicht waren om deze taal te behouden en te cultiveren. Hindispecialisten en ook de andere medewerkers van het Indian Cultural Centre (ICC) maken gretig gebruik van elke gelegenheid, die hen in Suriname geboden wordt om dit standpunt steeds te herhalen. Deze taalpolitieke opvatting van het ICC is geheel in overeenstemming met de wens van de Indiase regering, maar is vooral voor de strijdbare sarnámisten niet acceptabel. read on…