blog | werkgroep caraïbische letteren
Posts tagged with: Roessingh Albert

Partnerschap S’77 projecten

Albert Roessingh – Achter het gordijn

Als Schrijversgroep ’77 willen wij de Surinaamse literatuur helpen ontwikkelen. We onderscheiden hierbij reguliere activiteiten en overige activiteiten. De reguliere activiteiten bekostigen wij uit

eigen middelen (o.a. contributie en donaties). Voor overige, wat grotere activiteiten moeten wij een beroep doen op externe financierders. We denken hierbij niet alleen aan bedrijven en instellingen, maar ook aan individuele donoren, die betrokkenheid willen tonen bij Surinaamse literatuur. We willen deze personen een partnerschap aanbieden, waarbij de donor een stem mag hebben in het
evenement. Uiteraard wordt in overleg bepaald hoe dit vorm krijgt. Het partnerschap zou ook de vorm kunnen aannemen van vrijwilligerswerk.
Belangstellenden kunnen mailen naar schrijversgroep77@hotmail.com,
ismene.krishnadath@gmail.com of acodfried@sr.net.  Bij voorbaat dank
voor uw bijdrage.
Albert Roessingh – Srefidensi/Onafhankelijkheid

Op dit moment gaat het om de volgende projecten:
Vertoning film 35 jaar S’77 op tv. De film bestaat uit drie delen van een half uur.  Het uitzendtarief bij STVS is 640,- srd per half uur. De mogelijkheid bestaat ook de film privé aan te schaffen bij de STVS (473032). Het winstaandeel van S’77 in de verkoop wordt opgespaard ter financiering van de uitzendkosten.
Publicatie van dichtbundels Uma en Fri. De gedichten in deze bundels zijn van  diverse, voornamelijk Surinaamse schrijvers in talen die in Suriname worden gebruikt. Enkele zijn vertaald naar een meer algemeen gesproken taal. Er is met veel liefde aan de bundels gewerkt door de dichters zelf, door Arlette Codfried die ze heeft verzameld en door Alphons Levens, die de redactie heeft gedaan.  De bundels zijn bedoeld als cadeau aan de Surinaamse gemeenschap maar kunnen eventueel ook verkocht worden.
Skrijf, lees, teken is een project waarbij jong aanstormend schrijf- en tekentalent zal worden begeleid door meer ervaren schrijftalent. Beiden hebben profijt eraan in de zin dat ze van elkaar kunnen leren en steeds beter literair werk produceren. Voorlopig is het de bedoeling dat dit project een jaar zal lopen vanaf een datum in 2013. Voor meer informatie over het project en de manier waarop u uw partnerschap vorm kunt geven, kunt u contact maken met Arlette Codfried via acodfried@sr.net.

[Mededeling Schrijversgroep ’77]

De brief

Posted by Picasa

zolang ik naakt ben
blijft alle papier wit, leeg
kan ik niet schrijven

Afbeelding: Albert Roessingh
Haiku: Els Moor

Albert Roessingh/Michel Krott – De blauwe vrouw

De blauwe vrouw verplaatst zich uit het doek,
het lege beeld blijft achter als een wit
en ongeschreven hoofdstuk in een boek.

De vrouw, licht gebogen alsof zij bidt,
ontvouwt vertraagd haar sierlijk slanke benen
uit de vereeuwiging waarin zij zit.

De blauwe vrouw, bewegend als een stenen
beeld dat uit een roerloze slaap ontwaakt,
is uit het witte droomgebied verdwenen.

In mijn verbeelding groeit zij als een naakt
en willend wezen in een zijden doek;
ik heb haar blauwe dijen aangeraakt.

Een vrouw, een blauwe vlek, een vorm die leeft.
Zij is de heks die in mijn dromen zweeft.

Afbeelding: De blauwe vrouw in rood van Albert Roessingh
Gedicht: Matisse van Michel Krott

Albert Roessingh/Els Moor – De rietkapper

arme rietkappers
onrecht is altijd hun deel
zwaar werk, weinig geld

Beeld: Albert Roessingh; haiku: Els Moor

Albert Roessingh/Els Moor – Modern life

 

we zijn geen beelden
maar billen, buiken, tieten
die aandacht vragen

Beeld: Albert Roessingh; haiku: Els Moor

Het speeltuinfeest

Het speeltuinfeest van Cobi Pengel is een nieuw kinderboek, een feest om te lezen. Een vrolijke tekst, waarbij alle wensen in vervulling gaan. In het boek is veel ruimte voor de tekeningen van Albert Roessingh. Hoewel de tekeningen levendig zijn, overheersen donkere kleuren op de achtergrond, wat de stemming een beetje drukt. Cobi Pengel geeft in dit boek, net als in haar drie eerdere boeken, haar fantasie de vrije loop. Marisa droomt weg als er geen klanten komen om de lekkernijen van haar moeder moet kopen. In de droom verschijnt een feeërieke tweelingzus Surprise. Zij neemt haar mee naar een prachtig feest, waar ook haar pesterige neefjes zijn. Als ze wakker wordt, is het feest nog steeds niet afgelopen.

