blog | werkgroep caraïbische letteren
Posts tagged with: Price Sally

Het Open Boek – van Ruben del Prado

door Chandra van Binnendijk

Wat ligt er momenteel naast uw bed?

De profeet van Kahlil Gibran. Hij is een dichter die hierin korte levenswijsheden van elk aspect van het leven zo mooi heeft verwoord. Hoewel ik veel liever Engels dan Nederlands lees, is dit een van de weinige boeken die ik vreemd genoeg mooier vind in het Nederlands.

read on…

Latest issue of New West Indian Guide / Nieuwe West-Indische Gids

The latest issue of New West Indian Guide / Nieuwe West-Indische Gids Vol. 94  (1&2) is now gratis available online – here.

read on…

W(i)e zijn Marrons

Op 5 mei 2018 wordt er in Rotterdam een studiedag georganiseerd over Surinamers die zich van slavernij bevrijdden. Over de geschiedenis en cultuur van de Marrons. En over de actualiteit in Suriname, Frans Guyana en Nederland. read on…

Stedman in Suriname

Een nieuwe uitgave

door Jerry Egger

Een van de bekendste boeken over Suriname werd in 1796 gepubliceerd. De auteur, John Gabriël Stedman, kwam in 1772 naar de kolonie. Hij was een huurling in het leger van Fourgeoud, die naar het land werd gehaald door de koloniale overheid om de strijd aan te binden tegen marrons die in het Cottica-gebied de wapens hadden opgenomen. Hij hield een dagboek bij dat vele jaren later in bewerkte vorm werd gepubliceerd in Engeland. Vrij kort daarna verschenen er Nederlandse (1799) en andere vertalingen. read on…

Is Suriname wel trots op zijn helden?

De andere kant van de koloniale geschiedenis

door Michiel van Kempen
Alles voor de vrede; de brieven van Boston Band tussen 1757 en 1763 is nou echt het soort studie waar met smacht op wordt gewacht. Historicus Frank Dragtenstein, werkzaam bij het NiNsee, brengt hierin de figuur van Boston Band tot leven. Boston Band was een Jamaicaanse man die rond 1749 in Suriname arriveerde. Over zijn voorgeschiedenis weten we niets en er is ook geen portret van hem bewaard. Naar alle waarschijnlijkheid was hij in Afrika geboren, een zoutwaterneger zoals dat in de 18de eeuw heette. Hij werd dus eerst gedwongen om op Jamaica te werken als slaaf (ofwel een ‘tot slaafgemaakte’ zoals dat dan in het moeizame, politiek correcte kreupelproza van tegenwoordig schijnt te moeten heten, een term waarmee de 21ste-eeuwse ideologie de keiharde werkelijkheid die het woord ‘slaaf’ al representeert, komt opporren). Boston Band voegde zich bij de Aukaner of Ndyuka marrons slaven (of ‘ex-tot slaafgemaakten’…) die van de plantages waren weggevlucht en zich diep in het Surinaamse binnenland vestigden en van daaruit de plantages bestookten. Omdat Boston Band kon lezen en schrijven verwierf hij al spoedig een belangrijke positie: hij schreef brieven naar de koloniale overheid waarin hij zich een even zelfbewust als redelijk onderhandelaar betoonde. Hij wist dat de continue staat van oorlog voor geen der partijen uiteindelijk goed was, en het ging hem er uiteindelijk niet eens om het gehele slavernijsysteem te laten afschaffen. De Aukaners waren zelfs bereid om andere weglopers te vangen en over te dragen aan de koloniale autoriteiten. De dilemma’s van de vrijheidsstrijder tekenen zich scherp af. Wel drong hij aan op een vredesverdrag op condities van de Aukaner marrons. Dat vonden de koloniale autoriteiten een verregaande onbeschaamdheid, maar op den duur kozen ze toch maar eieren voor hun geld, want de gehele plantage-economie dreigde aan de niet ophoudende aanvallen van de marrons ten onder te gaan. Toen het vredesverdrag in 1760 werd gesloten, werd Boston Band de man die de geschenkgoederen onder de verschillende facties van de Aukaner marrons verdeelde. Hij besliste ook over pasjes die toegang gaven tot de stad. Zo verenigde hij dus verschillende fucnties in zich die hem een machtspositie gaven. Vanwege onenigheid onder de marronopperhoofden (en dan met name ook de strijd om het oppergezag tussen Araby en Pamoe) taande Bostons invloed na 1762. Onderweg naar de stad stierf Boston Band in 1766 op het Kruispad.

