Op donderdag 27 mei 2021 ondertekenden Rita Rahman, voorzitter van de Werkgroep Caraïbische Letteren, en... Lees verder →
Suriname kampt met een braindrain en Nederland kan iets doen
door Dave Ensberg-Kleijkers en Joan Nunnely
In Suriname staken en protesteren steeds meer leerkrachten, omdat zij met een leerkrachtsalaris niet meer rond kunnen komen: het gevolg van aanhoudende economische problemen en hyperinflatie. Dit heeft grote gevolgen voor de kwaliteit van het onderwijs aan Surinaamse leerlingen en studenten. Velen zien geen perspectief meer in hun land en nemen de wijk richting Nederland. Ze willen het maximale uit hun leven halen, maar betwijfelen of dat in Suriname wel mogelijk is. Nederland is dan een logisch alternatief. Maar komen deze studenten na hun studie in Nederland wel terug naar hun thuisland?
read on…Samenwerken en gezamenlijkheid nog steeds de kern van het Statuut. COHO mag niet fout gaan!
door Rita Rahman
Het is nu of nooit. Het Nederlandse publiek heeft in december 2021 en januari 2022 massaal gekozen voor vakantie op Curaçao en dat was goed voor Nederlandse luchtvaartmaatschappijen, de horeca, airbnb, en autoverhuurders. Echter, de al voor de coronapandemie bestaande armoede, werkeloosheid, dakloosheid, het energiegebrek, het falen van het onderwijs en andere publieke diensten, de milieuproblematiek, slechte wegen, vele verkeersongevallen, het groeiende straatgeweld en de criminaliteit en de onmenselijke behandeling van vluchtelingen zijn stuk voor stuk verder verslechterd en schreeuwen om gezamenlijkheid in het oplossen daarvan. Goed dat gekozen is voor het instellen van COHO, het Caribisch Orgaan voor Hervorming en Ontwikkeling, om hierin verandering te brengen. Succes, zo gewenst onder de burgers, vraagt om een doeltreffende samenwerking in gezamenlijkheid, zoals ook vastgelegd in het Statuut van het Koninkrijk.
read on…Indonesië stelt fondsen beschikbaar voor behoud Javaanse cultuur in Suriname
Indonesië benadrukt het belang van het behoud van de Javaanse cultuur in Suriname en kondigde de toekenning aan van het fonds voor twee belangrijke projecten, namelijk een Culinary Craft & More markt en documentatiecentrum voor de geschiedenis van Javaanse migratie naar Suriname ter waarde van US $ 100.000.
read on…Herinneringen van Jan Pronk: Den Haag als hoofdstad van Suriname
door Michiel van Kempen
De meest verbijsterende vaststelling na vele uren te hebben doorgebracht met het vuistdikke boek dat PvdA-politicus Jan Pronk schreef over de jaren rond de onafhankelijkwording van Suriname, is dat het epicentrum van het hele gebeuren niet in Paramaribo lag, maar in Den Haag. Nu zou je kunnen zeggen dat een boek waarin de Nederlandse politiek tegenover de voormalige kolonie onder de kabinetten Den Uyl, Lubbers en Kok nauwgezet wordt beschreven, al gauw zo’n indruk nalaat. Maar het heeft toch vooral te maken met de sterk apodictische wijze waarop Pronk c.s. opereerden vanuit het besef dat er historisch en politiek geen andere opties mogelijk waren dan die zij op tafel legden. Pikten de Surinamers dat dan?
read on…Suriname; Van wingewest tot natiestaat – Jan Pronk
Op 9 april a.s. verschijnt Suriname; Van wingewest tot natiestaat van Jan Pronk. De oud-minister Jan Pronk geeft daarin zijn visie op de wordingsgeschiedenis van de staat Suriname en de rol van Nederland daarin.
