blog | werkgroep caraïbische letteren
Posts tagged with: Peters May

Poco a poco: verhalen uit Puerto Rico

door Quito Nicolaas

Al bij het lezen van de boektitel Poco a poco [Beetje bij beetje] van May Peters daagt een gevoel van de Zuidamerikaanse mañana-filosofie op die je doet denken aan de MTV-muzikale hit Despacito. Alleen gaat het hier om geschreven teksten van uitzonderlijke gebeurtenissen aan de rand van de werkelijkheid, in een schrijfstijl die eigen is aan de auteur. Bij het openslaan van de verhalenbundel tref je maar liefst 23 korte verhalen met een gemiddelde lengte van acht pagina’s, waarvan elk de moeite waard is om gelezen te worden. read on…

Verhalen over het eiland van de muziek

Poco a poco: een Limburgse tromboniste in Puerto Rico

May Peters kwam eerst naar Puerto Rico om zich te verdiepen in de salsamuziek en later om de culturele identiteit van het eiland te bestuderen. Het Isla del Encanto doet haar denken aan haar jeugd in Limburg, en inspireert haar om al haar artistieke en educatieve vaardigheden ten volle te ontplooien. ‘Ik ben nu eenmaal iemand die alles wil beleven.’ read on…

May Peters bij beste 20 op Puerto Rico

Tijdens de ceremonie van de Top 20 Beste Albums van 2013 van Puerto Rico in de Fundación Nacional para la Cultura Popluar in Viejo San Juan, werd de tromboniste May Peters in the spotlight gezet.Vertaling : ‘Creatieve uitvoering van onschatbare waarde voor de nationale muziek en de vrouwelijke vertegenwoordiging. May Peters snijdt vanuit een jazzperspectief het repertoire aan van een handvol iconen van onze muziekgeschiedenis en ze vertolkt dat op een voorbeeldige manier op de klanken van ritmes zoals de bomba, plena , de cha cha cha en de yambú. Dit geniale idee verdient alleen al een applaus door de briljante uitvoering ervan op trombone. Het vernuftige van dit werk breidt zich uit tot de in de perfectie uitgewerkte muziek van el maestro Eric Figueroa en een waardevolle biografie van elke genoemde persoon , beschreven door journalist en historicus Miguel López Ortiz.’

De Zeven Spirituele Wetten (4 en slot)

