blog | werkgroep caraïbische letteren
Posts tagged with: Naipaul V.S.

Ken Mangroelal – Panta rhei (7)

Zhong guo da. Zhong guo hen da. China is groot. China is zeer groot

Zoals de busjes in handen van de Hindoestanen, zijn hier alle supermarkten in handen van de Chinezen. In de busjes klinkt Bollywoodmuziek en in de supermarkten wachten je beeld en geluid van een Chinese televisiezender. De Chinezen zijn de echte koelies. Zij werken zich te pletter. Ik heb menig Chinees achter de toonbank zien knikkebollen. Pogende slapend rijk te worden? Een dutje tijdens de arbeid, mogelijk; een normale nachtrust, een wensdroom.

Buiten de stad zijn er ook Chinezen die lange uren maken met het kappen van het oerwoud en koortsig zoeken naar bodemschatten. Dit land was kolonie af, met de komst van de Chinezen wordt het kolonie revisited. De Chinezen doen het nogmaals voor wat de bevolking hier zelf moet ondernemen. Begin zestiger jaren van de vorige eeuw, ja zo lang geleden, moet een zekere Dr. Jan Verhoeve in de hoofdstad van dit land in de herkansing een radiopraatje hebben gehouden over de koloniale samenleving. Naipaul nam een deel van die toespraak op in zijn boek The Middle Passage (1962). In die toespraak vond ik een stukje tekst dat wat mij betreft nog steeds opgaat: “A few exceptional people […] come to great achievements, but thereby lose their nationality [… ] And what goes for them does not go for them thousand others who must remain stuck in a soulless imitation, never achieving anything of their own. They learn to despise their own, but get nothing in its place.” Ondanks revolutie en onafhankelijkheid leeft men hier nog in tempo doeloe. “Met de Chinezen is het goed zakendoen” luidt hier de algemene kreet en “ze stellen geen lastige vragen en zeker niet aan je staatshoofd.”

De hoofdweg richting het centrum wordt opgesierd met stalletjes van sappelende burgers en lagere middenstand die hun schamele koopwaar aanbieden. Stalletjes met groente of fruit uit eigen tuin of kostgrondje, vis uit de rivier niet op ijs, hoe lang blijft dat vers in deze hitte, eten uit eigen keuken, zelfgemaakte kleding, ga zo maar door. Ik kan het niet nalaten rekensommetjes te maken. Ik kom uit op inkomens fluctuerend rond de armoedegrens. De schatkist is ook leeg. De regering wilde het onafhankelijkheidsfeest groots vieren. Geld daarvoor was er echter niet. De regering stuurde bedelaars langs de burgers en bedrijven om wat geld te hosselen. Een woord dat nogal met dit land wordt verbonden is ‘pinaren’. Etymologisch gaat het terug op het oudGriekse woord penía (armoede, gebrek, nood) en het Latijnse penúria (nijpend gebrek, grote verlegenheid). Dan vinden we het terug in het Nederlandse woord ‘penarie’. In de penarie zitten (geldzorgen hebben). Goed de mensen proberen hier oprecht het hoofd boven water te houden. Initiatieven te ontwikkelen om in hun levensonderhoud te kunnen voorzien. Maar deze struggle for life onder de blote hemel komt mij voor als laatste wanhoopsdaad. Het lijkt alsof de Chinezen deze marginalen uit de winkels de straat op hebben gejaagd of ze hebben daar zelf om gevraagd. Konden vroeger de conquistadores de Indianen in ruil voor spiegeltjes het goud ontfutselen, nu doen de Chinezen dat middels de aanleg van infrastructuur, in het bijzonder wegen, even strak en efficiënt als die van de Romeinen. En het plebus juicht.

