blog | werkgroep caraïbische letteren
Posts tagged with: Ooft Iraida

Iraida van Dijk-Ooft wint Tropische Schrijfwedstrijd

Iraida M. van Dijk-Ooft heeft met haar verhaal ‘De Oogst’ de Tropische verhalenschrijfwedstrijd gewonnen, die het Schrijven Magazine en de Schrijversvakschool Paramaribo hadden uitgeschreven. Bianca Nederlof eindigde als tweede, Eugene Ammann als derde. Er waren in totaal 110 inzendingen binnengekomen. Naar de mening van de jury lag het niveau van de inzendingen hoog. Iraida van Dijk wint een schrijfcursus van Schrijversvakschool Paramaribo, een Autovision AV-701 e-reader en een boekenpakket van de Schrijfbibliotheek.

De jury oordeelde als volgt:

1. De Oogst van Iraida M. van Dijk-Ooft
Schrijft korte zinnen, maar weet dan toch duidelijk te maken dat er stilistische kracht achter zit. In kort bestek wordt een compleet verhaalgegeven uitgewerkt met een bijzondere wending en zelfs enige psychologische diepgang, toch geeft het verhaal niet de indruk dat het te gecomprimeerd is, en dat is knap. Goed, opgebouwd verhaal met een twist aan het eind zoals een kort verhaal betaamt. Maar ook weer ‘rond’ aan het slot. Ze weet spanning vast te houden. Mooie authentieke stijl met goed gebruik van lokale dialoog. Zintuiglijk en gelaagd proza.
Klik hier om het winnende verhaal te lezen.

2. Antwoord van Bianca Nederlof
Schrijft heldere, krachtige zinnen met oorspronkelijke wendingen. De schrijfster heeft je in een wurggreep. De plot vermijdt het cliché van een al te gemaakt of te vaak verwoord gegeven. Zonde van het ongeschreven woord in optima forma. Mooi innerlijk dilemma waarin ze heen en weer schiet tussen het verdriet over haar vermoorde dochter, haar liefde-ondanks-alles voor haar zoon/moordenaar, en haar zelfverwijt dat ze meende toch alles onder controle te hebben. Een misdrijf zonder een echte schuldige. Tragisch dus, maar ook realistisch. Prachtig hoe ze de kracht van het geschreven woord tegenover de vluchtigheid van het gesproken woord zet. Kaal en uitgebeend proza.
Lees het verhaal hier.

3. Dienblaadje van Eugene Ammann
Goed geschreven. Het verhaalgegeven is zeer gedurfd en dat moet beloond worden. Blijft je na lezing nog lang achtervolgen.

Eervolle vermeldingen kregen Lianne de Wilde en Sergio Bunsee.

De jury bestond uit Mirjam Boelsums, schrijfster, Michiel van Kempen, schrijver en bijzonder hoogleraar West-Indische Letteren, Frank Noë, hoofdredacteur van Schrijven Magazine, en Ruth San A Jong, directeur van de Schrijversvakschool Paramaribo.

Longlist Tropische schrijfwedstrijd

110 inzendingen zijn binnengekomen op de Tropische schrijfwedstrijd die is georganiseerd door de Schrijversvakschool Paramaribo en Schrijvenmagazine. De teksten waren veelal verschillend, verrassend, gedurfd en origineel. Het thema ‘Zonde van het ongeschreven woord’ heeft de creativiteit geprikkeld. Velen hebben alle moeite gedaan om de zin te verwerken in de tekst of geprobeerd het thema te analyseren, anderen hebben hun ‘ongeschreven’ woord op de tik gegooid. De jury heeft ontzettend plezier gehad in de variëteit aan hersenspinsels. Meedoen is altijd winnen. Volhouden en blijven schrijven ook! In de onderstaande lijst de 17 beste teksten. We hebben gelet op originaliteit, het ‘Tropisch’ element, de stijl en verrassingselementen. Van deze longlist wordt een top 3 gekozen. De juryleden zijn driftig bezig de teksten nog eens na te lezen voor de juiste beoordeling. Op 14 juli wordt de winnaar bekend gemaakt. Veel succes aan iedereen. Nogmaals, meedoen is altijd winnen!