door May Peters
Wet van Intensie en Verlangen
Dit is het punt dat ik omkeer en terugga. Althans dat probeer ik, maar iets blokkeert mijn achterwiel… He…? Ik kijk en zie dat de rand van de velg een beetje opbolt. Een centimeter. En die blokkeert bij de rem. Hoe kan dat nou? Ik druk er tegen. Totaal geen beweging. Kaken op elkaar en nog een keer… Ben je gek. Ik ben niet sterk genoeg. Het zweet gutst van mijn voorhoofd. Een steen! Ik moet een steen hebben om die velg terug te duwen! Hoezo de Wet van de Minste Weerstand? Het wiel kan al helemaal niet meer ronddraaien. En nu? Nu sta je hier mooi met je Zeven Wetten!
De Wet van Intensie en Verlangen. Ik druk er nog een keer tegen, tot mijn duim wel heel bleek wordt. En dan in ene: een knal! ‘Paaaaaaaaaf’ schreeuwt mijn spiksplinternieuwe achterband. En een heel stuk van de rand van de velg schiet…LOS. Dankzij mijn grenzeloze nieuwsgierigheid bij de fietsenmaker, of is het controledrift? weet ik dat je die achterrem eraf kunt halen, zodat het wiel in ieder geval ronddraait. De Wet van Oorzaak en Gevolg, dit is het gevolg, maar wat is de oorzaak? Hoe kán dit?
Mediteren
Ik zie het silhouet van El Yunque, het enige tropische regenwoud van de VS, rechts aan de horizon. Zo ver ben ik dus van huis! Vanaf dit punt is de terugreis normaal een uur en twintig minuten fietsen. Hoever is dat lopen? Drie uur? Ik begeef me op weg. En ga gewoon weer mediteren. Het regent niet! Een kwartier later stopt een auto, helemaal volgepakt.’Qué pasa?’ vraagt een man van mijn leeftijd vriendelijk. ‘Kom net van de fietsenmaker vandaan. Ontploft mijn band hier op die brug!’ ‘Waar moet je naartoe?’ ‘Ja, naar Ocean Park.’ ‘E-arayo…. (dat is Puerto Ricaans voor ‘sodemieters’). Maar, hier komt elk uur bus 53 langs.’ ‘Ja, die stopt bij mij om de hoek op het strand,’ zeg ik. ‘Heb je geld?’ ‘Ik fiets altijd zonder geld, dan valt er ook niks te overvallen.’ ‘Oh, je kunt vast wel iets met die chauffeur regelen. Dat moet je echt doen.’ Hij grijpt naar achteren en haalt een ijskoud flesje water te voorschijn: ‘Hier!’ ‘Wat aardig!’ En weg is ie. Ik overweeg even om mijn buurman, redneck Stevie te bellen. Maar die had vanochtend die prachtige zwarte Jaguar van zijn moeder in plaats van zijn eigen oude Jeep. Of hij weer indruk wil maken op een vrouw? Hij heeft een Amerikaanse vader maar de Puerto Ricaanse manieren van zijn moeder. Maar, ach! D’r is niks spannends aan als ik nu regel dat hij me komt halen. ‘Leave it up to the universe’. The Law of Detachment en laat losssss. Maar hoeveel minuten zal het duren voordat een auto stopt?
Ik denk aan een moment op Curaçao, toen ik na afloop van het Tumba Festival in het pikkedonker over een stoffige en stille weg naar huis liep. Ook toen werd ik opgepikt en keurig bij mijn huis afgezet door een volstrekt onbekende. Nee, dan die keer toen ik van het veer vanaf St. Maarten in Anguilla, een Brits Maagdeneilandje, afstapte en naar ‘de jazzclub’ wilde lopen. ‘Ja, ’t is aan het strand,’ had de bassist gezegd. Maar dat is alles op een klein eilandje! Toen stopte een vrouw (die me een half uurtje eerder op de boot een snoepje tegen mijn kriebelhoest had gegeven!) en bracht me naar de jazzclub, waarvan ik bij god niet wist waar die was, laat staan hoe die heette.
Universum
Ik realiseer me hoe zeker ik van mezelf ben. Hoeveel vertrouwen en rust het me nu geeft. Dat ik natuurlijk, net zoals in het verleden, gewoon geholpen word…Of niet? Weg die gedachte! Verbonden met het universum. En na de volgende bocht stopt aan de overkant toch een glimmende zwarte Ford pick-up, met een vriendelijke oudere mijnheer. ‘Kan ik u misschien helpen?’ Ik heb een glimlach van oor tot oor. ‘Wacht, ik zet hem even daar neer.’ En parkeert even verderop buiten de bocht (erg on-Puerto Ricaans rijgedrag, zo sociaal! De Wet van het Oordelen, ik weet het). Ik steek hoofdschuddend met een wiebelende fiets de weg over. Mijn redder stapt uit, neemt de fiets over en legt die in de open kofferbak. Ja, daar is zo’n pick-up truck natuurlijk perfect voor!
‘Ik kwam u tegen. En ik zag u . Zo’n vrouw alleen. U maakte zich vast zorgen.’ Dat is mijn meditatiegezicht. ‘En dus heb ik me omgedraaid. En dacht, ik moet die señora helpen.’   ‘Nououou, hoe is het weer mogelijk!’ Ik sla op mijn knie. ‘Geweldig! En wat is dit een mooie auto!’ ‘Ik ben net terug van New York,’ zegt de Puerto Ricaan met natuurlijk een snor, dat hebben alle pick uppers. ‘Ik ben namelijk vrijwilliger voor het Rode Kruis.’ ‘Te gek! Dit is echt niet te geloven! Dat gebeurt me nou altijd. Nou, wat lief!’ ‘Waar moet u naar toe?’ ‘Naar Ocean Park helemaal.’ ‘Ik ben even bij mijn nichtje langs gegaan in Loíza. Ik woon in Luquillo.’ ‘He? Maar dan hoeft u toch helemaal niet op deze weg te zijn?’ zeg ik verbaasd: ‘Luquillo is de andere kant uit.’
Synchroniciteit
Luquillo ligt pal tegenover el Yunque en heeft een prachtig strand. Het is bekend vanwege de kraampjes met gefrituurde vislekkernijen. ‘Dat klopt, maar ik dacht om even mijn linkerbanden te laten checken. ‘Nou, jaaaaaa. Synchronicity!’ ‘Een zegening!’ zegt hij glimlachend. ‘Ja, dat kan je wel zeggen!’ ‘Bent u niet bang zo alleen op de fiets? Er gebeuren de raarste dingen.’ ‘Oh, nee, helemaal niet! Punt 1 fiets ik daar te hard voor… als de banden vol zijn…En ik ben altijd omringd door engelen en heiligen!’ en sla mijn handpalmen quasi devoot uit elkaar. ‘Dat is waar’, zegt mijn reddende engel. ‘Wat deed u in New York?’ ‘We waren daar met de Puerto Ricaanse delegatie van het Rode Kruis.’ ‘Echt?’ ‘Ja, we hebben daar nog de resten van Sandy geruimd.’ ‘Oh, god, ja, die orkaan.’ ‘Ik ben gepensioneerd leraar. Het Rode Kruis betaalt de vlucht en het verblijf. Dat hoeft allemaal niet luxe te zijn.’ ‘Wauauauw,’ zeg ik, terwijl ik nu ook de andere kant van het fietspad zie. ‘Wat leuk! Kijk, daar fiets ik altijd.’ De Atlantische Oceaan is op dat stuk altijd wild. Zo geweldig! ‘En wat was u meest indrukwekkende reis met het Rode Kruis?’ vraag ik. ‘Mijn reis naar Florida na een overstroming daar. Ik ben José Ayala.’ ‘’k heet May Peters.’ Dat zeggen ze hier altijd op zijn Engels maar dat is een afkorting van María.’ ‘Ken je de Ayalas in Loíza? Dat zijn neven van me.’ ‘Wel ja! Ik was er nog op hun bomba-feest. Wanneer was dat ook alweer? Man , hier in de Cariben heb ik geen idee van tijd!’
Krabben
‘Ah, sí. Dat is altijd in juli, hun feest op hun batey.’ ‘God, wat was dat geweldig toen, gewoon voor hun huisje.’ ‘Ja, daar komen altijd heel veel mensen op af.’ Ik kan me scene nog herinneren tussen de krielkippen: zwetende bombadansers en tal van bekende gezichten die ik altijd en overal tegen kom. ‘Wat leuk! Nu zie ik het eens aan de andere kant. Daar fiets ik altijd,’ wijs ik voor de zoveelste keer, als we Piñones binnen rijden. De 187 loopt pal langs de Oceaan. Aan beide kanten liggen restaurantjes, de beroemde kioskos, waar men op houtskool grote pannen met olie verhit. Stapels pallets zie ik liggen, achterom, tussen een autowrak hier en daar.  Kooien met krioelende krabben… en vooral mooie dikke negerinnen die met of zonder sigaret in de bek, alcapurria (krabkroketje van cassave en een andere wortel) of bacalaíto (stokviskoekje) staan te frituren.  Aan de linkerkant hebben de Haïtianen hun winkeltjes. Hangmatten en grote kleurige badlakens met kitscherige palmbomen of vrouwenlichamen, of  fier de witte ster in de licht blauwe zee,  naast de rode en witte strepen: de Puerto Ricaanse lag. Het spiegelbeeld van de Cubaanse. Ze zijn beide ontworpen in de onafhankelijkheidsoorlog van de Spanjaarden en de Amerikanen.
We zijn zo in Isla Verde. En Luis slaat af bij de fietsenmaker. Met een dankbaar hart stap ik uit. Luis is zo’n voorbeeld van de Wet van Geven. Ik realiseer me dat ik deze man die mijn hele week goed gemaakt heeft wellicht niet meer zie. Hij is het bewijs  van het feit dat ik elke gedachte in mijn hoofd kan realiseren. Dat ik dus kan TOVEREN!
Fietsenwinkel
Ik open de deur van de fietsenwinkel voor de tweede keer die dag. ‘Nou moet je toch eens raden wat er gebeurd is!’ roep ik lachend tegen de fietsenmaker. ‘s Avonds op Facebook reageert een Duitse percussionist op de foto die ik van mijn fiets geplaatst had. ‘De rem heeft de ‘rim’ opgevreten.’ Ik ben stomverbaasd. Ik heb dus de hele tijd met de rem erop gereden. Verrek, vandaar dat hij dat remblokje ‘s ochtends had versteld! Het lijkt wel mijn echte leven! De Wet van Oorzaak en Gevolg. Hoe is het mogelijk? Heb ik altijd met de rem erop gereden, als een gek! Al die programma’s die over zelfboycot gingen, de allesvernietigende Wet van het Oordeel. Ik heb de lat altijd zo hoog gelegd voor mezelf…
Vandaag kook ik voor de laatste keer voor Kiko, de opnametovenaar. Morgen ga ik voor het laatst naar zijn studio om het mooiste project ooit dat ik in mijn leven heb gemaakt te masteren. The final step. Mijn cd is geproduceerd door Eric Figueroa. En de cd zelf is een hommage aan vrouwelijke Puerto Ricaanse componisten. Eric is een van mijn beschermengelen van het eerste uur toen ik in 1994 in Puerto Rico kwam. Mijn leven is namelijk een aaneenschakeling van synchronicities, zogenaamde ‘toevallige gebeurtenissen.’ Dat zie je dan achteraf pas.
In 1993 speelde ik met de Venezolaanse salsaband van Javier Plaza Orquesta Son Risa in Parijs. En er speelde een Puerto Ricaanse bassist Tomas Pérez mee. De man was een vervanger en vertelde me onder de Eiffeltoren dat ik rustig naar Puerto Rico kon gaan, als ik  naar Cuba of Puerto Rico wilde om me verder te verdiepen in de salsa. Hij kende bevriende musici en die zouden me vast wel helpen… Negentien jaar later spelen twee van deze musici op mijn cd. Eric heeft juweeltjes van arrangementen geschreven van de composities uit de Puerto Ricaanse schatkist. Op la Isla del Encanto, het Eiland van Betovering heb ik leren toveren, gewoon door de deur open te zetten naar mijn eigen ziel. Alles wat ik wenste was er al, zat gewoon altijd al in me. Ik leerde wie ik nou eigenlijk was.. en waarom ik hier moest zijn… de Wet van Dharma.

