blog | werkgroep caraïbische letteren
Posts tagged with: rotstekeningen

The Archaeology of Suriname

door Peter Sanches

Een bijzonder boek dat ik uit Suriname heb meegenomen is The Archaeology of Suriname: The Werehpai petroglyph site dat door het Surinaams Museum is uitgegeven. Het is geschreven door Aad Versteeg, Abelardo Sandoval, Irene Meulenberg en Dirk Noordam.

read on…

Surinaams Museum brengt boek over uniek erfgoed Trio

‘Nu kan iedereen genieten van de schoonheid van Werehpai’

De fascinerende rotstekeningen (petrogliefen) van Werehpai zijn vereeuwigd in de nieuwste publicatie van het Surinaams Museum. Foto’s, tekeningen en beschrijvingen van alle 313 rotstekeningen zijn opgenomen in dit boek van 400 pagina’s. Daarmee is de unieke verzameling nu ook toegankelijk voor iedereen die niet naar zuidwest-Suriname kan reizen.

read on…

Naar de raadselachtige petrogliefen van Werehpai

Foto´s en reisverslagen van Rob de Leur c.s.

Op 10 november 2011 landt, na een vlucht over het Wilhelminagebergte, het vliegtuig op Kwamalasamutu, ten zuiden van Suriname nabij de Braziliaanse grens. Rob en Loes de Leur maken deel uit van een gezelschap van tien Nederlanders, allen avontuurlijke zestigplussers. Hun reisdoel: Werehpai, om de petrogliefen te bekijken.

Het Trio dorp waar overnacht zal worden, telt ongeveer 1800 personen. De bagage van de reizigers wordt gecontroleerd op alcohol en sigaretten. Die mogen van Granman Songo absoluut niet onder de bevolking worden uitgedeeld, drank en drugs zijn ten strengste verboden.
De volgende dag leidt de route eerst per korjaal over de Sipaliwinirivier en dan door de jungle, 10 km, dat is 1 à 2 uur lopen naar de rotsen van Werehpai. Een moeilijk terrein met veel lianen en hellingen.

In het bos ruikt het op sommige plekken sterk naar kattenpis. Die bleek later afkomstig van tijgers, waarvan ze ook de sporen zagen. Tijgers heten uitgestorven te zijn in Suriname, maar Conservation International had camera´s opgehangen bij Werehpai en die hebben de dieren toch weten vast te leggen.

In 1998 werd Werehpai ontdekt door de Indiaan Kamanja. Er zijn 313 rotstekeningen gevonden die stammen uit een oeroud verleden, ingekerfd of gebeiteld in granieten rotsen. Dankzij het houtskool waarmee sommige petrogliefen zijn ingetekend, kon worden berekend dat de afbeeldingen tussen de 1000 en 2000 tot wel 5000 jaar oud zijn. Met de vondst van Werehpai steeg het aantal petrogliefen in Suriname van 192 naar 505.

Werehpai betekent in het Trio: ´Oude vrouw heeft haar kind hier beschermd`. Maar voor de Trio is het ook een raadsel wat de petrogliefen betekenen.

Werehpai ziet eruit als een verzameling rotsblokken van klein tot gigantisch groot. De blokken zijn bovenop elkaar gevallen, en tussen de smalle gaatjes en paadjes die hierdoor zijn ontstaan, kun je tussen de rotsen door lopen om de petrogliefen te bekijken. Aan alle kanten: zijkant, onder-, bovenkant, zijn petrogliefen gehakt.

Fotograferen is moeilijk: proberen scherp te stellen in het halfduister, geen mogelijkheid om afstand te nemen, en flitsen of schuin belichten geeft geen goede resultaten, de rots gloeit dan helder wit op.
Tussen de rotsen vliegen vleermuizen, groene pijlstaartvlinders en gele witte en oranje vlinders. Die blijven echter nergens lang genoeg zitten om te worden gefotografeerd.

Een uur lang lopen de reizigers om en door Werehpai, via een andere route tussen de stenen, gaan ze weer terug.

