blog | werkgroep caraïbische letteren
Posts tagged with: psychologie & psychiatrie

Waarde en waardigheid (1)

Verkenning

door Willem van Lit

Dit is deel 1 van 14 afleveringen van hoofdstuk 2 van ‘Cariben laten we het onmogelijke vragen’.

Ondeelbaar

De zee en mijn gebrek,
zo zijn we drieën,
de zee en ik en mijn gebrek
al lang, al tijden zo
in een geheel en op en
af de lange deining met
het weids bereik.

En zonder ben ik
wat ik mis
terwijl er iemand schreef
dat ik op één manier
slechts mij,
mezelf benoemen kan,
slechts ik.

Maar ik ben samen,
drie in één, de zee
met mijn gebrek,
de koorts van spreken
in verleden tijd. read on…

Lezing “Suriname, gezond en veerkrachtig”

Het Institute for Graduate Studies & Research organiseert een lezing met als titel: “Suriname, gezond en veerkrachtig”. De inleider is Professor dr. E.R. Seydel. Hij zal aangeven waar een samenleving de veerkracht vandaar haalt om antwoord te geven op de vele uitdagingen van verlies, onzekerheid, risico of verdriet. Seydel is hoogleraar Psychologie en Communicatiewetenschap’ aan de Universiteit Twente.

De lezing wordt gehouden op woensdag 20 november 2013 in het IGSR/Staatsoliegebouw op het Universiteitscomplex en vangt aan om 19.00 uur.
[uit GFC Nieuws, 14 november 2013]

Duurzaamheid vereist waardig werk

Synergie in werk en leven vanuit een nieuw paradigma door Roy Bhikharie
In zijn dissertatie Managing paradigms to create work-life synergies (WLS) in executive counseling toont Roy Bhikharie aan dat waardig werk leidt tot rechtvaardigheid en harmonie in werk en leven. Helaas blijkt de International Labor Convention 142 (1975) over de ontwikkeling van mensenrechten te falen: barre arbeidsomstandigheden, zoals uitbuiting en stress, leidend tot gezondheidsklachten nemen alarmerend toe, met name in welvarende landen.
Dr. Roy Bhikharie is psycholoog, business counselor en deputy president van de United Nations Association Suriname.
 
Datum: dinsdag 1 oktober 2013, Erasmus Universiteit Rotterdam (vrije toegang)
Programma 16:00-16:30u | Inloop en welkom
16:30-17:15u | Presentatie door Roy Bhikharie
17:15-18:00u | Vragen en discussie
18:00-18:30u | Borrel
Plaats: Erasmus Expo-en Congrescentrum, zaal Aberdeen, M3-03, campus Woudestein, Rotterdam.
Voor meer info en deze middag bijwonen, stuur een e-mail naar Paul Quist, uitgever, info@quist.nl. U ontvangt dan meer informatie en een uitnodiging. Voor en na de presentatie (voertaal Nederlands) kunt u het boek aanschaffen.

Trommelgeesten (12 en slot)