De Zeven Spirituele Wetten (3)

door May Peters
 
F
 
Lekke band
Kom bij de brug van Piñones, la Boca de Cancrejos, en psssssssssssssss… Nondedjuu. Band lek. Dat is lang geleden. Mijn fietsmaker heeft er een rubberen tussenlaag ingelegd, zodat ik niet elke week twee lekke banden heb dankzij de kapotte groene exportflesjes Heineken op het zogenaamde fietspad. De luchtbelletjes dansen over het achterwiel. Dus van oppompen kan geen sprake zijn.
De Wet van de Minste Weerstand: ‘Alles in het universum is perfect zoals het nu is.’ Dus, oké, teruglopen. Worden eens andere spieren gebruikt. Maar bij het Marriott Courd Yart aangekomen, begint het weer te regenen. En dat is hier dus met bakken tegelijk. Zoveel water dat ik bij elke stap uit mijn Wolky sandalen floep. Zal ik ze uit doen? Op blote voeten verder lopen door het warme water… lijkt me heerlijk… Maar mijn band is natuurlijk niet voor niks lek. En ook al mediteer ik sinds ik Kenny Werner zes jaar geleden op het Conservatorio heb ontmoet… ik ben nog steeds geen fakir. Dan maar in het moment verder lopen. Na een uur kromme tenenwerk bereik ik mijn straat. En breekt de sluiting van mijn sandaal. Nou, de laatste tweehonderd meter strompel ik op een schoen verder en dan kan ik de fiets in het schuurtje zetten.
Maandag, bij mijn meditatie op trombone, ‘een fitness programma van twee uur’ kijk ik uit over het verpletterende oceaangroen van de Atlantische Oceaan. Ja, ik ben gezegend dat ik deze missie mag volbrengen. Daarna ga ik met een radio-uitzending van the Art of Joyful Living op mijn mp 3-speler mijn fietsband plakken. Met vier vorken loop ik naar het benauwde schuurtje om de band van de fiets te halen. Je wordt hier zo creatief! Maar de fiets heeft nu een universeel ventiel, waar je een verloopnippel voor nodig hebt om hem op te pompen met een compressor. Snap jij het nog?
Een gewone fietspomp behoort niet tot de standaard inboedel van een Puerto Ricaans schuurtje. De verloopnippel blijkt foetsie, dus uiteindelijk toch maar snel naar de fietsenmaker. De jongen is altijd heel aardig. Zet er een nieuwe binnenband op, die was namelijk ook kapot bij het ventiel. Ik had natuurlijk met veel te veel geweld de band opgepompt met mijn handpompje. Ay, de Wet van de Minste Weerstand.
Rijgedrag
We hebben een onderhoudend gesprek over het rijgedrag van de Puerto Ricaan. ‘Ze letten überhaupt niet op de weg, laat staan dat ze een fietser zien! Maar ik heb altijd zoveel beschermengelen. Dat gaat altijd goed. Krijg wel bijna een hartverlamming omdat de Puerto Ricaanse chauffeur geen richtingaanwijzer gebruikt. Volgens mij doet negentig procent het niet! …Weet je, zelfs de Politie niet! En ik hun daar maar steeds met veel gebaar op wijzen, half omdraaiend op de fiets, om dan bijna tegen een auto op te knallen die weer voor zo’n drempel  hiervoor stilstaat. Of een voetganger laat oversteken. Dat mag hier! Dat staat in de wet! (Dat weet ik dan weer uit mijn Puerto Ricaanse theorie-examen.) Of ze laten een auto achteruit de weg op rijden…’ ‘Ja, er is hier nog veel onwetendheid,’ glimlacht de fietsenmaker.  Hij frunnikt wat aan de achterrem: ‘Het remblokje raak de velg.’ ‘Oh, wat goed van je!’ Nooit wat van gemerkt. Nu gaan bij mij nauwelijks dingen vanzelf. Ja, behalve schrijven, als ik er nu zo over nadenk. Als ik vertrek met een opgeknapte fiets houdt de fietsenmaker de deur voor me open: ‘Hou je taai!’
En twee uur later zit ik op de fiets langs de oceaan. Er staat een stevige wind, dat wel. Maar ach, ik ben zo ‘afgetraind’, wát Wet van de Minste Weerstand! Wat fijn dat ie die band gemaakt heeft en de rem. Heb er nooit iets van gemerkt! Voelde wel mijn knieën bij het fietsen, maar goed daar heb ik ook de knieën voor… en een meniscusoperatie voor gehad op mijn veertiende. Hup, door het naaldbos over het andere fietspad. Aan de kant van de rijweg zit altijd een oudere man, die me nog kent van mijn vorige lekke band.. Als hij me achter zich, over het houten fiets pad aan hoort komen denderen, zwaait hij altijd: ‘¡Hola amiga!’ ‘Alles goed?’ roep ik terug met een arm in de lucht. Niet helemaal ongevaarlijk, want het hout is of glad of ligt bezaait met amandelen. Na dik een uur fietsen kom ik op het verste punt van mijn Energyroute, de brug over de rivier de ‘Loíza’ die je zo de Oceaan in ziet stromen in de verte. ‘Your heart is like the mouth of a river, strong and silent,’ hoor ik Kenny Werner zeggen in zijn Effortless Mastery-meditaties. Ik word steevast bevangen door dit natuurschoon. De Wet van Pure Potentie. De tropische zon weerkaatst in het stromende water en verblindt me.
[vervolg, deel; 4 en slot, klik hier]