´’s Avonds wordt er nog nagepraat over wat ze gezien hebben. Werehpai is echt een unieke ervaring, zo anders dan ongeacht welke prehistorische grot ook in Frankrijk of Spanje.

[Bronvermelding: reisverslagen Rob de Leur c.s. 2011, Lana Leach in Parbode oktober 2007]

Mennio zag als eerste de grotten

door Charles Chang

In aanwezigheid van kapitein Wakoesha Reshoedè, dominee Shawa en de vertaler Wuta Wajimnu vertelt basja Mennio Moeshè (48) het ware verhaal. Later bevestigt ook de granman zijn relaas. “Ik was 27 jaar oud toen ik de grotten voor het eerst zag tijdens het jagen. Niemand van het dorp had ze toen eerder gezien. Ik vertelde het aan Tiramu, een Akoerio, maar heb er niet aan gedacht om het aan de buitenwereld bekend te maken. Ik keek alleen in de grote ‘kamer’, waar ik tekeningen maar ook botrestjes zag die waren achtergelaten door een tijger.

Verder ging ik niet. Later in 2000, toen Kamainja vertelde in welke omgeving hij zijn hond was kwijtgeraakt, dacht ik terug aan de grotten. Ik vond het erg voor hem, want een jachthond is net een kind voor een Trio. Misschien is de hond opgegeten door een tijger zei ik toen aan Kamainja. Ik vertelde hem dat er daar grotten waren met tekeningen en een tijger die erin woonde. Toen hij dat hoorde, haalde hij mij over om hem de locatie te wijzen. A man kori mi, want hij zei dat ik geld kon verdienen wanneer toeristen naar de grotten zouden komen kijken. Zo heb ik hem dus gebracht naar de grotten. Kamainja was toen een dag later in zijn eentje al de ‘kamers’ gaan onderzoeken. Daarna heeft hij het bekendgemaakt.”

Op de vraag waarom hij, Mennio, dit niet eerder heeft verteld, zegt de Trio-basja: “Ik heb nooit de grani gekregen, maar lang terug heb ik dit van me afgezet. Totdat Wuta mij vroeg om mijn verhaal te vertellen. In de stad heb ik het ooit aan iemand verteld – de naam van de persoon ben ik vergeten – maar wie zal mij, een indiaan, willen geloven?”
De Trio zegt nooit een kopercent te hebben gehad sinds de bekendmaking door Kamainja. Hij is er volgens de Trios ook niet veel beter van geworden. Enkele jaren na zijn opzienbarende ontdekking verhuisde hij naar Brazilië.

In 2000 verscheen in het nieuws de ontdekking van grotten met rotstekeningen nabij het inheemse dorp Kwamalasamutu aan de zuidgrens met Brazilië. Hoe oud de tekeningen zijn, is niet te achterhalen, maar uit onderzoek van houtskoolrestjes is gebleken dat de grotten reeds vijfduizend jaar geleden werden gebruikt. Het aantal voorkomende petrogliefen in de grotten en omgeving maakt deze unieke site tot de grootste in het Amazonegebied.

[uit de Ware Tijd, 04/06/2011]

Nieuwe Surinaamse kinderboeken

door Christine Samsom

Het kan niet vaak genoeg gezegd worden: Kinderen horen in hun eigen belevingswereld te worden geschoold, liefst in hun eigen taal. Ik vind dan ook behalve het stimuleren van het lezen, de belangrijkste verdienste van het Kinderboekenfestival, dat het onze eigen kinderboekenschrijvers inspireert om dát te schrijven wat onze kinderen aanspreekt: ons eigen ding!

Dat dit principe ook moet gelden voor de kinderen van het binnenland, lijkt me logisch. Daarom is het initiatief om te komen tot speciale schoolboekjes voor de kinderen van Kwamalasamutu (natuurlijk ook voor die in Apetina, Palumeu, Tepu en zeker ook de rest van het binnenland) toe te juichen. Zij gaan niet met een bus naar de markt; zij gaan met een korjaal naar hun kostgrond om aardvruchten en groenten te halen. Zij kunnen niet naar de slager om vlees te kopen; nee, vader gaat op jacht! Het team van het project Change for Children heeft samen met het team van de school van Kwamala onder leiding van het bijzonder actieve schoolhoofd Susan Macnack en met de inzet van de leerlingen en ouders drie boekjes gemaakt die ons stedelingen een blik gunnen in het leven in dat verre dorp, waar we niet zelf zomaar naar toe kunnen, maar die natuurlijk in de eerste plaats bestemd zijn voor de leerlingen om het leerproces te ondersteunen. Over het project is al veel geschreven in de Ware Tijd, met complimenten aan o.a. Bonnie van Leeuwaarde.