read on…Het Maatschappelijk Middenveld: De Naïeve Advocaat van de Duivel
Civil Society: The Naïve Devil’s Advocate
door Roy I. Bhikharie
Wereldwijd zijn de rechtsstaat, persvrijheid, minderheidsrechten en eerlijke verkiezingen in gevaar. Omkoping, corruptie en mogelijkheden voor straffeloosheid zijn ingebed in de systemen van de scheiding der machten en andere checks and balances. Economische groei heeft daardoor ondemocratische en onwettige praktijken voortgebracht. read on…
Oud-minister Jan Pronk: ‘Ontwikkelingssamenwerking is een correctie op pervers koloniaal beleid’
Over zijn hartinfarct, de genocide in Rwanda en de westerse hypocrisie
Zijn vrouw zegt dat hij milder is geworden, maar ook na zijn hartinfarct maakt oud-minister Jan Pronk zich boos over de wereld. ‘Ik vind niet dat ik gelijkhebberig ben.’ read on…
3 redenen waarom de IMF lening van Suriname een deal met de duivel is
door Raisa Ghazi
Als één van de weinige landen in de wereld, was Suriname tot voor kort een staat die zich nog niet had ingelaten met de regels en wetten van instituties zoals de Wereldbank (WB) of het Internationaal Monetaire Fonds (IMF). read on…
Kolonisatie en imperialisme
door Willem van Lit
[Deel 3 van “Ze zijn er. En nu”, een serie over de migratiecrisis]
Het gaat te ver om uitvoerig bij het hele proces van dekolonisatie stil te staan. John Jansen van Galen heeft recent het hele dekolonisatieproces van Nederland beschreven in zijn boek Afscheid van de koloniën. Het betreft dan Indonesië, Nieuw Guinea, Suriname en de Nederlands Caribische eilanden. In feite wordt de schuldvraag ook in zijn boek gesteld, maar de vraag is: schuld waaraan precies? Het feit dat wij koloniën hebben gehad? De staat waarin we die mensen achterlieten? Wat er in de jaren na de onafhankelijkheid is gebeurd? read on…
65 jaar Nederlandse ontwikkelingssamenwerking: hoe nu verder?
Debat en boekpresentatie: 2 oktober Pakhuis De Zwijger, Amsterdam
Met een bijdrage van ƒ1,5 miljoen aan het VN-programma voor internationale technische hulp zette de Nederlandse regering op 3 oktober 1949 haar eerste schreden op het pad van de ontwikkelingssamenwerking. Nu, 65 jaar later, vragen de samenstellers van Hoe nu verder? zich af: wat is er bereikt? Maar vooral: wat zijn de nieuwe uitdagingen? read on…
Space in the Caribbean: Idee of ideologie?
door Karin Lachmising
‘Als we echt Caribisch zijn, moeten we onze eigen omgeving dan niet beter leren waarderen?’, vraagt Karin Lachmising zich af.
read on…Nederlandse boeken voor Suriname: wel of niet? Afdankertjes of leesmateriaal?
I. ‘Wie eegie sanie’ fu píkin
door Els Moor
De Surinaamse literatuur vanuit de eigenheid van cultuur en talen kwam pas goed op gang in de jaren vijftig van de vorige eeuw, toen ‘Wie Eegie Sanie’werd opgericht in Nederland, met Bruma als centrale figuur en later in Suriname ook met de nog jonge Dobru. Dit was een belangrijke stap op weg naar de zelfstandige republiek Suriname, in verband met ‘eegie sanie’. Dat er tot op de huidige dag nog veel van het kolonialisme is blijven hangen ervaren we maar al te vaak, vooral ook op het gebied van taal en literatuur.