De Zeven Spirituele Wetten (2)

door May Peters
 
Grenzeloos
Gisteren werd ik gebeld, terwijl ik op het strand aan het mediteren was. ‘Profesora, is het goed als ik u vandaag om zes of zeven uur bel voor het radioprogramma?’ En omdat ik van mijn vader ook geleerd heb om niets uit te stellen, zei ik mijn medewerking toe. ‘Prima.’ De radiomaker van ‘Sin Fronteras’, zonder grenzen, echt een titel voor mij, wist te vertellen dat Holland is afgeleid van Houtland…. en dat de belangrijkste steden Den Haag, Rotterdam, Oetresjt, Eindhoven en Máástrisjt waren. De eerste die het nu eens niet over ‘Ansterdan’ had, waar ze vanaf de Achterzijds Voorburgwal de koffieshop in- en uitrollen… Hij is dan ook geen salsamuzikant, maar zou zo een model kunnen zijn: een Adonis die yogaleraar is…. Ik bedoel, hoe mooi kan een mens zijn! Een schoonheid, onze Raúl Morris.
En de opnametechnicus Kiko Hurtado is zo ‘in the present moment’, zo perfect en precies, zo’n Wizzard of Oz, dat ik me regelmatig in mijn arm moet knijpen of het allemaal echt is, wat ik meemaak. Ik ben omringd met zulke mooie mensen. Maar met andere tempi dan van mij! Een tropische storm, noemden ze me hier al. In een studio wordt gefocust, bewegingsloos en in stilte. Zat ik donderdag vier uur lang in de Hairstudio van Annie, die de dag van haar leven had. Want ze mocht dan eindelijk mijn haar verven zoals zij het wilde. ‘Verander maar even van kleding,’ wijzend naar mijn shirtje en het toilet. ‘Eh, de photoshooting is zaterdag pas! Ik heb geen andere kleding bij me.’
Kapper
‘Nee, je kunt dat bloesje uitdoen en die duster aantrekken.’ Elke dag doe ik dingen die ik nog nooit gedaan heb. Ik kom niet meer bij van het lachen! In Annie’s stoel mag ik niet bewegen!
‘Wie heeft die stoel verplaatst?’ vraagt ze kort als de telefoon van de kapsalon gaat. Ik neem op omdat zij haar handen vol heeft met kwasten en verf. ‘De advocate aan de lijn.’ ‘Zeg maar dat ze kan komen.’
‘Neem maar een koude witte wijn mee, als aperitief,’ zeg ik tegen de voor mij volstrekt onbekende beller, want inmiddels zit de vijf in de klok. Annie in een deuk. Die drinkt namelijk geen druppel met haar atletenlijf. Er komt een andere vrouw binnen. ‘Ik moet morgen om acht uur in Ponce zijn en kijk mijn haar.’ ‘Ik vind je haar prachtig,’ zeg ik als Hollandse tegen de latina bij wie een grijze lok uit haar zwarte haar steekt. ‘Aaaay, no, chica.’ ‘Ja, ik weet het. Jullie latinas zijn zulke verschrikkelijke ijdeltuiten!’ ‘Ja, dat klopt,’ en ze vliegt meteen in een pose. Ik kom niet meer bij. Ze zet haar bril op en vraagt: ‘Welke kleur ga je gebruiken, Annie? Dezelfde?’ Haar kleindochter van vijf bladert door wat tijdschriften met alleen maar modellen. Ja, dat wordt natuurlijk net zo eentje. Telefoon. Nu moet Veronica opnemen. Een gekkenhuis. En dat zou zo nog vier uur zo doorgaan. Op het laatst kan Annie niet meer gaan hardlopen met haar dochter, wat ze dagelijks doet.

Tropische regens
Daar zal je haar hebben, de advocate. Ik ben meestal verbaasd over de upper class in Puerto Rico. Bleke poeder. ‘Nu ben ik nog de plantainutres vergeten! Waar kan ik die halen?’ Tien minuten later komt ze terug met vier  zakjes bananenchips en flesjes water. Ik verrek van de dorst! ‘Had ik ook niet gezegd dat jij highlights zou krijgen?’ zegt Annie. ‘Ik bén de highlight!…’ Ze schieten in de lach. ‘Wat jij wilt, mi amor,’ zeg ik. En vervolgens zit ik nog een uur in de kappersstoel en geef keurig gevouwen aluminium velletjes aan Annie. Blij dat ik even iets nuttigs kan doen!
Zondag: het regent op zijn tropisch. Dat wil zeggen, het komt met bakken naar beneden. En een paar uur later breekt de zon weer knallend door. Je ziet de stoom uit het asfalt opstijgen. Snel de fiets op. Ik heb al de hele week in de studio gezeten! Mijn energie moet even in banen geleid worden. Alle ‘muertos’, drempels op de Isla Verde Avenue, heb ik goed overleefd. Het gevaar zit niet in de veertig centimeter hoogte van zo’n drempel, maar in de auto’s die abrupt afremmen, zodat elke Puerto Ricaanse fietser er zo tegenaan zou kunnen vliegen. Edoch niet deze Hollandse… Voorbij Mariott Court Yard Hotel. Daar moet ik vooral op zondag goed uitkijken, voor in- en uitrijdende auto’s en taxi’s, omdat daar nog ‘Hi Tea’ salsa dansen gehouden wordt voor alle Puerto Ricanen. Het gaat goed.
Dan het met kuilen en kiezels bezaaide zandpad op, parallel aan de snelweg langs het vliegveld, op naar Piñones. Voorbij het Strand van Carolina. Drie politiemannen met kogelvrij vest roepen nog ‘pas op’ als ik in vliegende vaart voorbij race, en natuurlijk een auto pats boem wil afslaan voor het strand. Wie moet hier oppassen? Het is dat veel Puerto Ricanen, en dan diegenen die geen voorrang verlenen, meestal een kapotte airco hebben. En zodoende de ramen van de auto open hebben staan. Dus mijn verbale aankondiging heeft mij al vaak behoed, ook nu: ‘¡Weeeeeeeepaaaa!’
[vervolg, klik hier]

De Zeven Spirituele Wetten (1)

May Peters werkt in Puerto Rico aan haar debuut- cd. Daar komt meer bij kijken dan louter muzikaliteit en vakmanschap. Ook de geest dient in topvorm te zijn. En de deur naar je ziel moet wijd open staan.

door May Peters

Shamaan Don Miguel Ruíz verkondigt het al jaren, vrij naar een Tolteekse wijsheid: ‘Wees onberispelijk met je woorden.’ Want woorden sturen je gedachten. En je gedachten sturen je daden. Maar de reikwijdte van die uitspraak besef ik pas nu ik als solist mijn cd aan het maken ben. In juli 2012 besloot ik om louter schoonheid te laten horen. Daarvoor moeten je lichaam, ziel en geest schoon zijn. Schoonheid, schoonmaak…

read on…

Kinderen vieren de Feesten van San Sebastian in de Botanische Tuin (2 en slot)

door May Peters

May Peters trad dit jaar in de Botanische Tuin van San Juan  op  tijdens de Fiestas in het weekend van 20 en 21 januari 2013. Een paradijselijke omgeving waar een evenement voor kinderen wordt georganiseerd. (deel 2)