door Fred de Haas
 
Gebruik van medicinale en/of hallucinogene kruiden in de Curaçaose ‘magie’
Zolang als de mensheid bestaat heeft men kruiden gebruikt voor geneeskundige en ‘magische’ doeleinden. Zaden, wortels en extracten van planten en kruiden werden ook gebruikt voor minder fraaie, zelfs criminele doeleinden, zoals het vergiftigen van mensen. Vijgenbladeren vermengd met tabak zijn een roesmiddel. De eik en de tamarinde zijn heilige bomen, ook bij de oude Kelten en Germanen. De aloë is een talisman. Wierook is een probaat middel om de boze geesten van het Oudejaar uit huis te jagen onder het uitspreken van de woorden ‘saka fuk’i aña bieu’ (=  het ongeluk van het oude jaar weghalen). Mijn vroegere buurvrouw deed dit elk jaar.
A.M.G. Rutten heeft in zijn boek Magische kruiden in de Antilliaanse folklore verslag gedaan van een etnofarmacologisch onderzoek dat hij in West-Indië heeft verricht in 1956/57. In zijn boek vind je talloze voorbeelden van planten en kruiden die het bewustzijn kunnen vernauwen, verruimen, verdoven en veranderen. Zo zijn er op Curaçao wel meer dan dertig plantensoorten die een psychedelische (= de geest beïnvloedende) uitwerking kunnen hebben. Yerba di glas en Hilo di diabel bevatten LSD-achtige verbindingen, de Barba di Yonkuman bevat looizuur en giftige narcotica, wortels en zaden van cactussoorten kunnen zeer hallucinogeen (= zinsbegoochelend) zijn.
Het gegiste sap van de karakteristieke Curaçaose agave of Pita plant is roesverwekkend en het gebruik ervan niet van gevaar ontbloot. Rutten merkt op (p.122): ‘wie voor magische doeleinden zijn toevlucht zoekt tot de Antilliaanse flora loopt altijd kans op vergiftiging. Een aantal kruiden dat als medisch getinte ‘Golden Herbs’ (= gouden kruiden) wordt gepropageerd veroorzaakt reacties die ernstig zijn, maar waarbij de herkomst van de reactie niet wordt onderkend’. En: ‘Atropine en Hyoscine uit planten van de Nachtschadefamilie zijn bruikbare geneesmiddelen, maar ook beruchte hallucinogenen en criminele wapens’.
Er zijn ‘magische’ kruiden of plantenextracten die je na gebruik ervan de indruk kunnen geven dat je in een andere wereld terecht komt, contact krijgt met het ‘bovennatuurlijke’ of zelfs de suggestie kunnen geven dat je ‘vliegt’. In de slaventijd vertelde men verhalen over slaven die ‘terugvlogen’ naar Afrika. Ongetwijfeld kwamen die verhalen voort uit ervaringen van mensen die bepaalde kruiden hadden gebruikt waardoor ze zware hallucinaties kregen. Een kwestie van pure zinsbegoocheling. Ook de Caiquetíos, de Indianen die vroeger op de Benedenwindse eilanden woonden, waren bekend met het gebruik van allerlei kruiden. Hun rotstekeningen zouden kunnen wijzen op ‘vliegervaringen’, te oordelen naar sommige afbeeldingen die de suggestie wekken van iemand die ‘opstijgt’.
De Afrikanen uit Senegal, Angola, Ghana en Nigeria kenden het bestaan van hallucinogene planten en brachten hun kennis hiervan mee overzee. De kennis van kruiden die Haïtiaanse Vodou-priesters hebben is fabelachtig. Wie kent niet de verhalen van mensen die in Haïti tot levende doden zijn gemaakt – zombis –  door hen te vergiftigen en te verlammen met o.a. sap van Dieffenbachia en extracten van de manzaliña? Dat soort praktijken geldt in het Wetboek van Strafrecht van Haïti als moord.
Ook sterke drank kan een belangrijke rol spelen bij bepaalde ceremoniën. Van oudsher was rum altijd een geliefkoosde drank om een psychodynamische sfeer te creëren. Ook in Montamentu kan het gebruik van rum een functie hebben.
Het is niet moeilijk om je voor te stellen dat het gebruik van kruiden, drank, het uitspreken van bezwerende ‘religieuze’ formules, het spelen van ritmische muziek, een sfeer kan creëren die kan worden ervaren als ‘heilig’. Net als vele andere mensen is ook de Antilliaan zeer gevoelig voor dit soort zaken. Hun geest staat open voor invloeden van magische rituelen en de vraag is of er aanleiding is om hiermee rekening te houden in de reguliere gezondheidszorg.
Om deze vraag te beantwoorden neem ik u weer mee naar het artikel van Rose Mary Allen ‘Hende a hasi malu p’e’ (over volksgeloof in de Curaçaose cultuur).