Een ander duidelijk voorbeeld is dat er nog steeds per boot veel, veel, vaak afgeschreven, Nederlandse kinder- en jeugdboeken naar Suriname gestuurd worden, die dan in schoolbibliotheken terechtkomen, zelfs in het binnenland of voor weinig geld verkocht worden bij boekverkopingen. Je schaamt je toch, als je zo’n boek opent en meteen een stempel ziet met in vette letters: ‘Afgeschreven’! Dat is neokolonialisme ten top: je afgeschreven boeken naar ‘die negertjes’ in je ex-kolonie sturen. En dat, terwijl er gelukkig in Suriname momenteel veel gebeurt aan de ontwikkeling van een eigen kinder- en jeugdliteratuur!
De taalsituatie in Suriname is enerzijds van een grote rijkdom die de culturele ‘eenheid in verscheidenheid ’uitstraalt, maar is anderzijds problematisch voor veel kinderen en jongeren van wie de officiële taal, het Nederlands, niet de moedertaal is. In ons land worden binnen bevolkingsgroepen zo’n twintig ‘eegie tongo’ gesproken. Daarboven staat het Nederlands voor het contact in de hele samenleving en vergeet niet het Sranan Tongo als ‘lingua franca’ (algemene contacttaal). Er zijn inheemse en marrontalen die hier ontstaan zijn en talen die ‘meegebracht’ zijn uit de landen waaruit de immigranten kwamen, zoals het Chinees, Sarnami en Javaans en niet te vergeten de ‘eegie’ versie van het Nederlands, het Surinaams Nederlands met eigen klanken, woorden en zinsconstructies. Deze veeltaligheid brengt echter ook grote problemen met zich mee. In volksbuurten in de stad, in het district, maar vooral ook in de dorpen in het binnenland spreken kinderen met hun familie meestal hun eigen taal. Veel kinderen moeten leren lezen, schrijven en rekenen in een voor hen vreemde taal. Als je dan leesboeken in de bieb hebt in die ‘vreemde taal’ en bovendien nog over allerlei dingens die jij niet kent, die ver van je bed of je hangmat zijn, dan moet je een geweldige doorzetter zijn en veel hulp krijgen van je leerkrachten om het toch te redden.
Gelukkig dat vele deskundigen, ook in de stad, dit probleem tegenwoordig erkennen en ervoor ijveren om die kinderen meer kansen te geven, het onderwijs kind- en taalvriendelijker te maken! Het belangrijkste uitgangspunt hierbij is: Leer die ‘vreemde taal’ vanuit je eigen leefwereld!’ Surinaamse kinder- en jeugdboeken vormen daarbij een geweldig goed hulpmiddel. Als kinderen die moeite hebben met de schooltaal eenvoudige boeken in handen krijgen met herkenbare verhalen vanuit de eigen wereld, met veel duidelijke, ondersteunende illustraties die bovendien spannend en leuk zijn, dan gaan ze lezen leuk vinden en ze leren ‘spelenderwijs’ die moeilijke schooltaal, bovendien op een manier zoals die in het eigen land gesproken en geschreven wordt, Surinaams Nederlands dus. En wat belangrijk is: die boeken zijn niet gebonden aan leeftijd, maar aan de ontwikkeling van de taal bij het kind. Die boeken moeten echter wel aanwezig zijn in de school, niet alleen maar ‘afgeschreven’ Hollandse boeken.
Overigens is het echt niet zo dat goede Nederlandse en andere, vertaalde, boeken uit de wereld-jeugdliteratuur hier niet moeten komen. Integendeel. Er zijn prachtige Nederlandse boeken voor de jeugd, evenals vertaalde ‘klassiekers’. Denk aan Alleen op de wereld van Hector Malot. De kinderen die die boeken lezen en herlezen hebben vaak het Nederlands als hun moedertaal of beheersen de taal goed doordat ze een universele opvoeding krijgen. Zulke kinderen zijn er veel in Suriname, met name in de stad en omgeving.. De andere kinderen kunnen daarnaartoe groeien doordat er op school en elders veel gedaan wordt aan de ontwikkeling van hun taal- en leesniveau. Daar wordt hard aan gewerkt tegenwoordig, een prachtige ontwikkeling. Veel leerkrachten uit de stad, het district en het binnenland hebben trainingen gekregen om de vaardigheden en mentaliteit te ontwikkelen om kindvriendelijk, kindgericht en dus speels en creatief te werken aan de taalontwikkeling van hun leerlingen. Ook medewerkers van bibliotheken en andere plaatsen (na-schoolse opvang bijvoorbeeld).