Het zal toch niet, dat..?. Hup, alweer een gedachte. Weg ermee, corrigeer ik me. Maar ja, die emoties zijn als de Oceaan hier om de hoek. ‘Je kunt het niet 12 uur van te voren afzeggen, Paquita, als we dit al zeven maanden geleden hebben vastgelegd. Betaal me dan de helft alvast. En de andere helft als je de subsidie binnenkrijgt.’ Teleurstelling in een vriendschap, paniek, bedrog vult mijn hart. Eeeeen corrigeer…

‘Ik stel uiteindelijk voor dat we ons aan het contract houden, waarop staat dat we tussen 1 en 6 spelen.’ Zucht. ‘Ik bel even Amilia op want die gaat over de programmering,’ antwoord Paquita bezorgd. Half 11, de tijd dat ik normaal ga slapen. Een vriendin gaat je nu toch niet belazeren? Dat kan niet…Ze belt tegen kwart over 11. ‘Om een uur daar.’ ‘Is goed. Ik kan. Geen probleem.’ Maar ik weet niet wat die jongens doen, zeg ik als ik heb opgehangen. TEGEN DE MUUR! Aaaaaarrrrggggh!! En trek aan mijn haren! Stuur Pablo, Javier en Luis een tekstbericht. ‘Bevestig alsjeblieft.’ Ben je gek!

Nadat ik met een Dreammeditatie van David Ji deze dag van me af wil schudden, ben ik nog twee uur wakker. En ontspan! Alles is goed, zoals het nu is. De volgende ochtend, half acht. Een kop van mijn goddelijke Yaucona-koffie. Meteen die jongens weer schrijven. ‘Ik bel jullie om negen uur.’ Een tekstbericht van niks. Bellen moet ik! Ik ben in Puerto Rico! Mediteren, post doornemen en contact opnemen met mijn Goede Fee in Nederland: ‘Neem contact met me op!’ Ik bel Paquita. Geen antwoord en stuur dan een tekstbericht: ‘Neem je dan de helft van de gage mee vandaag? Bevestig mijn bericht even.’

Ondertussen begin ik met mijn ochtendprogramma op mijn trombone. Die bezorgheid kan er mooi uitgeblazen worden zo. Wauw, René heeft die schuif echt goed gemaakt. Geweldig! Ik denk ineens aan de woorden van mijn Goede Fee ‘Zorg dat je niet afhankelijk bent van een ander.’ Oké! Dan ga ik dadelijk weer naar de bank en pin de rest van het geld ook, zodat ik die jongens betaal. Telefoon. ‘¡Pablooooooooo!’ ‘May, wij moeten om 11 uur dadelijk in San Juan spelen, maar we zullen ons uiterste best doen om om 1 uur in de Botanische Tuin te zijn.’ Bij dat ‘uiterste best’ kun je in Puerto Rico rustig het bijvoeglijk naamwoord weghalen. Want niemand gaat hier tot het uiterste, alleen zo’n gek als ik. ‘Aaaaaay, Pablo. Je weet toch ook dat jullie nooit op tijd daar kunnen zijn. a) beginnen jullie niet om 11 uur. En b) voordat je de gasten letterlijk bij elkaar hebt getrommeld om te vertrekken… En c) voordat jullie dan in de auto zitten en door kunnen rijden… Krijgen jullie betaald?’

Er schiet even door me heen om dat optreden van hen te betalen uit eigen zak. ‘Ja, niet zoveel. Wat stel jij voor?’ Pablo heeft een diplomatisch talent! ‘Dat je dat optreden niet doet en naar de Botanische Tuin komt. Ik wil niet dat Paquita een reden heeft om ons niet uit te betalen, omdat wij ons niet aan het contract zouden houden, qua tijd.’ ‘Tja,’ zegt Pablo heel rustig. Zijn hoge vibratiegolven bereiken me al. ‘Weet je wat we doen? Ik bel je als we beginnen. En echt, we hoeven maar een uurtje. Ik beloof je dat ik iedereen zo snel mogelijk mobiliseer.’ ‘Prima’. V E R T R O U W E N.

Hup, nog een tiennootsoefening op de hoge D. Wham! Luchtsnelheid! Pas op de begrafenis van mijn vader, met Kerst elf jaar geleden, ontdekte ik dat trombone spelen een helende werking heeft op je lijf. Diep inademen en diep uitademen. Tijdens mijn flexibilities, telefoon. ‘Pablooooooooo!’ ‘Ja, May, ze hebben gisteravond iemand doodgeschoten. En nu is de optocht verlaat.’ Alles is perfect, zou mijn Goede Fee zeggen. ‘Okéééé’ Mijn hersenen stuiteren. De vibraties die mijn brein produceert zijn gelijk aan die van de flexibilities die ik studeer over twee octaven. ‘We zijn er om de tijd die ze met ons afgesproken heeft gisteren. Weet je, het is ook eigenlijk hun probleem, om dat op het laatste moment te veranderen.’ Terwijl ik Paquita’s stress absorbeer, vergeet ik mijn eigen stress, die er totaal niet hoeft te zijn. Dat maakt Pablo me wel weer duidelijk. ‘Je hebt gelijk, Pablo,’ zucht ik: ‘Dan bel ik Paquita.’ Geweldig.

Als ik opgehangen heb, juich ik naar het plafond: ‘Bedankt voor zijn rustige vriend!’ Nog maar even snel die flexibilities erdoor jagen, goed voor mijn lucht. Paquita moet dat wel weten. Dus als ik mijn koffie op heb, bel ik haar. ‘Is goed. Kom maar iets eerder. We moeten praten.’ Bam, alweer een Maaskei in mijn hart. Nog vergeten te vragen of ze dat voorschot meeneemt! Snel de pedaalnoten, ontspan die lippen en die kaken. Heel veel lucht heb je nodig voor lage noten! …Myra! Ik wil niet dat het vuur door deze stress mijn lippen uitkomt. Maar mijn aloëvera is op!