Le malade imaginaire?
De vraag is in hoeverre de moderne geneeskunst rekening kan en/of moet houden met cultureel bepaalde denkbeelden omtrent de oorzaken van bepaalde geestelijke aandoeningen.
Ik citeer de openingsregels van het hierboven aangehaalde artikel van Allen:
‘De gedachte dat cultuur een steeds belangrijkere rol speelt in de geestelijke gezondheid krijgt steeds meer gedaante. In de psychiatrie worden culturele factoren steeds meer in acht genomen bij het diagnosticeren en behandelen van geestelijke aandoeningen. De bewustwording over de rol van cultuur in de psychiatrie ontstond toen westerse samenlevingen te maken kregen met een groeiend aantal migranten uit verschillende culturen. Psychiaters werden er zich meer van bewust dat bij het behandelen van geestelijke ziekten men ook niet-Westerse ideeën in acht diende te nemen’.
Deze positieve en op zich sympathieke gedachte vraagt wel om enig kritisch commentaar.
Er zijn nogal wat mensen die heilig geloven in het feit dat een boze geest er de oorzaak van kan zijn dat zij zich niet goed voelen. Dat geloof in magische zaken is al heel oud en laat zich niet zomaar wegredeneren. Als een moderne geneesheer goed contact wil hebben met zo’n patiënt kan het van belang zijn dat hij/zij rekening houdt met het magische denken van de patiënt. Als de patiënt merkt dat zijn denkbeelden niet worden weggewuifd als zijnde primitief dan kan er een vertrouwensband ontstaan tussen dokter en zieke, waardoor het mogelijk is dat de moderne geneesmethodes van de dokter effect krijgen en de zieke openstaat voor een ‘moderne’ behandeling.
Mijns inziens kan een moderne geneesheer dat alleen doen als hij, voor de effectiviteit van zijn behandeling, gebruik wil maken van de culturele achtergrond van zijn patiënt zonder zelf in die denkbeelden te geloven. Een moderne arts is geen montadó, mysteriewerker of medicijnman en zal nooit en te nimmer geneeswijzen toepassen op basis van een vermeende ‘Creoolse spiritualiteit’, een geloof in ‘boze geesten’, ‘magische’ krachten of ideeën die afkomstig zijn uit een ver Afrikaans of Indiaans verleden. Dat er mensen zijn die deze ideeën aanhangen is één ding, maar of je erin moet meegaan is een tweede. Als een patiënt zijn/haar ziekte verklaart uit het effect van ‘hekserij’ of ‘brua’ hoef je de integriteit van de patiënt zelf niet in twijfel te trekken, maar zijn/haar ideeën des te meer.
Het lijkt me geen goed idee om ‘Creoolse spiritualiteit’ (wat dat ook moge zijn) op een voetstuk te zetten en te beschouwen als een manier van denken die bewaard moet blijven als een soort permanent cultureel erfgoed. Als iemand denkt dat de heilige Barbara in staat is om boze geesten te verjagen moet ie dat zelf weten, maar een moderne arts kan zich zo’n opvatting niet veroorloven.
Nabeschouwing
Hoewel we slechts kort hebben kunnen ingaan op verschillende Afro-Caribische godsdiensten hoop ik dat de lezer zich een idee heeft kunnen vormen van de wijze waarop deze religies in de Nieuwe Wereld een verandering hebben ondergaan en zijn geïntegreerd in het denk- en belevingspatroon van grote delen van de bevolking. De vraag naar de reden van het hardnekkig voortbestaan van deze ‘zwarte’ godsdiensten is alleszins gewettigd. De reden hiervan is m.i. dezelfde als die welke geldt voor alle godsdiensten.
Het is een eigenschap van de mens om steun te zoeken bij iets machtigers, iets ‘hogers’ dan hijzelf. Op het wereldse gebied wordt de mens beschermd door sociale en politieke instellingen met aan het hoofd functionarissen die door de hele bevolking of door een deel van de bevolking zijn gekozen of gewoon benoemd (burgemeesters, ministers, wethouders, een koning, enzovoorts).
Voor het geestelijk welzijn van de meeste mensen blijkt de wereldse bescherming echter niet genoeg te zijn. In dat geval kunnen allerlei godsdiensten en magische praktijken uitkomst bieden. Hoe bevredigender de antwoorden zijn die een godsdienst op vragen van een mens heeft, hoe populairder deze is. En dan is het te hopen dat de ‘bedienaren’ van de godsdienst in kwestie geen misbruik maken van hun geestelijke macht en dat er evenmin gebruik wordt gemaakt van godsdienst voor politieke doeleinden. Een gevaar dat o zo reëel is en waar de kranten dagelijks vol mee staan.
