blog | werkgroep caraïbische letteren
Posts tagged with: Matodja Gazon

Verslag tweede Marron symposium

door Gin Sanches

Mariska de Jong van stichting Ma Jong en ik als adviseur van Ma Jong hebben op 10 oktober jl., in Haarlem met veel enthousiasme het Tweede Marron Symposium georganiseerd. Net als vorig jaar hebben we dit Marron Symposium zeer toepasselijk gehouden op de Dag der Marrons.

read on…

Kunstboek Pengel over maakproces standbeeld op het Onafhankelijkheidsplein

door Hilde Neus

Op donderdag 11 juli 2024 is bij Readytex Art Gallery het boek Pengel van Xavier Robles de Medina gepresenteerd. Het boek beslaat het jaar dat de kunstenaar Stuart Robles de Medina het beeld van Pengel, dat sinds 1974 op het Onafhankelijkheidsplein in Paramaribo staat, heeft vervaardigd. Het is gebaseerd op het foto-album dat Stuart heeft aangelegd tijden het maken van dit beeld.

read on…

Gaanman Gazon Matodja Award voor Marcel Pinas en Akese Paitoe

Op zondag 19 september 2021 is de hoogste Marrononderscheiding, de Gaanman Gazon Matodja Award toegekend aan Marcel Pinas en Akese Paitoe. Marcel Pinas kreeg het versiersel, behorend bij zijn award, opgespeld door de vertegenwoordiger van stichting Sabanapeti in Suriname, de heer Kenrich Cairo. Dit gebeurde na de toespraak en felicitatieboodschap van de voorzitter van de stichting, de heer André R.M. Pakosie. De heer Akese Paitoe kon om persoonlijke redenen niet aanwezig zijn bij de uitreiking van de award. Hij ontvangt zijn award op een andere dag.

read on…

Iconenkalender legt belang archiveren bloot

door Audry Wajwakana

 

PARAMARIBO – “Bij de zoektocht naar materiaal en documenten zijn we erachter gekomen dat belangrijke Surinamers en Surinaamse organisaties zich onvoldoende bewust zijn van het belang om hun werk en activiteiten te documenteren.” Dit zei Naks-voorzitter Siegmien Staphorst bij de feestelijke presentatie van de iconenkalender van haar organisatie. read on…

Weduwen granman Gazon spoedig niet langer in rouwgewaad

 
door Aidy Agodeba
De twee weduwen van wijlen granman Mathodja Gazon zullen over enkele weken hun rouwgewaad wegzetten. Kapitein Johan Djanie liet De Westvandaag weten, dat er inmiddels  een datum is vastgesteld, waarop de rituelen in het kader van de beëindiging van de rouwperiode zullen plaats-vinden. “Volgens na beslissing fu deng lanti dan na 14 april.”  Djanie vertelde dat de afsluiting van de rouwtijd ongeveer twee weken zal duren. Momenteel worden daartoe de nodige voorbereidingen getroffen. Een groep jagers koerste vanmorgen vroeg richting binnenland om  de nodige vleesvoorraad te garanderen. Wanneer deze groep terug is, zal de familie op haar beurt naar Albina afreizen om de grote inkopen te doen.
[uit de West, 18 maart 2013]

Begrafenis Granman Gazon

Een reportage van Radio Nederland Wereldomroep van de begrafenis van Gaanman Gazon Matodja.

Vaarwel van een koning

door Iwan Brave

De op 1 december 2011 overleden granman Gazon Matodja, grootopperhoofd der Aukaners, werd op 10 april naar zijn laatste rustplaats gevaren in Puketi, nabij Drietabiki in Oost-Suriname. De maandenlange ceremoniële voorbereidingen waren overeenkomstig zijn status. De 91-jarige Gazon, die vanaf 1966 ‘gaanman’ was, werd eind augustus gekroond tot ‘Koning der Aukaners’. Hij was drager van het Grootlint in de Ere-Orde van de Gele Ster en Ridder in de Orde van Oranje Nassau. Zijn kroon en staf van massief goud behoorden tot de relikwieën die bij de kist met het gebalsemde lichaam waren opgesteld. Andere granmans, dorpshoofden, politici en zijn vrouwen, alsook duizenden andere belangstellenden staken zich in hun beste kledij om Gazon hun laatste eer te bewijzen.

