blog | werkgroep caraïbische letteren
Posts tagged with: Matzeliger Jan Ernst

De Cultuur Top Vijf van 2023 (2)

Het eind van het volle jaar 2023 zit er bijna op. Caraïbisch Uitzicht vroeg alle mensen die betrokken zijn bij de site van de Werkgroep Caraïbische Letteren om hun top-vijf van culturele evenementen die zij het afgelopen jaar hebben bijgewoond of de beste boeken die zij lazen. Vandaag de tweede aflevering door de in Suriname wonende neerlandica en recensente Hilde Neus.

read on…

Historische roman met uitvinder van de schoenzwikmachine

Rihana Jamaludin in gesprek met Jerry Dewnarain

Geheimen van het tuinhuis is een historische roman, die zich afspeelt rond 1870. Het is de periode van het Staatstoezicht: voor tien jaar waren de ex-plantageslaven verplicht als contractarbeiders op de plantages te werken. Op die wijze meende de overheid de slaven op de vrijheid voor te bereiden en de planters te behoeden voor het verlies aan arbeidskrachten. Wel konden de vrijgemaakten zelf beslissen waar zij gingen werken en mochten zij jaarlijks van werkplek wisselen.

read on…

Transkoloniale literatuurlijst

Voor vo-scholen door Beeld en Geluid op School

Het Nederlands Instituut voor Beeld en Geluid op School heeft actief lesmateriaal voor het schoolvak Nederlands ontwikkeld, met de bedoeling Nederlandstalige literatuur op een aantrekkelijke manier te ontsluiten voor het voortgezet onderwijs. Karlijn Naaijkens, educatief medewerker bibliotheek en Gepco de Jong, docent Nederlands en promovendus Universiteit Leiden, werken samen met researchers van Beeld en Geluid binnen beeldengeluidopschool.nl aan de ontwikkeling van dit materiaal en richten zich daarbij op Nederlandstalige literatuur uit het Caraïbisch gebied en Suriname.

read on…

Geschiedschrijver Jamaludin maakt opnieuw een koninklijke roman

‘Geheimen van het tuinhuis’ legt onbekende periode na slavernij bloot

door Peter le Nobel


Het is in feite al een kunst als je kunt zorgen voor rijke beschrijvingen, rijke gedachten, waardoor je mee kan leven met personages. Dit is nog extra moeilijk als het gaat om mensen uit lang vervlogen tijden, in een andere tijdgeest. Rihana Jamaludin heeft opnieuw bewezen dat zij als geen ander de lezer kan meevoeren in de geschiedenis.

read on…

Biografie Jan Ernst Matzeliger verschenen

Onlangs is een biografie over de Surinaams-Amerikaanse uitvinder Jan Ernst Matzeliger verschenen. Matzeliger was een in Suriname geboren uitvinder en staat te boek als de uitvinder van de schoenstikmachine. Deze machine zorgde ervoor dat, op een aanzienlijk goedkopere manier dan daarvoor, bovenschoen en schoenzool met elkaar verenigd worden. read on…

Jong Suriname krijgt boek opgedragen

De jonge generatie Surinamers, en wel de groep die met de onafhankelijkheid is opgegroeid, heeft een boek opgedragen gekregen. Het gaat om West Indische Contract Arbeiders in Suriname 1863-1899. De uitgevers van dit boek zijn de Stichting Matzeliger Instituut en het Nationaal Archief Suriname (NAS) dat ressorteert onder het ministerie van Binnenlandse Zaken.

read on…

Postuum eredoctoraat aan Matzeliger om jonge wetenschappers te motiveren

door Rose-Marie Maître

Paramaribo – “Met eredoctoraten aan innovatieve Surinamers kunnen jonge wetenschappers gemotiveerd worden om zich in te zetten.” Dit zegt Khalid Saboerali, studentenvertegenwoordiger van het universiteitsbestuur. Saboerali heeft gisteren samen met leden van het universiteitsbestuur een voordracht van Stichting Matzeliger Instituut ontvangen.      

read on…

Fatsoensnormen minister Shirley Sitaldin

door Benjamin S. Mitrasingh

Vandaag wachten wij al langer dan vijftig dagen op een reactie van de minister van Minov, mevrouw drs. Shirley Sitaldin. Wij hebben ons ook blauw gebeld naar haar secretariaat. Wij hadden namelijk de minister op 21 mei schriftelijk gevraagd of zij ons, als voorzitter van de Nationale Unesco Commissie Suriname de NUCS, kon ontvangen over een CLAD-rapport van 2004 – dus acht jaar geleden – aan de hand waarvan de NUCS onze vijf projecten heeft teruggestuurd.