Persoonlijk vind ik Taal leren is leuk werkelijk het leukst. Op speelse manier werden kinderen en leerkrachten gestimuleerd om versjes en gedichtjes te maken. Uitgaande van en geïnspireerd door gedichten uit Popki Patu van Orlando Emanuels gingen de kinderen aan het werk. Het gedichtje ‘In een regenton, in een regenton zat een kleine todo’ van Orlando, werd door Waine Wahi uit de 6de aangevuld met: ‘In een hondehok, in een hondehok zat een kleine hond’ en hij maakte er een tekening bij. Gedichten over vader die op jacht gaat, de bootsman die overal naar toe gaat, over een vliegtuig en over brandhout, over dieren en over de school wisselen elkaar af. Één is door Twilla van de 6de misschien wel speciaal gemaakt voor de minister van Onderwijs: ‘In mijn school’ (zie hieronder). Vincent waarschuwt: ‘Laat onze okopipi met rust!’, Yoisling vindt geschiedenisles het leukst. En Juf Susan zet de klas op stelten door de kinderen alle geluiden die horen bij het openkappen van een kostgrond te laten nadoen: Hak, hak, hak. Kraaak en boeoeoem!! Hé, wat doet die kabouter met rode puntmuts ertussen?

Het meisje met de vogels en andere indiaanse verhalen, wil kinderen stimuleren om te luisteren, te lezen, te tekenen en, wie weet, zelf te verzinnen. De verhalen zijn o.a. van Cirino en van de Trio’s zelf, verzameld door Cees Koelewijn. Wat direct opvalt is dat in veel verhalen bijzondere dingen gebeuren, zoals een meisje dat met vogels praat (titelverhaal), een vriendje dat in een tingifowru verandert, kinderen die naar de maan verdwijnen om nooit meer terug te komen, een brand die niet door volwassenen met water of kruiden geblust kan worden, maar alleen door een onschuldig kind en de angst voor panakiri (blanken) die mensen opeten. Bij elk verhaal staan tekeningen van en opdrachten voor de leerlingen. Opvallend is het kerstverhaal dat eerst staat afgedrukt zoals het in de Bijbel staat en daarna zoals de 5de klas van meester Pildas het heeft bedacht: Zwangere Meeri en Josè komen helemaal uit Brazilië lopen om zich te melden bij CBB in Kwamala. Maar er zijn zoveel mensen die zich moeten melden dat…….Juist ja. Meeri bevalt in het kampje op een verlaten kostgrond. Een engel meldt mensen die vol kasiri liggen te slapen op een andere kostgrond dat…..enz. Nou, als dat niet past in de belevingswereld van het kind….! De leerkrachten werkten i.v.m. een training aan een project waarvan de neerslag op het eind van het boekje met veel hilariteit beschreven wordt.

En dan nummer 3: Laat het verleden leven! een boek over de eigen geschiedenis van de bewoners van Kwamalasamutu geeft in 2 delen: ‘We leren geschiedenis’ en ‘Verhalen uit en over het dorp’, weer onderverdeeld in verschillende lessen, eigen historisch inzicht aan de kinderen van het dorp, ook weer prachtig geïllustreerd door henzelf. Granman Asongo vertelt over zijn afkomst, maar ook verschillende leerkrachten doen dat. Soms is niet duidelijk, wie vertelt. Belangrijk is dat de kinderen leren dat hun voorouders de eerste bewoners waren van Suriname. Uitgebreid komt de prehistorie aan de orde, met foto’s van de grotten van Werehpai, slijpgroeven, rotstekeningen: hoe die voorouders eerst leefden van jacht, visvangst en verzamelen, zich later vestigden in dorpen waar kostgrondjes werden aangelegd, hoe ze van bosnegers ijzeren voorwerpen kregen in ruil voor jachthonden, hoe allerlei tot dan onbekende ziektes de volken decimeerden, hoe Amerikaanse zendelingen medische hulp boden, waarom en hoe Kwamala werd gesticht. Steeds is er een andere verteller, soms zijn er opdrachten voor de kinderen. Spannend is het verhaal van Juf Reoma Tawadi van de 3de klas over de ontdekking door haar vader Kamainja Panaschekuung (oei, moeilijk uit te spreken!) en anderen van Werehpai.