Longlist
•Asha Bienko met Dagelijkse zonden
•Bianca Nederlof met Antwoord
•Eugene Ammann met Dienblaadje
•Gerry Knobbe met Wat woorden
•Inge van Prooijen met Verkeerd ingeschat
•Ini Statia met De ongeschreven geschiedenis van Alma Balente en Corpus Dominus
•Iraida van Dijk met De oogst
•Janna van der Kamp met Zonde van het ongeschreven woord?
•Jeanette Kim met Vader: onbekend
•Jolanda van den Braak met Zonde van het ongeschreven woord
•Lianne de Wilde met Zonde van het ongeschreven woord
•Madeleine Brugmans met Zonde van het ongeschreven woord
•Mandy Meijer met Zonde van het ongeschreven woord
•Melissa Wouters met Het testament
•Nicolette de Wandeler met Zonde van het ongeschreven woord
•Sakoentela Hoebba met Het roze briefpapier
•Sergio Bunsee met Het ongeschreven woord

Fragmenten No. 3

De derde editie van Fragmenten, het blad van de Schrijversvakschool Paramaribo, is uit. Dit keer met bijdragen van Pearl Brunings, Claudett de Bruin, Karin Lachmising, Iraida van Dijk-Ooft, Sakoentela Hoebba. Mathilde Inge en Nadischis Semmoh. Een gevarieerd aanbod: dialoog, monoloog, recensies, overdenkingen, poezië en columns. Info: info@schrijversvakschool.org

Muziektheater Bami Cola

Stichting Boekids Suriname presenteert de Surinaamse muziektheaterproductie: Bami Cola. Een verhaal als het leven zelf. Over liefde, hoop en verlangens.

‘Vanaf die ene ouderochtend belt meester Godlieb plotseling vaak naar mijn huis en vervolgens moet mijn moeder plotseling snel weg. En hij is raar tegen mij gaan doen. Hij kijkt me niet meer recht in de ogen. Vroeger was dat anders. Ik mocht de schriften uitdelen. Ik mocht het bord wissen.’

De 14-jarige Erik Treurniet woont alleen met zijn moeder in Paramaribo. Erik is bang voor draken en in zijn dromen ziet hij grote witte reigers. Zijn vader heeft een nieuwe vriendin, Rita Banana. Zijn geschiedenisleraar, meester Hendrik Godlieb, wil graag dat Erik hem voortaan oom noemt, want dat heeft Eriks moeder graag. Zelf is Erik verliefd op zijn klasgenootje en buurmeisje Mara, maar Mara gelooft niet in de liefde. Ze gelooft zelfs niet in een toekomst in Suriname. Erik raakt in de war, opeens weet hij een manier om iedereen weer aan zich te binden…

Script: Tessa Leuwsha
Regie: Tolin Alexander
Acteurs: Eva Beeldsnijder, Hilkia Lobman, Giovanni Foort
Muzikanten: Arsinio Seedorf en Neville Stekkel
Producent: Stichting Boekids Sur.
Productie: Marisa Pieplenbosch, Ellen van Heijningen
Geluid: Regillio Wirht
Licht: Jennie Kornelis
Runner: John MacNack
Beeld: Sirano Zalman.
Tekstfragmenten van: Arlette Codfried, Iraida van Dijk, Ricardo Pollard, Kevin Headley en Raoel Doelahasori

Bami Cola speelt in Theaterschool On Stage; Mgr. Wulfingstraat, Paramaribo: 20 mei (try-out), 21 mei (première), 28 en 29 mei 201

Nieuwe Surinaamse verhalenbundel Voor mij ben je hier

door Chandra van Binnendijk

Wat maakt een verhalenbundel voor veel lezers zo aantrekkelijk? Dat is vooral de afwisseling, de variatie van de inhoud – als het ene verhaal je verveelt, sla je gewoon een paar bladzijden om en je bent bij al bij een nieuwe story die hopelijk beter bevalt. In een roman is die keuze er niet en moet je maar doorbijten tot het al dan niet bittere einde. Die veelheid aan aanbod binnen hetzelfde kaft geeft een lekker gevoel van ruim kunnen kiezen – een soort verwennerij. Zo een ruime keuze biedt de pas verschenen bundel Voor mij ben je hier; Verhalen van de jongste generatie Surinaamse schrijvers zeker wel: er staan zestien verhalen in van evenveel auteurs. Maar wordt de lezer daarmee ook verwend?

