blog | werkgroep caraïbische letteren
Posts tagged with: Mulisch Harry

Gaat het om het Caribisch Perspectief, of meer over Kleurrijk en Erkenning?

Tekst van de 7de Cola Debrot-lezing door Rita Rahman

Zoals aangekondigd stel ik mij vanmiddag de vraag of in het werk van Caribisch Nederlandse schrijvers het Caribisch perspectief centraal kan blijven staan of enkel hun eigen integratie in Nederland. Tussen die twee opties vermoed ik een spanningsveld, een conflict dat tot innerlijke onrust, tot ongemak of zelfs een permanente spagaat aanleiding kan geven. Ontegenzeggelijk zal dit spanningsveld het schrijfwerk onder druk zetten, en daarmee ook de creatieve inspiratie.

read on…

Mulisch’ nieuwste roman is een onmogelijk boek

Mulisch’ slippendragers hebben een onleesbare roman van hem uitgebracht, en brengen die aan de man als een sublieme spil in het oeuvre van de grote schrijver. read on…

Memoires Fidel Castro verschenen

Havana (ANP/AFP) – De legendarische ex-leider van Cuba, Fidel Castro, heeft zaterdag twee delen van zijn memoires gepubliceerd. Onder de titel Guerrillero del tiempo (Guerillatijd) beschrijft hij zijn leven van de kindertijd tot aan de revolutie. Door zijn staatsgreep maakte hij van Cuba een communistisch land naar het model van de toenmalige Sovjet-Unie.

Castro (85) geeft zijn visie aan de hand van vragen van journalist Katiuska Blanco. De gesprekken beslaan 1000 pagina’s in het boek. Hij zegt onder meer: ,,Ik geef de voorkeur aan een oud horloge, oude bril en oude laarzen. Maar in de politiek wil ik alles nieuw.”

In 2006 verscheen een soortgelijk boek (Honderd Uur met Fidel) met een Spaanse journalist. Dat was rond de tijd dat de Cubaanse leider de macht had overgedragen aan zijn jongere broer Raúl.

Castro boog tijdens zijn circa 50-jarig bewind niet voor zware druk van de Verenigde Staten. Die probeerde onder meer via een mislukte invasie (1961) en vele sancties een einde te maken aan het communistische regime zo vlakbij de Amerikaanse staat Florida.

De Nederlandse schrijver Harry Mulisch was een vurig aanhanger van Castro. Hij bezocht Cuba en had talloze ontmoetingen met Castro.

Nicolaas: één soep & Mulisch

door Michiel van Kempen

Met de komst van de olie-industrie naar Aruba vestigden zich vele Caraïbische immigranten nabij San Nicolas. Een van dezen, Violette, wordt door haar baas verkracht. Het kind dat wordt geboren, Maureen, kent haar echte vader niet. Zij gaat naar Nederland en ervaart evenals haar moeder wat het is om als outcast behandeld te worden. Ook zij wordt seksueel misbruikt, ze breekt met haar moeder, maar pas op latere leeftijd – in Washington – ziet zij de grotere verbanden.

Dit is de eerste Nederlandstalige roman van deze in Nederland wonende Arubaanse auteur. De thematiek van immigratie en seksueel misbruik tegen het decor van de Arubaanse industrialisatie is belangwekkend. Maar de verhaallijnen zijn niet erg helder, de figuren teveel van bordkarton. Technisch gaat er alles fout wat er fout kan gaan: vertelperspectief, interpunctie, metaforen, stijlregisters, werkwoordstijden: het is allemaal één soep. Er is geen pagina die niet bol staat van de taalfouten. Een redacteur had veel kunnen rechtzetten, maar de mooie naam van de uitgeverij ten spijt: het gaat om een uitgave in eigen beheer.

Quito Nicolaas, Verborgen leegte. Almere: Bookish Publishers, 2010.

