blog | werkgroep caraïbische letteren
Posts tagged with: religie

Voor zenboeddhist Shimano was seksueel misbruik ‘a way of life’

door Anouk Eigenraam

Bij seksueel misbruik binnen religies is de associatie met het misbruik binnen de katholieke kerk snel gemaakt. Je denkt niet zo snel aan het boeddhisme. In een artikel in The Atlantic betoogt Mark Oppenheimer dat het misbruik binnen het zenboeddhisme niet alleen vele malen groter is, maar ook veel banaler. read on…

Inheemsen: piai en/of sjamaan

Voordat de inheemsen, vooral de ‘Bovenlandse indianen’ in het zuiden van Suriname, die nog lang zonder vaste woonplek waren, bekeerd werden tot het christendom en dorpen kregen, waren ze wat medische zorg betreft aangewezen op hun piai of sjamaan, de deskundige op het gebied van de natuur, die veel geneeskracht bezit. Nu is het belangrijk dat deze kennis van eeuwen niet verloren gaat. read on…

Mitoni, een rituele ceremonie

Mitoni: Een Javaanse rituele ‘Selamatan” i.v.m de 7de maand van de eerste zwangerschap

door Tri Heriaty Pulandari aka Ibu Nunuk

 

Een paar weken geleden fluisterde ibu Sara in mijn oor. Zij vroeg of ik bij een “selamatan” feestmaal in verband met de “mitoni” ceremonie van één van haar dochters wilde komen. De “selamatan” en de ceremonie zelf zijn op de 16de van deze maand gehouden. Met veel succes en gezelligheid . Dit brengt me op het idee om de Javaanse ceremonie “Mitoni” op papier te zetten. Dit vind ik nodig omdat er toch wat verschillen zijn tussen de “Mitoni” in de Indonesisch-Javaanse en in de Surinaams-Javaanse cultuur. Dit heeft voornamelijk te maken met het aantal deelnemers, de soorten motieven van de “kain batik” en de offers die bij de badceremonie worden gebruikt. read on…

Borstmelk: een gift van God

Onlangs kondigde de minister van Volksgezondheid, Drs. M. Blokland, het landelijk programma aan dat gericht is op babyvoeding, welke op 1 augustus van start gaat. Het programma geeft de verzekering dat babyvoeding tot het eerste levensjaar van het kind gegarandeerd is. Het kind heeft recht op acht blikken babymelk per maand. Is kunstmelk wel raadzaam? Wat zeggen enkele vooraanstaande personen in de samenleving hierover en wat zegt het Kerkgenootschap der Zevende-dags Adventisten over de rol van kinderen en hun (op) voeding? read on…

Promotie Headly Binderhagel: Geesten en goden maken niet ziek

Vandaag promoveerde Headly Binderhagel aan de Universiteit van Tilburg op het proefschrift: Woordbreuksyndroom: een psycho-neuro-endocriene benadering van fyofyo programmering. read on…

Santo Daime, de religie

De Santo Daime is een religie die begin 20e eeuw in Brazilië opkwam en die teruggrijpt op antieke tradities uit Brazilië, Afrika en Europa. read on…

Suriname bij wereldtop-4 grootste religieuze diversiteit

Suriname neemt mondiaal bezien de vierde plaats in van landen met de grootste religieuze diversiteit. Dit blijkt uit de enkele dagen geleden vrijgekomen geactualiseerde Religious Diversity Index (RDI) van het Pew Research Center. In deze index van 232 landen is nader onderzoek gedaan naar de religieuze fragmentatie van de bevolking in een land. Daarbij is onder meer het percentage belijders van acht grote wereldreligies, waaronder het Boeddhisme, Christendom, Hindoeïsme, Jodendom en het Moslimgeloof in beschouwing genomen.