Frank Dragtenstein publiceerde met dit boek een belangrijke studie op basis van gedegen archiefonderzoek, even vernieuwend als Het kamp van Broos en Kaliko (1996), waarin Wim Hoogbergen op basis van orale bronnen de geschiedenis van een Afro-Surinaamse familie (Of hij ook even gedegen alle literatuur bestudeerde is de vraag: het is bijna niet te geloven dat hij Pakosie’s Gaanta labi 1760 (1976) en Bongodoti (1978) − toch de eerste marronuitgaven over dit tijdperk! − en ook Richard Price’s Alabi’s World (1990) niet in de bibliografie vermeld.) Dragtenstein geeft een detailopname van de onderhandelingen tussen marrons en koloniale overheid, bijna van week tot week. Het boek brengt een belangrijk correctief aan op de bestaande beeldvorming: er waren wel degelijke gealfabetiseerde marrons die op hoog niveau diplomatie konden bedrijven. We zien via dit boek dus niet de zo bekende correspondentie tussen gouverneurs, Raden van Politiek en Criminele Justitie, planters en kapiteins, maar we horen de stem van de zwarte mens uit de 18de eeuw, niet een onderworpenen, maar een vastberaden vrijheidsstrijder met een eigen visie, een eigen wil en een bewonderenswaardige diplomatieke gave en elegantie (alle bewaard gebleven brieven van Boston Band zijn ook als bijlage integraal afgedrukt). Het leidt dus geen twijfel dat dit boek een belangrijke historische studie behelst.

De vraag luidt dan: waarom wordt zo’n belangrijk boek gepresenteerd als een willekeurige doctoraalscriptie? Het omslag is keurig, maar afgezien van enkele kaartjes is er niet één illustratie opgenomen. Het boek is gedrukt op goedkoop, flinterdun papier, zodat dit boek van 235 pagina’s straks in elke boekhandel direct achter de andere boeken wegduikt. De bladspiegel is onaangenaam breed, de leesletter is van het corps waaruit normaal de voetnoten worden gezet, en de voetnoten zijn vervolgens alleen nog maar met een vergrootglas te lezen. NiNsee en Amrit: wat mankeert jullie? Zijn jullie niet trots op je eigen geschiedenis? Hebben jullie niet door dat dit miezerige drukwerk een sakafasi-mentaliteit uitstraalt? Mag de Surinaamse lezer niet met plezier een boek lezen, of hebben jullie misschien aandelen in een of andere opticien? Dit boek had met evenveel zwier de boekhandel in gemoeten als Maroon Arts van Richard en Sally Price.

Frank Dragtenstein, Alles voor de vrede; de brieven van Boston Band tussen 1757 en 1763. Amsterdam/Den Haag: Ninsee/Amrit, 2010. ISBN 978-90-74897-53-2

[overgenomen uit Siboga]

Hoogste Marrononderscheiding voor echtpaar Price

In Utrecht ontving het bekende antropologenechtpaar Sally en Richard Price op 25 april 2010 uit handen van kabiten André R.M. Pakosie de hoogste Marrononderscheiding, de Gaanman Gazon Matodja Award, die vernoemd is naar de zeer respectabele en gewaardeerde leider van de Ndyuka Marrons, gaanman Gazon Matodja. De Pamaka basiya Fidelia Visser en de Saamaka basiya Veronica Abori spelden hen onder een luid applaus van de vele aanwezigen de bijbehoorde speld op. Sally en Richard Price reageerden na de uitreiking geëmotioneerd: “Wij zijn erg trots, diep geraakt en zeer onder de indruk van deze speciale erkenning door de Marrons. Het is voor ons heel bijzonder om een onderscheiding van hen te krijgen. Veel prijzen ontvingen wij al voor onze boeken, maar deze Gaanman Gazon Matodja Award van de Marrons zelf is voor ons de meest betekenisvolle.” Het is de eerste keer dat hun werk op deze wijze gewaardeerd en erkend wordt vanuit de Marronsamenlevingen.

