Op donderdag 27 mei 2021 ondertekenden Rita Rahman, voorzitter van de Werkgroep Caraïbische Letteren, en... Lees verder →
Moengo krijgt een Contemporary Art Museum
door Hugo den Boer
Moengo – Nog eind deze maand gaan de deuren open van het Contemporary Art Museum Moengo (Camm), een ruimte waar gerenommeerde kunstenaars kunnen exposeren. In eerste instantie wordt de ruimte gevuld met werken van kunstenaar Marcel Pinas van de expo Kibii Wi Koni, die momenteel in de KKF-hallen te bezichtigen was.Pinas is zelf initiatiefnemer voor het Camm. “Er wordt te lang over een kunsthal in Suriname gesproken, maar het moet gewoon gedaan worden. Mijn droom is om Marowijne tot kunstdistrict te maken. Dit is een onderdeel daarvan.” Pinas wil hierbij kunst gebruiken als middel tot economische ontwikkeling van het district. “De hoogwaardige kunst, in de exporuimte en op het veld in en rondom Moengo, en alle culturele activiteiten eromheen, moeten toeristen en andere kunstenaars aantrekken. Sinds twee weken werkt een bouwteam aan het opknappen van een bedrijfsgebouw dat de Energie Bedrijven Suriname (EBS) in bruikleen heeft gegeven aan Stichting Kibii. Pinas geeft aan dat zijn kunstproject alleen mogelijk is door dergelijke bijdragen van EBS, maar ook de continue ondersteuning van Suralco, de Nederlandse Ambassade en het directoraat Cultuur. “Zonder hen, zou ik dit niet kunnen doen. Anderen in het district moet ik nog overtuigen van mijn plannen, maar ik heb geduld.”
“Het Camm wordt een expositieruimte met kunst op internationaal niveau.” Hiermee geeft Pinas te kennen dat hij bij zijn kunstprojecten een afbakening hanteert tussen professionele kunstenaars en zijn leerling-kunstenaars in de Tembe Art Studio. (TAS). In de TAS laten lokale jongeren zich vormen in tal van culturele uitingen zoals dans, schilderen, tekenen, beeldhouwen en keramiek. De kunstenaars die in Moengo komen werken, selecteer ik zelf. Ze werken met de jongeren en laten werkstukken achter, die worden geëxposeerd.”
[uit de Ware Tijd, 20/07/2011]
Marcel Pinas met kinderen aan het werk bij Villa Zapakara
Het erf van kindermuseum Villa Zapakara bij Moengo biedt dezer dagen een wat exotische aanblik. Her en der staan totempalen in de grond, in totaal een stuk of veertig. Verderop zijn speciale poppen opgesteld, in pangistof gewikkelde flessen en gegraveerde lepels. Dit materiaal vormt de basis voor een aantal kunstwerken die kunstenaar Marcel Pinas de komende weken gaat maken met kinderen van drie lagere scholen.
Het gaat om een educatief project van Pinas dat aanstaande donderdag officieel van start gaat.
Lees hier verder
Tembe Art Studio bereidt museum voor
Tembe Art Studio is goed op weg naar het bereiken van het ultieme doel: Marowijne maken tot hét kunstdistrict van Suriname. Initiatiefnemer en kunstenaar Marcel Pinas zegt dat in het eerste jaar van het bestaan van de studio er verschillende initiatieven zijn ondernomen om dit doel te bereiken. Daarom was het zondag, de dag dat Tembe Art Studio precies één jaar bestond, groot feest in Moengo. Zang, dans, muziek en natuurlijk kunst waren de hoogtepunten van dit feest, waarop honderden jongeren en ouderen afkwamen.
“Ik ben tevreden, het gaat zeer goed”, zegt een duidelijk gelukkige Pinas in gesprek met de Ware Tijd. Op dit moment is er een groot kunstproject gaande. Verschillende gastkunstenaars zijn bezig met het vervaardigen van kunstwerken die verspreid in Moengo zullen komen te staan. Dit project is onderdeel van het internationaal kunstpark dat steeds nieuwe mogelijkheden zal bieden aan de jongeren uit de omgeving. “Door de gasten uit te nodigen, willen wij de jongeren laten zien op welke verschillende manieren zij met kunst bezig kunnen zijn. Als de ene vorm niets voor je is, zijn er nog steeds tal van andere vormen.”
Op dit moment zijn op bezoek Wouter Yves de Klein (Nederland), Charl Landvreugd (Verenigde Staten), Sheena Rose (Barbados) en Jacob Ferry (Kosovo). “Voor de uitwerking is het belangrijk dat de kunstenaars bij elkaar zijn, dus wonen ze tijdens het project samen in één huis. De energie die dat oplevert draagt bijzonder bij aan de kunststukken.” Pinas vertelt dat ook lokale kunstenaars in het project zitten. Zo zijn de kinderen nog steeds onder de indruk van kunstenaar Jhunry Udenhout, die samen met de jongeren een object heeft vervaardigd. De jongeren vragen steeds wanneer hij teruggaat. “In dat ene jaar hebben wij bereikt dat jongeren gemotiveerd raken en blijven participeren aan de projecten. Wij vragen ook constant wat ze willen. Wanneer ik in Moengo aankom, komen ze speciaal op me wachten en stellen vragen over de activiteiten. Ik vind dat heel bijzonder.”