[van Biblion]

Influensha di Mulisch serka outor Quito Nicolaas

Den un reakshon riba fayesementu djasabra pasá di eskritor hulandes Harry Mulisch, outor rubiano Quito Nicolaas ta atmití influensha dje defuntu den su obranan. Nicolaas ta bisa ku meskos ku Mulisch, su obranan ta kontené ‘elementonan históriko, polítiko i filosófiko.’ Fayesementu di Mulisch ta nifiká ku awor e generashon di outor hulandes di añanan 80 (Zwagerman, Palmen i Grunberg) lo bai uza e téknikanan dje eskritor konosí komo ‘Emperador di repúblika di literatura.’*

Nicolaas tin hopi apresio pa e forma simpel ku Mulisch tabata skibi. ‘Tur hende mester por a komprondé e loke e tabata skibi.’ El a keda mashá impreshoná ku e obra ‘E atentado’ (De aanslag) ku Segunda Guera Mundial komo tema. Partikularmente e moda ku Mulisch a komponé e obra a impreshoná e outor.

Enkuentro
Na aña 90 e outor rubiano a topa Mulisch pa kasualidat riba un terasa na Amsterdam. Den boka di pueblo Mulisch tabata arogante i reservá. Nicolaas ta splika ku ‘no ta fásil pa aserká un hende’ ku e trayektoria di Harry Mulisch. Komo outor ‘bo ta kreando un otro tipo di realidat.’ Esei ta pone ku ‘bo ta bira mas reservá’ i ta preferá sinta opservá. Ounke nan no a papia ku otro, te awe e outor rubiano ta kòrda loke Mulisch tabatin bistí.

[RNW, 1 november 2010]

waiting for people to come by

the first copy sold for the night


the book already put away from the rain

men are also interested in poetry

posing with FB friend & family

here with friends from Curaçao

old time friends also interested in Bos pa Planta

poetry lover glad with book in hand, the Aruban flag swaying on the table

posing with his tokayo (person with the same name) & a very dear old friend

coming from the same hometown of San Nicolas

posing with two dear FB friends

interested in all the books by the author

old time friends also interested in the new work

posing with a dear friend & journalist (r)

Foto’s: Bookish Publishers

Harry Mulisch en het Caraïbisch gebied

 

door Sam Jones

Harry Mulisch is zaterdag 30 oktober overleden, in zijn huis in Amsterdam te midden van zijn familie. Hij werd 83 jaar. Mulisch was de laatste van de grote drie na-oorlogse Nederlandse schrijvers. Zijn werk is in meer dan dertig talen vertaald. Hij schreef bestsellers als De aanslag en De ontdekking van de hemel. In zijn omvangrijke oeuvre is de Tweede Wereldoorlog het belangrijkste thema.

Maar hoe stond Mulisch bekend in ons gebied? In Suriname en op de Antillen stonden zijn boeken op de literatuurlijst. Maar heeft de schrijver ook iets betekend voor de Caraibische literatuur? We vroegen het aan schrijver Michiel van Kempen. Hij heeft Mulisch een aantal keren ontmoet, maar heeft niet de indruk dat de schrijver Caraibische en Surinaamse auteurs heeft beïnvloed. Van Kempen denkt dat dat voor een belangrijk deel komt, omdat Mulisch voornamelijk over de Tweede Wereldoorlog schrijft.

In de taxi
Michiel van Kempen hoorde wel een bijzondere anekdote over Mulisch van collega-schrijver Renate Dorrestein. Hella Haasse zou de prijs der Nederlandse Letteren krijgen van de koningin op Paleis Noordeinde in Den Haag. Er leken geen vrije taxi’s meer beschikbaar bij het station en dus stapte Harry Mulisch in de taxi waar Renate Dorrestein en Arthur Japin al op de achterbank zaten. De taxichauffeur is danig onder de indruk en roept uit: “Als ik dit vanavond aan mijn vrouw vertel, dat gaat ze niet geloven!” Mulisch hoort het tevreden aan. Bij het uitstappen bij Paleis Noordeinde, zegt de taxichauffeur tegen Harry Mulisch: “Dag meneer Carmiggelt.” Mulisch blijft volgens de overlevering van Michiel van Kempen onverstoorbaar.