[wordt vervolgd]

Perspectives on Naipaul

Created in the West Indies: Caribbean Perspectives on V.S. Naipaul, ed. Jennifer Rahim and Barbara Lalla, a collection of essays from a symposium and lecture series at the University of the West Indies, St Augustine, in 2007, commemorating the seventy-fifth birthday of Trinidad’s most famous literary figure. No writer has vexed Caribbean critics more utterly — indeed deliberately — than Naipaul. The thirteen essays here reflect a half-century of debate over his subjects and themes, his style and authorial stance, and his life and personality as well. They range from Edward Baugh on Naipaul’s “Making and Self-Making” to Gordon Rohlehr on “The Confessional Element in Naipaul’s Fiction” to Bridget Brereton on “Naipaul’s Sense of History”.

Ian Randle Publishers, ISBN 978-976-637-412-9, 234 pp

[Caribbean Review of Books]

V.S. Naipaul legt vrouwelijke schrijvers over de knie

Schrijver en Nobelprijswinnaar V.S. Naipaul (Trinidad, 1932) weet opnieuw de gemoederen op te hitsen. In een interview met de Royal Geographic Society liet hij zich laatdunkend uit over het schrijftalent van vrouwelijke auteurs in het algemeen (zie The Guardian). In zijn ogen is er geen enkele vrouw die aan zijn schrijftalent kan tippen. Hij kwalificeert de vrouwelijke schrijfstijl als “sentimenteel, met een beperkte kijk op de wereld.” “En bij een vrouw, die onvermijdelijk niet de heer des huizes is, is dat meteen in haar schrijfstijl te merken.”

Lees hier verder op De Papieren Man

Caribbean Writers Nominations

De OCM Bocas Prize for Caribbean Literature zal dit jaar voor het eerst worden uitgereikt tijdens het OCM Bocas Literatuurfestival in Port of Spain, Trinidad. De winnaar ontvangt een prijs van US $10.000,- Dit jaar zijn er tien schrijvers genomineerd, in de categorieën Poëzie, Romans en Non-fictie. In de categorie Poëzie zijn de volgende dichters genomineerd: Kamau Brathwaite met Elegguas, Kei Miller met A Light Song of Light en Nobelprijswinnaar Derek Walcott met White Egrets. Myriam Chancy (The Loneliness of Angels), Karen Lord (Redemption in Indigo), Rabindranath Maharaj (The Amazing Absorbing Boy) en Tiphanie Yanique’s (How to Escape a Leper Colony) zijn de genomineerde romanschrijvers. In de non-fictie categorie vinden we Andre Alexis (Beauty and Sadness), Edwidge Danticat (Create Dangerously) en Nobelprijswinnaar V.S. Naipaul (The Masque of Africa).

Turkse schrijvers zien komst V.S. Naipaul naar ‘Europees Schrijversparlement’ niet zitten

door Hans Cottyn

Enkele Turkse schrijvers protesteren tegen de komst van Sir V.S. Naipaul naar het European Writers Parliament, dat de komende dagen in Istanbul doorgaat. De Nobelprijswinnaar uit Trinidad deed in het verleden nogal wat omstreden uitspraken over de islam, onder meer dat “islamisering gelijkstaat met kolonisering”.

Sommige Turkse scribenten zullen nu uit protest het festival boycotten. Dat precies Naipaul de eregast van het festival zou zijn, vinden ze een “belediging voor de moslims”, aldus Zaman. Maar organisator Ahmet Kot heeft al laten weten dat Naipaul “niet de eregast is, maar slechts de openingsspeech zal geven”. Kot zegt aan Hürriyet dat “hij positieve reacties had verwacht, voor het samenbrengen van mensen met verschillende meningen”.
Het Europees Schrijverparlement is een idee van wijlen José Saramago en Orhan Pamuk. Bedoeling was om Europese schrijvers te verzamelen in “een van de meest inspirerende en unieke metropolen van de wereld, om hun kennis en perspectieven te delen”. Het evenement wordt ondersteund door de Europese Unie. Uit Vlaanderen trekt Erik Vlaminck naar de stad aan de Bosporus – momenteel de Europese Culturele Hoofdstad, uit Nederland Gustaaf Peek. Verder zullen ook onder meer Germaine Greer, Vikram Seth, Hari Kunzru en Nedim Gürsel aanwezig zijn. Er zal bijvoorbeeld worden gediscussieerd over ‘literatuur als een product van massaconsumptie’ of ‘literatuur in de digitale wereld’.
Naschrift:
Ondertussen heeft Naipaul laten weten dat hij zich terugtrekt en niet naar Istanbul zal afreizen, zo meldt de BBC. Een van de organisatoren liet weten dat het bezoek van de Nobelprijswinnaar “gepolitiseerd” werd door de Turkse media. “Daarom zijn het ultieme doel van het evenement en van Naipauls bijdrage overschaduwd”.