Zo iemand is Sandra Purperhart die een bieb heeft op Abra Broki, een volkswijk in de stad. Daar komen ’s middags veel kinderen die het Nederlands moeilijk vinden, maar houden van de leuke, eenvoudige Surinaamse kinderboeken met duidelijke illustraties. Sandra maakt zelfs mét de kinderen musicals over verhalen. Die worden opgevoerd tijdens Kinderboekenfestivals, niet alleen in de stad. Dit jaar werkte ze al met de kinderen van Atjoni en van Commewijne en de resultaten waren leuke, muzikale en herkenbare musicals.
Het Kinderboekenfestival in Paramaribo wordt al dertien jaar gehouden, jaarlijks in stad, district en binnenland. Er zijn daar veel activiteiten voor kinderen, van kleuters tot en met tieners, die op een vaak creatieve manier te maken hebben met lezen. Gelukkig meestal van Surinaamse boeken! In veel stands is ook communicatie een belangrijk doel. Voor de kinderen is het echt een fijn uitstapje om erheen te gaan en zij en hun leerkrachten maken altijd weer kennis met nieuwe Surinaamse kinderboeken. Dat er tegenwoordig zoveel uitkomen, is ook voor een groot deel te danken aan de Stichting Projekten, PCOS. Zelf geven ze er jaarlijks een aantal uit en ze stimuleren schrijvers die dat willen. PCOS heeft ook trainingen georganiseerd, vooral in het binnenland, ‘Change for children’, die tot doel hadden de kindvriendelijke aanpak vanuit de eigen leefwereld te stimuleren. Ze hebben ook boeken erover uitgegeven, met veel praktische informatie, zoals Lees je wijs!, over leesbevordering van Surinaamse kinderboeken, met veel creatieve, beeldende werkvormen en drie boekjes over de resultaten van de aanpak binnen het project ‘Change for children’, helemaal in Kwamalasamutu, waar de kinderen Trio spreken. Jammer dat het te ver is om te gaan kijken in die school. Dan zou je veel tekeningen zien hangen die de verhalen uit Surinaamse kinderboeken uitbeelden. Heel eenvoudige boeken zijn meestal favoriet. De Amaisa-serie, uitgegeven door PCOS, over de dagelijkse beslommeringen van een meisje uit het binnenland , met weinig en eenvoudige taal en levendige illustraties is nog altijd een favoriet in de stand ‘Lees je wijs’op KBF. Zelfs bij zesdeklassers. Nogmaals: het gaat dus niet om de leeftijd, maar om het leesniveau. Wat Wagina, de groep van schrijfsters uit Wageningen, doet is ook bewonderenswaardig. Heel veel eenvoudige boekjes, allemaal hetzelfde formaat, hebben ze uitgegeven. Het zijn series van belevenissen uit het dagelijks leven, over dieren, over de jongen Moi-Boi en met een verdere blik een serie over andere districten en over ‘special kids’, kinderen met een probleem of een beperking. Steeds een stapje verder dus! Op het laatste KBF was Laat me niet alleen van Indra Hu, een boek met veel en vaak ook best moeilijke tekst over hiv en aids een van de populairste boeken bij vijfde en zesde klassers. ‘Waarom kiezen jullie dat? was de vraag. ‘Omdat er ook een film van is die we gezien hebben’, was het antwoord. Je ziet maar weer: je moet de inhoud ook kunnen zien!
