Taal geeft mij vleugels
door Carry-Ann Tjong-Ayong
De liefde voor lezen heb ik van mijn Chinese grootvader, Willem Tjong Ayong, die een kist vol boeken bezat en altijd achter in zijn winkel zat te lezen. Mijn vader, Fritz, heeft die liefde op ons overgebracht. Zowel mijn broertje Wim als ik konden al lezen toen we nog geen vier waren en boeken betekenden alles voor ons.
read on…
Het Open Boek – van Celestine Raalte, dichteres
door Chandra van Binnendijk
Wat ligt er momenteel naast uw bed?
Kan niet bestaat niet, de biografie van dr. Otmar Buyne, door Roy Khemradj. Dat kreeg ik van een vriend. Ik ben al begonnen met lezen, het is interessant. Meneer Buyne kwam ik weleens tegen bij gezamenlijke vrienden. Ik ben nieuwsgierig om over zijn leven te lezen.
read on…
‘Mijn creaties zijn antwoorden die ik krijg’
Interview – Celestine Raalte (66) is één van de bekendste woordkunstenaars in Suriname. Zij beoefent de voordrachtkunst, schrijft literair werk en heeft zich ook het modeontwerpen eigen gemaakt. Onlangs sloot zij in de Congreshal een periode van 23 jaar unieke koto- en hoedencreaties af met een modeshow getiteld ‘Van Koto naar Couture’. “Als je te veel ballast hebt, te veel vracht, kom je niet snel vooruit.” read on…
Nieuwe Dobru Neti
Op vrijdag 27 maart 2015 is er weer een nieuwe Dobru Neti in Souoso, Costerstraat 20a, Paramaribo. Medewerkenden zijn Zulile Blinker & Kokolampu, Milaisa Breeveld, Ori, Tjafuru, Celestine Raalte, dj Earl da Pearl, mc Peter Waterberg, Ivor Mitchell & Band. read on…
Rosita Bouterse – Gedicht voor Dr Sylvia Marie Kortram
Gedicht uitgesproken door paranimf mr.dr. Rosita Bouterse op 16 januari 2014, bij de receptie van dr. Sylvia Marie Kortram, na de promotieplechtigheid aan de Erasmus Universiteit Rotterdam.
Blaka Rowsu / Zwarte Roos
Wanneer het Beest
verhaalt van Het Systeem
dat zegevieren moet.
Wanneer Het Almachtige Licht
verdrongen lijkt
en kinderen schreien
aan hun moeders borst,
verscheept vanuit het Vaderland.
Wanneer wij dwalen langs
duistere wegen van nieuwe grond.
Scheuren en barsten ons deel zijn.
Dan verschijnt zij, Blaka Rowsu / Zwarte Roos
in vol ornaat
en verguld van een liefde die ons allen omvat.
En in het schijnsel van de maan
daar aan de waterkant,
vertelt zij Ons Verhaal,
ons verhaal van kracht en samenzijn,
van vertrouwen-in-elkaar,
van geloof-in-eigen-kunnen.
Soso Lobi, Blaka Rowsu !
Laudatio voor Sylvia Kortram
Laudatio uitgesproken door promotor professor Alex van Stipriaan Luïscius, bij de promotie van Sylvia Marie Kortram tot doctor aan de Erasmus Universiteit Rotterdam op 16 januari 2014.
Zeer geleerde doctor Kortram, beste Sylvia,
Ik wil je uit de grond van mijn hart gelukwensen met het behalen van deze titel. En mag ik daar meteen twee andere mensen bij betrekken. Namelijk in de eerste plaats je zoon Erlend, die waarschijnlijk nooit meer los komt van het beeld van een moeder die vergroeid is met haar computer, en van wie ik zeker weet dat hij onbeschrijfelijk trots op je is. En terecht natuurlijk! Hij is de enige die echt kan beoordelen hoeveel tijd en energie je in dit onderzoek hebt gestoken. Hij had vast best wel eens vaker met jou op de bank een spannende film willen bekijken als jij weer boven zat te studeren, maar hij zal ook gezien hebben hoeveel plezier jij bij jou studies had, hoeveel plezier je dat heeft gegeven.