Dus ik bel mijn goede vriendin Myra op. ‘Als je het leuk vindt, neem je pandareta mee en speel mee.’ ‘Wat leuk, May, maar ik zit zonder auto nu, he. Ik zal eens kijken of ik een vriend kan charteren…’ ‘Zou je me dan die aloë vera willen meenemen?’ ‘Als het me allemaal lukt,’ antwoordt Myra. ‘Te gek!’ En verder met die yoga ademhaling. Eeeeindelijk skypt mijn Goede Fee! Die mij, zoals het een echte Goede Fee betaamt vriendelijk, glimlachend, vol liefde en op een zachte toon zegt: ‘Met dat geld daar heb jij nog iets uit te zoeken. Dit komt niet voor niks op je pad… Paquita probeert dat gewoon. Er zijn heel veel mensen die gewoon proberen hoe ver ze met je kunnen gaan. Maar je kunt nu heel rustig zeggen, zonder enige emotie, dat is belangrijk, dat je geen emotie toont, want anders hebben mensen grip op je. Nu zeg je heel kalm: ‘Luister Paquita ik had dat graag voor je gedaan, maar dat kan nu niet anders. Punt. ‘

‘Heeeee?’ zeg ik totaal verbaasd: ‘Echt?’ ‘Er is altijd geld. Er is altijd overvloed. Denk niet in gebrek.’ Oké… goed en flits daar is ze weer weg. Hoe ik toch geholpen word! Ik loop naar de bank, langs Llorén Torens, de achterstandswijk. Terwijl ik naar een programma luister over ‘abundance’, overvloed, loop ik over braakliggend terrein vol onkruid,stenen en troep tussen scharrelende krielkippen en een wegschietende leguaan. In de grootste chaos wemelt het van de mogelijkheden.

De Wet van Aantrekking werkt vaak niet omdat het niet in het onbewuste zit.’ Ja… Thuis maak ik de envelopjes klaar. Omdat het hier zo vochtig is, plakten ze bij de eerste dag na aankoop al meteen aan elkaar. Dus ik snij ze voorzichtig open met mijn koksmes. Ik voel het gewicht van het mes nog eens in mijn hand. Wat je daar allemaal mee kan doen… met zo’n mes… Tel het geld vier keer na, want ik raak steeds de tel kwijt en stop het dan in de open envelopjes. Om drie uur kom ik aan, in een stralende zon bij de Botanische Tuin. De wachter wijst me nu naar en andere plek waar ik gisteren stond. Maar gewoon die mensen achterna lopen? En verrek, ik hoor de muziek al. En wat een volk! Veel meer dan gisteren! Mijn ogen zoeken over een duizend koppen razendsnel Paquita. Ik hoor me zeggen dat ze voor mij op de loop is.
Neeeee, dat is mijn eigen gedachte en gevoel! Want als ik haar vijf minuten later zie, kan ik me gelukkig ontladen, hoe vervelend ik dat allemaal vind. ‘Nee, geen probleem. May. Is goed.’ Ja, nu weet ik nog niks. Of beter gezegd ik weet het wel, maar zit nog steeds met mijn gevoelens van totale twijfel. Vijfentwintig jaar tussen de ratten en de haaien van de latinscene hebben mijn gevoel van vertrouwen in het lot aangetast. Niks ervan! Paquita zegt dat het goed is, dus dan is het goed. Amalia. De volgende die ik dat even moet zeggen! Wat een mensenmassa!
Zie Annie nog, Paquita’s zus en mijn kapster die als een gek in de weer is met broodjes en worstjes. Ze hoort me niet. Bij het podium vind ik Amalia. ‘De jongens komen om vier uur. Ze hadden nog een optreden aangenomen. Ja, je had dat gisteren met hun afgeproken.’ Weer veel teveel woorden en gebaren…Was ik bij de gecancelde radiouitzending nog een lotgenote, nu voelde ik haar lijnrecht tegenover me. Ze klemt haar tanden op elkaar. ‘Ik wist niet dat jullie geboekt stonden van 1 tot 6,’ zegt ze kortaf. Is niet erg en laat los. ‘We spelen tussen de programma’s door. Het wordt vast leuk!’ hoor ik me nog zeggen…

Het zondagmiddagprogramma is ook heel erg leuk. Ik heb grote schik in al dat jonge talent. Een Suzuki vioolklasje, de bombagroep van de Cepeda’s uit Santurce met hun fantastische voorstelling, de Areito’s. Ik loop met mijn camera tussen het publiek. En zie een meisje van nog geen twee, die toch echt vastbesloten is om met het ventje naast haar te gaan dansen. Ze slaat haar armen om hem heen. Hij kijkt wat benauwd. Dat voelt ze, dus pakt ze zijn handjes. En beweegt haar heupen. Ik kom niet meer bij, en de mensen om me heen ook niet. ‘En bedank hem nu maar dat je met hem mocht dansen,’ zegt zijn moeder vanuit een strandstoel. Ze kijkt hem diep in de ogen, zo van ‘contact.’

Als de jongens de groene heuvel op lopen wachten we nog dik een half uur. Pablo neemt me even apart. ‘May, weet je, ik ben niet meer de leider van Son de Pandero. Omdat ik het zo druk heb met mijn werk, regelen de jongens dat nu onderling.’ Ik glimlach en zeg: ‘Ik heb Javier vanochtend ook meteen gebeld en hem gezegd ervoor te zorgen er om 1 uur te zijn. En weet je wat ie zei? ‘Ik volg Pablo wel, dat is de leider.’

Ik met een brede grijns, en Pablo hoofdschuddend met zijn lippen op elkaar. ‘Pablo, je weet toch, dat Puerto Ricanen niks liever doen dan de verantwoording van zich afschuiven! Het spook van de kolonisatie! Maar ik ben zo blijijijij dat jullie er zijn!’ en ik omhels hem: ‘Jij beschikt trouwens over uitzonderlijke diplomatische kwaliteiten! Ze kunnen jou zo naar een Afrikaans land sturen om een stammenconflict op te lossen. Dat deed je echt geweldig vanochtend! Het zijn gewoon mijn eigen gevoelens uit het verleden, die zo’n situatie dan dreigen te bederven.’ ‘Luister May, als Paquita je nou die tweede helft niet betaalt, je hoeft mijn deel niet te betalen. Dat wil ik niet!’ ‘Aaah, dat is erg lief, Pablo. Maar ze zei dat het goed was. Ik ben vandaag en gisteren naar de bank geweest en ik betaal jullie vandaag allemaal.’
De Cepeda’s zijn bezig met hun slotnummer. En Amalia wenkt ons dat we meteen na hun voor de bühne kunnen spelen en dan op haar teken het feestterrein op kunnen lopen. Ik groet de bombadansers. Hoor mijn naam en Son de Pandero door de microfoon. En begin met ‘A tí na má, te quiero a tí na má’. Jou alleen, ik hou van jou alleen, om mee te dansen om plezier mee te hebben. Half omkijkend, verschijnt daar inene Myra in het wit tussen de luidsprekers met een pandereta in de hand en zingend achter Pablo, en een vriend die ook pandereta speelt. Met achter hem een luidskeel zingende Paquita die de Puerto Ricaanse guïro speelt! Dan heeft ze toch verstand van live muziek! Vanuit het publiek sluit ook een klein ventje met een quinto aan (de kleinste maat pandereta). En meppen op dat ding! Ik kom niet meer bij! Meteen die honderden mensen ook meezingen!
Alles is vergeten van ‘het afgelopen etmaal. Hier gaat het om, dit is het moment. In het nu! Als een magneet trek ik kinderen aan! Een meisje van een jaar of zes staat glunderend naast me met zo’n blik van ‘Ik vind jou leuk. Ik ga met jou mee!’ We hebben zo’n succes, dat als Amalia me gebaart om door te lopen naar de eetkraampjes tweehonderd meter verderop, we nauwelijks door kunnen lopen. Ik voel me een soort rattenvanger van Hamelen. Kinderen achter en voor ons, links en rechts naast me. De mensen in de rijen bij de eetkraampjes stralen allemaal.
Puerto Ricanen laten zich zo gemakkelijk in rijen zetten. Dus we hebben plotsklaps een publiek van vijftig man op rij! Mijn vriendinnetje staat ook al weer naast me en geeft me glunderend een high five. ‘Hola, mi amor,’ zeg ik. Myra een en al smile. Alsof ze bij de band hoort! Onze zanger Luis, heeft zijn megafoon bij zich. En die zet daarmee nog eens de tent op de kop. Gebaart naar me, mambo. Oké, en ik verzin een instrumentaal tussenstukje. En weer coro, wat alle wachtenden meezingen. Aplausooooo. Het zweet gutst van mijn hoofd. Het meisje naast me houdt de trombone vast, stralend. Zo van, dan ben je ook een beetje trombonist als je die vasthoudt. Haar moeder tikt haar vermanend op de arm. Ik kijk naar de vrouw. ‘Dat mag hoor!’

