Op donderdag 27 mei 2021 ondertekenden Rita Rahman, voorzitter van de Werkgroep Caraïbische Letteren, en... Lees verder →
Publieke leven en werk van de Creoolse arts Sophie Redmond onderzocht (2 en slot)
In de kolonie Suriname werd kolonialiteit van macht op verschillende niveaus toegepast. Het e.e.a.in de context van de studie geplaatst ziet er als volgt uit.
read on…Publieke leven en werk van de Creoolse arts Sophie Redmond onderzocht (1)
Op 16 januari 2014 heeft Sylvia Kortram haar proefschrift over het publieke leven en werk van de Creoolse arts Sophie Redmond verdedigd, aan de Erasmus Universiteit Rotterdam. De titel van het proefschrift luidt: Meer dan arts alleen; De maatschappelijke betekenis van huisarts Sophie Redmond in laat-koloniaal Suriname.
read on…Sophie Redmond: meer dan arts alleen
Al in het vroegtwintigste-eeuwse Suriname legden vrouwen een bijl aan de wortels van de koloniale mannenmaatschappij door deze actief te betrekken bij de vrouwenemancipatie. Dat is een van de stellingen van Sylvia Marie Kortram in haar proefschrift ‘Meer dan arts alleen. De maatschappelijke betekenis van huisarts Sophie Redmond in laat-koloniaal Suriname.’
read on…Sophie Redmond ‘inluider laatste fase koloniaal systeem’
door Stuart Rahan
Thea Doelwijt – Gi Sophie Redmond
Sophie, je moet die speld zien
Burgemeester Joyce Sylvester: “Dokter Sophie Redmond inspireerde mij”
door Stuart Rahan
Amsterdam – In een overvolle zaal bij de Vereniging ‘Ons Suriname’ hield dr. Joyce Sylvester, burgemeester van Naarden, op zondag 17 maart de eerste dr. Sophie Redmond-lezing. De volgens Sylvester te vroeg overleden Sophie Redmond heeft haar in die mate geïnspireerd dat er enkele overeenkomsten zijn.
read on…Dokter Sophie Redmond lezing in Amsterdam
Radio Double7fm en Vereniging Ons Suriname organiseren op zondag 17 maart 2013 voor de eerste keer de dokter Sophie Redmond lezing. Dr. Joyce Sylvester, waarnemend burgemeester van Naarden en eerste kamerlid zal spreken over de ‘inspiratie van Sophie Redmond’. Ook is er de vertoning van Een dikke zwarte vrouw als ik (1987), het gedramatiseerde levensverhaal van Sophie waarin Gerda Havertong Sophie Redmond speelt. Tot slot is er een interview met schrijfster/theatermaker Thea Doelwijt. read on…
De inspiratie van Sophie Redmond
Op zondag 17 maart verzorgt Joyce Sylvester, waarnemend burgemeester van Naarden en lid van de Eerste Kamer, de eerste dokter Sophie Redmondlezing. Zij zal onder meer spreken over ‘De inspiratie van Sophie Redmond’.
read on…6de editie Sranan Art Xposed uit
Op 5 juli ging de zesde editie van het webmagazine SAX (Sranan Art Xposed) via het wereldwijde web de ‘deur’ uit. SAX, het webmagazine over Surinaamse kunst dat gratis via e-mail wordt verspreid, houdt al vanaf de eerste editie eind 2009 een uitgebreid en internationaal bestand van kunstliefhebbers en contacten op de hoogte van de dynamische Surinaamse kunstsector.
De laatste editie liet misschien wat langer op zich wachten, maar ‘it was well worth the wait’. SAX 6 is weer boordevol kunstnieuws en artikelen over Surinaamse kunstenaars die lokaal en international naam maken. In SAX nummer 6 leest u in de rubriek ‘Uitgesproken’ een artikel over Shaundell Horton, een talentvolle Surinaamse kunstenares die aan het begin van haar kunstcarrière staat. In de rubriek ‘Uit de collectie’ mogen de SAX-lezers in het huis van een enthousiaste Surinaamse kunstliefhebber meekijken naar de kunstcollectie waar zij een bijzondere band mee heeft. We blikken onder andere terug naar de expositie van Lillian de Vries-Abegg en de Boipili sieradenlaunch van Marcel Pinas.