De andere persoon die hier genoemd moet worden en aan wie deze dag ook een beetje is opgedragen, is dr. Inge Boer die helaas in 2004, alweer bijna tien jaar geleden, is overleden. Haar stimulerende kracht heeft er mede voor gezorgd dat jij vandaag hier staat, en daar wil ik haar graag postuum voor bedanken. Ik ben blij dat ik haar ook nog even heb mogen meemaken, ik vond haar een zeer warme en zeer enthousiasmerende vrouw.
Sylvia, in je voorwoord van je boek bedank je een groot aantal mensen die jou in de loop van je leven en zeker in de bijna twee decennia van je promotieonderzoek op enigerlei wijze hebben gesteund. Dat is ook terecht. Maar, laat ik jou nu eens bedanken voor je enorme kracht en doorzettingsvermogen en passie en niet te vergeten, je optimisme en je niet aflatende wetenschappelijke nieuwsgierigheid. Want die zijn de ware motor van dit hele project geweest en die tekenen jou ook als mens. Daardoor ligt er nu een boek dat nog veel belangrijker is dan jouw doctorstitel. Dat klinkt misschien onaardig, maar zo bedoel ik het niet. De doctorstitel is de beloning voor je intellect en voor al die eigenschappen die ik net opnoemde, en je zult de titel ook zeker maatschappelijk kunnen inzetten, maar dat is toch vooral iets voor jou als persoon. Daarentegen is het resultaat van je onderzoek, dit boek Meer dan arts alleen iets dat zal beklijven voor een grotere groep mensen en wat betekenis zal krijgen voor een grotere groep mensen. Het geeft inzicht in een heel bijzondere Surinaamse vrouw, dat heeft iedereen aan deze tafel ook gezegd, en haar veelzijdige werk. Het geeft inzicht in de Surinaamse samenleving in de eerste helft van de twintigste eeuw, en het geeft inzicht in sociale processen op het snijvlak van gender, etniciteit, klasse en cultuur in laat-koloniale samenlevingen meer in het algemeen. En bovenal toont het hoe een mens in een complexe mix van agent of change en status quo, en dit geval nog koloniale status quo, haar eigen weg bewandelt en daarmee een rolmodel wordt voor velen. Ik denk niet, Sylvia, dat de straat waar jij nu woont ooit naar jou vernoemd zal worden, zoals dat met Sophie Redmond wel is gebeurd, maar ik denk wél dat jij en je werk óók als rolmodel voor een aantal mensen zal gaan fungeren.
En daarmee raak ik aan een ander aspect van je onderzoek, namelijk de verwevenheid van jouzelf, en collega Oonk die had er eigenlijk al even over, met je onderwerp, jouw verwevenheid met Sophie Redmond. Ook jij bent nu dokter, al spel je dat woord net iets anders. Maar de gelijkenis gaat nog veel verder. Voordat je ooit van Sophie Redmond had gehoord, behalve dan als straatnaam, stond voor jou vast dat jouw toekomst in de gezondheidszorg zou gaan liggen. Nadat jij je mulodiploma had behaald, meldde je je als, ik denk als, 17- of 18-jarig meisje bij het Academisch Ziekenhuis in Paramaribo voor een opleiding als leerling-verpleegkundige. En die zou je vast ook hebben afgerond als niet in die jaren een groot deel van de Surinaamse bevolking, waaronder ook jouw familie, verhuisde naar Nederland. Ik geloof dat jij zelf daar niet zo heel erg zat te wachten op zo’n verhuizing maar, zoals dat in het Surinaams-Nederlands wordt genoemd, je moeder die toen al in Nederland zat, je moeder “liet je halen” en daarmee was je deel geworden van de geheel eigen, autonome dynamiek die massale migratie kan genereren.
In Nederland wilde je vervolgens gewoon doorgaan waar je gebleven was in je verpleegstersopleiding, maar dat accepteerde het ziekenhuis hier niet. Je moest terug naar af, wat opleiding betreft. En dat was je net iets teveel en je ging werken. Maar toen je een heel aantal jaren later sociale wetenschappen ging studeren, koos je daarbinnen toch weer voor de richting gezondheidsstudies. En toen je nog veel later consulent werd bij de Sociale Dienst werd jouw specialiteit opnieuw klanten met kwesties rond gezondheid, zowel lichamelijk als geestelijk. Het willen werken aan de gezondheid van je medemens is dus een element dat je altijd met Sophie Redmond hebt gedeeld.