[uit Parbode, 1 juni 2012]

Grootopperhoofd Matodja groots uitgeleide gedaan

Het grootopperhoofd der Aucaners, Matodja Gazon, is vanmiddag te Poketi, naar zijn laatste rustplaats begeleid. Gezagsdragers van alle stammen bewezen de leider de laatste eer. Na de rituelen op de residentie Drie Tabbetje, vertrok een stoet van tien boten over het water naar Poketi.President Desi Bouterse reisde niet meer af naar Drie Tabbetje. Hij liet zich vertegenwoordigen door minister Ramon Abrahams (Openbare Werken). De bewindslieden Linus Diko, Martin Misiedjan, Alice Amafo, Paul Abena en Falisie Pinas brachten de gaanman de laatste groet. Assembleevoorzitter Jennifer Geerlings-Simons en twaalf assembleeleden bewezen het grootopperhoofd ook de laatste eer.

read on…

André Pakosie scherp tegen Christendom; Marrontradities moeten hooggehouden worden

door Euritha Tjan A Way

Elk nadeel in een voordeel omzetten. Dat is wat kabiten André Pakosie zichzelf heeft aangeleerd. De natuurgeneeskundige en geschiedschrijver is in Suriname om de overleden granman Matodja Gazon te begeleiden naar zijn laatste rustplaats. “Ik was op Drietabbetje toen Pai Amatodya overleed. Ik heb al de ceremoniën toen genoteerd en ga mijn bijdrage nu leveren om zijn opvolger Matjodja Gazon, te begeleiden naar zijn laatste rustplaats.”

Pakosie werd in 1955 geboren op Drietabbetje. Hij was altijd bij de ouderen en speelde zelden met leeftijdsgenoten als hij in het dorp was. “Dat mocht als ik mijn mond maar hield. Dat vond ik nier erg, ik leerde veel. Ik was tot mijn vijfde jaar overwegend in Paramaribo met mijn vader, waar de kok van mijn vaders werkgever mij bezighield door mij het alfabet te leren. Maar terug in het dorp mocht ik niet naar school. Mijn moeder en vooral mijn oma wilden niet dat ik naar school ging. In de omgeving van de Tapanahonyrivier waren de EBG-scholen waar kinderen werden geslagen. Het onderwijs was gericht op het leren lezen en begrijpen van de Bijbel. Mijn moeder en oma wilden dat niet voor mij. Zij geloofden dat als ik het christendom zou leren, ik mijn cultuur en daarmee mezelf zou verliezen. Ook geloofden ze dat ik dan in de militaire dienst zou belanden en zou moorden. Iets dat absoluut niet met mij mocht gebeuren!” Dat de lessen van de kok effectief waren, bewees Pakosie op tienjarige leeftijd toen hij uiteindelijk toch naar school mocht in Albina in 1965. Hij doorliep in een jaar het eerste, tweede en derde leerjaar van de basisschool en mocht op dertienjarige leeftijd naar Paramaribo voor vervolgonderwijs.

Discriminatie
In Paramaribo werd Pakosie voor het eerst geconfronteerd met discriminatie tegen de marrons. “De onderwijzers en leerlingen plaagden ons vanwege ons accent en het gevolg was dat je als marron geen initiatieven meer durfde te nemen. Ik vond hun gedrag dom, want wie niet beseft dat iedereen gelijk is en alles aan kan leren, is in mijn ogen dom.” Pakosie ondernam actie tegen dit onrecht. Hij slaagde als enige van de Zuiderstadsschool voor de muloschool. “Daarmee heb ik een statement gemaakt. Ik ging daarna van huis naar huis in Paramaribo om marronjongeren op te roepen, om ze aan te leren hoe je in de stad kon presteren zonder je cultuur en de daarmee gepaard gaande tradities te grabbel te gooien. Zo richtte ik de Algemene Binnenlandse Jongeren Organisatie (Abjo) op. We hadden ons clubgebouw aan de Calcuttastraat met een ledental van bijna 3000.”