In de rubriek ‘Op straat’ wordt we nog verder teruggegaan in de tijd met een bespreking van het werk van de beeldhouwer Jo Rens die jaren geleden enkele prachtige beelden maakte die in Paramaribo en Brokopondo te zien zijn. Bijzonder interessant is ook het initiatief ‘Switi Rauw’ van een groep lokale kunstenaars die met hun project, dat onder andere stadsverfraaiing ten doel heeft, nu een lege muur aan de Jessurunstraat van prachtige muurschilderingen voorzien heeft.
Buiten de grenzen kijkt SAX naar het nieuwe werk waar René Tosari mee bezig is en naar de exposities van Casper Hoogzaad die in Suriname met Surinaamse grondstoffen zijn eigen verf maakte. Ook een speciale bijdrage van kunstcriticus en curator Rob Perrée over de laatste tentoonstelling van Remy Jungerman in Amsterdam. Verder nog een artikel over Pearl Woei, de juwelenontwerpster die in de Verenigde Staten naam maakt en in de rubriek ‘Uitgelezen’ enkele publicaties die de moeite waard zijn.
Natuurlijk vindt u in SAX ook een locale en internationale kunstagenda die u op de hoogte houdt van huidige en toekomstige kunst gerelateerde activiteiten. Uiteraard gebeurt er veel meer binnen de Surinaamse kunstsector dan datgene dat twee keer per jaar in SAX wordt gepubliceerd. Daarom houdt de SAX-redactie er ook een blog http://srananart.wordpress.com/ op na waarin met grotere regelmaat interessante kunst ‘updates’ en artikelen gepost worden. Op het blog kunt u ook de nieuwe editie van SAX downloaden. En voor meer beeldmateriaal kunnen de SAX-liefhebbers terecht op de Flickr pagina http://www.flickr.com/photos/srananart/. En voor alle kunstliefhebbers die SAX nog niet ontvangen in hun inbox, meldt u zich alsnog aan op srananart@gmail.com , dan krijgt ook u voortaan gratis alle nieuwe edities van SAX per e-mail toegestuurd. Vermeldt u er dan ook bij of u liever de Nederlandse of de Engelse versie van het webmagazine ontvangt. Daarnaast zijn ook alle edities van het onafhankelijke webmagazine te downloaden op de website van de sponsor Readytex Art Gallery http://readytexartgallery.com/website/page.asp?menuid=70&site=arts
.
De betrokkenheid van een arts‑toneelschrijfster
De rubriek Herlezen vraagt aandacht voor boeken die langer geleden zijn verschenen en de moeite van het herlezen waard zijn. Suggesties? Laat het ons weten via ons emailadres. Vandaag een stuk over 4 toneelstukken van Sophie Redmond.
door Michiel van Kempen
Sophie Redmond was al zeventien jaar overleden toen Thea Doelwijt in 1972 vier toneelstukken van haar bijeenbracht in een door de YWCA uitgegeven boekje. Het bekendste van die stukken is wellicht Grontapoe na asitere (De wereld is een paardestaart) dat Sophie Redmond schreef samen met onderwijzeres, toneelspeelster en Shakespeare‑vertaalster Paula Velder en CCS‑regisseur Paul Storm. Het gegeven is bekend: de hoogmoedige moeder van Jantje die zich verheven voelt boven het volk van het erf, moet op de knieën wanneer Jantje een ongeluk heeft gekregen en een van de vrouwen van het erf bloed moet afstaan voor een bloedtransfusie. Op 8 maart jongstleden voerde de groep Spoedig Herstel het stuk weer op, dus zesendertig jaar na de première van 1950. Er moet dus wel iets bijzonders aan de hand zijn met dit stuk.
Die bijzonderheid zit hem niet in de actualiteit van het gegeven. De plaats die de bloedtransfusie inneemt is integendeel juist het zwakke punt van het stuk. Als arts moest Sophie Redmond haar boodschap kwijt. Het belang van het stuk was in 1950 dan ook niet in de laatste plaats gelegen in de voorlichtende functie ervan. De bloedtransfusie moest op een bevattelijke manier voor het voetlicht gebracht worden en daar is Redmond toen zeker in geslaagd.