Wij hebben een slechte ervaring met de CLAD, omdat in 2000 de heer Hiwatt van de CLAD niet eens wist dat het Minov uit vier directoraten bestond en zijn baas de heer S.R. Noordwijk wist dat ook niet. Wij hebben dus geen goede ervaring met de CLAD.

Onze vijf projecten zijn Unesco-projecten die zijn gemaakt na overleg met de secretaris-generaal van president Desi Bouterse, omdat de projecten publieksgericht moeten zijn en ook voor iedereen toegankelijk. Omdat niemand van ons en ook niemand van het Minov, een CLAD-rapport van 2004 kent, had de vorige minister van Minov mr. R. Sapoen, samen met de secretaris van het Minov mevrouw mr. R. Telting, besloten alvast – vanwege de tijdnood – twee projecten uit het budget van het Minov zelf te financieren. Het betreft de projecten ‘Fundament van Suriname’, een leerboekje dat samen met het Minov (!) is gemaakt voor alle scholieren vanaf de 4e klasse, opdat zij alles kunnen weten over hun vaderland Suriname, zoals vlag, volkslied, wapen, en een korte geschiedenis van het land plus een mooie uitvouwbare kleuren CBL-kaart van het land, inclusief foto’s van de president en van ‘golden boy’ Anthony Nesty en van de Bosje brug.

Het tweede project betreft een bronzen kop van ‘het genie’ van Commewijne, Jan Ernst Matzeliger, de uitvinder van de schoenstikmachine. Dit moet onthuld worden op zaterdag 15 september aanstaande, als de 160ste geboortedag van Matzeliger wordt herdacht in het ressort Mon Plaisir.

Vijftig dagen
Deze projecten realiseer je niet in een vloek en een zucht, want het schoolboekje moet over het hele land gratis gedistribueerd worden, dus op alle scholen tussen Galibi en Kwamalasamutu en voor de bronzen kop van Matzeliger moet de kunstenaar Herman Hennink Monkou reizen van Amsterdam via Los Angeles (waar de kop zich bevindt) naar Paramaribo. En dat kan hij ook niet in een dag doen.

Wat was zo moeilijk voor minister Sitaldin om ons desnoods ‘op hold’ te zetten, dan hadden wij toch keurig op haar gewacht. Maar niets daarvan, wij moeten al langer dan vijftig dagen op de minister wachten en niemand zegt je wat. Heeft het Minov sinds de komst van deze minister opeens geen manieren meer?! Ook niet voor de gepensioneerde directieleden van het ministerie zelf?

Ter illustratie een voorbeeld. Nauwelijks is onze kritiek over Carifesta XI in de openbaarheid of de heer Ivan Graanoogst belt ons op en maakt direct een afspraak voor maandag 16 juli aanstaande. Zo vlot heeft minister Moestadja van BiZa ook op ons verzoek gereageerd over de Dodenherdenking van 1902 en over de Commewijnekrant van ons plantagedistrict. Bij hem moeten wij ook op maandag zijn maar dan om 10 uur. Naar beide heren gaan wij met plezier naartoe en hopelijk kunnen wij daarna ook direct aan de slag. Was dit zo moeilijk voor minister Sitaldin van het Minov?

Benjamin S. Mitrasingh
Stichting Cultuureducatie
(voorzitter)

[uit Starnieuws, 13 juli 2012]

Michael Slory – Fu Matzeliger wan susumasyin

Fu Matzeliger wan susumasyin

Breiti fu di mi weri a susu na mi futu,
Matzeliger, e meki mi denki yu moro langa.
Bikasi nofotron mi ati e banga
te mi e pasa na sei den grasirutu.