Wis wasi
Pakosie stimuleerde ook het behoud van de marroncultuur door op zijn schooluniform een pangi te dragen en zelfs naar recepties op het Presidentieel paleis toog hij in traditionele kledij. “Na lang vragen kreeg ik ook zendtijd op de STVS en de SRS om de marroncultuur en tradities te promoten. Ik heb echt mijn best gedaan”, legt Pakosie kalm uit, terwijl zijn blik gericht is op het voormalige clubgebouw naast de Fatimakerk op Abra Broki. Op de vraag of Pakosie gezien zijn inzet toentertijd tevreden is met de ontwikkeling die de marrons nu doormaken, is het antwoord verbazingwekkend. “Ja en nee. Ja, omdat ik zie dat marrons en vooral vrouwelijke marrons hoge opleidingen en functies hebben en nee omdat ik zie dat de traditionele sociale structuur nu te grabbel is gegooid. De sociale controle van de familie die via de moederlijn (matrilineair) liep en die van de totale marrongemeenschap, is weg komen te vallen.” Pakosie meent dat de oom bijvoorbeeld niet meer de centrale figuur is in de families, mensen zijn individualistisch geworden. “Nu vindt niemand het erg als hij of zij een wis wasi man genoemd wordt. Dat was vroeger anders. Je hele familie maakte je te schande als je iets deed dat niet toegestaan was. Je dacht twee keer na omdat je wist wat de gevolgen zouden zijn.”

Kunu
Op de vraag of de kerk nu de sociale en controlerende rol van de gemeenschap heeft overgenomen is Pakosie keihard. “Nee, de kerk is in mijn ogen de brenger van alle kwaad. Ik heb op jonge leeftijd bijbelstudie gedaan bij zowel de Baptisten, de Rooms Katholieken als de EBG-ers. Daarbij kwam ik tot de conclusie dat de Bijbel een systeem is voor de blanken om onderdrukking te rechtvaardigen. De missionarissen kwamen met de Bijbel in één hand en met de zweep in de andere. Het christendom is in mijn ogen datgene wat de cultuur van de Afro-Surinamers vernietigt.” Als voorbeeld noemt Pakosie de giften die hij van de Baptisten gemeente kreeg toen hij tijdens de Binnenlandse Oorlog in Frans-Guyana was bij vrienden.

“We kregen voor de derde keer giften. Echter, deze keer zei de geestelijke mij dat Jezus ervoor gezorgd had dat ik de gift kon ontvangen en dat ik Jezus moest aanvaarden voordat hij me ze gaf. Hij zei dat Jezus voor mij aan het kruis was gestorven. Ik zei hem dat ik de kunu van Jezus niet wilde. Hij mocht alles weer wegbrengen. Dat soort godsdienst noem ik promotiegodsdienst. En dat deden ze ook in de vluchtelingenkamp. Weet jij hoeveel mensen daar toen het eten zo nodig hadden dat zij daarom alleen al bekeerden? Ik zie nu in de stad nog steeds hoe de kerk een splitsing brengt in familierelaties. De ene zuster gaat naar de kerk en bemoeit niet met de andere die niet naar de kerk gaat. Dat is toch verschrikkelijk”, zegt Pakosie mijmerend. De kabiten roemt de stadscreool voor het feit dat zij zich toentertijd uit noodzaak ook bekeerden, maar hun cultuur kibri kibri toch uitoefenden.” De marron echter gooit alles overboord. Zo zie ik deze mooie cultuur verdwijnen en dat vind ik erg.”

Biografie
Pakosie werd in Suriname vooral bekend om de biografie die hij schreef over het leven en werk van granman Matodja Gazon. Maar hoe kwam hij daarop? “Ik schreef mijn eerste boek, De dood van Boni, toen ik zeventien jaar was. Ik wilde het perspectief van de marrons vertellen. Ik verdeelde driehonderd van die boeken uit in het binnenland, want ik wilde aanpassingen horen. De granman was één van de mensen die aanpassingen voor mij had. Hij zei dat hij niemand anders had in het Tapanahonygebied met wie hij dit soort dingen kon bespreken.” Eenmaal in Nederland werd het contact met de granman frequenter. Dat gebeurde door ingesproken boodschappen. Pakosie wilde de granman al heel lang vragen om zijn biografie te schrijven. “Maar door mijn opvoeding die leerde respect te hebben voor ouderen, durfde ik het hem niet te vragen. In 1996 vroeg hij mij het zelf en in 1999 had ik het boek af.”