Tanden laten zien
Mulisch voelde zich volgens Van Kempen wel geëngageerd bij het overzeese gebied, maar zijn focus lag meer op Cuba dan op de Antillen of Suriname. Toch kan oud-Kamerlid John Leerdam (PvdA) zich ook herinneren dat Mulisch betrokken was bij protesten bij het toenmalige Antillenhuis in Den Haag. Leerdam heeft er de boodschap aan overgehouden dat Antillianen meer hun tanden moeten laten zien.

Daar kan toneelschrijfster Paulette Smit hartelijk om lachen. Ze vindt dat meer Antillianen hun tanden moeten laten zien, dan alleen John Leerdam. “Op een positieve manier dan.”

Literatuurlijst
Voor John Leerdam en Ernestine Comvalius, directeur van het Bijlmerparktheater, is Harry Mulisch toch vooral de schrijver van wie ze voor hun literatuurlijst boeken moesten lezen. Volgens Comvalius heeft hij zijn stempel gedrukt op de literatuur, maar of die vandaag de dag nog veel invloed heeft op jongeren? Het is in elk geval niet zo dat haar dochter, die nu op het vwo zit, het over Mulisch heeft.

Twee vrouwen bewerkt
Paulette Smit heeft een persoonlijkere link met Mulisch. Ze heeft samen met Manoushka Zeegelaar Breeveld het boek Twee Vrouwen bewerkt tot toneelstuk. Hulde aan het CPNB, zegt ze, dat een boek van Harry Mulisch is bewerkt en vertolkt door een Surinaamse en Antilliaanse vrouw, als hoofdact in de Schouwburg van Amsterdam, toen dit boek tot boek van het jaar werd verkozen. “Dat wij met onze tengels aan zijn werk mochten zitten, vind ik heel positief en zeer eervol.” Ze was ontroerd toen ze het nieuws van zijn overlijden hoorde.\

Een persoonlijke herinnering aan Harry Mulisch en zijn werk

door Els Moor

Harry Mulisch, een van de ‘grote drie’ op het gebied van de Nederlandse literatuur is overleden op zaterdag 30 oktober na een lang ziekbed. Met Gerard Reve en Willem Frederik Hermans, die hem zijn voorgegaan in de dood, stond hij lang aan de top van de Nederlandse literatuur. Ik ga geen lange beschouwing schrijven over leven en werk van Mulisch, maar enkele persoonlijke herinneringen aan hem en zijn werk geven.

Mijn middelbare schooltijd bracht ik voor een groot deel door op het R.K. Lyceum voor het Gooi te Hilversum, Nederland, en wel op de afdeling gymnasium. Onze meeste leraren waren brave gelovige zielen, behalve die voor Frans die ons kennis liet maken met grote Franse schrijvers en ons het meesterwerk voor kinderen en volwassenen Le petit prince (De kleine prins) van Antoine de Saint-Exupéry voorlas. Nog steeds heb ik het boek in het Frans en in het Nederlands, bijna geheel vergaan, in mijn kast staan. Maar voor Nederlands? De leraar was een bangerik, wat maar even zweemde naar tegendraadsheid, dat durfde hij niet te behandelen. Dat zei hij ook op onze vragen. Nederlandse literatuur, dat waren de rooms-katholieke schrijvers en dichters, zoals Anton van Duinkerken, de Brabander Antoon Coolen en de dichters Guido Gezelle en Gabriël Smit, wiens dochter zelfs bij mij in de klas zat. Ik had dus toen ik Nederlands ging studeren in Amsterdam geen enkel idee van wat onze Nederlandse literatuur aan kwaliteit te bieden had. De avonden van Gerard Kornelis van het Reve (zo heette hij toen nog) verscheen in 1947, maar dat was voor onze leraar veel te gewaagde kost. Hetzelfde gold voor de eerste werken van Willem Frederik Hermans.