Vanaf de jaren zestig van de vorige eeuw onderzoeken Sally en Richard Price de Saamaka Marrongemeenschap in Suriname en zij publiceerden daarover veelvuldig. Kabiten Pakosie noemde in zijn toespraak een aantal standaardwerken, waaronder De kunst van de Marrons, culturele vitaliteit in de Afrikaanse diaspora en First-Time, the Historical Vision of an Afro-American People, een verzameling van orale overleveringen van en over de Saamaka. Kabiten Pakosie: “Jullie zijn de eerste en tot nu toe ook de enige antropologen, die een Marronsamenleving in Suriname bestudeerden en in hun werk de visie laat doorklinken van de mensen over hun eigen samenleving, geschiedenis en cultuur, zonder daarbij de kennis van de mensen over zichzelf af te kraken, de cultuur met een westerse blik te normeren en te bekritiseren. Met jullie opstelling tonen jullie aan, dat jullie

de samenleving ook niet als slechts een studieobject zien, zoals bij vele van jullie collega’s dat wel het geval is. Zelf schrijven jullie hierover in jullie boek ‘De kunst van de Marrons’: ‘Wij waren ons wetenschappelijk werk al zo gaan schrijven dat de stem van de Saamaka, persoonlijk en historisch, centraal stond – zodat mensen die traditioneel door de wetenschap beschouwd werden als mythische helden en studieobjecten, weer hun plaats konden innemen als leraren, medewerkers en historici’. Jullie zetten je ook in voor de Saamaka Marronsamenleving. In de jaren negentig trad jij, Richard Price, op als getuige-deskundige voor het Inter-Amerikaanse Mensenrechtentribunaal in San José, Costa Rica. In 1992 resulteerde dat in de veroordeling van het militaire regime in Suriname voor de foltering en moord op zeven Saamaka Marrons in 1987. Ook ondersteunde je de Saamaka door de jaren heen in hun strijd voor hun grondenrechten en tegen de ontbossing en de exploitatie van mineralen in hun traditioneel woongebied, door multinationals.”

Na de uitreiking van de award sprak de hedikabiténi van de Saamaka in Nederland, Mutu Poeketie: “Ik feliciteer professor Richard Price en Sally Price met deze award. Gaanman Belfon Aboikoni van de Saamakagemeenschap is op de hoogte dat u op dit moment deze hoge onderscheiding krijgt. Namens de gaanman zeg ik u dat wij zeer dankbaar zijn voor alles wat jullie voor de Saamaka gemeenschap deden. U zorgde dat de wereld ons, de Saamaka, kent, dat onze cultuur op een waardevolle manier is vastgelegd. Veel mensen schrijven op een vernederende wijze over ons en zien ons alleen maar als een studieobject. Dat doet u niet. U legde onze orale geschiedenis vast en maakte deze wereldkundig. Veel huidige Marronschrijvers kunnen nu uit uw werk putten en dat geeft aan waarom u belangrijk bent. Niet alleen op het gebied van uw vele publicaties, maar ook wat betreft onder andere de grondenrechten en mensenrechten.”

Tot slot bedankten Richard en Sally Price in het Saamaka stichting Sabanapeti en de Marrongemeenschap voor de grote eer, die zij met deze award kregen.

[ontleend aan de website van Stichting Sabanapeti]

Voor een video-verslag klikke men hier

Mitimakandii Dei 2010

Op zondag 25 april 2010 organiseert het Marroninstituut Stichting Sabanapeti de Mitimakandii Dei(Ontmoetingsdag) 2010 in Utrecht.

Programma

13:30 uur Inloop
14:00 uur Welkomstwoord
14:10 uur Voordracht: Van Kwadyani tot Patrick, van Antoumé tot Angela: Naamgevingtraditie bij de Marrons van Suriname, door: Kabiten André R.M. Pakosie

De in slavernij gebrachte Afrikaanse mensen kregen westerse namen, zoals Pietje, Lucretia, Pasop en Elisabeth, want zij moesten ook mentaal slaven zijn. De Marronvoorouders vochten zichzelf vroegtijdig vrij, waardoor zij hun traditionelenamen behielden, die vroeger gebaseerd waren op een gegeven situatie of een gebeurtenis. Bijvoorbeeld, de schoonheid van een meisje of vrouw kwam terug in haar naam, zoals Amoifusi (zij is mooi om naar te kijken) of Antoumé (zij is oogverblindend). In de traditie van sommige Marrongemeenschappen in Suriname wordt een kind geboren met een dagnaam, de Akaanen (Kodyo voor een jongen, geboren op maandag, en Adyuba voor een meisje). De plaats-, water- en bergnamen én de traditionele persoonsnamen bij de Marrons hebben een boeiende geschiedenis…..
.