Nederland
Pakosie heeft ook in het buitenland de achterstand van de marrons weten te keren in hun voordeel. Zo zette hij in Utrecht een fytotheek en het marroninstituut stichting Sabanapeti op dat een documentatiecentrum beheert voor marronculturen. Hij legde zich ook toe op het schrijven van artikelen in het blad Siboga [Wegwijzer]. In 1974 stelde hij in Nederland de Dag van de Marrons in waarop de Surinaamse marrons gezamenlijk de strijd van hun voorouders tegen slavernij en voor vrijheid, herdenken en vieren. Hij ontving als eerste de Gaanman Gazon Matodja Award en in 2000 werd André Pakosie door Gazon benoemd tot kabiten in Nederland. Dat is niet niks. De eerste kabiten in een land die geen in stamverband wonende marrons kent. Waarom dat instituut? “ Er is enorm veel behoefte aan dit liefdeswerk. Ik zal een tipje van de sluier lichten. Veel overledenen moesten in Suriname begraven worden en als een vrouw haar man had verloren, moest zij door de familie in Suriname in rouw gedompeld worden, om na zes maanden eruit gehaald te worden. Dat kostte veel op en neer reizen met als gevolg verlies van veel geld en in het uiterste geval je baan. Door het instituut van Kabiten in 2000 in te stellen, kunnen deze zaken op verzoek van familie in Suriname in Nederland afgehandeld worden door het aanwezig gezag aldaar.”

De cirkel is nu rond. Pakosie die toen ook de ceremoniën van de dood van Pai Amatodya meemaakte, mag nu middels zijn geschriften over die gebeurtenis, bijdragen aan de begrafenis van Matodja Gazon. Hij beschrijft zijn heengaan dan ook als het einde van een era voor de Aucaanse gemeenschap. Over de opvolging van Gazon wil Pakosie het traditiegetrouw niet hebben. “Daar praat je pas na de rouwperiode over”.

[uit de Ware Tijd, 24/02/2012]

Begrafenisrituelen gaanman Gazon Matodja officieel van start

De rituelen voor de begrafenis van gaanman Gazon Matodja zijn deze week officieel begonnen. Districtscommissaris Margaretha Malonti is afgereisd naar Drietabbetje om samen met het traditioneel gezag de komende activiteiten en begrafenis van de gaanman te bespreken.

Vanaf nu wordt elke dag het ‘orakel’ (heilig altaar) geraadpleegd en ook de ‘fraga tiki’ [bedoeld is de faaka tiki – red.], waar er plengoffers worden gebracht, onder leiding van een hoge priester. Afhankelijk van hoe deze traditionele plechtigheid verloopt, zal door de priester en het traditioneel gezag een datum worden bepaald voor de begrafenis. Dit zegt de Malonti aan Starnieuws.

Rouwactiviteiten in Paramaribo
Ook in Paramaribo worden er rouwactiviteiten gehouden. Die beginnen deze zaterdag op het commissariaat Sipaliwini met rouwbijeenkomsten. Vanaf zaterdag is er ook de mogelijkheid om het condoleanceregister te teken op dit commissariaat, tot de dag van de begrafenis. Deze bijeenkomsten gaan gepaard met traditionele gebruiken waaronder zang, gebeden en plengoffers. De rouwplechtigheden die aan de begrafenis vooraf gaan, duren drie maanden. De gaanman overleed op 1 december vorig jaar.

De organisatie van de rouwplechtigheden wordt gecoördineerd door een gezamenlijke commissie bestaande uit vertegenwoordigers van de 12 lo’s van de Aucaners. Een jaar na de begrafenis van de gaanman gaat er een periode van afsluiting van de rouw in.

Speciale regels
Malonti legt uit dat de begrafenis van elke gaanman gebonden is aan speciale regels en tradities. Hij wordt begraven in een speciaal graf dat groter, dieper en breder is dan andere graven. Dat is nodig omdat het lichaam van de gaanman niet in een kist wordt begraven maar in een speciaal gemaakt tombe die de vorm heeft van een klein huis. De begrafenis zal plaatsvinden op de begraafplaats Ma-Kownoe-Gron, benedenwaarts van het dorp Poketie. Voor gaanmans is hier een speciale plaats gereserveerd.

De opvolging van Matodja zal zoals de traditie het voorschrijft moeten voortkomen uit Otoo-lo waar de gaanman bij hoorde. In de tussentijd worden zijn taken overgenomen door kapiteins en basja’s uit de verschillende lo’s van de Aukaanse stam.

[van Starnieuws, 18 januari 2012]

Geen staatseer, wel 115.000 euro voor begrafenis Gazon

Gepubliceerd op : Granman Gazon Matodja, het overleden grootopperhoofd van de Aukaners, krijgt geen staatsbegrafenis. Toch maakt de Surinaamse overheid omgerekend 115.000 euro vrij voor zijn uitvaart. Dat vertelt Linus Diko, minister van Regionale Ontwikkeling, aan dagblad de Ware Tijd.