Een ander meisje, dat echt de helft van mijn instrument is, heeft me al een tijdje totaal geobsedeerd staan te bekijken. Komt dichter bij in haar roze jurkje. Pakt mijn trombone, gefocust op het mondstuk en een blik van ‘daar deed jij iets mee, he?’ En roeeeef vliegensvlug zet ze haar lipjens erop. Ik moet zoooo lachen! En houd de trombone even voor haar mond, zodat ze dan op zijn minst even kan blazen. Maar haar moeder belet dat. ‘Laat haar toch even.’ Nee. Ik zucht. Nee, dan de vader die pandereta speelde met zijn zoon, dat is een ander voorbeeld. ‘Mi amor, hoe oud ben jij?’ ‘Drie.’ ‘Oh, en wat speel jij goeoeoeoed!’ En hij gaat nog eens even precies zo staan als die quinteros, wanneer ze een solo spelen. De rug lichtelijk gebogen, de quinto zo vastgehouden met de handpalm naar binnengericht. En meppen, jongen, met opeengeklemde lippen!

Ik lig dubbel. Zo’ne poet! Nou, ja, er staan zo’n dertig mensen om ons heen te fotograferen en te filmen. Een meisje van een jaar of negen staat ook al gefascineerd naar me te kijken. En schrikt als plotsklaps mijn schuif eruit vliegt op het asfalt. Ik ook trouwens! René heeft die veel te goed gerepareerd! De schade valt mee, zo op het eerste oog. Hij schuift nog. En verder met ‘Mañana por la mañana’, een andere plenaklassieker die ik in 1994 voor het eerst met Plena Libre speelde op de Universiteit in Ponce. Ik werd toen overvallen door hetzelfde gevoel van verrassing, blijschap, delen, verbazing als nu. Hoe Puerto Ricanen op hun plena reageren, is net zoals honden en kinderen. Dan vallen remmingen weg en wordt square line gedanst en keihard koortje gezongen.

Amalia komt ons halen om voor het andere programma te spelen, maar de artiesten staan al op het podium. ‘Is niet erg,’ zegt ze lachend. Son de Pandero sluit de Fiestas de San Sebastián in de Jardín Botánico op het podium. En alweer een legio kinderen naast ons. Een kleine antilope met zo’n prachtige bos krullen van een jaar of acht die plena danst en zo ongelofelijk goed. Ze ís gewoon een danseres! Haar fragiele bouw, de soepele bewegingen in haar schouders, handen, heupen, de passen die ze maakt! Ik ben verbaasd. En dankbaar nemen we het applaus in ontvangst. ‘Myra, wat een ontzettende verassing dat je gekomen bent!’ ‘Ik heb de sávila voor je bij me,’ zegt ze. ‘Oh, echt? Geweldig.’ Ik neem afscheid van de jongens: ‘¡Muchísimas graciassss!’ en loop naar een gelukkige maar nog even chaotische Paquita achter een kraampje, die het fooien potje aan het tellen is. ‘Paquita, zal ik je dan morgen bellen om de betaling te regelen?’ ‘Ja, is goed.’ ‘Bedankt, he! Ik bel je deze week.’ Jahaaaaaa.
Myra neemt me even apart en zegt zachtjes: ‘Je hoeft me niet te betalen voor dit optreden. Maar je zou me een groot plezier doen met $10 of $ 20. Ik zit op zwart zaad en dan geef ik mijn vriend wat voor de benzine.’ Een gevoel van dankbaarheid hangt al een half uur over me heen. Denkend aan de Wet van Geven. ‘Och, weet je Myra, zo’n rot klein tubetje koortslip creme kost $ 20,- en het helpt niet. Dus natuurlijk! ‘En zonder enige twijfel haal ik een $20,- biljet tevoorschijn en geef het haar. ‘Je weet niet wat voor een plezier je me hier mee doet,’ en ze omhelst me.
Bij de auto overhandigt ze me de grootste stengel aloë vera die ik ooit gezien heb. ‘Hier, gewoon even wassen en invriezen.’ ‘Te gek!’ ‘Waar staat je auto?’ ‘Eeeeh, daar ergens.’ En ik zou daar nog een dik half uur rondlopen, heuvel op, heuvel af, terwijl de schemer razendsnel inzet. Wanneer was het de laatste keer dat je je auto kwijt was? Je onderbewustzijn slaat dat op, je bewustzijn niet, hoor ik een radio citaat. Heilige, Anthonius beste vrind. Kom ik bij een bewaker. ‘Misschien moeten we even een bewaker bellen dat hij met u rondrijdt.’ Dat is ook niet de eerste keer. Vorige week nog op de Kerstborrel (ja, 17 januari) van de meidensalsaband op die waanzinnige plek, een park aan de inham van Cataño en Oud San Juan. Myra kwam toen ook al niet meer bij, toen ze mij triomfantelijk in de pick-up van een bewaker zag aankomen, die mij vierhonderd meter lopen wilde besparen. Ach, ik heb allang ontdekt dat ik het leven van bewakers kleur geef door gewoon ‘ja’ te zeggen, als ze vragen: ‘zal ik u even brengen?’