Daarnaast was Sophie Redmond iemand die een enorm doorzettingsvermogen had en nooit bij de pakken is gaan neerzitten. En als dat voor nog iemand geldt dan geldt het zeker voor jou, Sylvia. Ik heb altijd versteld gestaan van jouw enorme innerlijke kracht. En die kracht die Jij en Sophie delen heeft jullie ook allebei het vertrouwen gegeven dat je je eigen weg kunt gaan. Sophie Redmond deed dat binnen de laat-koloniale Surinaamse samenleving, jij deed dat, niet alleen door stug door te gaan op je zelfgekozen studiepad, maar ook bijvoorbeeld door de vele reizen die je over de hele wereld hebt gemaakt. Één voorbeeld daarvan: als nog heel jonge zwarte vrouw reisde jij in de jaren zeventig in je eentje en met niet veel geld op zak, een half jaar door de Verenigde Staten. Ook door het toen nog tamelijk racistische Zuiden. Maar je kwam er glimlachend doorheen, zelfs al moest je zo nu en dan eens bij het Leger des heils logeren.
Ik denk dat hoe meer jij de mens Sophie Redmond bestudeerde, hoe meer ze ook een voorbeeld voor je is geworden. Sterker nog, ze kwam ook echt in je leven. Ik hoop dat je het niet erg vindt dat ik dit vertel, maar dat voorval is te mooi om niet met de mensen hier te delen. Op een gegeven moment, vlak voordat je naar Suriname zou gaan om een aantal mensen te gaan interviewen en om het oude huis van Sophie Redmond te gaan bezoeken waar je nog nooit geweest was, had je weer eens een hele lange vrije dag opgenomen en doorgebracht in het archief in Den Haag op zoek naar informatie over Sophie Redmonds leven. En toen je ’s avond doodmoe was gaan slapen in je eigen huis, verscheen Sophie Redmond in je droom, staand op een balkon van een typisch Surinaams houten huis. En Sophie Redmond zei te jou: “ga door, en als je iets en niet weet dan moet je het vragen.” Toen je enkele weken later voor het eerst in Suriname Sophie Redmonds huis ook in werkelijkheid zag, herkende je meteen het balkon wat in je droom was verschenen. En toen je vlak daarop Sophie’s weduwnaar interviewde en van hem een foto kreeg, stond Sophie daar precies in die hoek op dat balkon, zoals jij haar in je droom had gezien. Voor degenen die weten hoe belangrijk dromen zijn in de Afro-Surinaamse cultuur toont dit nog meer nabijheid van Sophie in Sylvia, in jouw leven.
Sylvia, ik kan nog heel lang doorgaan, dat zal ik hier niet doen. Je moet nu gaan genieten van wat je hebt bereikt en ik weet dat je daarna weer energiek verder zult gaan. En je hebt ons al een voorproefje gegeven, van nog twee biografieën die je wilt gaan schrijven, en die je dan ook nog eens gaat combineren met de biografie over Sophie Redmond.
Ik wil nog één vergelijking maken tussen jou en Sophie Redmond. Een vergelijking die niét opgaat, of niet helemaal. Jouw proefschrift begint met een gedicht uit Aurora dat kort na het overlijden van Sophie werd gepubliceerd. Het zou mooi zijn geweest als ze die ode bij haar leven had gehoord. Daarom heb ik het laatste deel van die ode genomen, heb ik geparafraseerd in mijn eigen broko broko Sranan, en draag ik dat nu aan je voor:
Krioro datra Sylvia
Yu fesi wi syi dya
Na disi foto ete langa ten moro
Bika yu stuka doro sjoro
Dati yu exempel langa langa mag tan
Leki wan staar na hemel gi Holland nanga Sranan
Celestine Raalte – Puwema
Mi sdon ini a son e brenki
mi awarakoko fingalinga
m’e frifi en t’a kba m’o weri
en na mi fingalingafinga
den frafra geri krerekrere
nanga bogobogo anga lanpu
e gro leki trutru tru konpe
na sey a frustu broko skotu
bifo mi opo mi gorogoro
f’ bar’ tak’dyaktikakalaka
e koyri lek’ ba kownu a prasi
pakanifowru e strey lon
nanga a kayakayakaka
f’ swar’ a dyakti kakalaka
[verschenen als ‘Klankgedicht’ op de blogspot van de Schrijversvakschool Paramaribo]