De overleden granman wordt volledig volgens de Aukaanse tradities ter aarde besteld, zonder bemoeienis van de overheid. De hele ceremonie is een aangelegenheid van familie en stamgenoten”, legt Diko uit.

Toch doet de overheid met een half miljoen Surinaamse dollar, omgerekend ongeveer 115.000 euro, een enorme duit in het zakje. Diko: “Dat geld zal worden gebruikt voor voeding, transport en drank. Er gaan behoorlijk veel mensen naar de begrafenisplechtigheid, vooral personen uit de omliggende dorpen. Daar zijn hoge transportkosten aan verbonden.”

Gazon Matodja overleed op 1 december in een ziekenhuis in Paramaribo, na een beroerte. Hij was al sinds 1966 het grootopperhoofd van de Aukaners, en daarmee het langst regerende stamhoofd in Suriname. Het is nog steeds niet bekend wanneer precies hij wordt begraven.De meest recente staatsbegrafenis werd in 2001 gehouden bij het overlijden van VHP-oprichter Jagernath Lachmon. André Telting, de vorig jaar overleden gouverneur van de Centrale Bank van Suriname, werd begraven met staatseer.

[RNW, 24 december 2011]

Gaanman Gazon Matodja herdacht

door Carry-Ann Tjong-Ayong

De zaal in Trefcentrum Oase stroomt vol. Uit het hele land komen zij, de Marrons van Suriname, de Okanisi vooral, die wij stadscreolen, Aukaners of Ndyuka noemen. Maar ook de Pamaka, Aluku, Saamaka en de andere stammen zijn vertegenwoordigd om eer te betuigen aan de grote der grootsten, de koning van de binnenlandbewoners, zoals een van zijn onderdanen hem jubelend bezong toen hij zijn gouden kroon en staf van hem kreeg eerder dit jaar.

Ik ben een bewonderaar van deze charismatische, visionaire leider met zijn prachtige tradities. Natuurlijk speelt mijn leeftijd een rol. De jeugd van tegenwoordig heeft het treurigmakende schisma niet te weten waar zij staan in deze chaotische wereld die hen verwart en tot daden dwingt. Hoe kun je dan de leiders volgen die leven volgens de wetten van een andere eeuw?
Dat is voor hun ouders en grootouders. Later, veel later zullen zij pas inzien wat de waarde hiervan is. Maar zij, die nu aanwezig zijn, hebben toch van hun ouderen iets meegekregen van de bewondering voor een groot man, een gaanman, een groot leider, wat de juiste vertaling is, leren wij.

Ik word begroet door André Pakosie, de edekabiten in de diaspora. Hij wijst mij op het kleed waarop iedere aanwezige zijn naam en een laatste groet mag schrijven, zodat alle goede wensen straks door hem worden meegenomen naar Diitabiki. Wij krijgen een plaats aangewezen in de 2e rij van de genodigden, zodat ik de rituelen goed kan volgen.

Erna Aviankoi is de gastvrouw die de avond presenteert, wat zij met flair, humor en respectvol doet. Zij leidt André Mosis in die vakkundig de apinti bespeelt, verrassend van achter een gele muziekstandaard met bladmuziek. De kabiten en basya tegenover mij gezeten voor de Toowewataa lachen mij vriendelijk toe, ook degenen die mij nog niet kennen.

Na het rituele water in de kalebas gieten, gevolgd door rum, gaat de kalebas rond onder al de aanwezige kabiten en basya. Wij genodigden krijgen een bekertje water.

Mooie woorden recht vanuit het hard zweven door de lucht, blijven hangen bij de met prachtig geborduurde en geappliqueerde pangi aan de wand bij de foto van Gaanman Gazon met gouden kroon. Hij is niet meer, na 107 jaren. Een rijk gevuld leven met ook tegenslagen, de binnenlandse oorlog, de massamoorden bij Moi Wana, de wijze, waardige beslissingen die hij vaak moest nemen.