[uit De Papieren Man, woensdag 24 november 2010]

V.S. Naipaul ziet einde van zijn literaire carrière naderen

De controversiële Britse, op Trinidad geboren schrijver en Nobelprijswinnaar Literatuur 2001 V.S. Naipaul, zegt dat zijn 50-jarige literaire carrière naar zijn eind loopt. Hij kan hooguit nog overtuigd worden om één boek te schrijven, meldt The Hindu. “Ik zou nog een boek schrijven indien Andrew [zijn agent, Andrew Wylie] er werk van zou maken”, zo zou hij gezegd hebben. “Daarna is het genoeg, dan kan ik stoppen.”

[Lees hier verder]

De methode Naipaul

Een middag in het centrum van Mumbai. Smog, uitlaatgassen, wild blaffende claxons. Ik zit opgevouwen op de achterbank van een taxi. Twee andere passagiers zitten naast mij. Bij iedere hobbel in het wegdek schampt mijn hoofd tegen het dak. Mijn benen lijken ingebouwd in de stoel voor mij. Alleen mijn linkerarm heeft enige bewegingsvrijheid. Hij steekt door het open raam naar buiten.

Als we bij een verkeerslicht halt houden, steekt door het andere achterraam plotsklaps een onderarm naar binnen. Als een magneet worden mijn ogen naar het uiteinde ervan getrokken. Een klomp verbrand vlees. Zwart geblakerd en bij de pols overwoekerd met strakgespannen rode blaren. Met moeite kan ik twee vingers onderscheiden Bijna organisch zijn ze met elkaar verkleefd. Ze herinneren mij vagelijk aan het lichaamsdeel dat ooit aan de onderarm bevestigd moet hebben gezeten. De bezitster van de vleselijke resten brengt een zacht klagend geluid voort. Een smeekbede om geld.

Tegenstrijdige gevoelens en gedachten maken zich van mij meester. Mededogen, begrip en genegenheid. Maar evenzeer irritatie, afkeer en wantrouwen. Beelden uit Slumdog Millionaire trekken aan mij voorbij. Scènes waarin volwassenen figureren die straatkinderen ronselen en hen opdragen om voorbijgangers geld uit de zak te kloppen. Inspelend op het medeleven van hun klandizie verminken zij de weerloze kinderen om de opbrengsten van hun bedelpraktijken te vergroten. Heeft deze vrouw haar toevlucht genomen tot een soortgelijke handeling om de gulheid van argeloze westerlingen af te dwingen?
.
Ik voel mij geblokkeerd in mijn handelen en verstrikt in mijn denken. Laat ik mij leiden door verstand en nuchtere berekening of ben ik bezig mij als een laffe rat aan mijn verantwoordelijkheden te onttrekken? Als de taxi weer optrekt, heeft geen van de inzittenen de smeekbede van de vrouw verhoord. Op onze bestemming aangekomen, vernemen we dat de chauffeur ons bij het afrekenen onbarmhartig heeft getild. Straf voor het weigeren van een uitgestoken hand? Afkoopsom voor een morele schuld?