[uit De West, 9 april 2014]

Promovendus moet God uit dankwoord van proefschrift scheuren

door Maud Effting 

Het waren slechts een paar korte zinnetjes over God die promovendus Jerke de Vries opnam in het dankwoord van zijn proefschrift. Maar de Wageningen Universiteit maakte daar vlak voor zijn promotie korte metten mee: God moest uit het proefschrift. Anders kon hij zijn promotie op zijn buik schrijven.

read on…

Winti is een religie

 
door Jerry Jaimé
In het Surinaamse district Para, dichtbij Zanderij, op de weg naar Republiek vind je Akata Kondre. Dat is een kleine leefgemeenschap waar de Winti religie gepredikt en gepraktiseerd wordt. Er worden Wintiprei gehouden en mensen komen van heinde en ver om hulp te zoeken voor hun probleem of gewoon om een ‘wasi’ (een spiritueel en ritueel bad) te nemen. Van 1874 tot 1971 was het aanhangen van de Winti, een van oorsprong Afrikaanse godsdienst, bij wet verboden in Suriname. Dat heeft geleid tot het feit dat de Wintiprei altijd ver buiten de stadsgrenzen van Paramaribo plaats vonden. Ramon Macknack, Obiahman/Bonu man (Natuurgenezer, medicijnman), leidt Akata Kondre en werkt met heel veel passie aan het uit de taboesfeer halen van Winti. Hij geeft lezingen daar over, heeft een radioprogramma en reist stad en land af om deze boodschap te verkondigen. Caroline van Leerdam en ik hebben drie dagen tussen de mensen van Akata Kondre gezeten. We hebben een wasi genomen en wij zijn beiden overtuigd van de integriteit van deze mensen. In de sfeer van openheid heb ik toestemming gekregen om te filmen en te fotograferen. Ik ben in gesprek met wat omroepen om te proberen een meerdelige reality serie te maken over Akata Kondre. Deel dit album als je dat wil en laat mij weten of je naar zo een serie zou kijken en waarom.
[van Facebook]

Genduren-ceremonie luidt Sasi Sura in

door Charles Chang

Paramaribo – Bij het centrum van Pernatan Adat Djawa Rasol Suriname (PADRS) is de ingang versierd met jonge palmbladeren. “Voor de vreugde”, zegt Amin Kasanmohamat, de geestelijke leider van de eenenveertig jaar oude religieuze organisatie. De organisatie vierde dinsdag Sasi Sura, de inleiding van het Javaans Nieuwjaar. Wie dat dinsdag niet heeft gedaan, krijgt nog een maandlang de tijd.   Wanneer de zon ondergaat, wordt het drukker. Zowel ouderen als jongeren stappen binnen, allen opvallend in het zwart. “Voor de Javaan staat zwart voor de oosterse filosofie, het is de oorspronkelijke kleur van onze leerstelling”, verklaart de goeroe. “Onze doelstelling is behoud van de Javaanse cultuur, want het verwatert. En daarom is deze organisatie opgericht. PADRS is een erkend rechtspersoon met haar eigen geestelijke gidsen, huwelijksambtenaren en begeleiders voor gezinsproblemen en overlijden.” Van dewejanang kawara jawa, de geheime orde, maakt Kasanmohamat ook geen geheim. “Dat hebben we ook – net als bij elk geloof.”  

Dresscode
Net zo ‘vreemd’ als de dresscode is, is ook het gebedshuis van de PADRS. Van de buitenkant ziet het eruit als een moskee, maar het is een Javaanse sanggar. Volgens Kasanmohamat komt het model niet van de islam, maar van de kapurwan, een uitvloeiing van het Javanisme. De dienst is hier op elke donderdag. Leden van de PADRS bidden tweemaal per dag: één om te smeken voor een goede dag en de tweede om daarvoor te bedanken. Zeven weken voor de jaarwisseling vasten ze telkens op de maandag en donderdag (senènenkemis), van zonsopgang tot zonsondergang. In de laatste fase onthouden ze zich 24 uur lang van eten, slapen en praten.  

Heilsmaaltijd
Wanneer het grote moment is aangebroken, zit Kasanmohamat samen met de kaums in kleermakerszit in een rij voor de genduren (de ceremonie). De papaja op de grond, waarop alles in bakken en schalen staat geserveerd, is tot de rand gevuld met de heilsmaaltijd. De goeroe start met een gebed en het branden van de menyan (soort wierook), daarna mag een assistent het overnemen. Zonder onderbreking begint die alle gerechten en de betekenis ervan op te sommen in het hoog Javaans. Het is Nieuwjaar, dus volgt er een pagara na het ceremoniële half uur.  

