Op donderdag 27 mei 2021 ondertekenden Rita Rahman, voorzitter van de Werkgroep Caraïbische Letteren, en... Lees verder →
Nieuw leven voor vergeten composities
door Otti Thomas
Otrobanda was in de eerste helft van de vorige eeuw net zo levendig als nu. Die bevestiging komt niet uit een geschiedenisboek, een expositie met sepia foto’s of een herinnering van een familielid, maar van de wals Otrobanda, geschreven door Albert T. Palm. Met de compositie vol variatie en tempowisselingen, lijkt hij te vertellen over het dagelijks leven in de stadswijk: kinderen die kattenkwaad uithalen, mensen die iets drinken tijdens een verhitte discussie of iemand die gewoon rustig geniet van de middagzon. Gebeurtenissen die geen verband met elkaar houden, buiten het feit dat ze allemaal in Otrobanda plaatsvinden. De compositie eindigt bijna plechtig, als de laatste akkoorden van een volkslied voor een volkswijk. read on…
Danzas Caribeñas
Marcel Worms speelt Caribische dansen voor piano met composities uit Cuba, Venezuela en Curaçao. Het concert vindt plaats op zondag 7 september, 15.00 uur, in het Bethaniënklooster.
Kaartjes kunnen worden besteld/ gekocht via de website van het Bethaniënklooster. Hun website is: www.bethanienklooster.nl Er zijn maar 125 plaatsen, daarom waarschijnlijk snel uitverkocht. read on…
Literaire middag in de Plantage in het teken van de Caribische letteren
Gedichtendag: Boeli van Leeuwen
Ook gedichtendag voor dichters met weinig gedichten
door Klaas de Groot
Het Caraïbisch Uitzicht liet op 26 januari jl. het intrigerende gedicht ‘In dit licht‘ van Boeli van Leeuwen weer eens zien. Dat gedicht verscheen voor het eerst integraal in De rots der struikeling (1959) en als zelfstandig gedicht in 1995. Het verscheen toen in het boek In dit licht met foto’s van Carlos Tramm. Het onthullende licht van de camera van Tramm lijkt op het niets ontziende licht dat Van Leeuwen doet schijnen in veel van zijn proza.
De teksten van Van Leeuwen die in het boek staan, worden op ‘In dit licht’ na niet als gedichten gepresenteerd. Toch kunnen ze gelezen worden als prozagedichten, voor zo ver ze niet naar een foto verwijzen.
Hoe sterk het proza van Van Leeuwen is, al wordt het geïsoleerd,werd deze week ook bewezen in het Amsterdamse Paradiso. Daar speelde het een rol in de revueachtige voorstelling van de Stichting Julius Leeft. Die voorstelling ging zelfs onder de titel van het bekendste boek van de auteur: Geniale anarchie (1990).
Gelukkig heeft Van Leeuwen nog een ‘echt’ gedicht gepubliceerd. ‘Patriarch met trio’ verscheen voor het eerst op zaterdag 11 januari 1985 in de Amigoe-Ñapa. De tweede versie verscheen in de Beurs- en Nieuwsberichten op zaterdag 14 maart 1987. In de Amigoe stond in de laatste regel ‘en een Rojer’, dat werd in de Beurs ‘en hun patriarch’. Ook de bijpassende foto werd nu anders afgedrukt met de ‘patriarch’ links. In het boek Drie Curaçaose schrijvers in veelvoud (red. Coomans, Coomans-Eustatia & Rutgers, 1991) staat het gedicht ook. Maar daarin is in de eerste Papiamentstalige wending het woord ‘algu’ niet goed uit de verf gekomen.
Beide gedichten worden onder andere gekenmerkt door bekende motieven van de schrijver: de profeet is vlakbij en Curaçao ook. Vooral het laatste element is krachtig aanwezig. Lees de laatste twee regels van ‘Patriarch met trio’: ‘Muziek die van ons is en van ons alléén./ Drie Palmen en hun patriarch: tijdloze dragers van onze cultuur.’
Laten we op deze gedichtendag eens een poging doen om de dichter te eren met een juiste weergave van ‘Patriarch met trio’. En laten we hopen dat er misschien ooit nog meer gedichten van Boeli van Leeuwen zullen opduiken.