Tenslotte: Alle 3 boekjes staan vol tekeningen van de kinderen. Wat een talent!

Complimenten aan de mensen van Change for Children van wie Els Moor dé motor is achter de verwezenlijking van het project en de boekjes en aan AlbertRoessingh voor de lay out.

In mijn school

In de school, in de school
zijn er gaten
in de school zijn er zovéél gaten
maar wij gaan door met lessen volgen.

De bootsman

..Stroomopwaarts of stroomafwaarts
over de grote en kleine soela’s
kamp opzetten
lekker hengelen!
Lekker eten en dan terug!
Met mijn bootsman lekker terug!

Archeologisch Museum Aruba opent expo in winkelcentrum

Het Archeologisch Museum opent in samenwerking met Metacorp volgende week woensdag de tijdelijke expositie O Aruba, nos baranca tan stima in Renaissance Mall in Oranjestad. Dit ter gelegenheid van 25 jaar Status Aparte. De opening vindt plaats om acht uur ’s avonds bij de ingang van het winkelcentrum in de Havenstraat.

De expositie focust op de creativiteit van Arubanen vanaf de prehistorie tot het heden. Tijdens de tentoonstelling kan de bezoeker zien hoe de oorspronkelijke bewoners van het eiland alledaagse gebruiksvoorwerpen maakten en verfraaiden. In de periode na de komst van de olieraffinaderij en de sluiting hiervan is Aruba ook zeer creatief gebleven, aldus het museum. “We zijn dan ook heel blij en trots dat we deze expositie kunnen opdragen aan de bevolking.” Ook is het museum tevreden met de hulp van Metacorp. “Samenwerking tussen private en publieke partijen is heel effectief bij het creëren, promoten en behouden van onze culturele erfenis.”

Het Archeologisch Museum vindt de tentoonstelling een mooie gelegenheid om een breed publiek een stukje van de geschiedenis van het eiland te laten zien. Om zoveel mogelijk mensen te bereiken, maakt de expo gebruik van zowel visuele als tekstuele informatie. De tentoonstelling moet bewoners en toeristen ook stimuleren om musea, parken en andere culturele uitingen te bezoeken.
De expo maakt deel uit van een serie exposities in het kader van 25 jaar Status Aparte. Op 16 maart werd de eerste tentoonstelling geopend, bij het Nationaal Archief, en recentelijk had Unoca een expo op Las Americas rotonde over getalenteerde jongeren.

[uit Amigoe, 12 mei 2011]

Het geheim van Werehpai

door Lana Leach

Het verhaal gaat dat Trio Kamanja negen jaar geleden door een droom naar Werehpai is geleid. Op een heuvel trof hij 313 rotstekeningen aan die tot 5000 jaar teruggaan. Een unieke vondst voor Suriname en wereldwijd van groot historisch belang. Maar wat precies de betekenis van de tekeningen is? De Trio weten het ook niet.

Op ongeveer tien kilometer van het Triodorp Kwamalasamutu in het zuidwesten van Suriname trof Kamanja enorme granieten rots-blokken aan. De rotsblokken zijn bovenop elkaar gevallen en in de holtes bevinden zich de 313 tekeningen.

In 2000 werd Conservation International Suriname ingeschakeld, die weer contact legde met de Stichting Surinaams Museum. Na veel veldwerk, onderzoeken nu archeoloog Aad Versteeg en landschapsarcheoloog Dirk Noordam de historische waarde van Werehpai. Beiden werken voor de Stichting Surinaams Museum.