Awakening

ontwaak en raak los
van dat slavernijgevoel
keti koti dei!

Haiku: Els Moor, kunstwerk: Albert Roessingh

* Op 1 juli is het Keti Koti (de ketenen zijn verbroken), de viering in Suriname van de afschaffing van de slavernij. Het leeft zoals in Nederland 4 en 5 mei leven.

Watramama / Zeemeermin

ik watramama
verleid mensen met mijn stem
en verslind ze dan

Els Moor, haiku; Albert Roessingh, illustratie

Watramama is een heksachtig wezen, helemaal zwart, met lang donker haar, die de diepte van de rivier bewoont. Ze voedt zich met liederen en mensenvlees. Als ze geen slachtoffer heeft om haar tanden in te zetten, komt ze ’s nachts boven water en zingt. Ze zingt en haar honger verdwijnt. Maar haar stem is zo lieflijk zo melodieus, dat wie haar hoort, dichterbij komt, steeds dichterbij, om te luisteren. De stem betovert de luisteraar en dan komt Watramama omhoog en trekt haar slachtoffer mee de diepte in.

Suikerriet kappen op Mariënburg

suikerriet kappen
het was onmenselijk zwaar
de suiker was duur!

Beeld: Albert Roessingh; haiku: Els Moor

Nieuwe Surinaamse kinderboeken

door de kinderredactie van de Ware Tijd Literair

Wat een geweldige happening was het weer, het Surinaamse Kinderboekenfestival (Kbf)! De kinderen van de kinderredactie, ze zijn er allemaal met school geweest, met hun klas, maar daarnaast nog twee, drie, vier keer in de middag ook, met mamma, met pappa, met opa’s en oma’s. Wat een veelheid aan boeken, wat een verscheidenheid aan stands! En het zijn echt niet alleen de kinderen die niet uitgekeken en uitgepraat raken!

Nu is het weer voorbij en we hebben besloten dat we zoveel als mogelijk de nieuwe boeken die op het Kbf zijn gepresenteerd, direct recenseren. Dat betekent wel dat de kinderen van de kinderredactie niet met alle recensies mee kunnen doen. Ze moeten in de eerste plaats gewoon aan school denken en er is ook nog de jongerenbeurs en dan nog alle andere activiteiten die kinderen tegenwoordig hebben. Maar gelukkig is er internet en telefoon. De kinderredactie is al zo geroutineerd dat we in sommige gevallen met telefonische interviewtjes kunnen werken of met ge-e-mailde vragen en antwoorden. Het boekje Laat mij niet alleen wordt heel kort gerecenseerd, maar is nog niet samen met de kinderen besproken, omdat dit onderwerp niet ten onder mag gaan aan tijdgebrek en haast. Daarvoor is het te belangrijk. Van de aangeboden boeken worden er hier zes besproken. Van Miss Alida door Mariëlla Bekker hebben we helaas geen presentexemplaar gekregen en het bundeltje korte verhalen van Orlando Emanuels, Het kan je gebeuren is meer voor volwassen lezers dan voor jongeren of kinderen. Dat bespreken we in een volgende aflevering.