In maatschappelijk opzicht kan religie voor mensen een heel belangrijke rol spelen. Godsdiensten kunnen mensen die een onopvallend leven leiden de mogelijkheid bieden om  ‘belangrijk’ te worden doordat hen een bepaalde functie wordt toegewezen. Bij Protestanten kan je ‘ouderling’ worden, bij Katholieken ‘pastor’, misdienaar, koster enz. Bij de Afro-Caribische religies is het niet veel anders. Vrouwen die in het maatschappelijk leven nederige arbeid verrichten kunnen ineens belangrijk worden in de ogen van de gemeenschap omdat ze ‘priesteres’of ‘medium’ zijn en mannen die in het gewone leven nauwelijks of niet opvallen kunnen ineens bekendheid krijgen en in aanzien stijgen omdat ze de ‘heilige’ trommels bespelen tijdens Vodou diensten.
Verder bieden godsdiensten ook de mogelijkheid om een latente nieuwsgierigheid naar het ‘bovenaardse’ te bevredigen en aan een brujo/a via het occulte om advies te vragen, een genezing te bewerkstelligen, een wraakoefening uit te voeren en wat je verder maar kan bedenken. We vinden dit in een milde vorm ook terug bij gevestigde godsdiensten als het katholicisme. Menigeen heeft wel eens een kaarsje opgestoken in de kerk om iemand te gedenken of in de hoop op een goed examenresultaat. En wat te zeggen van de zegen van de priesters, het vergeven van zonden, de transsubstantiatie (verandering van Brood en Wijn in het Lichaam van Christus. Overigens geen dogma), de Doop, het Heilig Oliesel, de ‘Zoon van God’, het door de straten dragen van beelden van Maria en andere heiligen… Zijn dat allemaal geen milde vormen van Brua? Wees eerlijk. De meesten van ons vinden al die zaken gewoon, omdat we eraan gewend zijn. Zo gewoon zijn ze toch niet? Toch geloven 1,2 biljoen mensen hier min of meer in. En wat te denken van de volgende uitspraak van een dominee van een Pinkstergemeente (‘Bida Nobo’) op Curaçao: ‘Christen worden is een proces. Eerst moet je je bekeren, daarna laat je je dopen met water en vervolgens word je gedoopt met de Heilige Geest wat spontaan of onder handoplegging kan gebeuren. Daarbij ontvang je gaven van de Geest zoals het spreken in tongen, het vertolken van tongen, profetie, het onderscheiden van goede en kwade geesten, het doen van wonderen of genezingen. […] Het spreken in tongen ‘wekt soms onbegrip bij buitenstanders op, omdat mensen die in tongentaal spreken emotioneel kunnen zijn en dat wordt wel eens verkeerd geïnterpreteerd. Het is bedoeld om de Heer te prijzen in een soort geheime gebedstaal’.
Is dat Brua of is dat geen Brua? De Pinkstergemeente voldoet in elk geval aan een diepgevoelde behoefte van een deel van de bevolking. Het is overigens de enige kerk op Curaçao die haar ledental zag verdubbelen van 3,5% in 2001 naar 6,6 % in 2011 (Central Bureau of Statistics Curaçao, Willemstad 2012).
Wat opvalt in de Afro-Caribische religies is dat ze allemaal bepaalde kenmerken met elkaar gemeen hebben. Er zijn veel rituelen met trance toestanden, er zijn mediums die – naar men gelooft –  met geesten kunnen communiceren, er is een Godsbegrip en een Opperwezen dat zich niet bemoeit met aardse zaken, er zijn godheden die tussen het Opperwezen en de mens in staan, er is een bepaalde structuur in de rituelen (al of geen Afrikaans gezang, het aanroepen van de goden, het brengen van offers, het dansen tijdens de dienst), er worden kruiden, tabak, drugs  en/of alcohol gebruikt, er is een dunne grens tussen religie en magie, religie en moraal zijn twee aparte zaken, je kan bovennatuurlijke krachten manipuleren, er is geen hiernamaals waarin je beloond of gestraft wordt, godheden hebben menselijke eigenschappen, meestal is er sprake van voorouderverering, men gelooft in reïncarnatie, het is mogelijk om zowel christelijk/katholiek te zijn en tegelijkertijd lid van een Afro-Caribische religieuze gemeenschap en bij haast al die erediensten is – vaak virtuoos – trommelspel onontbeerlijk.
De trommelgeesten kunnen de toekomst voorlopig nog met enig vertrouwen tegemoet zien.

