blog | werkgroep caraïbische letteren
Posts tagged with: Oudschans Dentz Frederik

De oorsprong van de naam Zwartenhovenbrugstraat

door Jacob van der Burg

Het huis op bijgaande afbeelding (Ston Oso in de volksmond), adres Zwartenhovenbrugstraat 88, speelt een belangrijke rol in de verhalen rond de oorsprong van de naam van deze straat. In dit pand zou het zogenaamde Zwarte Hof, de rechtbank voor burgerrechtzaken, gevestigd zijn geweest. Fred Oudschansz, die in het begin van de vorige eeuw veel publiceerde over de oorsprong van straatnamen in Paramaribo, schreef hierover:

read on…

Contractarbeid als alternatief voor slavernij: achtergrond en betekenis van de 20 oktober-herdenking der Chinezen

door William L. Man A Hing

Voor het faciliteren van een geleidelijke overgang naar een plantage-economie met betaalde werkkrachten was het koloniaal bestuur van Suriname bereid een proef te nemen met Chinese arbeiders uit Nederlands-Oostindië.

read on…

De Oranjetuin: slepen aan een dood paard

Nee, niet de Henck Arronstraat, dit is en blijft de Gravenstraat met rechts de Nieuwe Oranjetuin.

Het verhaal van Audry Wajwakana in de Ware Tijd van vandaag, “Stichting Oranjetuin wacht op grondbeschikking”, maakt weer eens pijnlijk duidelijk hoe machteloos goedwillende burgers staan bij hun pogingen ons nationale erfgoed te conserveren. In 1985 heeft Rotary Club Paramaribo bij haar 35-jarig bestaan de Oranjetuin geadopteerd en heeft zij de taak op zich genomen de begraafplaats te beheren en te onderhouden, waartoe in 1988 de Stichting Oranjetuin werd opgericht. Het bevreemdt mij dan ook de voorzitter van de stichting, Gerard Alberga, nu te horen zeggen geen beschikkingsrecht te hebben op de begraafplaats, want hoe is beheer mogelijk zonder beschikkingsrecht? Of is het wellicht zó dat in 1985 een toezegging is gedaan die nooit is verzilverd?

Gezicht op het Oranjekerkhof van Paramaribo, buiten de stad. (Litho uit: 
P.J. Benoit, Voyage à Surinam, 1839)

In Country Report Suriname, The Atlantic World and the Dutch, 2006, publiceerden Jack Menke & Jerome Egger een casestudy “Oranjetuin”, waaruit blijkt dat Rotary ook een plan had ontwikkeld om wandelpaden aan te leggen op de begraafplaats en een er genealogisch onderzoekcentrum te ontwikkelen, plannen die veel steun kregen vanuit de gemeenschap. De eerste stap bestond uit een inventarisatie van alle daar begraven personen. Netwerken van de leden van het stichtingsbestuur hebben waardevolle gegevens uit in het verleden gedaan onderzoek boven water gebracht. Een goed aanknopingspunt werd bovendien verkregen met de publicatie van Grafzerk en Suikerwerk*), namen op oude grafstenen in Suriname en Brits Guyana, door de Stichting voor Surinaamse Genealogie in 2006.

In dit boek zijn te vinden:
      * de namen en andere gegevens op de grafzerken in de begraafplaats Nieuwe Oranjetuin in Paramaribo;
      * de namen en andere gegevens op de grafzerken in en rond de Hervormde Kerk in Paramaribo;
      * de namen en andere gegevens op grafzerken elders in Suriname en in Brits Guyana, op plantages en in Georgetown;
een en ander zoals opgeschreven door Frederik Oudschans Dentz in het begin van de vorige eeuw. Er zijn de namen in aan te treffen van de eerste generaties van oude Surinaamse families, zoals Halfhide, Wesenhagen en Stuger. Sommige van de door Oudschans Dentz beschreven grafstenen zijn inmiddels niet meer terug te vinden, omdat de begraafplaats is opgeruimd, of omdat de stenen op andere wijze zijn verdwenen, bijvoorbeeld omdat ze door omwonenden zijn gebruikt als stoeptegels.

Helaas heeft ook dit aanknopingspunt nergens toe geleid, althans níet voor de Oranjetuin. Mencke & Egger concluderen dan ook dat 18 jaar later (inmiddels zijn we 24 jaar later!) nog praktisch niets van deze plannen is uitgevoerd. Want zeggen ze, het geeft aan hoe moeilijk het is een dergelijk project te ontwikkelen wanneer het geld niet beschikbaar is en wanneer de specialisten om alle aspecten van het plan aan te pakken niet of niet makkelijk zijn te vinden. Bovendien klinkt het eenvoudig: samenwerking tussen de diverse specialismen, maar zoiets is slechts moeizaam te realiseren.

Graf van Cornelis Jongba 

Punwasi wilde Oranjetuin wegbulldozeren
De in 1926 gesloten Nieuwe Oranjetuin werd in 1951 weer opengesteld, echter voor slechts tien jaar. In die periode werden de medeoprichter van de Nationale Partij Suriname (NPS) Frederik Lim a Po en de oprichter van de Surinaamse Luchtvaart Maatschappij (SLM) Rudi Kappel er begraven. Minder bekend is dat er ook christelijke Hindoestanen in de Nieuwe Oranjetuin werden begraven. In de archieven van Centraal Bureau Burgerzaken (CBB) zijn 1.600 graven geteld, maar Alberga vond er slechts 900 terug. In 1985 trachtte een cultuurbarbaar, de toenmalige minister van Justitie Subhaas Punwasi, de begraafplaats weg te bulldozeren om er een paleis van Justitie neer te zetten. Maar door tegenstand vanuit de gemeenschap werden deze plannen godzijdank niet doorgevoerd.”

Onbegrijpelijk is voor mij de afsluitende frase van Alberga tegenover Audry Wajwakana: “Ik ben hoopvol gestemd dat deze president wel een open oor heeft om de investering voort te laten gaan.” Dit is geslijm. Nog nooit in die ruim 32 jaar heeft Bouterse zich ingezet tot behoud van ons erfgoed. Zijn minister Subhaas Punwasi wilde in 1985  nota bene de Oranjetuin – duidelijk met instemming van Bouterse – wegbulldozeren, en dan zou hij nu opeens een open oor hebben? Come on Alberga! Nee, het blijft voorlopig slepen aan een dood paard.

*) “Suikerwerk” is de oude benaming voor suikerplantage. Voor het begraven op de oudste begraafplaatsen van Suriname moest met ponden suiker worden betaald.

  • RSS
  • Facebook
  • Twitter