Pe owru spikri noso brenbren ben sa sutu
mi, noso wan tingisani?… A ori mi sranga
mumu, babaw, fu a smeri di tan anga
na a pasi. A no mu kisi mi futu!

Dan mi e taki: Matzeliger, mi mu de wan troki-
man di fu beifi musu bigin fu singi
wan bresi melodiya na tapu yu nen.

A popki fu san yu du, na ini mi leki wan broki
a mu tan tanapu gi mi Sranan fu pingi
o san yu ben fudruseri na ini wan dungru pinaten.

.

Over Matzeliger z’n schoenmachine

De blijdschap omdat ik die schoen aan heb,
Matzeliger, maakt dat je langer in mijn gedachten zal blijven.
Want vaak krijg ik de angst te pakken
wanneer ik langs de graspollen loop.

Waar oude spijkers of oude blikken mij zouden kunnen verwonden,
of waar iets stinkends?… Hij heeft mij ervoor beschermd,
dat die geur die daar hing, niet aan mijn voeten kwam!

Dan zeg ik: Matzeliger, ik moet een voorzanger zijn
die vol van emotie moet beginnen te zingen
een lied van zegen op jouw naam.

Het standbeeld voor wat je gedaan hebt, in mij moet het
blijven staan voor mijn Suriname, als een brug, om steeds
te herinneren aan jouw grote bijdrage
in een donkere tijd van armoede.

[Matzeliger: Surinamer die in de Verenigde Staten een machine uitvond waardoor de massaproduktie van schoenen sterk vergroot werd.]

Zwarte uitvinders

Een inspirerende kijk op Afrikaans-Amerikaanse uitvinders

De roots van zwarte Amerikaanse uitvinders hebben een belangrijke rol gespeeld in hun werk als uitvinder. De succesfactoren van mensen uit de Afrikaanse diaspora worden vaak geassocieerd met de muziek, sport, film, media en politiek. Maar een groep prominenten die vaak vergeten wordt zijn de zwarte uitvinders en wetenschappers. Uitvindingen die in ons dagelijks leven erg belangrijk zijn, zoals het stoplicht, de schoenzoolbevestiger en de mixer, zijn uitgevonden door Afro-Amerikanen. Omdat de VN 2011 heeft uitgeroepen tot het Internationale jaar voor mensen van Afrikaanse afkomst organiseert NiNsee een tentoonstelling over zwarte uitvinders. Daarin wordt uitgebreid stilgestaan bij mannen en vrouwen uit de Afrikaanse diaspora die een belangrijk steentje hebben bijgedragen aan de technologie in de Westerse samenleving. Met deze tentoonstelling hoopt NiNsee meer op bekendheid voor succesvolle uitvinders en wetenschappers van Afrikaanse afkomst. De expositie toont uitvindingen uit de 19e en 20e eeuw.

De gevolmachtigde minister van Curaçao, de heer mr. S.P. Osepa opent de tentoonstelling. De muzikale omlijsting wordt verzorgd door Africa 2000.
U bent van harte welkom op zaterdag 12 februari 2011 vanaf 15:30 uur
Linnaeusstraat 35f 1093 EE Amsterdam

Programma
15:30 uur Ontvangst – inloop
16:00 uur Introductie
16:05 uur dr. Artwell Cain, directeur NiNsee
16:10 uur drs. Joan Ferrier, directeur E-Quality
16:15 uur Opening door de heer mr S.P. Osepa, gevolmachtigde minister van Curaçao
16:30 uur Gelegenheid tot het bezichtigen van de expositie
16:30 uur Informeel samenzijn met muzikale omlijsting door Africa 2000
17:30 uur Sluiting

Voor meer informatie kunt u contact opnemen met mevrouw drs. Maria Reinders-Karg
(020) 568 2080 m.karg@ninsee.nl

Wanneer zal Anton de Kom in één adem genoemd worden met Codjo, Mentor en Present?