Jan Gerard Palm met zijn muzikale kleinzonen, van rechts naar links Jacobo Palm, John Palm en Rudolph Palm. [foto uit: J.I.M. Halman en R.A. Rojer, Jan Gerard Palm; Leven en werk van een muzikale patriarch op Curaçao, Leiden: KITLV, 2008] |
Boeli van Leeuwen
Patriarch met trio
Stram als Pruisische cadetten,
fluit en klarinet in aanslag,
in lakense pakken geperst en gewurgd in genadeloze boorden
staan ze daar
als een Picasso
cubistisch in het beeld.
De brede hand van de pianist laat zich gelden
en streelt beschermend de vergeelde toetsen van zijn instrument.
Diepe vouwen in het tapijt (tira algu riba suela
nos tei saka potrèt).
Maar op de piano
een fluwelen kleed
waarin gouden bloemen bloeien.
Men verwacht iedere seconde het bevel: ‘Die Augen rechts!’
Want daar zit de zachte profeet,
de Abraham van de familie,
de patriarch met gezag omgord.
Ogen, die op aarde alles reeds hebben gezien,
bezonken maar gebiedend,
formidabel met zijn bizar kalotje op het zware hoofd.
In zijn handen,
gelooid door de zon
en bespikkeld als een webu ‘i bubi
ligt de toekomst: geschreven muziek!
Broos maar onwrikbaar, een magistrale figuur,
lijkt hij op een wijze uit het Oosten
of de leider van een sekte in een obscuur en afgelegen land.
Zijn majesteit wordt vergroot
door een slobberig en slordig pak
en afgetrapte schoenen zonder veters.
Ik ben die ik ben, sobrá ta ko‘i makaku.
Hij is een Palm.
En in de schaduw van zijn blaren
hebben wij zorgvuldig de kostbare dadels vergaard:
delicate walsen,
hitsige tumba’s,
en hoofse mazurka’s.
Muziek die van ons is en van ons alléén.
Drie Palmen en hun patriarch, tijdloze dragers van onze cultuur.
Jan Gerard Palm in Vrije Geluiden
Op 29 april a.s. wordt in het zondagochtendprogramma Vrije Geluiden van de VPRO op Nederland 1 (start 10.30h) aandacht besteed aan muziek gecomponeerd door de familie Palm op Curaçao. Robert Rojer en Joop Halman worden geinterviewd over het door hen geschreven boek over Jan Gerard Palm (1831-1906) en de door Halman verzamelde en dit jaar bij het MCN (Muziek Centrum Nederland) uitgekomen partituren van Rudolf Palm en Jacobo Palm. Rojer zal een viertal composities spelen:
– Van Jan Gerard Palm (betovergrootvader van zowel Rojer als Halman) de wals ‘El 18 de febrero’;
– Van Jacobo Palm (grootvader van Rojer en Halman) een Wals suite (Corazón en la mano & Tierna Sonrisa);
– Van Rudolf Palm (een neef van Jacobo Palm) de danzón Winy
– Een eigen compositie van Robert Rojer, de wals Clair-Obscur.
Het TV-programma wordt herhaald op zaterdag 5 mei 2012, om 09.00 uur op Nederland 1. Ook Cultura zendt deze uitzending uit op woensdagavond 2 mei 2012 om 21.00 uur. De uitzending van 29 april zal later ook te bekijken zijn op de website van Vrije Geluiden.
omslag van: Johannes I.M. Halman en Rober A. Rojer, Jan Gerard Palm; Leven en werk van een muzikale patriarch op Curacao.Leiden: KITLV, 2008; geillustreerd, incl. cd; 143 pp.; euro 29,90; ISBN: 9789067183338.
Tumbero’s binden strijd aan
In het Festival Center op Curaçao vond gisterenavond de eerste aflevering van het Tumbafestival plaats. Twaalf tumbero’s beklommen het podium om het festival af te trappen. Elke tumbero wordt ondersteund door een band. Met hun uptempo muziek weten ze het publiek aan het swingen te krijgen. De tweede en derde ronde vinden vandaag en morgenavond plaats. Vrijdagavond is de eindstrijd en daarna zal de best gekozen tumba menigmaal te horen zijn tijdens de carnavalsoptocht dit jaar. Op de foto is Eldrison ‘El Genio’ Eugenia samen met de muziekgroep Maria Cornelia te zien. Het liedje van ‘El Genio’ heet ‘Kòrsou den melodía’.