Andere projecten die zijn uitgevoerd zijn bezoeken van de afro-jazzformatie Fra Fra Sound (Nederland), gitarist Wolf Martini (Nederland) en Pieter Kemink van de Rijksacademie voor Beeldende Kunsten in Amsterdam, die een keramiekworkshop met de jongeren heeft gedaan. De projecten worden uitgevoerd met behulp van de verschillende partners, zoals het Prins Claus Fonds, het Fonds Beeldende Kunsten, Vormgeving en Bouwkunst en de Nederlandse ambassade in Suriname. Elk jaar financieren zij het bezoek van elk twee kunstenaars. Pinas en zijn team zorgen voor accommodatie en voeding. In enkele gevallen betalen de kunstenaars zelf hun ticket en nemen ze materiaal mee. Afspraken daarover moeten maken dat de uitwisseling een succes wordt.
Dan onthult Pinas nog een deel van zijn toekomstplannen. In een kunstdistrict hoort een museum en daar wordt nu gestaag aan gewerkt. Lachend vertelt hij dat aan die plannen flink wordt gewerkt. Veel wil hij er nog niet over kwijt. Vast staat wel dat de kunstenaar, die vele exposities op zijn naam heeft staan, een permanente plek zal krijgen in het museum. Het heeft er veel van weg dat Pinas en zijn team het vertrouwen van lokale bevolking al op zak hebben. Nu moet alleen de rest van Suriname nog meehelpen aan dit plan.
[uit de Ware Tijd, 04/03/2011]
Leesplezier in Marowijne
door Hugo den Boer
De afgelopen maand reisden drie weken achtereen groepen studentes van het Albert Cameron Instituut naar Albina en Moengo af om de leerlingen op de scholen enthousiast te maken voor voorlezen. In aanloop naar het kinderboekenfestival (kbf) in Albina van 28 februari tot 2 maart worden wedstrijden georganiseerd om te bepalen wie de beste voorlezers zijn. De winnaars van de verschillende scholen gaan later deze maand tegen elkaar uitkomen.
De organiserende stichting Projecten Christelijk Onderwijs Suriname (PCOS) heeft van 2011 tot 2013 het meerjarenprogramma met als thema http://www.welzijn/. Hoofddoel van het kbf is dat kinderen gestimuleerd worden tot een intensiever leesgedrag en het ervaren van leesplezier. De komende drie jaar ligt de nadruk op voorlezen, om het een duurzame plaats te geven binnen de te ontwikkelen leescultuur.
In Moengo doen vijf en in Albina drie lagere scholen mee aan het pilot voorleesproject, dat uiteindelijk een landelijk karakter moet krijgen. Vijfdejaars studente Niza Nijman van het Alber Cameron Instituut (ACI), bezig met de afronding tot hoofd kleuterleidster, geeft de training met veel plezier. “We leren de kinderen dat het niet alleen om de woorden gaat, maar ook de lichaamshouding. Bij het voorlezen moeten ze rustig staan, de tijd nemen en contact hebben met hun gehoor. En ze moeten de plaatjes laten zien die bij het verhaal horen.” Om te controleren of de kinderen het voorgelezen verhaal begrepen hebben, wordt er na de bespreking een verwerking gedaan. Dit varieerde van het maken van een tekening tot het doen van spelletjes of zelfs competitie-rennen op het schoolplein. Voor de leerlingen een aparte benadering van een voorleesles.
Project-begeleidster Leonnie van Eert constateert dat er wel weinig boeken beschikbaar zijn in het district. “Deze voorleestraining moet desondanks een stimulans zijn voor de kinderen, maar ook inspirerend voor de leerkrachten om het voorlezen op een andere manier aan hen aan te bieden. Door de creatieve verwerkingsvormen die de studentes aandragen, moeten de verhalen dichter bij de beleving van het kind gebracht worden.” Van Eert ziet de pilot niet als nieuw, maar als opfrissing voor de leerkrachten. “De leerkrachten hebben dit al op hun opleiding gehad, maar door de drukte van het werk schiet het er soms bij in om lessen creatief aan te bieden.”.
[uit De Ware Tijd, 10/02/2011]
Saramaccaans/Frans theaterstuk Kaïdara
Het verhaal van Kaïdara, de god van goud en kennis, is door de Franse organisatie Cie Ks en Co gebruikt voor een theaterstuk. Het verhaal over Kaïdara is verteld door de Franse verteller Amadou Hampâté Bâ en handelt verder over Hammadi, Hamtoundo en Dembourou die een reis op zoek naar de mysterieuze god Kaïdara ondernemen.
Het theaterstuk Kaïdara heeft zijn uniciteit te danken aan haar Saramaccaanse en Franse spelers, waarbij er ook gesproken zal worden in het Saramaccaans en Fransl. De taal vormt volgens kunstenaar Marcel Pinas geen probleem, omdat het stuk heel duidelijk naar voren gebracht zal worden, zodat het publiek het makkelijk zal begrijpen.
De organisatie Tembe Art Studio van Marcel Pinas werkt ook samen met de Franse organisatie aan de uitvoer van het theaterstuk. “Ik kwam ze in Frans-Guyana tegen tijdens mijn expositie Kibii wi koni. Zij vroegen mij om het decor van het theaterstuk voor elkaar te krijgen en in ruil daarvoor vroeg ik aan hen of het theaterstuk in Moengo opgevoerd zou kunnen worden.”
Het doel van het theaterstuk is om jongeren in Moengo te stimuleren ook aan theaterkunst te doen. Daarnaast moet het ook als impuls dienen voor deze jongeren, om hen te tonen dat er andere mogelijkheden zijn en dat zij verschillende culturele activiteiten kunnen ontplooien tegen de achtergrond van hun eigen cultuur.
De opvoering is op zaterdag omstreeks vijf uur ‘s middags in de recreatiezaal van Moengo. De toegang is gratis.
[uit De Ware Tijd, 10/02/2011; bewerkt]