Inwijden
Dan komt de zaal tot leven. Opgerolde bladeren worden rond gedeeld, terwijl blote handen de gekookte kip uit elkaar halen. Mannen delen uit, maar bij de vrouwen doen vrouwen het werk. Het duurt niet lang of de berg rijst op het blad wordt aangevuld met kip, groente, bami, patat en andere toespijzen. Vakkundig wordt dan de brekat opgevouwen en gaat het in een plastic zak. De traditie is om het thuis gezamenlijk te eten met het gezin. “Ik was moe, maar ik ben toch gekomen want het is Sasi Sura”, zegt Henny die ‘s middags terugkeerde uit Nickerie. Wanneer hij aanstalten maakt om weg te gaan, is de helft al naar huis. Wie niet weggaan, zijn vijf mannen in de sanggar. Zij hebben zich opgegeven om in de leer te gaan. Tegen middernacht worden ze ingewijd met verzen die ze uit het hoofd moeten leren. Dan zijn ze Javanist in de diepere zin. Een vierenvijftig jarige muslima die pas is overgestapt naar dit geloof, denkt er voorlopig niet aan. “Ik ben er nog niet ready voor.”

[uit de Ware Tijd, 07/11/2013]

Trommelgeesten (12 en slot)

door Fred de Haas
 
Gebruik van medicinale en/of hallucinogene kruiden in de Curaçaose ‘magie’
Zolang als de mensheid bestaat heeft men kruiden gebruikt voor geneeskundige en ‘magische’ doeleinden. Zaden, wortels en extracten van planten en kruiden werden ook gebruikt voor minder fraaie, zelfs criminele doeleinden, zoals het vergiftigen van mensen. Vijgenbladeren vermengd met tabak zijn een roesmiddel. De eik en de tamarinde zijn heilige bomen, ook bij de oude Kelten en Germanen. De aloë is een talisman. Wierook is een probaat middel om de boze geesten van het Oudejaar uit huis te jagen onder het uitspreken van de woorden ‘saka fuk’i aña bieu’ (=  het ongeluk van het oude jaar weghalen). Mijn vroegere buurvrouw deed dit elk jaar.
A.M.G. Rutten heeft in zijn boek Magische kruiden in de Antilliaanse folklore verslag gedaan van een etnofarmacologisch onderzoek dat hij in West-Indië heeft verricht in 1956/57. In zijn boek vind je talloze voorbeelden van planten en kruiden die het bewustzijn kunnen vernauwen, verruimen, verdoven en veranderen. Zo zijn er op Curaçao wel meer dan dertig plantensoorten die een psychedelische (= de geest beïnvloedende) uitwerking kunnen hebben. Yerba di glas en Hilo di diabel bevatten LSD-achtige verbindingen, de Barba di Yonkuman bevat looizuur en giftige narcotica, wortels en zaden van cactussoorten kunnen zeer hallucinogeen (= zinsbegoochelend) zijn.
Het gegiste sap van de karakteristieke Curaçaose agave of Pita plant is roesverwekkend en het gebruik ervan niet van gevaar ontbloot. Rutten merkt op (p.122): ‘wie voor magische doeleinden zijn toevlucht zoekt tot de Antilliaanse flora loopt altijd kans op vergiftiging. Een aantal kruiden dat als medisch getinte ‘Golden Herbs’ (= gouden kruiden) wordt gepropageerd veroorzaakt reacties die ernstig zijn, maar waarbij de herkomst van de reactie niet wordt onderkend’. En: ‘Atropine en Hyoscine uit planten van de Nachtschadefamilie zijn bruikbare geneesmiddelen, maar ook beruchte hallucinogenen en criminele wapens’.
Er zijn ‘magische’ kruiden of plantenextracten die je na gebruik ervan de indruk kunnen geven dat je in een andere wereld terecht komt, contact krijgt met het ‘bovennatuurlijke’ of zelfs de suggestie kunnen geven dat je ‘vliegt’. In de slaventijd vertelde men verhalen over slaven die ‘terugvlogen’ naar Afrika. Ongetwijfeld kwamen die verhalen voort uit ervaringen van mensen die bepaalde kruiden hadden gebruikt waardoor ze zware hallucinaties kregen. Een kwestie van pure zinsbegoocheling. Ook de Caiquetíos, de Indianen die vroeger op de Benedenwindse eilanden woonden, waren bekend met het gebruik van allerlei kruiden. Hun rotstekeningen zouden kunnen wijzen op ‘vliegervaringen’, te oordelen naar sommige afbeeldingen die de suggestie wekken van iemand die ‘opstijgt’.
De Afrikanen uit Senegal, Angola, Ghana en Nigeria kenden het bestaan van hallucinogene planten en brachten hun kennis hiervan mee overzee. De kennis van kruiden die Haïtiaanse Vodou-priesters hebben is fabelachtig. Wie kent niet de verhalen van mensen die in Haïti tot levende doden zijn gemaakt – zombis –  door hen te vergiftigen en te verlammen met o.a. sap van Dieffenbachia en extracten van de manzaliña? Dat soort praktijken geldt in het Wetboek van Strafrecht van Haïti als moord.
Ook sterke drank kan een belangrijke rol spelen bij bepaalde ceremoniën. Van oudsher was rum altijd een geliefkoosde drank om een psychodynamische sfeer te creëren. Ook in Montamentu kan het gebruik van rum een functie hebben.