Symposium Cultureel trauma? Trans-Atlantische Slavernij in perspectief

Tijdens het symposium Cultureel trauma? worden de gevolgen van de slavernij besproken vanuit een historische en sociaalpsychologische benadering en is er specifieke aandacht voor de manier waarop superioriteitsdenken en negatieve zelfbeelden aan opeenvolgende generaties worden doorgegeven – vanuit het gezichtspunt van witte en zwarte afstammelingen. read on…

De slavernij is opgeslagen in het collectief geheugen

door Emma Veenstra

Soms is een kwestie na jaren nog steeds actueel [Bijeen, juni 2000]:
Op 1 juli herdenken de Surinamers opnieuw de afschaffing van de slavernij, nu 137 jaar geleden. Dan is het Keti Koti Dei, de dag dat de ‘ketenen verbroken’ werden. Een dag die voor Surinamers steeds belangrijker wordt, want de laatste tien jaar groeit de belangstelling voor het verleden dat de Nederlandse geschiedenisboeken tot nu toe nadrukkelijk verzwegen hebben en dat ook in het onderwijs nog steeds geen aandacht krijgt.

read on…

Geniale psychopaten

De Engelse psycholoog Kevin Dutton schreef het fascinerende The Wisdom of Psychopaths, waarin hij beschrijft hoe psychopathische trekken tot succes kunnen leiden op verlerlei terrein. Het boek verscheen als De lessen van de psychopaat bij De Bezige Bij. Writers Unlimited presenteert op maandag 12 november een praatprogramma waarin forensisch psychiater en schrijver/dichter Antoine de Kom een gesprek tussen Dutton en strafrechtadvocaat Gerard Spong leidt. De live-kaarten zijn reeds uitverkocht maar via www.bibliotheekdenhaag.nl/live is het programma maandagavond vanaf 20.30 uur Nederlandse tijd rechtstreeks te volgen.

Niets vosachtigs is de mens vreemd

door Els Moor

Het misdadige brein. Over het kwaad in onszelf, zo luidt de titel van het onlangs verschenen boek van Antoine de Kom (1956). Die titel roept meteen vragen op. Hebben wij een ‘misdadig brein’? Zit het kwaad vanzelfsprekend in ons?

Wie weet wie de auteur is en wat hij doet, wordt extra nieuwsgierig. Anton de Kom was de grootvader van Antoine, die hij nooit gekend heeft, want Anton de Kom overleed in 1945 in een Duits concentratiekamp. Antoine werd in Nederland geboren en woonde van 1966 tot 1971 in Suriname, een periode die grote invloed gehad heeft op zijn latere leven. Hij komt nu nog vaak in ons land om zijn ouders te bezoeken die hier wonen. In Nederland studeerde Antoine medicijnen en psychiatrie en werd hij sociaal psychiater. Tot voor kort was hij werkzaam als forensisch psychiater bij het Pieter Baan Centrum in Utrecht, een psychiatrische observatiekliniek. In opdracht van het gerecht onderzocht hij verdachten middels gesprekken met hen om te proberen erachter te komen wat ten grondslag ligt aan hun misdaden.

Behalve psychiater is Antoine de Kom dichter. In 1991 kwam zijn eerste bundel uit, Tropen. Daarna volgden nog: De kilte in Brasilia (1995), Zebrahoeven (2001), Chocoladetranen (2004) en de lieve geur van zijn of haar (2008). De poëzie van Antoine is qua inhoud hecht verweven met het Caraïbisch Gebied. Zijn taal is creatief, klankrijk en contrasten spelen een belangrijke rol in de thematiek. ‘Mammoez’ is de titel van een verhaal van Antoine dat in 1994 verscheen in de Ware Tijd Literair van 4 en 11 juni en is opgenomen in de verhalenbundel Mama Sranan’(1999), samengesteld door Michiel van Kempen (pp. 464-471). Het is een uitermate boeiend en raadselachtig verhaal, waarin de ik-verteller een oude marronvrouw, Mammoez, observeert en achter het ‘hoe’ van haar leven wil komen, wat niet gebeurt. Eigenlijk lijkt dit verhaal al een soort voorbereiding op Het misdadige brein. Over het kwaad in onszelf. In het boek zoekt de psychiater immers ook naar het wezenlijke in tien verdachten.

De integriteit van een forensisch psychiater vereist uiteraard dat deze niet schrijft over nog levende verdachten en ex-verdachten die hij zelf in onderzoek heeft of had. Antoine de Kom heeft ervoor gekozen fictieve gesprekken te voeren met bekende misdadige figuren uit de wereldgeschiedenis en de literatuur. Tien heeft hij er voor het voetlicht gebracht, van wie de laatste, Robert Gabriel Mugabe (1924), Afrikaans dictator, nog leeft. Wie zijn die negen andere verdachten? De eerste is Hamlet uit het gelijknamige stuk van de grote toneelschrijver Shakespeare uit 1600 of 1602 die na de moord op zijn vader in een onzekerheid van ‘to be or not to be’ leeft en uiteindelijk een moord pleegt. Dan volgen de wrede Romeinse keizer Nero, de Franse Markies De Sade, bekend om zijn vele seksuele uitspattingen, de Romeinse machthebber Julius Caesar uit de eerste eeuw voor en de eerste eeuw na Christus, Sheik Osama Bin Laden, ons allen bekend door de aanslag van 11 september 2001, Reynaert de Vos, de Nederlandse Anansi, dan Adolf Otto Eichmann die een leidende functie voor de nazi’s had bij de vernietiging van de joden tijdens de Tweede Wereldoorlog, Don Juan, legendarische vrouwenverslinder in de 17de eeuw die in de bekende opera van Mozart centraal staat, en als negende de enige vrouw en wel Susanna du Plessis, beruchte slavendrijfster in Suriname in de 18de eeuw.