Vrijwel alle auteurs in deze bundel hebben al titels op hun naam staan, eentje zelfs een heuse bestseller (Clark Accord met De koningin van Paramaribo). Het gaat hier dus niet om nieuw en pas ontdekt talent, hoewel de ondertitel dat eigenlijk wel suggereert. Ook de tekst op de achterflap versterkt deze indruk nog eens, want die vermeldt wel héél érg nadrukkelijk – in vier achtereenvolgende zinnen maar liefst driemaal – dat het hier ‘de jongste generatie schrijvers/de jonge schrijvers/deze jonge generatie schrijvers’ betreft. Dergelijke terminologie schept verwachtingen. Qua leeftijd wordt die verwachting in ieder geval niet waar gemaakt – de gemiddelde leeftijd van de auteurs is vrij middelbaar, de oudste, Monkau, is 75 en de jongste, Karin Amatmoekrim, 34 jaar.

Deze ‘jonge Surinaamse schrijvers’ bevinden zich grotendeels buiten Suriname. De meesten zijn wel in Paramaribo geboren, maar ze waaierden later uit naar koudere streken elders op de aardbol. Zou dit een reden kunnen zijn voor het licht internationale sfeertje dat de bundel ademt? De verhalen spelen zich namelijk niet uitsluitend af in het land van herkomst zoals vaak het geval is met verhalen van Surinaamse schrijvers, maar ook in Havana (Clark Accord), India (Mala Kishoendajal), Haïti (Ismene Krishnadath) en Limburg (Guilly Koster). Een interessante uitbreiding van de horizon.

In zijn voorwoord maakt samensteller Michiel van Kempen melding van nog een andere uitbreiding, die van de kwantiteit. Hij rekent uit dat in de eerste tien jaar van de 21ste eeuw het aantal prozaschrijvers zodanig is toegenomen dat het er meer zijn dan alle schrijvers van de 19de en de 20ste eeuw samen. Dit is zeker een opmerkelijke ontwikkeling in het landschap van de Surinaamse letteren. Van Kempen is blij met deze literaire oogst en geeft de lezer het bevel om optimaal te genieten van de mooie verhalen. Dat is soms gemakkelijker gezegd dan gedaan.

De lezer zal zich in elk geval niet vervelen met deze bundel, want de inhoud is afwisselend genoeg om onderhoudend te zijn. De thema’s zijn aangenaam variërend: vrouwenleed en hartzeer, de vermeende gekte van een man, afscheid van en herinneringen aan een stervende vriendin, de worsteling van een migrantenjongen om een thuis te vinden in een nieuw land, gepieker over een zorg behoevende schoonmoeder en dan ook nog een plots opduikende geilheid van een vrouw op een pater, evenals die van een vrouwelijke dominee op een toevallige mannelijke bezoeker, de levensloop van een statige zwarte vrouw – met hier en daar ook nog wat brokken geschiedenis, cultuur en godsdienst die tussen de verschillende verhaallijnen zijn geweven.

Die vrouwelijke dominee van Surinaamse afkomst in het verhaal van Guilly Koster, nota bene in een klein dorp in het Nederlandse Limburg zegt aan het einde van het verhaal, na haar neukpartij met haar toevallige bezoeker op zijn vraag, ‘Hoe…rijm je dit?’: ‘Als ik ermee kan leven, dan kan God dat ook.’ Werkelijk een slot dat pakt, dat je even geweldig doet lachen.

De kwaliteit van de verhalen is eveneens wisselend. Van sommige auteurs zoals Tessa Leuwsha zijn we beter gewend dan wat we hier aantreffen. Van anderen zou het al te wijdlopige verhaal met een strakke redactie vlot getrokken kunnen worden zoals bij Mala Kishoendajal – haar gruwelijk prachtige scène (op p.107) bijvoorbeeld verdrinkt in de al te uitleggerige woordenzee er omheen. Sommige verhalen zijn vermoedelijk persoonlijke belevenissen die meer indruk op de auteur hebben gemaakt dan ze kunnen overbrengen (Guilly Koster, Herman Monkou) – anderen springen er bovenuit, zoals Marylin Simons en Annette de Vries die met vaardige pen een indringend verhaal vertellen dat blijft hangen. In deze korte bespreking kunnen uiteraard niet alle verhalen aan de orde komen.

De meest verrassende auteurs in dit gezelschap zijn voor mij Iraida Ooft, wel een Surinaamse schrijfster in Suriname zelf en Johannes Herrenberg. Ooft maakt in deze bundel sterk en overtuigend haar prozadebuut. Subtiel en ingehouden qua stijl, weet ze een sfeer op te bouwen waarbij de lezer zijn eigen verbeeldingskracht kan aanspreken. Herrenberg is smakelijk en origineel, en hanteert een geheel eigen taalgebruik, met frisse beeldspraak. Enkele juweeltjes: ‘de omfloerste dreun van een levende stad met vogels die daar onzichtbaar zingend gaatjes in pikten’ (p. 190) en ‘Een spijkerbroek zo smerig dat je er de geur bijna vanaf kon lezen’ (p. 195). Hopelijk horen we meer van hen!

