blog | werkgroep caraïbische letteren
Posts tagged with: poëzie

Glen Faria – Duurt te lang

We konden over alles praten, alles
Maar alles ging over de liefde, we vergaten alles
In een brief, een smsje, in een liedje schreef ik
Ik zal alles voor je doen en voor je liefde leef ik
En die liefde kreeg ik, en vaak in overmate
Je kon de drempels van het leven aan me overlaten
Je zag die meiden haten want ik had m’n superheld
Je had je vrienden net te vaak over mij verteld
Nu staren we samen naar de tafel met de mondjes dicht
Blikken die vanzelf spreken in ons gezicht
Ik heb het overgrote deel van alles aangericht
Maar ik rijd te lang in deze tunnel en ik zie geen licht
Dus doe je ogen dicht voor onze laatste set
En denk terug aan het kleine huisje met het kleine bed
Shit, maar morgen is de pijn terug
Staan we uren op de halte rijdt de trein terug

read on…

Eugène W. Rellum – Domburg

Domburg[1]

De brede rivier,
de steiger,
de idyllische banken
en
de oude vergroeide amandelbomen…

read on…

Diana Lebacs – Kresementu/ Groei

Kresementu

Bista pa afó:
un taki nobo
a  mana
vipé, vipé.
Ban, tempu di
pakiko warda.
E ta yama
kòrá di wendrùif
djei bèrde madurá.
Ta subi
ku paso konsedé.
Ban, e lus lif
di solo di,
asina e ta bira taki
nira palu
tá taki
i tronko i palu
den un.

read on…

Geert Koefoed – Gedicht

Voor Shrinivási

Aangekomen,
De lucht boven het plein trilt van de hitte.
Heb ik hier iets te zoeken?
Heb ik hier iets te doen?
Heb ik hier iets te maken?

read on…

Surrendra Santokhi – Dhundhli yádon ke/ Schimmige herinneringen

Dhundhli yádon ke

Dhundhli yádon ke saháre
gujár rahá hun ek jivan
unhin yádon ko
phir páne ke liye.

read on…

Hans Faverey – Waar stil toen


Waar stil toen
de abrikozenboom stond,
sta ik nu stil.

read on…

Michiel van Kempen – Kwatrijn

voor Shrinivási (1926-2019)

We lopen, beiden, aan de Waterkant
Je kijkt me aan maar ziet me niet
Alsof de wereld door je iris vliedt
Ik begrijp: ik zit al aan je binnenkant

read on…

Boeli van Leeuwen 100

door Klaas de Groot

De teloorgang van zijn menselijk lichaam vond Boeli van Leeuwen een treurig gebeuren, dat zei hij in menig interview en het is met name te lezen  in het verhaal : ‘Een dooie muis’, in de verhalenbundel  Geniale Anarchie. Dat verhaal is een verslag van het bezoek aan een bevriende huidarts die een stukje van de auteursneus bevriest en verwijdert.

read on…

Fred de Haas – Ode aan Papiamentstalige dichters

Dit is een Ode aan diegenen
aan wie wij nu in dank ontlenen
wat zij gaven in hun strijd
voor taal en onafhankelijkheid.

read on…

Willem E. Kroon – Nan Papiamento

Ningun tradicion por obliga nos, na conserva un defecto,
 siendo nos tur su goal ta perfeccion.

Si bo por papia papiamento,
Bo por canta un cantamento;
I si ta papia nan a papiéle,
Bo n’ por hari sin hariéle.
Si tur yiu’i Corsouw tâ surdo,
Anto lo n’ tâ tanto absurdo,
Di ta goza e papiamento
Ripití sin fundamento.

read on…

Frank Martinus Arion – Hou ze trouw

Hou ze trouw!
Bisschop Nicolaas besloot
bij het breken van de Spaanse banden
toch in Holland te blijven.
Het zijn wel protestantse, goddeloze landen,
maar hun koloniën zijn toch maar rijk en groot.

read on…

Alfred Schaffer – Good riddance to him!

‘Mi ta kansá’, dichtte de Curaçaose dichter en schrijver Pierre Lauffer (1920–1981) in het Papiaments. ‘Ik ben moe’, of anders gezegd: tijd om te sterven. Dat betekent in dit geval: liefst geen ijdel gesodemieter aan mijn graf, ‘ningun diskurso o ko’i makaku / di kwalke komediante / ku ke hasi su mes interesante’, of in de vertaling van vriend en schrijver Jules de Palm: ‘blijf dan niet staan wachten / op een toespraak of aanstellerig gedoe / van de een of andere komediant’. Geen zogenaamd verdriet, het leven is nu eenmaal eindig, daar helpt geen moedertje lief aan.

read on…
  • RSS
  • Facebook
  • Twitter