Op donderdag 27 mei 2021 ondertekenden Rita Rahman, voorzitter van de Werkgroep Caraïbische Letteren, en... Lees verder →
Twintig Caraïbische schrijvers om zelf te ontdekken
door Arjen Mulder
Al een maand of drie lees ik weinig anders dan Surinaamse literatuur. De aanleiding was de aankondiging door uitgeverij Das Mag van het boek Dat wij zongen, met bijdragen door een reeks schrijvers voor wie ik grote bewondering koester over twintig Caraïbische schrijvers van wie ik velen nog niet kende.
read on…Dat wij zongen
Twintig Caraïbische schrijvers om nooit te vergeten
door Jeroen Heuvel
Essays over en fragmenten van, vaak literaire, geschriften van aan aantal kernfiguren uit de Nederlands-Caraïbische literatuurgeschiedenis. Deze bundel is bij de tiende Caraïbische Letterendag van de Werkgroep Caraïbische Letteren, in oktober 2022, ten doop gehouden. De essayisten kregen de vraag voorgeschoteld: ‘Wie zijn de groten die mij voorgingen en op wier schouders heb ik kunnen worden wie ik ben?’
Zangvogelcultuur in Suriname
door Jerry Egger
Buitenlanders kijken soms een beetje verbaasd naar een bekend lokaal tafereel. Het gaat om volwassen mannen die in Paramaribo en elders in het land rondlopen, kooi in de hand met daarin een vogeltje dat rondspringt. Aan de ene kant is het al een heel oud verschijnsel in verschillende culturen dat mensen vogels houden om te kunnen genieten van de zang. Maar in Suriname is er echter een zangvogelcultuur ontstaan waar het om veel meer gaat dan alleen maar het zingen. Daarin zitten erfgoedelementen die de moeite waard zijn om te bewaren voor het nageslacht. In het boek van Roekmienie Sewradj-Debipersad, Een beschrijving van de Surinaamse zangvogelcultuur 1908 – 2018, wordt heel uitvoerig ingegaan op vele aspecten van deze cultuur.
read on…Toespraak tot Jit Narain bij de presentatie van Dat wij zongen
Tiende Caraïbische Letterendag, Rotterdam, HNI, 8 oktober 2022
door Rita Rahman
Dames en heren,
Fijn dat ik op deze viering van de 10de Letteren Dag van de Werkgroep Caribische Letteren, het eerste en ingezegende exemplaar van Dat wij zongen mag overhandigen aan Jit Narain, u allen wel bekend als een van de grote dichters van Suriname.
read on…8 oktober: lustrumviering – 10de Caraïbische Letterendag
Alles is Anana – koop nu tickets
Op zaterdagmiddag 8 oktober vindt de 10de Caraïbische Letterendag plaats. Deze lustrumviering vindt plaats in het HNI in Rotterdam. Na ruim twee jaar uitstel vanwege corona viert de Werkgroep Caraïbische Letteren eindelijk een nieuwe editie, gewijd aan de grote voorlopers. Twintig schrijvers stellen zich de vraag: wie zijn onze helden? Bij deze gelegenheid verschijnt de bundel Dat wij zongen, met essays van 21 auteurs over 20 groten die hen voorgingen.
read on…Suriname als roeping – het Doe-theater van Henk Tjon en Thea Doelwijt
door Maarten van Hinte
Op 4 september wordt in ITA in samenwerking met The Need For Legacy een schilderij van het Doe-theater toegevoegd aan de portrettengalerij van de Stadsschouwburg Amsterdam. Als het eerste Surinaamse professionele gezelschap heeft dit totaaltheater van Thea Doelwijt en Henk Tjong indrukwekkende geschiedenis geschreven.