Laat mij niet alleen

Laat mij niet alleen van Indra Hu is het verhaal van een vijfde klas van een basisschool, waar een nieuwe jongen komt die hiv-besmet is. Niet een vrolijk onderwerp en aan het omslag is al te zien dat het geen erg vrolijk boekje is. De kleuren zijn stemmig, natuurlijk wel met onze groengeruite uniformbloesjes. Het geel van de achtergrond is niet zonnig geel, maar een gedekte tint die naar beige zweemt, en het gezicht van Wikash is strak, dat is mooi gedaan. Dit boekje is jammer genoeg een beetje slordig ingebonden. Binnenin zijn drie gekleurde illustraties opgenomen, telkens met een zin uit de tekst als ondertiteling en verwijzing naar de bladzijde waar de die zin staat. De letters zijn groot, dat is voor jonge lezertjes prettig, maar het had volgens mij hier niet gehoeven, want het onderwerp leent zich meer voor grotere kinderen. De zinsbouw is vaak niet eenvoudig, niet gericht op jonge kinderen, terwijl de moeilijke woorden zorgvuldig worden ‘gebroken’ zoals de juf in het boekje het noemt. Het verhaal speelt zich af binnen het tijdsbestek van een schooldag. Wikash, de hoofdpersoon, krijgt ruzie met een klasgenoot en juf moet ingrijpen. De ruzie gaat over de dingen die van Wikash gezegd worden, dat hij aids heeft en dat de kinderen niet met hem om moeten gaan. Juf gaat met toestemming van het schoolhoofd het gesprek met de klas aan. Van tevoren heeft ze gezorgd dat ze heel goed geïnformeerd is over hiv en aids. Het voorlichtingselement vind ik het belangrijkst in dit boekje. De informatie over hiv en aids is duidelijk en uitgebreid, ook het aspect seks in relatie tot hiv en aids komt aan de orde. Zoals gezegd, met moeilijke woorden, die worden uitgelegd. Helemaal voorin geeft de schrijfster in een dankwoord aan dat drie artsen haar hebben bijgestaan met medisch advies. Indra Hu heeft die informatie bereikbaar gemaakt voor de kinderen van de lagere school. Bovendien prettig en herkenbaar, want in de klas van Wikash zitten duidelijke karakters, die je gelukkig ook laten lachen.
Wikash wordt gediscrimineerd en gestigmatiseerd vanwege onbekendheid met het onderwerp. Na uitgebreide voorlichting, heel professioneel gedaan door juf Lucy in samenspraak met een klasgenootje van Wikash, wordt hij wel geaccepteerd. Het zal echter niet altijd zo duidelijk zijn wat de reden is dat een kind wordt gepest of buitengesloten. In een gesprek met een paar leerkrachten, die het boekje al gelezen hebben, kwam het pesten naar voren. ‘Maar’, merkte een juf heel wijs op, ‘wij hebben gelukkig al onze eigen manier om met pesten om te gaan. Hier gaat het over hiv, een onderwerp dat voor al onze kinderen van belang is!’ Laten we hopen dat alle scholen het aandurven om dit gevoelige onderwerp op hun agenda te zetten.

[Indra Hu: Laat mij niet alleen, 62 pp., medisch advies: Nanja Braafheid, Ricardo Hu en Kries Matai, illustraties: Tapasia Daryanani, lay-out: Fred Martodikromo. Paramaribo: Artex (druk), mei 2012. ISBN 978-99914-63-05-6]

Het speeltuinfeest
Mooi uitgevoerd, dit boek met harde kaft en kleurige voorplaat. Ook binnenin veel platen. Van de eenentwintig bladzijden in A4-formaat wordt meer dan de helft in beslag genomen door de tekeningen van Albert Roessingh, en je kunt merken dat hij het verhaal goed gelezen heeft. Jaïr viel direct op de voorplaat. De zweefmolen riep leuke herinneringen op aan een buitenlandse vakantie toen hij met zijn vader in een zweefmolen zweefde. De herinneringen van Jaïr brengen ons in de sfeer van dit boek, het dromerige, sprookjesachtige van het verhaal Het speeltuinfeest van Cobi Pengel.

In het verhaal dagdroomt het meisje Marisa terwijl ze moet opletten bij de verkoop van het zuurgoed dat haar moeder maakt. Verkoop van zuurgoed is een bijverdienste die nodig is, want Marisa’s moeder staat er alleen voor om het gezin draaiend te houden, terwijl haar vader in Nederland is. Marisa ziet haar vader als haar grote held, die haar redt van alle narigheid die ze tegenkomt. Vooral van twee pesterige neefjes heeft ze last. Zelfs een pak slaag helpt niet bij die twee ellendelingen! Het droommeisje Surisa kan in dit verhaal wensen en verlangens tot werkelijkheid maken en zij organiseert een feest vol verrassingen in de speeltuin. We zullen niet verklappen welke, maar de grootste verrassing blijkt geen droom te zijn, maar werkelijkheid! Een verhaal met vrolijke elementen, waar droom en werkelijkheid door elkaar bestaan. Een roze verhaal, even roze als de jurk die Marisa naar het speeltuinfeest draagt.