Maar nu wil ik even contact hebben met het onderbewustzijn. Ja, vind je het gek? De staat van zijn waarin ik was toen ik hier aankwam! Een bocht om en weer diezelfde bewakers: ‘Bent u een trap afgelopen?’ … ‘Uuuurrrrgg, ja! ‘ ‘Ah, dan moet u die kant oplopen de achterkant van dat gebouw.’ En ja hoor! Vermoeid stap ik in en verlaat de parkeerplaats. Telefoon. Paquita. ‘Maaaaay, waar ben je?’ ‘Eh, ik ben hier op een parkeerplaats weet ik veel waar!’ ‘Ja, kom de helft van dat geld nu even halen. Wat we hadden afgesproken.’ Een huivering schiet over mijn ruggegraad. Hier zijn hogere krachten aan het werk… Mijn benen trillen. Daarom moest ik een half uur rondlopen! ‘Bij jou boven op het terrein?’ ‘Ja, wat dacht jij dan?’ ‘Oké, ik kom eraan.’ Ook dat zal nog twintig minuten duren, want bewakers zien er overal hetzelfde uit. En ze sturen me overal naartoe. Maar nadat mijn kapster Annie me nog even heeft begroet als een artiest: ‘Wat zie jij er goed uiuiuiit!’, overhandigt Paquita me en envelop en kust me. ‘Heeeel erg bedankt, May! En we drinken deze week even een glas. Bel me.’ Hoofdschuddend, glimlachend, verbaasd over dit knap staaltje ‘synchronicity’ en met een lampje zoek ik mijn weg over de boomwortels naar de auto.

De dag erna toch maar mijn maatje René gebeld. ‘Ja, kom maar langs. Ik heb nog wel een kurkje.’ René en zijn werknemer zien, net zoals bewakers veel te weinig vrouwen op hun werkterrein, dus ik krijg weer een partij testoron binnen via de cosmos. ‘Je weet dat jij een speciale klant bent.’ ‘Heb je een cd speler hier? dan laat ik je even Dí corazón horen van mijn cd. Dat heb ik met drie trombones opgenomen. Zo gek om dat terug te horen! Dan hoor ik echt drie persoonlijkheden, drie gezichten.’

  ‘Ja drie gezichten!’ zegt de andere reparateur lachend. Slaat zijn hand eerst op zijn linker- dan op zijn rechterborst en dan zijn gezicht.’Ja, zo kan ie wel weer! Ik merk het al. Hier is een tekort aan vrouw in de werkplaats! zeg ik met groot gebaar. ‘Hier moeten vrouwen in bikini werken,’ zegt René zich verkneukelend, terwijl hij een nieuw kurkje op mijn ventiel zet: ‘Zo! Klaaaaar!’ ‘René, wil je … ehm, misschien ook even naar mijn schuif kijken… Ehm?’ Je zei alleen het kurkje?’ ‘Ja, maar je had mijn schuif zo goed gemaakt, dat hij gisteren uit mijn handen schoot met die kinderen… Ik schaam me dood om dat te vertellen.’ Twee paar ogen prikken grinnekend door mijn gekwetste ego. ‘Ooooh, wij leven hier van de schaamte van anderen!’ En alle drie schateren we het uit. ‘Hoeveel ben ik je verschuldigd?’ ‘Aaaah, vijf dollar.”Hier, in godsnaam $ 10,- ,van vrijdag erbij…’ De wet van het Geven.

Kinderen vieren de Feesten van San Sebastián in de Botanische Tuin (1)

door May Peters

Twee jaar geleden beschreef May Peters de Gran Final van de Kerstperiode in Puerto Rico in haar artikel Las Fiestas de San Sebastián. Reeds in mei 2012 werd de plenaband Son de Panadero met speciale gast May Peters vastgelegd om op te treden tijdens de Fiestas in het weekend van 20 en 21 januari 2013. Ditmaal niet in een gekkenhuis van 300.000 man in de middeleeuwse vestingsstad Oud San Juan, maar in de paradijselijke rust van de Botanische Tuin op een evenement voor kinderen. Deel 1.

read on…

Kerstmarathon: lechon, pitorro en parranda (3 en slot)

door May Peters

De ene dag de energieroute fietsen en de andere dag mediteren en zwemmen in de Oceaan, naast een Trombone studie schema van drie uur, afgewisseld met essays en boeken over meditatie, reiniging, in contact komen met het universum. Enfin, de gebruiksaanwijzing voor een boerendochter, met veel te veel studies en veel te veel rijbewijzen voor een Caribisch eiland, die geconverteerd wordt in een artiest, een medium met het universum (wat alom aanwezig is, met hun brujería en geesten!). Om elke nacht te gaan slapen met de coquitjes en de Atlantische Oceaan op de achtergrond. Om elke ochtend wakker te worden en de golven te horen, de pitirre ( een soort Puerto Ricaanse lijster) ara’s of zelfs een enkele keer een trupiaal is een zegening, ja. Puerto Rico, de natuur, de mensen en hun cultuur is een klimaat waarin ik boven mezelf uitstijg. Dus, ik kan deze beproeving wel aan met salseros die er de grootste lol in hebben als ik hun onder de tafel drink…

read on…

Kerstmarathon: lechon, pitorro en parranda (2)

door May Peters

Edgardo, de bandleider van de salsaband belde me woensdag op. Hij is autoverkoper. Dus ik moet altijd alle trommelvliezen ruisvrij maken als ik hem aan de lijn heb. Met een vinger in het linkeroor en de rest van de gaten in mijn kop wijd open, hoop ik dan dat ik hem versta. Een beroepspreker, een vijftiger die bijna zonder medeklinkers praat, maar ontzettend sympathiek is. ‘Het is op het kerstfeest van de buurt waar de congero woont. $ 40,- De anderen krijgen $ 20,- Laat ons niet in de steek, chica! Het zijn maar zes nummers. Binnen een uurtje ben je klaar. We hebben niemand op eerste trombone! ’ ‘Dus flipje komt niet?’’Nee.’ ‘Goed, want anders had je me vijf keer zoveel moeten betalen. Je weet dat die macho, met zijn negatieve energie me nooit laat spelen.’ ‘Ja, dat weet ik,’ lachte hij. ‘Maar ja, ik ben nu eenmaal missionaris.’ Edgardo blij.

read on…

Kerstmarathon: lechon, pitorro en parranda (1)

door May Peters

‘Of ze ook Kerstmis vieren in Puerto Rico?’ werd May Peters gevraagd door een Limburgse krant. Ze heeft inmiddels 15 jaar Kerst meegemaakt op la Isla del Encanto, het eiland van betovering. Dat begint met Thanksgiving, de derde donderdag in November en duurt tot de Octavitas, de week na Drie Koningen (6 januari). En de Puerto Ricanen plakken er het weekend erop dan ook nog even de Fiestas de San Sebastián in Oud San Juan aan. Twee maanden feest!

read on…

  • RSS
  • Facebook
  • Twitter