De tekeningen, beter gezegd rotstekeningen of petrogliefen, bestaan uit in graniet gebeitelde en/of geslepen lijnen. Die lijnen vormen samen een voorstelling, meestal mens- of dierachtig. Soms zijn hele vlakken verdiept om bijvoorbeeld een lichaam te vormen en de tekeningen kunnen wel 135 centimeter groot zijn. Volgens Versteeg moet het erg tijdrovend geweest zijn om deze diepe lijnen in de keiharde rots te krijgen. “Je begrijpt dan ook direct dat deze activiteiten voor de makers heel belangrijk moeten zijn geweest.”

Dat Werehpai bijzonder is, mag duidelijk zijn. Het aantal rotstekeningen dat in Suriname bekend is, steeg door de vondst van Werehpai van 192 naar 505. Daarnaast is het voor het eerst dat er in Suriname houtskool bij de tekeningen gevonden is, waardoor men kon achterhalen dat de afbeeldingen tussen 1.000 en 2.000 en tussen 4.000 en 5.000 jaar oud zijn. De afbeeldingen zijn allemaal uniek, op een paar simpele tekeningetjes na. Ook de stijlen verschillen.

De Trio vernoemden de plek waar de rotstekeningen werden gevonden naar een voorvaderlijke cultusheldin. Het ware verhaal wordt nog onderzocht, maar volgens Versteeg gaat dit gepaard met strijd, kinderen die gekaapt worden en een overwinnaar. “Of dit verhaal ook afgebeeld staat in de tekeningen is nog niet zeker, maar dat bepaalde afbeeldingen een verhaal vormen is wel te verwachten. Zo heb je bijvoorbeeld een tekening van een man en een vrouw met op de achtergrond een dier met een krulstraat. Daar moet iets achter zitten.”

Volgens Versteeg hebben de tekeningen waarschijnlijk een godsdienstige betekenis. “De Trio geloven in een evenwicht tussen mens en natuur. De natuur staat voor het goddelijke. Geesten beheersen bijvoorbeeld de rivieren, de planten en de bomen. En die moeten goed gestemd worden.” Hij vermoedt dan ook dat piaimannen, de religieuze leiders van de stam, de rotstekeningen hebben gemaakt. “Het ligt op een afgelegen plek met weinig water, het was dus niet een plaats om een kamp op te zetten, vermoedelijk reisde de piaiman hiernaar af om de geesten goed te stemmen.”

Verrassing
Als extra verrassing zijn in twee nauwe rotsspleten ook nog dunne aardewerken potjes gevonden. De potjes zaten diep weggestopt en moesten er met lange stokken uit worden gelepeld. “Zelfs een kind zou er niet bij kunnen komen”, vertelt Versteeg. “Het is alsof de piaiman tegen de meest vaardige pottenbakster heeft gezegd dat ze het beste materiaal moest gebruiken om het mooiste, dunste potje te maken om de goden te eren. Waarschijnlijk was het gevuld met iets prachtigs of bijzonders, want ze hebben heel veel moeite moeten doen om dat potje op die plek te krijgen.”

Holte
Ook zijn er twee werktuigen gevonden waarmee de rotstekeningen gemaakt zijn. Ze waren keurig opgeborgen in een holte waarvoor een losse steen gezet was. Het zijn een smalle beitel en een hamer om op de achterkant van de beitel te slaan, beide van een steensoort die niet in de buurt van Werehpai voorkomt.

Noordam en Versteeg hopen volgend jaar een stuk meer te kunnen vertellen over Werehpai. In de planning staat een tentoonstelling en er zullen twee boeken worden uitgebracht. Een wetenschappelijk boek en een algemener boek dat naast het Engels en het Nederlands ook in het Trio zal worden uitgegeven. “De Trio zijn er zelf ook heel nieuwsgierig naar wat wij nou precies aan het uitzoeken zijn”, zegt Noordam. “Zij hebben ook hun vraagtekens bij deze tekeningen.”

[uit Parbode, 1 oktober 2007]

  • RSS
  • Facebook
  • Twitter