Op donderdag 27 mei 2021 ondertekenden Rita Rahman, voorzitter van de Werkgroep Caraïbische Letteren, en... Lees verder →
Multatuli, of het belang van literatuurlezen
Ter gelegenheid van de 200ste geboortedag van Multatuli, deze maandag, houdt Jacqueline Bel een pleidooi voor een ‘deltaplan’ tegen de ontlezing.
read on…Multatuli 200 jaar geleden geboren
Vandaag is het 200 jaar geleden dat Eduard Douwes Dekker in Amsterdam werd geboren. Als Multatuli werd hij bekend met de Max Havelaar.
read on…Septentrion over de Belgische en Nederlandse koloniën
Het kwartaaltijdschrift Septentrion heeft zijn nummer 3 van de jaargang 2018 gewijd aan de (post)koloniale cultuur van België en Nederland. Septentrion is een Franstalig tijdschrift uitgegeven door de stichting Ons Erfdeel en is een blad dat de Nederlandstalige cultuur naar een Franstalig publiek wil openstellen. read on…
Ashetu in Indië
door Klaas de Groot
Scherpe pen als wapen – schrijver Pramoedya Ananta Toer
door Tessa Leuwsha
‘Ik geloof dat de mensen mij verwarren met iemand die veel weet en veel filosofeert. Je moet niet zulke hoog gegrepen dingen vragen. Ik ben maar een heel eenvoudig mens. Ik ben niet bekend geworden door mijzelf. Ik schrijf boeken, ja. Maar bekend ben ik gemaakt, door anderen. Door het regime dat mij gevangen heeft gezet.’
read on…“Nationaal Comité Inhuldiging” gaat het merk ORANJE nog steviger in de markt zetten
door Tjebbe van Tijen
Het Nationaal Comité Inhuldiging met als koninklijke politieke hofleveranciers D66/Hans Wijers, PvdA/Ahmed Aboutaleb en GroenLinks/Andree van Es. (*) Belangrijker nog zijn de leden uit het bedrijfsleven die geacht worden het merk Oranje nog steviger in de markt te zetten.
read on…Nederland is het aan zijn VOC- en WIC-verleden verplicht NiNsee een doorstart te geven
![]() |
Jan Bank |
![]() |
Brandmerkijzers |
Politiek engagement in de Nederlandse taal- en letterkunde
Themabijeenkomst georganiseerd door de Commissie voor Taal- en Letterkunde van de Maatschappij der Nederlandse Letterkunde
In 1872 signaleerde Multatuli ‘een nieuwe ramp’:
het gekakel der politiseerende demokraatjes. Arm volk dat gered moet worden door zulke advokaten!
We hadden: liberalismus, Thorbeckery, behoud, halfheid, traagheid, karakterloosheid, vervalschte levensmiddelen, specialiteiten, kiezery, Kamer-speeches, verrotte politieke atmosfeer… dit alles was niet genoeg! De clubziekte ontbrak nog. De heeren demokraat-byeenkomers zien niet in, dat ze nu reeds – ’t is wat vroeg! – al de fouten overnemen van de nog niet verslagen tegenstanders.
Deze ontboezeming is illustratief voor Multatuli’s ambivalente houding tegenover het politieke bedrijf van zijn tijd: terwijl hij zich er regelmatig van distantieerde, probeerde hij er ook invloed op uit te oefenen en overwoog hij zelfs om zelf politicus te worden. Multatuli is een van de auteurs die ter sprake zullen komen op de themamiddag ‘Politiek engagement in de Nederlandse taal- en letterkunde’. Hier zullen een aantal opvallende aspecten besproken worden van de politieke interesse die Nederlandse taal- en letterkundigen in de loop van de afgelopen twee eeuwen aan de dag hebben gelegd. In welke opzichten werden ze door dat engagement gestuurd? In hoeverre hebben ze op hun beurt richting helpen geven aan staatkundige ontwikkelingen? En waarin verschilde precies de politieke bemoeienis tussen taal- en letterkundigen in Nederland en in België?