Beeldend geschreven, boeiend en spannend of emotioneel van inhoud en met een creatieve, functionele structuur, dat zijn de kenmerken van goede verhalen en die vinden we helaas niet in alle verhalen van deze bundel uitgewerkt.

Tot slot: de woordenlijst achter in het boek is tamelijk overbodig, want veel van de daarin opgenomen zinnetjes en woorden zijn in de verhalen zelf al vertaald of verklaard.

Voor mij ben je hier; Verhalen van de jongste generatie Surinaamse schrijvers, Michiel van Kempen (red.) Amsterdam: Meulenhoff, 2010, ISBN 978 90 290 8679 0

[ook verschenen in de Ware Tijd Literair, 12 februari 2011]

Surinamers herkennen elkaar

door Ezra de Haan

Ter gelegenheid van de oprichting van de republiek Suriname, nu vijfendertig jaar geleden, heeft Michiel van Kempen (foto rechts) een bloemlezing van Surinaamse verhalen samengesteld. De oudste bundel verhalen die ik ken, dateert alweer van 1972 en droeg de mooie titel I sa man tratamara!? Het was een boek vol hoop en verwachting. Men droomde van radicale veranderingen en een nieuwe maatschappij. Dat liep allemaal anders dan verwacht. En daarmee veranderde ook de toon van wat in Suriname geschreven werd. Verhalen van Surinaamse schrijvers (1989) dat ook onder redactie van Michiel van Kempen verscheen en Waarover we niet moeten praten (2007, redactie Peter de Rijk) toonden aan dat Surinaamse auteurs niet langer ‘een bijdrage aan de opbouw van het land moesten leveren’ maar vrij waren te schrijven wat en waarover ze maar wilden. De nieuwe bundel Voor mij ben je hier is een goed voorbeeld wat voor verhalen dat uiteindelijk heeft opgeleverd. Michiel van Kempen, bijzonder hoogleraar West-Indische letteren aan de UVA, heeft een heerlijke verzameling verhalen samengesteld die literair en tegelijkertijd heel Surinaams te noemen valt.

Alleen al door de diversiteit van de schrijvers in deze bundel kan het haast niet anders dan een gevarieerde reeks verhalen opleveren. Er staan verhalen van bekende en goed verkopende auteurs in maar ook van nog net niet publicerende schrijvers en debutanten. Bijzonder goed is het verhaal van Karin Amatmoekrim. Haar verhaal ‘Gods trucje’ over Anton de Kom plaatst haar meteen in het rijtje van Nederlands meest veelbelovende jonge schrijvers. De empathie die ze tentoonspreidt in de beschrijving van de oude en ontgoochelde De Kom in een rusthuis raakt je diep.

‘Hij stond op en trok de deur van het kantoortje behoedzaam achter zich dicht. De gangen waren verlaten, de meeste mannen waren nu buiten, of deden een middagdutje. Hij wandelde gedachteloos naar de kantine en vond er een karaf met lauwwarme koffie. Hij schonk zich een kop in en ging aan een van de ronde tafels zitten. Hij zag zichzelf weerspiegeld in het glas dat de ruimte van de gang scheidde. Een zwarte man, alleen, aan een tafel als een eiland in een zee van niets.’

Ronduit onthullend is het verhaal ‘Carolina en de Chinees’ van Carry-Ann Tjong-Ayong (foto links). ‘Vaak vroegen de vriendinnen wat zij in de Chinees zag,’ is de eerste regel en vervolgens ontrolt zich het verhaal hoe een jonge, Creoolse vrouw voor een Chinese winkelier valt en hoe haar leven totaal verandert. Die ‘mix’ van culturen en de kinderen die daaruit voortkomen, spelen vaker een rol in deze bloemlezing. Een mooi voorbeeld daarvan is Guilly Kosters helder geschreven en uiterst gewaagde verhaal ‘De dominee is een vrouwmens’.

‘Ze zag er helemaal niet uit als een Surinaamse vrouw. Ze was wit en als ze haar mond zou houden, zou ze probleemloos als Hollandse vrouw door het leven kunnen gaan in Altweerterheide. Alleen haar lippen pleegden verraad. Haar ogen waren groen. Haar haar was langer dan kort, maar niet lang genoeg om lang genoemd te worden. Op haar voorhoofd vormde datzelfde haar een puntje dat wij in Suriname kiriw’wiri noemen, dat vertaald zou kunnen worden als “moordenaarsharen”.’