Het is niet moeilijk om je voor te stellen dat het gebruik van kruiden, drank, het uitspreken van bezwerende ‘religieuze’ formules, het spelen van ritmische muziek, een sfeer kan creëren die kan worden ervaren als ‘heilig’. Net als vele andere mensen is ook de Antilliaan zeer gevoelig voor dit soort zaken. Hun geest staat open voor invloeden van magische rituelen en de vraag is of er aanleiding is om hiermee rekening te houden in de reguliere gezondheidszorg.
Om deze vraag te beantwoorden neem ik u weer mee naar het artikel van Rose Mary Allen ‘Hende a hasi malu p’e’ (over volksgeloof in de Curaçaose cultuur).
Le malade imaginaire?
De vraag is in hoeverre de moderne geneeskunst rekening kan en/of moet houden met cultureel bepaalde denkbeelden omtrent de oorzaken van bepaalde geestelijke aandoeningen.
Ik citeer de openingsregels van het hierboven aangehaalde artikel van Allen:
‘De gedachte dat cultuur een steeds belangrijkere rol speelt in de geestelijke gezondheid krijgt steeds meer gedaante. In de psychiatrie worden culturele factoren steeds meer in acht genomen bij het diagnosticeren en behandelen van geestelijke aandoeningen. De bewustwording over de rol van cultuur in de psychiatrie ontstond toen westerse samenlevingen te maken kregen met een groeiend aantal migranten uit verschillende culturen. Psychiaters werden er zich meer van bewust dat bij het behandelen van geestelijke ziekten men ook niet-Westerse ideeën in acht diende te nemen’.
Deze positieve en op zich sympathieke gedachte vraagt wel om enig kritisch commentaar.
Er zijn nogal wat mensen die heilig geloven in het feit dat een boze geest er de oorzaak van kan zijn dat zij zich niet goed voelen. Dat geloof in magische zaken is al heel oud en laat zich niet zomaar wegredeneren. Als een moderne geneesheer goed contact wil hebben met zo’n patiënt kan het van belang zijn dat hij/zij rekening houdt met het magische denken van de patiënt. Als de patiënt merkt dat zijn denkbeelden niet worden weggewuifd als zijnde primitief dan kan er een vertrouwensband ontstaan tussen dokter en zieke, waardoor het mogelijk is dat de moderne geneesmethodes van de dokter effect krijgen en de zieke openstaat voor een ‘moderne’ behandeling.
Mijns inziens kan een moderne geneesheer dat alleen doen als hij, voor de effectiviteit van zijn behandeling, gebruik wil maken van de culturele achtergrond van zijn patiënt zonder zelf in die denkbeelden te geloven. Een moderne arts is geen montadó, mysteriewerker of medicijnman en zal nooit en te nimmer geneeswijzen toepassen op basis van een vermeende ‘Creoolse spiritualiteit’, een geloof in ‘boze geesten’, ‘magische’ krachten of ideeën die afkomstig zijn uit een ver Afrikaans of Indiaans verleden. Dat er mensen zijn die deze ideeën aanhangen is één ding, maar of je erin moet meegaan is een tweede. Als een patiënt zijn/haar ziekte verklaart uit het effect van ‘hekserij’ of ‘brua’ hoef je de integriteit van de patiënt zelf niet in twijfel te trekken, maar zijn/haar ideeën des te meer.
Het lijkt me geen goed idee om ‘Creoolse spiritualiteit’ (wat dat ook moge zijn) op een voetstuk te zetten en te beschouwen als een manier van denken die bewaard moet blijven als een soort permanent cultureel erfgoed. Als iemand denkt dat de heilige Barbara in staat is om boze geesten te verjagen moet ie dat zelf weten, maar een moderne arts kan zich zo’n opvatting niet veroorloven.
Nabeschouwing
Hoewel we slechts kort hebben kunnen ingaan op verschillende Afro-Caribische godsdiensten hoop ik dat de lezer zich een idee heeft kunnen vormen van de wijze waarop deze religies in de Nieuwe Wereld een verandering hebben ondergaan en zijn geïntegreerd in het denk- en belevingspatroon van grote delen van de bevolking. De vraag naar de reden van het hardnekkig voortbestaan van deze ‘zwarte’ godsdiensten is alleszins gewettigd. De reden hiervan is m.i. dezelfde als die welke geldt voor alle godsdiensten.
Het is een eigenschap van de mens om steun te zoeken bij iets machtigers, iets ‘hogers’ dan hijzelf. Op het wereldse gebied wordt de mens beschermd door sociale en politieke instellingen met aan het hoofd functionarissen die door de hele bevolking of door een deel van de bevolking zijn gekozen of gewoon benoemd (burgemeesters, ministers, wethouders, een koning, enzovoorts).