Behalve dat de psychiater verslag doet van zijn ontmoetingen met de verdachten, zijn er in rode letters korte gesprekken van een ‘interviewer’ met de psychiater waarin deze zaken toelicht. Ook zijn er algemene hoofdstukken, bijvoorbeeld dat met de beschrijving hoe de psychiater het best de verdachte tegemoet kan treden.

Vindt Antoine de Kom de basis van ‘het kwaad’? Iedere verdachte heeft wel een of meer kenmerken ervan, en uit de informatie over de verdachten wordt heel duidelijk dat een bron van het kwaad in de mens heel vaak ontspringt in de vroege jeugd door ontrouw van een of beide ouders ten opzichte van het kind. Ook verlangen naar macht of de drang die te behouden zijn belangrijke aanzetten voor het kwaad, alsmede haat tegenover medewezens. Ook door foute omstandigheden om je heen kun je misdadig worden. Dat zien we aan Susanna du Plessis binnen de 18de-eeuwse koloniale plantersmaatschappij in Suriname, waarin misdadig gedrag van plantage-eigenaren ten opzichte van hun slaven aan de orde van de dag was. Antoine de Kom haalt een mooie grap uit. Hij laat Susanna du Plessis begeleid worden door een ‘gids’, Hilde. Hij doelt daarmee uiteraard op Hilde Neus, van wie hij ook haar studie Susanna du Plessis. Portret van een slavenmeesteres (2003), als achtergrondliteratuur gebruikt.

Twee verdachten spreken mij erg aan: de Vos Reynaerde en Adolf Otto Eichmann. Reynaerde, de vos uit het 12de-eeuwse dierenepos wordt door Antoine nu eens als mens voorgesteld, dan weer als vos. R. is zo’n slimmerik dat hij zelfs de psychiater af en toe in de war brengt. Door zijn slimmigheid heeft R. zijn slachtoffers in de val gelokt. Zijn zwakke punt, zegt de psychiater hem, is ‘… een diepe haat tegen uw medewezens, en een onvermogen om uw kwade wellust te beheersen …’. En de verdachte antwoordt: ‘… Ik ben een vos. Noemt u dat gestoord?’, waarop de psychiater zegt: ‘Niets vosachtigs is de mens vreemd. Maar het vosachtige in u brengt u in de problemen.’ De vos wil weten welk dier de psychiater zelf dan wel is: ‘Een schildpad’, antwoordt hij zonder te aarzelen, ‘hard van buiten, maar zacht van binnen, ik kan veel verdragen, kom langzaam maar gestaag vooruit, en ik blijf vriendelijk, ga geen gevecht aan. Als ik word aangevallen trek ik me even terug om weer buiten te komen als het veilig is’ (p. 113). Dit is een voorbeeld van de slimme humor die regelmatig opduikt in de verslagen over de verdachten. Uiteindelijk is Reynaerde natuurlijk toch de slimste. Als zijn neef Isengrin de Wolf is overleden en hij vraagt toestemming om de begrafenis bij te wonen, krijgt hij die. Wanneer de psychiater na zijn werk van Utrecht naar Amsterdam rijdt, wie ziet hij de snelweg oversteken? ‘Dan rent pal voor mijn auto een diep glanzende blauwe pauw angstig heen en weer, achtervolgd door een rossig type… dat is verdacht!’ (p. 119) Antoine de Kom heeft de humor en de kritiek op de middeleeuwse feodale maatschappij in het oorspronkelijke epos goed aangevoeld. Ik denk dat ie zelf ook wel iets vos-achtigs heeft!