[overgenomen van Antilliaans Dagblad, 1 februari 2011]
Tumba is een muziek- en dansstijl die gespeeld wordt op Aruba, Bonaire en Curaçao. Tumba kan worden beschouwd als de meest oorspronkelijke muzieksoort van de ABC-eilanden. De oorsprong van de tumba ligt in Afrika. De naam tumba is afkomstig uit de Bantu-cultuur in Congo.
De tumba is net als de tambú (muziek) nauw verweven met de geschiedenis van de Nederlandse Antillen. Beide stijlen worden in 2/4-maat genoteerd. En beide stijlen werden door de Afrikaanse slaven meegebracht. Afrikaanse ritmes werden gespeeld op landbouwgereedschap en zelfgemaakte trommels. Voor de slaven was het een manier om hun verdriet en weemoed te uiten. Vanwege de wulpse dansbewegingen tussen man en vrouw werden tumba en tambú lange tijd verboden. Pas in het begin van de jaren zeventig werden ze officieel erkend als muziek en dans van het volk.
De tumba draagt een morele boodschap uit, gestoeld op saamhorigheid. Hij is vrolijk en moet mensen samen brengen. In 1971 werd de tumba dé muziek van het Curaçaose Carnaval, dat voor die tijd werd gedomineerd door Calypso en steelbands. In het Roxy Theater werd het allereerste tumba-festival gehouden. Boy Dap werd als eerste tot Tumbakoning gekroond.
Ook nu nog is tumba, vooral op Curaçao en Bonaire, heel populair in de Carnavalsperiode. Op alle drie de ABC-eilanden wordt er een groot tumba-festival in die periode. Het is een vierdaags evenement waarbij de beste schrijvers, zangers en bands van het eiland de strijd met elkaar aangaan. Het is een van de belangrijkste evenementen van het jaar. De winnaar wordt Rei di Tumba (Tumbakoning). Er is ook een kinder- en een tienertumba-festival waar jonge zangers en zangeressen hun talent kunnen tonen.
Aanvankelijk werden veel instrumentale tumba’s gecomponeerd. Bijvoorbeeld de tumba’s van onder andere Jan Gerard Palm, Rudolph Palm en Janchi Boskaljon op Curaçao en meer recent op Aruba Rufo Wever en Padu Lampe. Jan Gerard Palm was de eerste componist die het aandurfde om in de verfijnde negentiende eeuw erotische tumba’s te schrijven. Tegenwoordig wordt Anselmus “Boy Dap”, geboren op 25 oktober 1933, beschouwd als de “Tata di Tumba” (vader van de tumba). Hij werd als enige acht maal tumba-koning, met respectievelijk de tumba’s: Bashé (1971), Dal e Cos (1973), Mandé (1974), Sigi Awor (1979), Tur hende compañié (1981), Un biaha mas (1983), Despensa, e ta bini (1985), Waya pasa bai (1989) en Bolt’e blachi (1992). Een andere belangrijke tumba-schrijver van de moderne tijd is Rignald Recordino (Doble R).
Muzikale ontmoeting met Jan Gerard Palm
Op 29 oktober organiseert het Antilliaans Netwerk een lezing met muzikale omlijsting over de Curaçaose componist Jan Gerard (Gerry) Palm (1831-1906). Tijdens deze bijeenkomst zal stil worden gestaan bij het 20-jarig bestaan als Antilliaans Netwerk en het 10-jarig jubileum van de Vereniging Antilliaans Netwerk. Mede aan de hand van historische foto’s en kaarten zal prof.dr.ir. J.I.M. (Joop) Halman ingaan op het muzikale leven op Curaçao in de negentiende eeuw en de rol die Jan Gerard Palm hierin speelde. De muzikale omlijsting zal worden verzorgd door het ensemble Ola Caribense. Naast traditionele dansmuziek uit de negentiende eeuw zal bijvoorbeeld ook een door Palm geschreven fantasie voor piano en viool zijn te beluisteren.
read on…