Maar voor de toeschouwer van 1986 is al de uitleg die in het eerste bedrijf gegeven wordt, overbodig. We weten nu wel hoe zo een transfusie in haar werk gaat. En hetzelfde geldt voor wat de dokter in het stuk enige malen nadrukkelijk komt melden: dat Jantje toch vooral zijn groenten moet opeten; ook die moraal ligt er te dik bovenop voor de toeschouwer van 1986. Met name het eerste bedrijf duurt daarom te lang en kan door een toneelgroep alleen maar boeiend gemaakt worden door een vlotte speeltrant, door eigen vondsten in te passen en vooral: door er flink het mes in te zetten en gedeeltes te schrappen.
De vraag is natuurlijk of we dan het werk van Sophie Redmond c.s. nog recht doen en of zij blij geweest zou zijn met dergelijke ingrepen. Het antwoord op die vraag is eenvoudig: ja. Geen enkel toneelstuk leeft voordat het door spelers op de planken wordt gezet. Elke tijd stelt zijn eisen aan een stuk, de ene generatie haalt er dit uit, de andere dat. Een goed toneelstuk is tegen die interpretaties bestand en houdt genoeg over wanneer er hier en daar in gecoupeerd wordt. Wat dat betreft is het toneel een paardestaart die vandaag zo waait, morgen zo…
Van Grontapoe na asitere was te voorspellen dat het eerste wat zou verouderen, de voorlichtende scènes waren. Opvoerenden moeten dan ook niet bang zijn daar rigoreus de schaar in te zetten. Thea Doelwijt zegt in een toelichting bij de boekuitgave van de vier stukken, dat een ander stuk, Misi Jana e go na stembus, voor een groot deel al improviserend tot stand is gekomen. Sophie Redmond zou dan ook de eerste zijn om een stuk aan te passen aan de eisen van het moment.
In de opvoering van Spoedig Herstel was het stuk enigszins aangepast aan de samenstelling van de groep. Een scène in het laatste bedrijf tussen javanen op het erf was weggelaten. Een andere rol was toegevoegd: de typische kluchtfiguur van de oude man op strompelende benen die voortdurend commentaar geeft op de gebeurtenissen.
Het hele stuk draait in feite om dat laatste bedrijf: daar vindt de confrontatie plaats tussen de hoogmoedige moeder van Jantje en de erfbewoners die haar duidelijk willen laten voelen, dat het gedrag van deze bekakte madam niet geaccepteerd wordt. De eerste twee bedrijven ‑ de schildering van het karakter van Jantjes moeder, de uitleg van de dokter over bloedtransfusie en de verjaardag van Jantje waarbij hij van de trap valt ‑ zijn een aanloop tot dat laatste bedrijf. Zij hebben een aantal lagere cruces (dramatische hoogtepunten): de weigering van de moeder om het bosnegervriendje van Jantje op het jaardagsfeestje toe te laten, de ergernis van pa als hij oma met haar filariabenen niet op een stoel maar op de grond ziet zitten, het zich bemoeien van oma met de gang van zaken in huis, de opmerking van de moeder dat bloed van javanen niet bij anderen zou passen, het ongeluk van Jantje.
De groep Spoedig Herstel trachtte die bedrijven met enkele toneelvondsten te verrijken: als bijvoorbeeld de dokter zijn verbazing over een opmerking van de moeder toont, laat hij een bretel springen (speelde het toeval hier een gelukkige rol?). Maar Spoedig Herstel heeft het niet aangedurfd om flink in de eerste twee bedrijven te couperen, terwijl de dramatische hoogtepunten van die bedrijven toch in geen verhouding staan tot de dramatische spanning van het laatste bedrijf. In dat bedrijf ligt het hoogtepunt van het hele stuk en komt de hoogmoed voor de val. Nu blijkt de moeder, diegenen die zij geen groet waardig keurde, nodig te hebben. De negerin Jaja stelt het zo vast: `Mevrouw no sabi taki grontapoe na asitere, tide a wai so, tamara so’. Mevrouw moet van haar voetstuk af komen. De erfbewoners nemen het niet dat zij haar bediende stuurt. Zij moet zelf komen en in plaats van Nederlands `krin nengre’ spreken. Ook in die taalhantering ‑ het laatste bedrijf is op enkele zinnen na geheel in het Sranantongo ‑ geeft Sophie Redmond haar kritiek op de hoogmoed van de hogere klassen.