V.S. Naipaul schreef ooit dat observaties van buitenstaanders over armoede in India zonder enige waarde zijn. Het zijn platitudes zonder betekenis, die steeds in dezelfde bewoordingen worden geuit. Ze onthullen weinig over de gevoeligheid van de waarnemer, maar verraden vooral zijn beperkte blik. De buitenstaander ziet het voor de hand liggende, maar heeft geen oog voor het omringende en voor het detail. In India moet je volgens Naipaul het voor de hand liggende negeren en dingen scheiden van mensen om van het onaangename te kunnen herstellen en zelfrespect te kunnen koesteren.

Een succesvol recept voor mentaal overleven? Dat moet worden betwijfeld. Naipaul zelf had drie boeken nodig om zijn verhouding tot India te kunnen bepalen. Werken waarin het weinig benijdenswaardige lot van de massa een terugkerend punt van aandacht is. Kennelijk zette de auteur zich toch niet zo gemakkelijk over het Indiase miljoenenleed heen. Maar toegegeven: bij het behandelen van dit thema is zijn observatievermogen ongeëvenaard. Zijn onblusbare nieuwsgierigheid brengt hem ertoe voorbij de mensen en achter de dingen te kijken. Hij neemt waar en rapporteert, maar hoedt zich voor iedere vorm van engagement.

En ikzelf? Het beeld van de uitgestoken stomp is scherpomlijnd en blijft ongemakkelijk stemmen. Zwart verbrande hand, onbruikbaar geworden, onbruikbaar gemaakt, het doet er niet toe. De kwetsuren vormen een stigma dat niet kan worden geheeld. Een merkteken van beschadigd leven, dat Mumbai in duizelingwekkende aantallen bevolkt en het zelfrespect van buitenstaanders op de proef stelt. De methode Naipaul schiet hier tekort.

Naipauliaans gedoe: ‘The World Is What It Is’, the authorized biography of V.S. Naipaul

door Tessa Leuwsha

De titel van de biografie van de schrijver V.S. Naipaul (1932) is de openingszin van zijn indrukwekkende roman A Bend in the River. Die zin lijkt het leven van de Nobelprijswinnaar samen te vatten tot één grote schouderophaling: alsof hij er zelf weinig invloed op heeft. Naipaul komt in zijn biografie naar voren als een pure egoïst. Hij neemt geen enkele verantwoordelijkheid voor zijn daden en met zijn ongezouten meningen weet hij hele volksstammen te beledigen. Zo wijdt hij in zijn reisverslag The Middle Passage (1962) een hoofdstukje aan Suriname, Coronie, onder de troosteloze aanhef ‘Desolation’. In het district gaat Naipaul op zoek naar de laatste hindostaan. Hij, die nog niet is verdreven door de plaatselijke negers voor wie de doortastende energie van Indiërs bedreigend zou zijn. Naipaul, hoewel zelf afkomstig uit een multiculturele samenleving, deinst niet terug voor een beetje racisme. Het lijkt een doorzichtig maniertje om de aandacht op zich te vestigen. De ontmoeting tussen de Indiërs wordt een treurige. De schrijver ziet een verlaten man in een verlaten landschap. Hij is opgelucht te kunnen vertrekken. V.S. Naipaul raakt doorgaans in een opperbeste stemming wanneer hij mensen op de kast kan jagen. Het is een Trinidadiaanse gewoonte van harde grappen maken, playing ole mas. Dat spel leverde Naipaul een levenslange vijandschap op met Derek Walcott, dichter en eveneens Nobelprijswinnaar voor de literatuur. De literatuurreuzen vechten hun vete in alle openlijkheid uit. Walcott dichtte op het Calabash Literary Festival 2008 in Jamaica:

I have been bitten, I must avoid infection
Or else I’ll be as dead as Naipaul’s fiction

Enzovoort, enzovoort, 108 lasterlijke pagina’s lang.