Nu de twee belangrijke Anton de Kom evenementen –de SLAA-activiteit in De Balie en de Anton de Kom-lezing van Freek de Jonge in het Verzetsmuseum– achter de rug zijn, is het misschien tijd om ons nog eens te bezinnen of De Kom inderdaad ‘hervonden’ is en zo ja waar, of (nog) niet.

Jammer genoeg was het mij onmogelijk om voor de gelegenheid even over te wippen naar Amsterdam, daarvoor zijn de tickets ook te prijzig (nog altijd kunstmatig) gehouden, maar ik heb wel kunnen organiseren dat mijn alter ego beide evenementen heeft bezocht en mij verslag heeft gedaan.

De feiten
Deze heeft enerzijds kunnen constateren dat beide gebeurtenissen zeer de moeite waard waren, anderzijds dat de belangstelling maar matig was, bij De Balie zo’n halfvolle zaal met ‘n geschatte 100 man, bij het Verzetsmuseum een bijna volle lounge met naar schatting zo’n 150 man. Opvallend bleek ook dat er bij beide evenementen nauwelijks blakamans aanwezig waren.

Is het nog te vroeg om hieruit conclusies te trekken? Opmerkelijk vind ik wel dat in Nederland de jaarlijkse verzetslezing is vernoemd naar Anton de Kom, want Nederland heeft natuurlijk zelf ook een paar blanke verzetslieden gekend: een mooi ‘tegendraads’ Nederlands gebaar voor één van ook Suriname’s grote verzetshelden.

Maar, pratend over Surinaamse verzetshelden, hier heeft Anton de Kom om voor mij onbegrijpelijke redenen nog bij lange niet de status bereikt van illustere voorgangers als bijvoorbeeld Codjo, Mentor en Present, dit ondanks dat hij zijn hele leven in dienst heeft gesteld van de bevrijding en verheffing van zijn landgenoten.

De Kom overschat?
Toen de Universiteit van Suriname werd omgedoopt tot Anton de Kom Universiteit van Suriname ontstond er onmiddellijk een wijd verbreid protest, en niet alleen vanwege de achterliggende revo-gedachte, dezelfde misleidende gedachte waarom Bouterse zich liet afbeelden samen met de beeltenis van De Kom. Maar buitendien bestaat er in Suriname een zeker ressentiment tegen De Kom, naar ik aanneem nog afkomstig uit de mofo koranti van 1933 (“neemt geld van Javanen”, “werkt alleen voor Hindoestanen”, “is een opruier”, etcetera), en sindsdien hardnekkig in stand gebleven/gehouden onder grote lagen van de Surinaamse bevolking.

Ook kan ik me niet vinden in de mening van Hans Breeveld, politicoloog, docent aan de Anton de Kom Universiteit van Suriname, die in De Kom’s biografie van Boots & Woortman zegt: “De verdiensten van De Kom voor Suriname worden door sommigen overschat. Wat heeft De Kom in die korte tijd voor Suriname gedaan?” (pagina 405) Hiermee gaat Breeveld voor het gemak helemaal voorbij aan het feit dat De Kom’s gehele leven in dienst heeft gestaan van de bevrijding en verheffing van zijn landgenoten, niet alleen tijdens zijn korte verblijf in 1933, maar lang daarvóór en lang daarna.

Evenmin kan ik mij terugvinden in de mening van Silvano Tjong-Ahin, medewerker van de Inter-American Development Bank (IDB) in Suriname, in de revo-jaren student aan de Universiteit van Suriname: “Geschiedenis moet de geschiedenis van Surinamers zijn, niet van de Hollanders. De geschiedenis moet over Boni en Baron gaan, over Mentor, Codjo en Present, en niet te vergeten Jan Matzeliger, de meest ondergewaardeerde Surinaamse voorbeeldfiguur.” (Boots & Woortman, pagina 404)

Ongelofelijk dat iemand zo een vergelijking tussen De Kom en Matzeliger kan maken. De Kom, afstammeling van slaven, die zijn leven lang een ideologische strijd voerde ter bevrijding en verheffing van zijn landgenoten, en Matzeliger, zoon van een Nederlandse vader (ongetwijfeld van Duitse origine) en een Surinaamse, van slaven afstammende moeder, die naar Amerika emigreerde om daar een aantal uitvindingen op zijn naam te schrijven die de schoenenindustrie de laatste stap naar automatisering verschaften. Een vergelijking uit het ongerijmde.