Wat Grontapoe na asitere met enkele aanpassingen tot een nog altijd goed speelbaar stuk maakt is de zeggingskracht van het laatste bedrijf. Hier wordt het stuk uitgetild boven de actualiteit van het jaar 1950. Wat Redmond hier vaststelt is tijdeloos, met wat zij zegt geeft zij de Surinaamse versie van datgene wat in het wereldtoneel al op diverse manieren is uitgebeeld. Het contrast tussen de hogere klassen en het gewone volk blijkt op niets gebaseerd wanneer de gezondheid en het leven van de mensen op het spel staan; de hoogmoed moet buigen voor de vrijgevigheid van de simpele mensen die niet meer vragen dan in hun waarde gelaten te worden en die in hun vrijgevigheid hun waardigheid uitdragen. Het is deze universele thematiek van de waardigheid van de mens die in tijden van nood op de proef gesteld wordt, die het stuk zijn betekenisvolle boodschap en kracht schenkt. Figuren als de moeder die een jurk voor haar dochter prefereert boven de volkse jakjes en koto’s, als de oma die met haar buba, haar filariabenen, op de grond zit en haar ontnuchterend commentaar geeft op de verbeelding van de moeder, als de erfvrouwen, zijn figuren van vlees en bloed, figuren die we nog dagelijks kunnen tegenkomen, figuren die we in wat andere gedaante overal ter wereld tegenkomen. De taal die zij gebruiken komt niet uit hun mond, die taal komt uit hun hart en weerspiegelt de betrokkenheid van degene die de taal schreef.
Thea Doelwijt meldt niet hoeveel van de in boekvorm vastgelegde tekst door improvisaties bij de repetities indertijd is geboren. Die wetenschap hebben we ook niet per se nodig om Sophie Redmonds betrokkenheid bij het volk te peilen. Als arts en vrouw van en voor het volk zag Sophie Redmond die betrokkenheid eindigen toen zij in 1955 op 48‑jarige leeftijd het leven liet; als toneelschrijfster doet zij ons die betrokkenheid nog immer ervaren wanneer in haar taal een stuk op de planken wordt gebracht.
[uit De geest van Waraku, 1993]
Toneelstuk Srefidensi
De voorstelling Srefidensi door Theatergroep Rutoe [Rutu, Roetoe] staat in het teken van 35 jaar Onafhankelijkheid Suriname. Tijdens de voorstelling zullen er fragmenten uit het leven van een aantal bekende Surinamers naar voren worden gebracht in de vorm van theater, zang, dans en spoken word. U kunt hierbij denken aan Lieve Hugo, Anton de Kom, Dr. Sophie Redmond en nog vele anderen.
Idee: Enver Liesdek, Lucinda Sedoc
Tekst: Lucinda Sedoc
Regie: Lucinda Sedoc, Enver Liesdek, (Xhosa Trustfull)
PR: Margaretha Willemse
Huisstijl: Gerold Macnack, Xhosa Trustfull
Muziek/geluid: Elvin Woerdings, Wilgo Enthingh, Biko Woerdings
Zang/drum: Orlando Ceder, Stefano Banel, Romario Panka, Serginho Herbert
Foto’s: Latoya Trustfull, Ralph Kiba en Shewtography
cast: Enver Liesdek, Lucinda Sedoc, Margaretha Willemse, Orlando Ceder, Xhosa Trustfull, Gerold MacNack e.v.a.
Datum: 24 april 2011
Waar: Plein Theater, Sajetplein 39, Amsterdam
Eerste voorstelling15.00 – 16.30 uur
Tweede voorstelling 18.00 – 19.30 uur
Entree € 12,00
Voor reserveringen kan u mailen naar theatergroep.rutoe@gmail.com