Deze en verwante kwesties komen aan de orde aan de hand van enkele casussen, nu eens gesitueerd in de negentiende, dan weer in de twintigste eeuw. Gillis Dorleijn bespreekt de politieke betrokkenheid van de Nederlandse afdeling van de internationale PEN-club voor de Tweede Wereldoorlog en brengt deze in verband met het hedendaagse discours over de rol van de schrijver in het publieke debat. Saskia Pieterse belicht Multatuli’s politieke denken en handelen, en Alpita de Jong laat zien dat diens tijdgenoot Joast Hiddes Halbertsma met zijn taalonderzoek en Friese vertellingen de politieke en maatschappelijke bewustwording wilde bevorderen. Dirk Caluwé tenslotte licht toe hoe men in het tegenwoordige België onder invloed van een zich wijzigende politieke constellatie nieuwe criteria voor de noord-zuid-variatie in het Nederlands is gaan hanteren bij het geven van taaladvies.
Datum: 18 mei 2011, 13.30-17.00 uur
Plaats: Universiteitsbibliotheek Leiden, Zaal Zuidhal, 2e verdieping
Alle belangstellenden worden van harte uitgenodigd de middag bij te wonen. Graag een aanmelding van uw komst, vóór 16 mei, naar j.noordegraaf@let.vu.nl.
Programma
13.30 Ontvangst
14.00 Opening door Marijke Mooijaart, voorzitter van de Commissie voor Taal- en Letterkunde van de Maatschappij der Nederlandse Letterkunde
14.15 Dirk Caluwé (Departement Diensten voor het Algemeen Regeringsbeleid, Brussel)
Taal en norm in Taaladvies.net: terminologie en methodologie
14.45 Alpita de Jong (Leiden)
De (taal)geleerde opstellen en Friese bellettrie van Joast Hiddes Halbertsma als politiek-maatschappelijk drukwerk
15.15 Pauze
15.45 Saskia Pieterse (Universiteit van Amsterdam)
De politieke gevolgen van literaire leugens – Multatuli’s Max Havelaar
16.15 Gillis Dorleijn (Rijksuniversiteit Groningen)
Schoorvoetend intellectueel engagement. PEN Nederland in de jaren dertig en de politiek
Na afloop van de bijeenkomst biedt het bestuur van de Maatschappij de deelnemers een borrel aan.
Max Havelaar of De opiniepeilingen van de Nederlandsche hertaalmaatschappij
door Fred Baggen
Na het (her)lezen van ‘s Neerlands meest monumentale roman Max Havelaar verbaasde ik me over het feit dat ik dit boek, dat in mijn jeugd verplicht op de leeslijst van de middelbare school stond, destijds zo langdradig vond, saai zelfs. Gelukkig weerhield mijn al te adolescente oordeel me er niet van het ruim vijfentwintig jaar later nog eens te proberen. Ik moet eerlijk toegeven: ik las eerst de in modern Nederlands hertaalde uitgave die vorig jaar verscheen. Toch bleef ik daarna met een halfslachtig gevoel achter. Was dit nu de vermaarde Max Havelaar? Ik besloot onmiddellijk ook de oorspronkelijke versie te lezen, en werd toen pas echt geraakt. Mijn bevindingen pende ik neer in een opiniestuk, waarin een centrale rol is weggelegd voor de vergelijking tussen de oorspronkelijke roman uit 1860 en de hertaling, specifiek gericht op de vele uitweidingen die in de nieuwe editie het veld hebben moeten ruimen.
Brief aan Ellen Ombre
door Peter Meel
Ik las de tekst van je Multatuli-lezing. In briefvorm geschreven. Over je ontmoetingen met de tijdgeest. In gelijkmatige en vaak mooi geslepen zinnen rijg je in deze beschouwing persoonlijke observaties en stellingnamen aaneen. Over elk woord heb je nagedacht, ieder leesteken heb je gewogen, geen zinswending is aan je kritische blik ontsnapt. Maar de beheerst geformuleerde regels vertellen niet het hele verhaal. Door je proza schemert een veenbrand aan emoties. Die mogen van jou als auteur aan de oppervlakte treden mits ze door het verstand zijn gefilterd. Het gedempt presenteren van gevoelens toont je vermogen tot introspectie, je behoefte aan balans en je besef van beschaving. Je staat jezelf niet toe je te laten gaan, maar hecht eraan het verstand de regie te laten voeren.
In je positiebepaling ben je ontnuchterend eerlijk. Je laveert tussen twee landen en je vertrouwelijkheid met beide samenlevingen wringt. Dat knarsen en schuren vervult je met onbehagen. Het stoort je. Ik kan mij daar veel bij voorstellen. Het Suriname van je jeugd is in weinig te vergelijken met het Suriname van vandaag en het Nederland van nu vertoont meer dan ooit de trekken van een bananenmonarchie. Bouterse en Wilders zijn voor jou de voornaamste aanjagers en symptomen van die actuele ontwikkelingen. Grijnslachend draaien zij het rad van fortuin in het rond. Wat drijft mensen naar deze leidersfiguren? Dat is een belangrijke vraag, die al veel pennen in beweging heeft gebracht. Je laat overtuigend zien waarom die vraag zo lastig te beantwoorden is.