14:45 uur PAUZE
Tijdens de pauze kunt u tegen een gering bedrag eten en drinken verkrijgen.

15:45 uur Uitreiking Gaanman Gazon Matodja Award aan Prof.dr. Richard Price en Prof.dr. Sally Price
16:05 uur Toespraak: Hedikabiténi Mutu Antonius Poeketie van de Saamaka Marrons in Nederland
16:15 uur Informeel samenzijn
17:15 uur Sluiting

Datum: Zondag 25 april 2010
Tijd: 14.00 uur tot 17.15 uur
Plaats: Aula van het Vader Rijn College te Utrecht.
Adres: Vader Rijndreef 9, 3561 XB in Utrecht (zie routebeschrijving)
Zij die de Mitimakandii Dei willen bijwonen, moeten zich uiterlijk woensdag 21 april telefonisch opgeven via tel 030-2943402.

Bij de boekenstand kunt u reeds verschenen nummers van het Marrontijdschrift Siboga, alsook boeken en Marron muziek cd’s verkrijgen.

Opbrengst
De opbrengst van het eten, de drank en van onze boekenstand is bestemd voor ons Schooltasproject in Suriname, waarbij jaarlijks aan 70 kinderen uit noodlijdende gezinnen in Paramaribo en omgeving een schooltas met schoolmateriaal wordt gegeven om het nieuwe schooljaar goed te kunnen starten.

Attentie: om 14:00 uur, als het programma begint, gaat de deur van het Vader Rijn College dicht. u kunt u ons vanaf 13:00 uur op het volgende tijdelijke mobiele nummer bereiken: 0681713463, mocht u de weg kwijt zijn, of als u te laat bent en de deur van het Vader Rijn College dicht is.

Routebeschrijving
Vanaf Amsterdam en Den Bosch
A2 richting Utrecht, afslaan bij afrit 8 (volg Jaarbeurs) Ds. Martin Luther Kinglaan rechtdoor rijden, de brug over. Bij rotonde derde afslag Pijperlaan. De Pijperlaan alsmaar volgen, deze gaat over in de Joseph Haydnlaan, Lessinglaan, Spinozaweg, Thomas á Kempisweg, Cartesiusweg, St. Josephlaan en Marnixlaan. Doorrijden tot over de Marnixbrug. Voorbij een benzinepomp bij het eerst volgende stoplicht rechtsaf, de Brailledreef in. Deze straat blijft u volgen tot het tweede stoplicht. Hier slaat u linksaf de Taagdreef in. Direct daarna (ongeveer 120m) weer rechtsaf, dan bent u in de Vader Rijndreef waar de ingang van het Vader Rijn College is.

Vanaf Den Haag: A12 richting Utrecht. Volg route Jaarbeurs, bij knooppunt afslaan bij afrit 8 (zie verder Vanaf Amsterdam en Den Bosch)

Openbaar vervoer:
Vanaf Utrecht CS, bus lijn 7, richting Overvecht. Uitstappen bij halte Brailledreef. Rechtsom de hoek is de Vader Rijndreef en daarin de ingang van het Vader Rijn College. (Busrit vanaf CS is ongeveer 10 minuten. Bussen rijden om de 15 minuten.

Hoogste Marrononderscheiding voor antropologenechtpaar Price

Op zondag 25 april a.s. wordt tijdens de jaarlijkse Mitimakandiidei (ontmoetingsdag) van het Marroninstituut, stichting Sabanapeti, te Utrecht door kabiten André R.M. Pakosie, de Gaanman Gazon Matodja Award (GGMA)[1] uitgereikt aan het antropologenechtpaar Richard en Sally Price. Zij ontvangen deze hoogste Marrononderscheiding vanwege hun verdiensten voor de (Surinaamse) samenleving in het algemeen en de (Saamaka) Marronsamenleving in het bijzonder.

read on…

  • RSS
  • Facebook
  • Twitter