Voor het geestelijk welzijn van de meeste mensen blijkt de wereldse bescherming echter niet genoeg te zijn. In dat geval kunnen allerlei godsdiensten en magische praktijken uitkomst bieden. Hoe bevredigender de antwoorden zijn die een godsdienst op vragen van een mens heeft, hoe populairder deze is. En dan is het te hopen dat de ‘bedienaren’ van de godsdienst in kwestie geen misbruik maken van hun geestelijke macht en dat er evenmin gebruik wordt gemaakt van godsdienst voor politieke doeleinden. Een gevaar dat o zo reëel is en waar de kranten dagelijks vol mee staan.
In maatschappelijk opzicht kan religie voor mensen een heel belangrijke rol spelen. Godsdiensten kunnen mensen die een onopvallend leven leiden de mogelijkheid bieden om  ‘belangrijk’ te worden doordat hen een bepaalde functie wordt toegewezen. Bij Protestanten kan je ‘ouderling’ worden, bij Katholieken ‘pastor’, misdienaar, koster enz. Bij de Afro-Caribische religies is het niet veel anders. Vrouwen die in het maatschappelijk leven nederige arbeid verrichten kunnen ineens belangrijk worden in de ogen van de gemeenschap omdat ze ‘priesteres’of ‘medium’ zijn en mannen die in het gewone leven nauwelijks of niet opvallen kunnen ineens bekendheid krijgen en in aanzien stijgen omdat ze de ‘heilige’ trommels bespelen tijdens Vodou diensten.
Verder bieden godsdiensten ook de mogelijkheid om een latente nieuwsgierigheid naar het ‘bovenaardse’ te bevredigen en aan een brujo/a via het occulte om advies te vragen, een genezing te bewerkstelligen, een wraakoefening uit te voeren en wat je verder maar kan bedenken. We vinden dit in een milde vorm ook terug bij gevestigde godsdiensten als het katholicisme. Menigeen heeft wel eens een kaarsje opgestoken in de kerk om iemand te gedenken of in de hoop op een goed examenresultaat. En wat te zeggen van de zegen van de priesters, het vergeven van zonden, de transsubstantiatie (verandering van Brood en Wijn in het Lichaam van Christus. Overigens geen dogma), de Doop, het Heilig Oliesel, de ‘Zoon van God’, het door de straten dragen van beelden van Maria en andere heiligen… Zijn dat allemaal geen milde vormen van Brua? Wees eerlijk. De meesten van ons vinden al die zaken gewoon, omdat we eraan gewend zijn. Zo gewoon zijn ze toch niet? Toch geloven 1,2 biljoen mensen hier min of meer in. En wat te denken van de volgende uitspraak van een dominee van een Pinkstergemeente (‘Bida Nobo’) op Curaçao: ‘Christen worden is een proces. Eerst moet je je bekeren, daarna laat je je dopen met water en vervolgens word je gedoopt met de Heilige Geest wat spontaan of onder handoplegging kan gebeuren. Daarbij ontvang je gaven van de Geest zoals het spreken in tongen, het vertolken van tongen, profetie, het onderscheiden van goede en kwade geesten, het doen van wonderen of genezingen. […] Het spreken in tongen ‘wekt soms onbegrip bij buitenstanders op, omdat mensen die in tongentaal spreken emotioneel kunnen zijn en dat wordt wel eens verkeerd geïnterpreteerd. Het is bedoeld om de Heer te prijzen in een soort geheime gebedstaal’.
Is dat Brua of is dat geen Brua? De Pinkstergemeente voldoet in elk geval aan een diepgevoelde behoefte van een deel van de bevolking. Het is overigens de enige kerk op Curaçao die haar ledental zag verdubbelen van 3,5% in 2001 naar 6,6 % in 2011 (Central Bureau of Statistics Curaçao, Willemstad 2012).
Wat opvalt in de Afro-Caribische religies is dat ze allemaal bepaalde kenmerken met elkaar gemeen hebben. Er zijn veel rituelen met trance toestanden, er zijn mediums die – naar men gelooft –  met geesten kunnen communiceren, er is een Godsbegrip en een Opperwezen dat zich niet bemoeit met aardse zaken, er zijn godheden die tussen het Opperwezen en de mens in staan, er is een bepaalde structuur in de rituelen (al of geen Afrikaans gezang, het aanroepen van de goden, het brengen van offers, het dansen tijdens de dienst), er worden kruiden, tabak, drugs  en/of alcohol gebruikt, er is een dunne grens tussen religie en magie, religie en moraal zijn twee aparte zaken, je kan bovennatuurlijke krachten manipuleren, er is geen hiernamaals waarin je beloond of gestraft wordt, godheden hebben menselijke eigenschappen, meestal is er sprake van voorouderverering, men gelooft in reïncarnatie, het is mogelijk om zowel christelijk/katholiek te zijn en tegelijkertijd lid van een Afro-Caribische religieuze gemeenschap en bij haast al die erediensten is – vaak virtuoos – trommelspel onontbeerlijk.
De trommelgeesten kunnen de toekomst voorlopig nog met enig vertrouwen tegemoet zien.