Naipaul spaart met zijn uitspraken ook zijn eigen geboorteland niet. Trinidad is een ‘vlek in de zee’ en wie zich tot het waardeloze eiland beperkt is gek. Zijn speelterrein is de wereld, over vele landen schreef hij artikelen en reisverslagen. Die nadrukkelijke afwijzing van zijn geboorteland verschafte de nakomeling van Brits-Indische contractarbeiders waarschijnlijk het geheime ingrediënt voor zijn succes. Hij wilde zich bewijzen. Hij wilde ontstijgen aan zijn armoedige milieu, beter worden dan zijn geliefde vader was: een matig journalist en schrijver. Dat er een vleugje brahmaans bloed door zijn aderen vloeit kwam van pas. Aan die vermeende geestelijke adelstand ontleende Naipaul al op vroege leeftijd een sterk gevoel van eigenwaarde.

De fictie van V.S. Naipaul is zeker niet dood, zoals Walcott het in zijn gedicht doet voorkomen. Miguel Street (1959), Naipauls eerst gepubliceerde roman, is een melancholisch en indringend portret van een stel aanmodderende mensen in Port of Spain. Een van hen, Elias, zakt telkens voor zijn examen. ‘Is the English and litricher that does beat me,’ zegt Elias in zijn dialect. Litricher (een verhaspeling van literature) is voor de naamloze verteller, de jonge Naipaul, een woord dat rijk klinkt als chocolade. Aan het einde van Miguel Street laat de jongen zijn wuivende familieclan achter op het vliegveld en hij vertrekt, zoals ook de schrijver in werkelijkheid, voor literatuurstudie naar Engeland.

Het op Trinidad gedroomde beeld van het machtige moederland blijkt al gauw niet overeen te komen met de werkelijkheid. Het zijn de jaren vijftig, Groot-Brittannië na de Tweede Wereldoorlog is arm, grauw en koud. Het Britse Rijk is aan het afbrokkelen. Naipauls integratie op de statige universiteit Oxford verloopt stroef. Er gelden diepgewortelde tradities die voor de bruine student uit de kolonie vreemd zijn. In overspannen staat vindt hij troost in de armen van medestudente Patricia Ann Hale. Ze trouwen, hoewel Pat niet zijn grote liefde is. Pat is flets, mager en later ook ongewenst kinderloos. Ze offert zich timide op aan haar echtgenoot, die ze in haar dagboeken ‘Genius’ noemt. Naipaul transformeert zich tijdens zijn studiejaren tot een upper class Brit, met hete aardappel in de mond en gereserveerde manieren. Hij besluit in de voetsporen van zijn vader te treden en schrijver te worden. Pats voorzichtig geformuleerde meningen op zijn manuscripten worden daarbij onmisbaar. Dit ook voor Pat zelf: het verschaft haar een identiteit, een reden van bestaan. Na een periode van armetierig geploeter neemt het succes van de Genius toe en daarmee zijn stress. In hun cottage in Wiltshire scheldt hij Pat geregeld de huid vol. Het echtpaar is, gedurende de perioden dat Naipaul aan een boek werkt, in de beslotenheid van het platteland tot elkaar verdoemd. Pat koestert ook zelf ambitie tot schrijven, maar ze laat zich in de schaduw van haar wederhelft beperken tot het bereiden van de maaltijden, tot de vaat en tot het beschouwen van zijn teksten.