[Cobi Pengel: Het speeltuinfeest, illustraties: Albert Roessingh, druk: Leo Victor N.V.. Paramaribo: PCOS, 2012. ISBN 978 99914 56 13 3]

Kwa-aaak hier ben ik

Het verhaal van todo-eksi beschrijft de levenscyclus van een todo, van kikkerdril tot een volwassen kikker. In de inleiding worden de ‘rijke illustraties’ genoemd. Dat is zeker zo, rijke illustraties! Heel mooi, sfeervol en kleurig, met hier en daar humoristische elementen. Een plezier om uit dit boek voor te lezen en voor de kinderen een plezier om mee te kijken en mee te lezen of erover te praten. De illustraties zijn uitgevoerd over beide pagina’s en de korte stukjes tekst staan in de tekeningen, de ene keer op de linker-, de andere keer op de rechterbladzij. De rijmwoorden in de tekst kunnen het voorlezen nog leuker maken. Rijmende woorden helpen de kleine kinderen ook bij het onthouden en volgen van het verhaal. Vervuiling is het thema in het boekje, de gevaarlijke reis die de todo maakt gaat door een vervuilde sloot. Een mooie vondst vind ik: ‘dit was ik, kikkerdril in een wegwerpblik’. Door de illustraties krijgen de kinderen een beeld van de rotzooi die in de sloot gegooid is. Spannend zoals de todo in het blik opgesloten zat, maar gelukkig, als hij eenmaal pootjes heeft kan hij zich afzetten en eruit klimmen. De volwassen kikkers gaan de sloot opruimen en daarna houden ze hun omgeving schoon. Zo hoort dat!

[Mildred Pabst-Tapessur, Marian Mac Nack-van Kats & Karin Lachmising (samenstellers): Kwa-aaak hier ben ik. Het avontuur van todo-eksi, 32 pp., vormgeving/illustraties: Ginoh Soerodimedjo, druk: Quick Offset Print. Paramaribo: Stichting Klimop, 2012. ISBN 978-9914-7-158-7]

Patrick & Bello. Snel weer beter
Patrick & Bello van Carla Rees heeft een ongebruikelijk uiterlijk. Het is uitgevoerd in A4-formaat, landscape gedrukt. De illustraties staan over de gehele linkerpagina en de tekst staat op de linkerhelft van de rechterpagina, met uitzondering van pagina 9, waar naast de tekst ook nog een illustratie is. Het boek heeft een slappe kaft.

Patrick is enig kind, hij heeft geen broertjes of zusjes, hoewel zijn vader hem wel een broertje heeft beloofd. Hij heeft wel een hond, Bello, en ze zijn erg aan elkaar gehecht. Bello hoort er helemaal bij, hij mag zelfs binnen komen. Als Patrick tijdens het spelen zijn been zo erg bezeert dat hij naar het ziekenhuis moet en daar een week blijft, is te merken hoe erg ze elkaar missen.
Tijdens het Kbf werd in de stand ‘Lees je wijs’ met dit boekje gewerkt door de vierde klas van de Nassy Brouwer school. Deze kinderen gaven aan dat ze het boek vooral goed vinden omdat ze houden van boeken die gaan over de vriendschap tussen mensen en dieren. Maar ze hebben er ook dingen uit geleerd, bijvoorbeeld: je moet niet rennen als het geregend heeft. Dan kun je uitglijden en net als Patrick in het ziekenhuis terechtkomen. Hier komt het andere thema van dit boek naar voren: dokters, zusters, ziekenhuizen zijn niet eng. De dokter kan heel aardig zijn en de verpleegsters ook. Maar dat de dokter Patrick een brasa geeft, is dat niet een beetje overdreven? Wat we ons ook afvragen is of  je met een verstuikte voet in het ziekenhuis moet blijven. Zelfs met een gebroken been mag je naar huis als het gezet is. Wat de kinderen mooi vinden is dat Patrick op het einde de hond Bello ziet als een broertje, waar hij zo naar verlangde. Nu heeft hij zijn ‘broertje’! Het is de kinderen kennelijk niet opgevallen, maar de mensen in de tekeningen van dit boek zijn wel erg wit. Van Patrick wordt aan het begin gezegd dat hij een red’-redi boi is, dus à la, en aan zijn moeder zie je duidelijk dat ze een creoolse is. De zusters en die aardige dokter zijn echter wit. Jammer, hoor.