De sleutel ligt in de verhouding van het individu tot de massa. Je wantrouwt de massa, want die laat volgens jou zijn politieke keuzes door emoties bepalen. Uit wanhoop of angst lopen mensen leiders achterna tegen wie het gezond verstand zich verzet. Ik heb ook lang in deze verklaring geloofd. Eigenlijk ben die opvatting nog steeds toegedaan. Redeloosheid is een slechte raadgever en een ondeugdelijk kompas. Tegelijk moet mij iets van het hart. Ik denk niet graag in tegenstellingen en vermijd het liefst woorden als ‘massa’ of ‘volk’. Omdat ik mijzelf niet op voorhand van andere mensen wil distantiëren en omdat de gedachte tot een ‘elite’ te behoren mij altijd heeft benauwd. Kind van de jaren zeventig? Ongetwijfeld. Ik kan ook niet voorbijgaan aan enkele simpele feiten: populisme is van alle tijden, politieke keuzes zijn nooit alleen maar terug te voeren op rationele overwegingen en politici vertrouwen vaak meer op hun flair en intuïtie dan op hun intellect en analytische vaardigheden. Dat is niet erg, want kiezen of gekozen worden: het blijft mensenwerk. Het wordt bedenkelijk als ieder gevoel voor maat achter de horizon dreigt te verdwijnen, als vijandbeelden ons uitzicht belemmeren en burgerzin over de heg van de buurman wordt gekieperd. Met die gegevenheden lijken we in toenemende mate geconfronteerd te worden.
Hoe moeten Nederland en Suriname verder? Op die vraag geef je geen pasklare antwoorden. Die zijn er ook niet. En als ze er al waren, dan somt een schrijver die niet bloedeloos op, maar onderwerpt hij die aan een oordeel. Dat doe jij wanneer je je keert tegen de uitwassen van nationalistisch denken. Terecht merk je op dat ‘volk en vaderland’ en ‘bloed en bodem’ concepten uit het verleden zijn, die ook in een aangepaste vorm of onder een andere noemer geen toekomst hebben. In een wereld waarin alle vensters openstaan, heeft het gesloten houden van deuren geen nut. Toch begrijp ik wel dat voor veel mensen juist dat een beangstigend beeld is. Niet het voortbestaan van de mensheid is voor hen de norm, maar de veiligheid van hun directe leefomgeving. Een huis met teveel vensters open geeft de wind vrijspel en blaast alle zekerheid naar buiten. Liever het getik van de klok aan de muur dan de gedachte aan het uitzetten en krimpen van het heelal. Politici zouden de behoefte van mensen aan houvast, overzicht en beschutting nadrukkelijker moeten honoreren zonder de mantel van de wereld af te schudden en de regels van wellevendheid uit het oog te verliezen.
Jouw lezing is een welkome bijdrage aan het hervinden van evenwicht. Het is een aansporing tot weldenkendheid en een pleidooi voor beheersing en nuance vanuit het perspectief van een ‘tussenfiguur’. Aan het einde van je los opgebouwde betoog (een verwijzing naar de beperkte samenhang die de besproken samenlevingen nog kennen?) laat je de veelgeciteerde uitspraak van Huizinga over de bezeten wereld waarin wij leven volgen door een mooi maar melancholiek natuurbeeld en een strofe uit de tekst van het ‘zelfmoordlied’ Gloomy Sunday. Geef je daarmee ruimte aan sentimenten waarmee je eerder probeerde af te rekenen? Laat je even de teugels vieren die je in de rest van je verhaal zo strak in handen wist te houden?
In een rede die Nobelprijswinnaar Mario Vargas Llosa kortgeleden hield, beëindigde hij zijn sombere uiteenzetting over de ‘monsters’ van terrorisme, nationalisme en xenofobie met de vaststelling dat de krachten van vernietiging overwonnen zullen worden door idealisme, edelmoedigheid en vrijheidsliefde. Dat lijkt mij de juiste instelling om de kwalijke gedaanten van de tijdgeest te lijf te gaan. Zeker, de brief is – zoals je schrijft – een buitenkind van de letteren geworden, maar je hebt een begeesterde aanzet gegeven om het medium in ere te herstellen. Laten we ruimhartig zijn en met elkaar in gesprek blijven.