Anekdotes over de zware regeringsdelegatie die onder aanvoering van premier Johan Adolf Pengel, door de Marrons “Pen Pen” genaamd, de heer Gazon kwam installeren tot Gaanman. Volslagen ongepast en respectloos. Immers, de Marrons beëdigen altijd eerst zelf hun leider na een langdurend ritueel van opvolging in hun eigen tradities. Pas dan brengen zij hun Gaanman naar de stad om hem door de regering te laten erkennen. De regeringsdelegatie moest dus na een beleefd verzoek onverrichterzake te vertrekken…..

Dat geeft aan hoe weinig de stadscreool zich, zelfs nu nog, op de hoogte stelt van de traditionele normen en waarden in het binnenland.

De afgevaardigde van de Surinaamse Ambassade, spreekt met respect over de grote diplomaat die voor hem summa cum laude is geslaagd in zijn missie.

Het meest indringend is het betoog van edekabiten André Pakosie, die de Gaanman als persoonlijke vriend regelmatig bezocht en meermalen in zijn woning in Utrecht ontving. In 2000 vroeg Pakosie mij de Gaanman voor te stellen aan burgemeester Annie Brouwer. Ik was toen lid van de gemeenteraad en kon dit snel realiseren, na een paar telefoontjes en een opgestuurd C.V. We zaten in vol ornaat in de ontvangkamer van de burgemeester, die zich zichtbaar onder de indruk liet informeren over zijn onderdanen, zijn plannen en de ontwikkelingen in het binnenland. Deed de regering van ons eigen land het maar op deze wijze dacht ik treurig.

De dvd over het leven van de grootste, oudste, langstzittende Gaanman geeft ons inzicht in zijn bijzondere leven. Zo was hij. Zo is hij opgegroeid om te worden wie hij was. De gekroonde koning van de Marrons.

Vandaag wordt de Gaanman met veel respect herdacht. De oude tradities herleven. De onderdanen en vrienden lachen vrolijk, zingen, dansen, slaan de apinti, drinken uit de kalebas.
Geen tijd voor tranen meer. Gaanman Gazon Matodja leeft altijd voort in onze harten.

cat 17 december 2011

Herdenkingsbijeenkomst Sokoton Gazon Matodja

Op donderdag 1 december 2011, is de zeer gerespecteerde leider van de Okanisi Marrongemeenschap in Suriname Gaanman Sokoton Gazon Matodja heengegaan. Hij heeft de reis naar de voorouders aanvaard. De raden van Marron traditionele gezagdragers in Nederland:
* Raad van Kabiten en Basiya van de Okanisi Marrons;
* Raad van Kabiten en Basiya van de Pamaka Marrons; en
* Collectief van Saramakaanse Gezagdragers,
nodigen u hierbij uit voor het bijwonen van de traditionele Sidonbookodé (herdenkingsbijeenkomst) ter nagedachtenis van deze markante persoonlijkheid.

Programma

19:30 – 20:00 uur Ontvangst
20:00 – 20:05 uur Welkomstwoord door Kabiten Erna Aviankoi
20:05 – 20:20 uur Ceremoniële opening met de Apinti door
basiya André Mosis
20:20 – 20:30 uur Towéwataa-ceremonie (plengoffer), door: Kelepisi Theo Adang, basiya Marius Nengdisi, basiya Frans Weewee, basiya Johannes Papotto
20:30 – 20:35 uur Toespraak kabiten Cornelis Sanna van de Pamaka
20:35 – 20:40 uur Toespraak vertegenwoordiger Surinaamse Ambassade
20:40 – 20:45 uur Toespraak hedikabiteni Mutu Poeketie van de Saamaka
20:45 – 21:00 uur Een in memoriam van gaanman Gazon Matodja, door kabiten André R.M. Pakosie van de Okanisi
21:00 – 21:20 uur Videodocumentaire over gaanman Gazon Matodja
(onder voorbehoud)
21:20 – 21:30 uur Ceremoniële afsluiting officieel gedeelte met de Apinti door basiya André Mosis
21:30 – 22:00 uur Pauze
22:00 – 00:30 uur Gelegenheid voor o.a. Anainsi-verhalen en Marron traditionele zang en dans die bij een Sidonbookodé horen
00:30 – einde

Datum: Zaterdag 17 december 2011
Tijd: 20:00 uur
Adres: Trefcentrum Oase, Cartesiusweg 11, 3534 BH Utrecht
Namens de raden van Marron traditionele gezagdragers in Nederland, Kabiten André R.M. Pakosie der Okanisi Marrons in Nederland

  • RSS
  • Facebook
  • Twitter