Trommelgeesten (11)

door Fred de Haas

Katholicisme, taal, cultuur en onderwijs op Curaçao in de afgelopen eeuwen

Er is bij de huidige stand van wetenschappelijk onderzoek voldoende aanleiding om te veronderstellen dat Curaçao eeuwenlang nauwelijks een rol speelde op het gebied van Afro-Amerikaanse religies. Dat kan te wijten zijn aan het feit dat de grote aantallen Afrikanen die rond het midden van de 17e eeuw naar Curaçao kwamen (tussen 1667 en 1674 kwamen er 27.000 Afrikanen naar het eiland) afkomstig waren van Kaapverdië en de Westkust van Afrika, uit o.a. Gambia en Guinee-Bissau. Zij waren op de een of andere – waarschijnlijk zeer oppervlakkige –  manier gekerstend door Portugese missionarissen en spraken onder invloed van de Portugese kolonisten een taal die een geringe Afrikaanse basis had wat de syntaxis betrof en was afgeleid van het Portugees. Deze taal, ontstaan in Kaapverdië, was in de 16eeeuw al een volgroeide taal geworden. In die ontwikkelde vorm kwam de Portugees-Creoolse taal naar Curaçao waar het in de tweede helft van de 17e eeuw een Spaans taalbad kreeg waardoor de woordenschat grondig werd vernieuwd en langzamerhand ‘Papiaments’ werd, de taal waarin ook de katholieke priesters al snel gingen preken.

read on…
  • RSS
  • Facebook
  • Twitter