In 1955 was ik eerstejaars Nederlands, een onnozele studente zonder kennis van literatuur. De assistent van hoogleraar Hellinga was toen Hein Eersel en Eva Fruin (later Essed-Fruin) stond op het punt van afstuderen. Er was een vereniging van neerlandici, Helios (Grieks voor Zon) genaamd, die regelmatig schrijvers liet opdraven om voor te dragen uit hun werk. En daar zat ineens Harry Mulisch, een nog jonge man van tegen de dertig. Hij las een verhaal voor, ‘Wat gebeurde er met sergeant Massuro?’, dat hij net geschreven had en dat in 1957 verscheen in zijn derde verhalenbundel, De versierde mens. Toen ging er een nieuwe wereld voor mij open, de wereld van de literatuur. Een sergeant, Massuro, patrouilleerde in een Nederlands legeronderdeel in het toen nog ‘Nederlandse’ Nieuw- Guinea. Nederland wilde Nieuw-Guinea, dat helemaal uit oerwoud bestaat, vergelijkbaar met Suriname, behouden en beschermde het tegen aanvallen van Indonesië dat het wilde inlijven. De militairen bivakkeerden in een gehucht dar ze spottend ‘Poepjanknor’ noemden en ze speelden ‘s avonds ‘landjepik’. Massuro was aan de winnende hand, maar zijn hand verstijfde plotseling. Zij vrienden lieten hem slapen en de volgende ochtend was hij niet alleen veel stijver geworden, maar ook loodzwaar. Voor ze hem naar een medische post konden brengen was hij al door de vloer van de hut gezakt. Hij stak er half bovenuit en begon te gillen, ijzingwekkend te gillen. Ze kregen hem toch in de legertruck, maar voor ze op de medische post waren, was hij in steen veranderd…

Ik, onnozel eerstejaars studentje, versteende ook: er voer een rilling door me heen; dat kon dus in een verhaal. Dat was dus literatuur: fantasie die alles met spot en cynisme te maken had. Is verstening een beeld van wat er in de wereld gebeurt, begon ik me af te vragen. Ik volgde de discussie met Harry Mulisch na zijn voordracht buitengewoon geïnteresseerd en toen ik naar m’n povere studentenkamertje ging was ik een stuk wijzer op het gebied van literatuur en begon moderne werken te lezen zoveel ik maar kon.

Vele jaren later las ik dat Gabriel García Márquez ongeveer hetzelfde overkomen was. Hij was journalist, wilde schrijver worden en las van Kafka het verhaal ‘De gedaanteverwisseling’, waarin de vertegenwoordiger Gregor Samsa op een ochtend wakker wordt en ontdekt dat hij in een monsterlijk insectachtig ongedierte is veranderd. ‘Als dit kan, dan kun je alles doen als schrijver’, concludeerde hij.

Van Mulisch heb ik in de loop van de tijd alles gelezen. De aanslag (1982) is voor mij een topper, een eenvoudige Tweede-Wereldoorlogroman, prachtig van constructie en spannend. De 11-jarige Anton ontsnapt aan de dood als zijn ouders en broer worden opgepakt en gefusilleerd nadat er voor hun huis een aanslag is gepleegd op enkele medewerkers van de Duitsers en zij verdacht worden. Anton gaat in zijn verdere leven op zoek naar de schuldigen. Een zoektocht die soms mythologische tinten heeft en waarin je altijd weer nieuwe dingen ontdekt.

En dan in 1993: ik was op reis door Brazilië, dagenlange busreizen. Ik las De ontdekking van de hemel (1992), een magisch-realistische roman over een jongen die de Stenen Tafelen terug moet brengen naar de hemel, omdat God vindt dat de mens door alle technische vooruitgang een dyaffer geworden is. 900 bladzijden, rijdend door een wereld die technisch nauwelijks vooruit is gegaan, de sertão. Het zijn belevenissen die je nooit vergeet en van literatuur doen blijven houden.

  • RSS
  • Facebook
  • Twitter