Bouterse gezegend door Wauwelaar
In een matig geuuld Bijlmer Parktheater hield Ellen Ombre op zondag 31 oktober de zesde en laatste Multatulilezing; een fragment.
Bisschop Meye wordt in de stad bewierookt door groepen die in sloppenwijken bivakkeren, verstoken van licht, stromend water of sanitair. Hij is de geestelijk leidsman van Desi Bouterse. Brunswijk, voorzitter van het coalitieblok van marrons, de Algemene Bevrijdings- en
Ontwikkelingspartij, de ABOP, was eregast. Beide politieke leiders, ooit vijanden die elkaar ten koste van tientallen doden naar het leven stonden tijdens de Binnenlandse Oorlog, gingen net als het publiek in het wit gekleed. ‘Geacht volk van de Republiek Suriname,’ preekte de bisschop, ‘deze natie, om toch nog iets te zeggen met betrekking tot de uitslag van de laatst gehouden verkiezingen en de duidelijke wil van het volk …’ Bouterse en Brunswijk stonden op en omhelsden elkaar. De massa gilde het uit, handen in de lucht, begeesterd. In een armgebaar
probeerde de dominee de schare te omvatten. De geestelijke vertoonde een opvallende overeenkomst met uw dominee Wauwelaar, hij leek als een winti in de huid van bisschop Meye te zijn gekropen. (De term winti gebruikt om een bovennatuurlijk wezen aan te duiden). ‘Dit wat zich hier aan het voltrekken is, is niet normaal…’
Multatulilezing door Ellen Ombre
Herinnering, vanavond in het Bijlmer Parktheater
In het kader van het Multatuli-jaar 2010 houdt Ellen Ombre de zesde en laatste Multatulilezing. In deze lezing-in-briefvorm vraagt zij advies aan Multatuli over hedendaagse problematiek rondom interculturalisme en (post-)kolonialisme. Daarna gaat zij in gesprek met Tjeerd Bijman (VPRO, Buitenhof).
Ellen Ombre werd geboren in Paramaribo. Op 13-jarige leeftijd kwam zij met haar familie naar Nederland. Ze debuteerde in 1992 met de veelgeprezen verhalenbundel Maalstroom. Daarna verschenen o.a.:
Vrouwvreemd : verhalen. De Arbeiderspers, 1994. De overgang van Suriname naar Nederland staat centraal. Door de ogen van telkens een andere hoofdpersoon wordt een gevoel van ontheemding beschreven. Een terugkeer naar Suriname eindigt ook wel eens in een teleurstelling, bijvoorbeeld wanneer de ik-figuur nostalgisch het dorp bezoekt waar ze is opgegroeid en haar oude buurmeisje bijna niet meer herkent.
Valse verlangens. De Arbeiderspers, 2000. De bundel speelt zich af in de ‘Atlantische driehoek’ Nederland -West-Afrika – het Caribisch gebied: ooit een handelsroute voor goud, slaven en wapens. Tegenwoordig is die driehoek een ‘dwaalspoor’, een weg naar misverstanden en onvervulbare verlangens: Ombre vertelt verhalen over Surinamers, Nederlanders en Afrikanen die ronddolen op zoek naar geld, liefde en geluk.
Negerjood in moederland: roman. Ellen Ombre. De Arbeiderspers, 2004. Hoofdpersoon is Hanna Dankerlui. Haar vader is een zwarte Surinamer, haar moeder stamt af van negerjoden met een vooroudergeschiedenis op Joden Savanne, een nederzetting van Sefarden, gevlucht voor de Spaanse inquisitie. Hannah is “met familiegeschiedenis opgezadeld”. Ze zou een punt achter het verleden willen zetten en “licht door het leven reizen”, maar ze is bang dat ze zonder herinneringen uit elkaar zal vallen. De roman begint in 2000, als Hannah, een nieuwe toekomst tegemoet, haar huis in de Amsterdamse binnenstad verlaat. We blikken terug op de persoonlijke geschiedenis van Hannah en die van haar ouders. Persoonlijke geschiedenis die verweven is met de grote geschiedenis: Negerjood in moederland is het verhaal van een individu vervlochten met de geschiedenis van Suriname.
Datum: zondag 31 oktober 2010, aanvang 20:00
Bijlmer Parktheater, Anton de Komplein 240, 1102 DR Amsterdam
Gratis, reserveren aanbevolen.