[Carla Rees: Patrick & Bello. Snel weer beter, 29 pp., illustraties: Leo Wong Loi Sing, vormgeving Jessica Polanen, druk: Leo Victor N.V.. Paramaribo: PCOS, 2012. ISBN 978 99914 56 14 0]

[besproken door Marja Themen-Sliggers, Xaviera, Jaïr, Jamar]

Olize de zebrafant

De titel zegt het al, Olize de zebrafant is een boekje over een dier uit de fantasiewereld. Als dochter van een olifant en een zebra heeft Olize een dik lijf, een slurf en zebra-achtige zwarte strepen op haar huid. Haar leven is als dat van een kind: als ze de leeftijd heeft, gaat ze naar school en komt met veel verschillende dieren in de klas. Die vinden haar maar gek. Ze wordt gediscrimineerd. Na heel wat dyugudyugu loopt het gelukkig goed af met Olize. De klasgenoten zien hun fout in en organiseren zelfs een prachtig feest voor haar. En op dat feest hebben al die dieren iets van een ander dier. Zo heeft de luiaard vleugels, jaguar een snavel en ga zo maar door. Wat de thematiek betreft lijkt dit verhaal wel op Laat me niet alleen van Indra Hu, waar de kinderen ook ophouden Wikash te discrimineren.
Vier stagiaires van Stichting Projekten hebben het verhaal verzonnen, geschreven en de mooie tekeningen gemaakt. Die zijn van Yanka Dietvorst. Ze zijn fantasierijk en passen goed binnen de aantrekkelijke, kleurrijke lay-out van Jessica Polanen. Jammer vinden we het dat Olize een ‘moksi’ is van twee dieren die hier onbekend zijn. In de Zoo geen olifant en geen zebra. Misschien kennen sommige kinderen ze van documentaires over dieren op tv. Hoe het ook zij, zo’n eenvoudig verhaal met tekeningen en een lay-out voor jonge lezers kan het best een voor het kind herkenbare wereld verbeelden met dieren die ze kennen. We hebben hier zoveel dieren in onze rijke natuur! Olize zou ook Jagluia kunnen heten, met Jaguar en Luiaard als ouders…

Olize de zebrafant is een prachtig boekje om door te bladeren, maar de inhoud heeft niet de grote kwaliteit van de vormgeving. De thematiek, ‘anders zijn en daarom gediscrimineerd worden’ is heel bekend in onze kinderliteratuur en ook het feest op het eind is geen nieuwtje. Het paard Manga uit de serie van Susan van Dijk-Leefmans krijgt in deel 3 net zo’n soort feestje. En wat vindt u van deze zin over het feest: ‘De leeuw is er, de luiaard, de apen, de giraffen, ook de slang, de muis, de tingi fowru en de luis’? Wie een boek schrijft voor Surinaamse kinderen moet de kinderliteratuur kennen en de achterliggende realiteit, in dit geval de dierenwereld.

[Els Moor]

[Yanka Dietvorst, Anouk Mattheeussen, Charlotte Meyvis, Kris Hendrickx: Olize de zebrafrant, illustraties: Yanka Dietvorst, lay-out: Jessica Polanen, druk: Leo Victor N.V.. Paramaribo: PCOS, mei 2012. ISBN 978 99914 56 11 9]

Het eerste immigrantenpaar de ‘vader en de moeder’ पिता और माँ

vader en moeder
beroemd als baba en mai
de immigranten

Els Moor

De haiku is een van oorsprong Japanse dichtvorm die al vanaf de achttiende eeuw wordt toegepast. Kort, maar krachtig. Dat is het karakteristieke eraan. Een haiku bestaat slechts uit zeventien lettergrepen, vijf in de eerste, zeven in de tweede en weer vijf in de derde regel. Het schrijven van haiku’s vergt veel concentratie. Je wordt beperkt en gestuurd door de vorm en wilt toch de essentie van het onderwerp vatten. Een poëtische denksport!

Albert Roessingh & Els Moor – 3 juni 1873

Op 3 juni 1873 kwam het eerste schip, de ‘Lalla Rookh’, met Brits-Indische contractarbeiders na een lange zeereis uit India aan bij Fort Nieuw Amsterdam in Suriname. Zij waren onder valse voorwendselen geworven om te werken zoals ze dachten in de Groene Tuinen van het Paradijs. De bedoeling was echter dat zij de vrijgemaakte slaven die massaal de plantages ontvluchtten, zouden vervangen. De meesten konden lezen noch schrijven en bezegelden hun lot met een vingerafdruk onder een stuk papier. Een van de volgende teleurstellingen was dat zij gehuisvest werden in de leegstaande slavenwoningen. Albert Roessingh maakte tekeningen van dat stuk geschiedenis. Els Moor maakte kwatrijnen bij die tekeningen.

aankomst lalla rookh
kijk in het scheepsruim
mannen en vrouwen staan klaar
voor een nieuw bestaan
het nieuwe huis
is dit nou de plek
waarnaar ze steeds verlangden?
moed zinkt langzaam weg
  • RSS
  • Facebook
  • Twitter