Een heel populair boek, niet alleen in het binnenland is ook Okorié en Agambé van Sherida Sabajo. Het gaat over twee jongens in het binnenland uit twee verschillende dorpen aan een rivier, een ingi-dorp en een marrondorp. Ze raken allebei verdwaald in het bos en komen elkaar daar tegen. Een ‘telefoonboom’ is hun redding: je slaat op de wortels en het klinkt wijd en zijd. Dan worden ze gevonden. Een spannend verhaal in eenvoudige taal, met grote letters, herkenbaar voor kinderen in het binnenland, maar leerzaam en spannend op het gebied van leven in het binnenland voor kinderen uit stad en district. Overal houden ze van het boek, ook vanwege de mooie, duidelijke tekeningen van Ginoh Soerodimedjo.
Eenvoud is het kenmerk van het ware. Dat is altijd zo bij ‘eegie sanie’. Belangrijk is het dus dat Surinaamse kinderboeken op onze scholen komen, in veelvoud, vooral op lagere scholen, maar ook moeilijker boeken op de muloscholen. De puber groeit dan van zijn eigen wereld naar een vreemde (buitenlandse boeken) en zo moet het ook gaan in het leven: je verruimt je blik naarmate je ouder en wijzer wordt. Er komt veel hulp van Surinaamse maatschappijen en organisaties, maar het is nooit genoeg. Laten die Nederlandse organisaties en particulieren geen ‘afgeschreven’ kinderboeken meer sturen, maar geld om meer Surinaamse kinderboeken te drukken en vooral ook te herdrukken! Dat is ontwikkelingshulp! ‘Eegie sanie’ondersteunen!
[uit de Ware Tijd Literair, 25 mei 2013]
II. Reactie op ‘“Wie Eegie Sanie” fu pikin’ in ‘dWTL’ van 25/5/2013
door Suzanne Dekkers
Stichting ‘Unu Pikin’ is een sociale werkplaats in Paramaribo waar schoolmeubilair wordt gemaakt door mensen met een beperking. Dankzij donaties kunnen we regelmatig de inrichting van een schoolbibliotheek produceren en aan een school weggeven. Naast het meubilair verstrekken we ook een groot aantal ‘Hollandse’ boeken, zoals lees-, prenten- en ontwikkelingsboeken, soms nieuw, meestal gebruikt. Maar ook scholen die eerder een bieb van ons hebben gehad, of anders een bibliotheek hebben gerealiseerd, zijn welkom om hun collectie aan te vullen. In de afgelopen 12 maanden zijn 180 scholen en andere instellingen langsgekomen om materialen te halen. Dat geeft aan dat er een grote behoefte bestaat aan deze boeken.
De ideale situatie zou zijn dat elke school een bibliotheek heeft en de school of een overkoepelend orgaan in staat is boeken aan te schaffen. De mediatheekmedewerker kan dan bepalen welke boeken het beste zullen aansluiten bij de schoolpopulatie. Alle leerkrachten stimuleren het leesgedrag van de kinderen door regelmatig voor te lezen. De mediatheekmedewerker zorgt voor interessante lessen, alles om leesplezier en taalvaardigheid van de kinderen te vergroten. Helaas is de werkelijkheid anders. De scholen hebben dat budget niet, dus zijn ze afhankelijk van anderen. Om weer even terug te gaan naar onze specifieke situatie: deze boeken krijgen wij van bibliotheken uit Nederland, die wegens bezuinigingen sluiten. De boeken zijn van recente datum en zien er heel goed uit. Helaas staat in die boeken vaak met grote letters: afgeschreven, maar daar kan de juf iets aan doen: een sticker er overheen of die pagina verwijderen. De kinderen hoeven niet te weten hoe de school aan die boeken komt, zij hoeven alleen de voordelen te ervaren! Niet alle boeken zijn geschikt. Bij onze ondersteunende organisatie in Nederland vindt de eerste selectie plaats. De boeken met té Hollandse of Europese onderwerpen worden niet verscheept. Eenmaal in Suriname vindt de tweede selectie plaats, omdat er wegens het grote aantal wel eens een verkeerd boek tussendoor glipt (dat we bij gebrek aan adequate oudpapier-verwerking dan voor een symbolisch bedrag verkopen). Daarna vindt de derde selectie plaats. De mediatheek-juf bepaalt zélf welke boeken zij geschikt vindt voor de kinderen van haar school. Voor onze specifieke situatie geldt dat we de boeken kunnen opsturen met een minimum aan budget, dankzij samenwerkingsverbanden met andere organisaties. Dit budget is veel te klein om een voldoende aantal boeken van Surinaamse kinderboekenschrijvers te kopen. We zouden dan misschien 4 scholen kunnen helpen, tegen de eerdergenoemde 180.