Was een boek af, dan haastte de schrijver zich de cottage uit naar Argentinië, naar zijn minnares. Met Margaret Murray, getrouwd Gooding, onderhoudt hij decennialang een relatie. Margarita is alles wat Pat niet is: naïef, sexy en vruchtbaar. Tijdens haar affaire met Naipaul ondergaat ze meerdere keren een abortus. Ze zet man en kinderen aan de kant om hem op zijn reizen te vergezellen. Het is een relatie van aantrekken en afstoten. Niet zelden is de schrijver geïrriteerd door haar frivole aanwezigheid en wordt ze door hem naar huis gestuurd. Tijdens een bezoek van het stel aan Trinidad weigert ma Naipaul haar zoon met zijn buitenvrouw toegang tot haar huis. Ma dealt alleen met de wettige echtgenote, ook al is die echtgenote volledig van de romance op de hoogte. Haar zoon is furieus, maar ma houdt voet bij stuk: ze heeft de billen van de beroemdheid nog gewassen en is niet van plan nu naar zijn pijpen te dansen. Naipaul verbreekt vanaf dat moment ieder contact met haar.

Bij Margaret ontdekt de schrijver de kracht van lust en passie. Gevangen in een sleets, bijna platonisch huwelijk, zocht hij regelmatig zijn toevlucht tot prostituees. De wanhopige routine van de betaalde seks lijkt neerslag te krijgen op zijn werk. Met zijn grote roman A House for Mr. Biswas was volgens Naipaul zijn emotionele plafond bereikt. De gevoelens van de personages, gestoeld op zijn eigen familieleden, zijn zoals die van Naipaul zelf, bedwongen en kort gehouden. Dankzij Margaret gaan in A Bend in the River de remmen los. Naipaul valt het corrupte wanbeleid aan van een gedekoloniseerde Afrikaanse staat. Salim, een Indiase handelaar in dat land, raakt al zijn bezittingen kwijt aan het nieuwe zwarte bewind. Zijn aarzeling het land definitief de rug toe te keren wordt hem fataal. Salims minnares vertrekt wel op tijd. In hun laatste vrijpartij geeft Salim wraakzuchtig uiting aan zijn frustratie en wanhoop. Salims verhouding is die van Naipaul met Margaret: aantrekken en afstoten.

Pat wordt door haar echtgenoot steeds meer aan de kant geschoven. Ze is eenzaam en ze wordt ziek, borstkanker. De behandeling slaat aan, maar wanneer Naipaul in een interview onomwonden zijn vroegere hoerenloperij uit de doeken doekt, keert de ziekte in alle hevigheid terug. Pat weigert verdere behandeling. Naipaul is zonder haar praktische hulp onthand, hij mist de concentratie op zijn werk en heeft geen geduld met haar lijden. Pat sterft hem eigenlijk niet snel genoeg. Een paar dagen na een vlug georganiseerde begrafenisceremonie pakt hij de draad van zijn bestaan al weer op. De nieuwe Lady Naipaul trekt in de Wiltshire cottage, de Pakistaanse Nadira. De schrijver heeft haar op een van zijn reizen ontmoet. Good old Margaret heeft het nakijken.

Vidiadhar (Vidia) Surajprasad Naipaul is tegen zijn biograaf uitzonderlijk openhartig geweest. Zijn bewogen leven, dat hij volledig ondergeschikt maakte aan zijn werk, laat zich zo nu en dan lezen als een prachtige literaire soap. Een kijkje in de keuken van zijn vakmanschap krijgen we echter niet. Hoe zijn sterke personages en krachtige stijl ontstaan, laat de schrijver in het midden. Ergens is er een zinnetje over meervoudige bijzinnen die plotseling uit zijn pen vloeiden, that’s it. Het is alsof Naipaul, het kind uit een arm gezin, de immigrant in een vreemd land, zegt: ik heb ook niets cadeau gekregen. Zijn geheim blijft dus dat van de schrijver.

Patrick French, The World Is What It Is. The Authorized Biography of V.S. Naipaul.
London: Uitgeverij Picador.
Nederlandse vertaling: Jan Braks: V.S. Naipaul, een biografie. Amsterdam/Antwerpen: Atlas 2009
ISBN 978 90 450 10076

[Gepubliceerd in: De Ware Tijd Literair, 9 januari 2010, 53ste jaargang, no.13408]

  • RSS
  • Facebook
  • Twitter