Adolf Otto Eichmann (1906-1962) was een Duitse SS-functionaris in het Derde Rijk en een van de hoofdverantwoordelijken voor de massamoord op de joden. Na de oorlog vluchtte hij naar Argentinië, van waaruit hij later ontvoerd werd. In 1961 begon in Israël een proces tegen hem en in 1962 werd hij veroordeeld en geëxecuteerd. De visie van Antoine op hem (ook uit geraadpleegde literatuur uiteraard) vind ik herkenbaar. Mensen maken foute keuzes, vaak zonder dat ze zich dat realiseren. Hij had van hogerhand een opdracht: de joden uit het land, eerst via gedwongen emigratie en later via massale vernietiging. Eichmann zelf heeft nooit iemand gedood. Hij was de organisator. Het was zijn ‘opdracht’. De laatste woorden van dit hoofdstuk komen uit Eichmanns aantekeningenboekje, vlak voor de terechtstelling: ‘organiseren is mijn vak’. Herkenbaar, toch?

Uiteraard dacht ik tijdens het lezen van de onderzoeken naar de verdachten vaak aan het gerechtelijk proces in ons land, dat de 8-decembermoorden onderzoekt met veel verdachten en een hoofdverdachte. Ik denk dat Antoine dit boek niet voor niets in 2012 heeft laten verschijnen. De hoofdverdachte heeft volgens mij veel van Reynaert de Vos en zijn medeverdachten hebben veel van de zakelijkheid, werken volgens opdracht, van Eichmann. Uiteraard zijn er veel meer overeenkomsten, maar de ruimte ontbreekt om daar hier dieper op in te gaan. Antoine de Kom had een interview voor het Nederlandse tv-programma ‘Buitenhof’ met Clairy Polak. ‘Waarom komt het proces in Suriname niet in het boek voor?’ vraagt ze. ‘Ik heb alle respect voor dit proces’, zegt hij, ‘het wordt zorgvuldig afgewikkeld; er wordt grondig en degelijk gewerkt. Ik ben ervan overtuigd dat er een uitspraak komt. Ik wil geen storende factor zijn daarin.’ De amnestiewet was nog niet afgekondigd toen Antoine de Kom dit interview had, maar zijn uitspraak over het proces geeft toch weer moed. Het kwaad, wat is het? In het begin van het boek stelt de interviewer deze vraag aan de psychiater. ‘Het is een opeenvolging van verwerpelijke, schadelijke keuzes. Ook als die een goed doel dienen.’ Niets vosachtigs is de mens vreemd!

Antoine de Kom: Het misdadige brein. Over het kwaad in onszelf. Amsterdam/Antwerpen: Em. Querido’s Uitgeverij BV, 2012. ISBN 978 90 214 4152 8

Zit er nou Winti of iets anders achter?

door Patrick Dorder

Iemand is onder behandeling voor een psychose. Hij hoort de stem van zijn vader. De medici
denken dat hij aan schizofrenie leidt. Even later krijgt de man heel erge pijn in de onderbuik.
Wat blijkt? Zijn vader in Suriname is op dat moment overleden.

Situaties uit het leven gegrepen. Surinamers die een onduidelijk psychisch ziektebeeld hebben en zorgverleners die niet weten wat ze ermee moeten. Vaak komt er dan iemand van de familie achter dat Winti of andere culturele zaken de oorzaak zijn van de klachten. Het komt echter ook voor dat de familie denkt dat het iets met Winti te maken heeft, terwijl het niet zo blijkt te zijn. En soms is het een combinatie van beiden.

Lastige diagnose

Het onlangs verschenen boek Transculturele psychiatrie en diagnostiek van psychiater en Wintideskundige Henri J.M Stephen wil een bijdrage leveren aan deze problematische diagnostiek. Zaterdag 31 maart presenteerde hij zijn boek op uitnodiging van de Surinaamse Vrouwen Bijlmermeer.

Stephen probeert al jaren beide werelden dichter bij elkaar te brengen. Hij wordt vanuit heel Nederland als vertrouwens persoon geraadpleegd en als deskundige ingeschakeld door ziekenhuizen, rechtbanken, strafinrichtingen en andere instituten op het gebied van lichamelijke en geestelijke gezondheidszorg. Hij constateert dat er heel langzaam meer ontvankelijkheid in Nederland ontstaat voor een bredere kijk op mogelijke culturele achtergronden voor psychische problemen.

