Op donderdag 27 mei 2021 ondertekenden Rita Rahman, voorzitter van de Werkgroep Caraïbische Letteren, en... Lees verder →
Genetica van een sombere cultuur
Het literaire werk van Surinaamse hindostanen in Nederland
door Michiel van Kempen
In 1986 vond in Paramaribo een opmerkelijke bijeenkomst plaats: het eerste congres gewijd aan het Sarnámi, de moedertaal van de Surinaamse hindostanen. Dat was zo bijzonder, omdat de culturele leidsmannen van de hindostanen – lees: de pandits, de priesters – nog bijna allemaal zo graag wilden vasthouden aan het Hindi, de linguïstische navelstreng met India. Een Hindi congres was er al eerder geweest in Suriname. Maar een congres gewijd aan de `boerentaal’, het Sarnámi, nooit eerder.
read on…Leenwoorden in het Sarnámi en het Hindi
door Bris(path) Mahabier
1 Enkele opmerkingen over het Sarnámi
Niet het Hindi, zoals velen beweren, maar het Sarnámi is de moedertaal van de meeste Surinaamse en Nederlandse Hindoestanen. Vooral árya samáji geleerden uit India, maar ook pandits en parcáraks van Surinaamse bodem hielden de kalkattiyá’s (of kantráki’s), hun kinderen en kleinkinderen voor, dat het Hindi hun moedertaal was en dat ze moreel verplicht waren om deze taal te behouden en te cultiveren. Hindispecialisten en ook de andere medewerkers van het Indian Cultural Centre (ICC) maken gretig gebruik van elke gelegenheid, die hen in Suriname geboden wordt om dit standpunt steeds te herhalen. Deze taalpolitieke opvatting van het ICC is geheel in overeenstemming met de wens van de Indiase regering, maar is vooral voor de strijdbare sarnámisten niet acceptabel. read on…