Clark Accord, schrijver van bestsellers als De koningin van Paramaribo en Bingo! stelt ons niet teleur met ‘Una casa particular’, dat zich niet in Suriname maar op Cuba afspeelt, en ook Herman Hennink Monkou, schrijver van het prachtboek De kleurling, toont vormbehoud. Wie ooit in Suriname was krijgt direct heimwee bij het lezen van zijn ‘Schubert in de Palmentuin’. Slechts eenentwintig pagina’s heeft deze stilist nodig om een hele wereld op te roepen.

Mala Kishoendajal toont ons een kijkje in de keuken door een deel van een historische roman in wording, De naamloze avonturiers, te laten lezen. Het is een verhaal waarin veel Hindoestaanse Surinamers zichzelf en hun geschiedenis zullen gaan herkennen.

Ruth San A Jong (foto rechts) schreef voor deze bundel ‘Schuldbelijdenis! Bladzijde 63!’, een verrassend verhaal waarin kerkgang en erotiek samenkomen. Hopelijk bevat haar, binnenkort te verschijnen, verhalenbundel De laatste parade meer van dit soort pareltjes.

Tessa Leuwsha verplaatste zich in de wereld van puberende jongens in ‘High five, zand erover’. Ondanks de wetenschap dat ze twee zeer goed ontvangen romans schreef, verbaasde ze mij met de kracht waarmee ze mij in het verhaal sleurde. Wie zoveel weet te bereiken met zo weinig tekst is een geboren schrijver.

En zo staan er nog veel meer verhalen in Voor mij ben je hier die de moeite waard zijn. Het verhaal van debutante Iraida Ooft (foto links), ‘High Maintenance’, verdient het zeker om in deze bundel te staan. Met haar korte maar sterk geschreven verhaal stormt de volgende generatie jonge schrijvers naar voren.

Daarmee is de bloemlezing een momentopname van de huidige Surinaamse literatuur geworden. Voor mij ben je hier is een must voor iedere lezer die Suriname in zijn hart meedraagt.

Voor mij ben je hier, samengesteld door Michiel van Kempen
Amsterdam: uitgeverij Meulenhoff, 2010

Ezra de Haan is schrijver, dichter en journalist

[overgenomen van Literatuurplein.nl]

Nieuwe krant Schrijversvakschool

Fragmenten, krant van de Schrijversvakschool Paramaribo, wordt gelanceerd op de informatiedag van 7 augustus in de CCS Bibliotheek. De krant is gratis!
Fragmenten is een verzameling van uitgewerkte schrijfoefeningen die een thema of schrijftechniek uitvergroten. Het is een selectie van de leukste, de meest verrassende en met een eigen stijl geschreven teksten van studenten.

Zenobia N.V. is de sponsor van deze krant.

Auteurs:
– Sakoentela Hoebba
– Agnes Redjopawiro
– Iraida van Dijk- Ooft
– Mathilda Inge
– Claudett de Bruin
– Karin Lachmising
– Ronald te Vrede
– Carla Rees
– Jennifer Telting

Samenstelling: Ruth San A Jong
Vormgeving en correctie: Claudett de Bruin
Druk: Zenobia N.V.
Uitgave: Schrijversvakschool Paramaribo
Oplage: 200

De jongste Surinaamse schrijvers bij elkaar

In november verschijnt bij uitgeverij Meulenhoff Voor mij ben je hier, nieuwe verhalen van de jongste generatie Surinaamse schrijvers, ter gelegenheid van 35 jaar onafhankelijkheid van de Republiek Suriname. Het boek wordt op záterdag 11 december 2010 in theater Perdu in Amsterdam gepresenteerd.

Aan de bundel, die samengesteld is door Michiel van Kempen, werkten 16 schrijvers mee. Dit zijn: Rihana Jamaludin, Marylin Simons, Herman Hennink Monkau, Carry-Ann Tjong-Ayong, Clark Accord, Henna Goudzand Nahar (foto links), Mala Kishoendajal, Guilly Koster, Iraida Ooft, Tessa Leuwsha, Karin Amatmoekrim, Joanna Werners, Annette de Vries, J.Z. Herrenberg, Ismene Krishnadath en Ruth San A Jong.

Voor mij ben je hier
omvat ca. 320 blz. en gaat € 18,95 kosten. Het omslag is van Roald Triebels.

ISBN 978 90 290 8679 0

  • RSS
  • Facebook
  • Twitter