Winticonsulent
“Veel te langzaam, want we maken heel veel gevallen mee’ vindt Ingrid Sporkslede. Zij is de enige officiële Winticonsulente, werkzaam bij Mentrum. een zorginstelling voor mensen met psychische klachten. Bij haar komen de mensen waarmee de reguliere Nederlandse zorgverleners geen raad weten of als een patiënt bijvoorbeeld zelf aangeeft dat de klachten iets met Winti te maken hebben. Sporklede kijkt dan samen met een ‘gewone ‘hulpverlener of er inderdaad sprake is van Winti-gerelateerde klachten. Is dat zo, dan verwijst ze, in samenspraak met de patient en de familie eventueel door naar een bonuman of andere winti hulpverleners.

[RNW, 31 maart 2012]

Discriminatie kan leiden tot depressie

Uit verschillende onderzoeken blijkt dat discriminatie op basis van etnische afkomst een negatieve invloed heeft op de gezondheid.

Studies uit Engeland en de Verenigde Staten laten zien dat discriminatie samenhangt met een slechter ervaren gezondheid, gebruik van verdovende middelen, hoge bloeddruk en een minder goede psychische gezondheid. Uit onderzoek in opdracht van de GGD Amsterdam en het Academisch Medisch Centrum onder 15- tot 24-jarige Turkse en Marokkaanse jongeren uit Amsterdam blijkt dat allochtone jongeren die zich gediscrimineerd voelen, vaak depressieve symptomen vertonen. Zowel Turken als Marokkanen ervaren meer discriminatie als groep dan als persoon. Volgens het onderzoek is er een duidelijk verband tussen de mate waarin Turkse en Marokkaanse jongeren discriminatie ervaren en de mate waarin zij depressieve symptomen vertonen.

De onderzoekers merken wel op dat niet zonder meer gesteld kan worden dat discriminatie tot depressiviteit leidt.
Het is namelijk ook goed mogelijk dat personen die depressief zijn zich vaker gediscrimineerd voelen.

De onderzoekers adviseren kwetsbare jongeren weerbaar te maken tegen bepaalde vormen van discriminatie.

In Nederland heeft 55 procent van de volwassen Marokkaanse en 48 procent van de Turkse Nederlanders te maken (gehad) met discriminatie.

[Bron: Pharos]

Verband discriminatie en depressie (pdf)

Meer onderzoek naar discriminatie hier

Psychologe: liefdesroman slecht voor vrouwen

Liefdesromannetjes leiden tot psychologische problemen bij vrouwen, stelde de Britse psychologe en schrijfster Susan Quilliam in een vakblad. De romans geven een onrealistisch en geïdealiseerd beeld van relaties. Ze stelt dat veel van de problemen die ze bij therapiesessies tegenkomt, door romantische fictie zijn beïnvloed.

De boekjes bieden volgens haar een vlucht uit de realiteit. Relaties zijn in werkelijkheid nooit perfect en vereisen veel werk, aldus Quilliam.

[ANP/RNW, 7 juli 2011]

Negerboek verbrand bij Slavernijmonument

Amsterdam (RNW) – Bij het Slavernijmonument in het Oosterpark in Amsterdam is woensdagmiddag Het Negerboek verbrand. Dat wil zeggen een kopie van de titelpagina van het gewraakte boek.

Volgens Roy Groenberg, voorzitter van de Stichting Eer en Herstel is de Nederlandse titel van het boek beledigend en krenkend. Onder aanwezigheid van zo’n dertig sympathisanten, voornamelijk creoolse Surinamers, ging de kopie in vlammen om.

In de Surinaamse gemeenschap is discussie ontstaan over de Nederlandse vertaling van de roman The Book of Negroes van de Canadese schrijver Lawrence Hill. Na kritiek in de Verenigde Staten werd in dat land niet gekozen voor de Canadese titel maar voor Someone knows my name. Groenberg had graag gewild dat de Nederlandse uitgever ook voor een andere titel gekozen had.

Het Negerboek vertelt het verhaal van een meisje dat als slavin uit Afrika naar Amerika wordt gebracht en uiteindelijk in New York wordt vrijgemaakt. Ze gaat op die manier via Nova Scotia terug naar Afrika. De Engelsen registreerden in het ‘book of negroes’ 3.000 namen van slaven die vrijgemaakt konden worden en New York mochten verlaten. De slavenhouders werden gecompenseerd.

Als de Nederlandse uitgever de omslag van het gewraakte negerboek niet verandert is Groenberg van plan ook een boekverbranding te organiseren bij de uitgeverij Ailantus in Amsterdam.

[RNW, 22 juni 2011]

[Zie ook het bericht hieronder en andere vroegere berichten op deze blogspot, door op het label Groenberg te klikken]

  • RSS
  • Facebook
  • Twitter