Het is belangrijk dat kinderen al op jonge leeftijd het plezier van lezen ervaren. Scholen moeten hosselen om aan die basisvoorwaarde te voldoen. Het lijkt me goed dat we gezamenlijk proberen een oplossing te zoeken voor deze situatie, ieder vanuit zijn eigen expertise en achtergrond. Laat de Nederlandse organisaties die boeken opsturen! Zij hebben nou eenmaal de kortste lijntjes naar de bibliotheken in Nederland en kunnen zo de hand leggen op prachtige boeken. Zorg wel voor een goede selectie en betrek de Surinaamse scholen daarbij. Laat anderen, bijvoorbeeld een nieuwe werkgroep, de afdeling mediatheekwezen of de kinderboekenschrijvers zelf, zich inzetten om zoveel mogelijk Surinaamse kinderboeken op de scholen te krijgen. Zij kunnen dit doen door steun van de overheid te verwerven, samen te werken met Nederlandse organisaties of zelf aan fondsenwerving te doen, in Suriname, Nederland of elders. Zo kunnen we er samen voor zorgen dat de schoolbibliotheken een gebalanceerde collectie aan boeken hebben, die de kinderen verder op weg zullen helpen in hun ontwikkeling. Laten we niet met de vinger naar elkaar wijzen, maar samen een vuist maken!
[Susanne Dekkers, namens bestuur van ‘Unu Pikin’]
III. De Ware Tijd Literair reageert
Wij vinden het geweldig als gereageerd wordt op onze artikelen. ‘Unu Pikin’ heeft duidelijk haar standpunt uiteengezet en de lezers van ‘Literair’ kunnen hun oordeel vormen over de kwestie: wat doen we met de ‘Hollandse’ kinderboeken die in groten getale naar Suriname komen. Wij hebben ons standpunt uiteengezet dat er op neerkomt dat er niets tegen buitenlandse kinderboeken is, die geschreven zijn in een ander Nederlands dan de boeken hier en vaak over zaken gaan die buiten de leefwereld van onze jeugd liggen. Maar het gaat erom dat kinderen boeken te lezen krijgen die ze aankunnen, wat taal zowel als inhoud betreft. Een ideale ontwikkeling is dat kinderen langzaamaan hun blik verbreden: van de eigen leefwereld naar de grote wereld, en boeken kunnen, evenals films, daar een belangrijke rol bij spelen. Dan krijg je als kind plezier in lezen en houd je dat ook: van eenvoudig en herkenbaar naar vreemd en boeiend! Alles wat je leest, moet je kunnen begrijpen. En we behoren altijd te beseffen dat de meerderheid der Surinaamse kinderen uit een totaal andere thuissituatie komt met minder ontwikkelde, anderstalige ouders, weinig of helemaal geen Nederlands gesproken programma’s op/in de media, weinig tot geen toegang tot clubs, en dergelijke. De dit schooljaar begonnen ‘Naschoolse Opvang’ kan die leemte wel gedeeltelijk opvullen, maar mist daarvoor eigen tools. Fijn is dat er veel Surinaamse kinderboeken zijn, voor verschillende leesniveaus, met zonodig duidelijke illustraties. En er komen steeds nieuwe bij!
[Red. de Ware Tijd Literair]