read on…Indianen van Suriname. Bruggenbouwers en erfgoeddragers van een vergeten volk
De indianen van Suriname zijn trots op hun land en hun tradities. De vondst van het Penard manuscript uit 1908 over hun cultuur plaatst dit erfgoed in een nieuw daglicht. Het manuscript is een enorme stimulans voor de Indiaanse gemeenschap en van ongelooflijk groot belang. Zij kunnen hiermee hun cultuur aan de vergetelheid onttrekken en dit erfgoed nieuw leven inblazen. Ondanks de rijke orale traditie is veel kennis over hun cultuur in de loop van de tijd verloren gegaan. read on…
Erfgoed Penards aanzet tot Kari’na cultuurbehoud
De informatie in de eeuwenoude manuscripten van de Penard-broers over de Kari’na Inheemsen is niet nieuw! “Omdat de informatie is vastgelegd, lijkt het nieuw”, zegt Kari’na cultuurkenner Ricardo Pané. Eeuwen na Columbus, hebben wij onze cultuur nog overleefd. Wij (be)leven die elke dag. We drinken pepre watra en dansen de sambura. En toch, de manuscripten zijn onbeschrijfelijk waardevol. “Die behoren allemaal tot het immaterieel erfgoed.” read on…
Kali’na-kenners bestuderen manuscripten van 100 jaar geleden
Kali’na-kenners zijn intensief bezig unieke manuscripten die na ruim honderd jaar teruggevonden zijn te bestuderen. “Werelderfgoed”, zo noemde dorpshoofd Pané de werken die de gebroeders Penard tegen het einde van de 19e eeuw met behulp van ondermeer Kali’na pyai’s hebben samengesteld. read on…
Penard manuscript toegankelijk voor groter publiek
door Eric Mahabier
Universiteit Leiden haalt Vids naar Nederland
Samenwerkingsverband tussen inheemse en wetenschappelijke deskundigen
door Jimmy Mans
Onlangs waarschuwde bibliothecaris David Stuart-Fox van het Museum Volkenkunde conservator Laura van Broekhoven dat er mogelijk nog meer Penard-materiaal gevonden was. In 2002 was er namelijk al een twintigtal schriften gevonden in de bibliotheek van het museum met Kari’na tekeningen die de gebroeders Penard gebruikt zouden hebben voor het schrijven van een Encyclopedie van de Caraïben. Zoals bekend was deze encyclopedie, die het vervolgwerk had moeten worden op de Menschetende Aanbidders der Zonneslang, uiteindelijk nooit gepubliceerd en het manuscript verloren gewaand. Totdat Laura van Broekhoven en Jimmy Mans samen het nieuwe materiaal gingen bekijken. Bij het openen van de doos werd het al snel duidelijk: dit was de Penard encyclopedie!
Na onderzoek in het handgeschreven correspondentie-archief van het museum bleek dat het manuscript in 1950 vanuit de Verenigde Staten, via de erfgenamen van Thomas Penard, in het Rijksmuseum voor Volkenkunde terecht was gekomen. In die periode was er echter geen expertise in het museum om er iets mee te kunnen doen en zo is het manuscript uiteindelijk weer in een doos verdwenen. Om een beeld te krijgen van de informatie die in dit manuscript staat, zijn de museummedewerkers nu sinds enkele weken begonnen met het transcriberen van het document. Uit de eerder gevonden contextuele informatie bleek dat een groot deel van de inhoud die in de encyclopedie is opgenomen afkomstig is van Kari’na ‘pijai’ uit het eerste decennium van de 20ste eeuw. Door het feit dat voornamelijk pijai (sjamanen) als informanten zijn geraadpleegd voor dit werk, wordt al snel duidelijk dat het hier om gevoelige informatie gaat voor de Kari’na.
Sinds de afgelopen jaren heeft het Museum Volkenkunde een samenwerkingsverband met vertegenwoordigers van verschillende inheemse dorpen (Kari’na, Lokono, Wayana en Trio). Deze vertegenwoordigers zijn de afgelopen jaren als gastconservatoren bij het museum in Leiden op bezoek geweest en hebben een selectie van hun overzeese erfgoed (fotomateriaal en objecten) bekeken en bediscussieerd. Een van de zaken die daaruit naar voren kwam, was de vraag hoe er omgegaan moet worden met de kennis die de gastconservatoren met het museum deelden. Er moest een onderscheid gemaakt worden in informatie die aan iedereen meegedeeld kan worden en gevoelige informatie waarbij dat niet wenselijk is (voornamelijk sjamanistische zaken).
Geleerd uit deze ervaring ontzegt het museum nu externe partijen (onderzoekers en pers) toegang tot de kennis die in de encyclopedie besloten ligt, totdat de inhoud ervan beter met de Kari’na, in zowel Suriname als in Nederland, besproken is. Inmiddels heeft het Museum Volkenkunde ook contact gehad met de besturen van de verschillende inheemse volken, VIDS, en is het belang van dit voornemen nogmaals benadrukt. In augustus van dit jaar is er reeds een evaluatie van het project gepland in Paramaribo met de gastconservatoren die de afgelopen jaren op bezoek waren bij het museum. Het museum wil deze gelegenheid dan ook aangrijpen om de Kari’na goed te kunnen informeren over de specifieke inhoud van het manuscript van de Penard-encyclopedie.