Wat valt uit een & ander te concluderen?
Het evenement van 17 februari j.l. in De Balie droeg als titel “Hervonden held: Anton de Kom”, waarop ik hier onmiddellijk heb gereageerd met: “Hervonden? Waar?”, omdat ik weet dat De Kom in Suriname nog steeds niet hervonden is en ik me afvroeg in hoeverre dat in Nederland wellicht wel het geval is.

Afgemeten naar de belangstelling en de demografische samenstelling van de belangstellenden bij de twee genoemde evenementen zou ik willen concluderen dat De Kom nog altijd niet hervonden is, niet in Nederland en zeker niet in Suriname. Dat de jaarlijkse verzetslezing in Nederland is vernoemd naar De Kom is hooguit te zien als die éne vogel die nog geen lente maakt.

Wat nu?
Een gedegen sociologisch onderzoek naar de waardering en de beeld- vorming van Anton de Kom door de jaren heen zou op zijn plaats zijn om pseudo-wetenschappelijke meningen en uitlatingen als die van Breeveld en Tjon-Ahing op hun waarde te toetsen en De Kom de plaats te geven die hem toekomt. Daarop vooruitlopend zou ik zeggen: in de rij van Codjo, Mentor en Present.

Met betrekking tot het werk van De Kom zijn er nog een paar punten die mijns inziens meer toelichting vragen.

1) Naar ik heb begrepen dreef in De Balie de discussie nog al eens af naar het veelbesproken aandeel van Jef Last in de tekst van Wij slaven van Suriname, mede door de aanwezigheid van Rudi Wester, die bezig is met een biografie van Jef Last.
Boots & Woortman hebben echter aan de hand van het archief van Uitgeverij Contact kunnen aantonen dat De Kom op aandringen van uitgever De Neve van Contact zijn manuscript geheel heeft herschreven.
De persoon en de rol van De Neve zou ik in dit verband om twee redenen graag verder zien toegelicht, eerstens vanwege diens moed om in 1934 een zo controversiëel boek van zo’n controversiële auteur uit te geven, en tweedens vanwege diens tactische en educatieve gaven die er toe hebben geleid dat De Kom zijn/Jef Last’s tekst met de bekende, goede uitkomst herschreef.

2) Een van de resultaten van de biografie van Boots & Woortman zou hun bevinding zijn dat De Kom niet Suriname is uitgezet. In de biografie lezen we: “Vlak voordat de Van Rensselaer (aan boord waarvan zijn vrouw en kinderen zich reeds bevonden, RvdM) uitvaart, wordt Anton uit zijn cel gehaald en in een geblindeerde auto naar het schip gebracht. Niemand mag de in vrijheid gestelde Anton zien, het gouvernement vreest voor het uitbreken van een oproer. Het ticket derde klas wordt door de overheid door hem betaald.”

De Van Rensselaer, foto uit de biografie

Hij is dan wel “in vrijheid gesteld”, maar het gouvernement heeft hem aan boord van het schip afgeleverd en zijn passage betaald. Helaas is niet bekend wat hem bij zijn in vrijheidstelling door het gouvernement is toegevoegd, maar Anton de Kom was realist genoeg –weten we uit de biografie– om zich daar niet tegen te verzetten. Mijn vraag aan Boots & Woortman is derhalve: wat is het verschil tussen uitzetting en de wijze waarop De Kom Suriname heeft/moest verlaten?

3) Tenslotte de meest prangende vraag: wat gaat er gebeuren met alle niet gepubliceerde literaire werken van Anton de Kom? Bovendien: is er al een studie van gemaakt, zodat er een compleet beeld kan worden gevormd van de schrijver De Kom?

  • RSS
  • Facebook
  • Twitter