blog | werkgroep caraïbische letteren
Posts tagged with: Mariënburg

It happened at Marienburg, Suriname

Zojuist is bij uitgeverij Vaco Publishers in Paramaribo verschenen It happened at Marienburg, Suriname, de Engelse vertaling van de historische roman Herinneringen aan Mariënburg van Surinames meest bekende schrijfster Cynthia Mc Leod. Deze bijzondere uitgave kwam tot stand door een unieke samenwerking van VACO Publishers, de regering van India en de ambassades van Suriname en Nederland. read on…

McLeod introduceert Mariënburg in India

door Donovan Mijnals

 

PARAMARIBO – Wat hebben Mahatma Gandhi, Cynthia McLeod en Mariënburg met elkaar gemeen? Zo op het eerste gezicht misschien niet zoveel, maar bij een nadere blik blijkt alles verbonden. Een naar het Engels vertaalde versie van Herinneringen aan Mariënburg staat binnenkort in India op de schappen. read on…

Stichting Gevallen Helden herdenkt slachtoffers

Bestuursleden van de stichting Gevallen Helden 1902 en andere belangstellenden, hebben donderdag kransen en bloemen gelegd bij het monument op het Plein van 30 juli 1902 te Mariënburg. Dharm Mungra, voorzitter van de stichting zegt dat volgend jaar een gravure in steen van het tafereel van de massaslachting ter plekke, zal worden geplaatst. read on…

Onjuiste namen op monument van Mariënburg

door Benjamin S. Mitrasingh

Momenteel is in Suriname mijn oude vriend Moti Marhé. Moti heeft Nederlands en Hindi gestudeerd aan de Rijksuniversiteit in Leiden en ik archeologie. Op 5 juni 1978, dus 37 jaar geleden, hebben Moti en ik de brochure samengesteld: Mathura, Ramjanee en Raygaroo; verzet tegen uitbuiting en onderdrukking in Suriname. Ik heb het bronnenonderzoek gedaan en Moti heeft de tekst geredigeerd. In deze brochure schrijft Moti heel duidelijk dat het is geschreven ‘…voor baba en mai…’ read on…

“Vrienden van Commewijne” gedenkt helden

Paramaribo – De Stichting Vrienden van Commewijne onder leiding van de parlementariër Sheilendra Girjasing heeft woensdag de 24 mannen die op 30 juli 1902 door militairen zijn vermoord, in Mariënburg herdacht. De 24 mannen, die ook wel de gevallen helden worden genoemd, werden omgebracht, omdat zij in opstand waren gekomen tegen de toenmalige koloniale heersers.

read on…

Leuk boekje over Plantage Mariënburg

District Commewijne. Foto © Aafke Huizinga

door Benjamin Mitrasingh
In de boekhandel is een leuk boekje over de plantage Mariënburg te vinden, alleen schrik je onmiddellijk van de prijs van het boek. Dan is het grote boek van dr André Loor wel redelijk in de prijs. Een compliment verdient zeker de schrijfster van het boek Anne Blondé, maar dan moeten wij ook erbij vermelden dat zij bij elk volgend schrijfproduct van haar wel een nauwkeuriger eindcorrector moet raadplegen. Want het stoort bij het lezen wel enorm, als er bij het woord ‘suikerrriet’ de lidwoorden ‘de’ en ‘het’ door elkaar worden gebruikt. Het woord is ‘het’ suikerriet en dan mag de eenvoudige Toekijan Soekardi in zijn notities wel ‘de’ suikerriet’ hebben geschreven, maar dat mag hij, want het zijn zijn eigen aantekeningen die hij nu nog gebruikt als bescheiden toeristengids van de plantage. Die aantekeningen biedt hij niet te koop aan, wat Anne Blondé wel doet met haar boekje. Hierdoor krijgt haar boekje wel het predicaat van ‘wat zielig, maar wel een leuk boekje’.

Sommige fototeksten ontbreken helaas volledig in het boekje en de witte teksten op de foto’s zijn bijna onleesbaar. Want wie zijn de mensen op de foto op bladzijde 92. Die foto is gehaald uit een album van de man op de foto, die alles heeft vermeld behalve zijn eigen naam. Hij was agent op Mariënburg en ergens onthult hij zijn eigen borstbeeld.Als onderzoekster en schrijfster verdient Anne Blondé wel beter, omdat zij nu al een goed voorbeeld is voor alle politici van het district Commewijne maar vooral ook voor de onaantastbare geniale ‘luchtkastelenbouwer’ van de suikerplantage. In het boekje (bladzijde 54) krijgt het historisch onderzoek naar het massagraf van 1902 ook aandacht en wordt er ook vermeld: ‘de lichamen van de contractarbeiders werden begraven in een kuil met ongebluste kalk, wat het zo goed als onmogelijk maakt iets van hun resten te vinden’. Met deze conclusie heeft Anne Blondé een enorme ondersteuning gegeven aan het werk van het onderzoeksteam op Mariënburg dat steeds dichterbij komt van de juiste lokatie van het massagraf. Voor de boringen zijn nu langere verstelbare ‘Emperor’ assenstaal boren geleend bij de GMD. De archeologie en de Dienst voor Bodemkartering (DBK) werken namelijk met lichtere en kortere galvaanboren.

De foto’s en kleuren schema’s in het boek zijn heel mooi, maar waarvoor Anne Blondé samen met haar vrienden, zeker een dikke pluim verdient, zijn de uitgebreide noten en de gebruikte literatuur in het boek. Die maken het eindeloos zoeken naar de juiste bronnen, en zeker in Nederland, heel makkelijk.

In het verslag van het onderzoeksteam van Stichting Hindostaanse Immigratie zal je straks kunnen lezen wat het woord Mariënburg precies betekent, waar het vandaan komt en hoeveel slachtoffers er op 30 juli 1902 werkelijk ter plaatse zijn gevallen en hoeveel in het ziekenhuis op Mariënburg zijn overleden. Het is ook nog onduidelijk waar opeens de namen zijn verdwenen van de hoofdmoordenaar Budree en waar die van de verzetsleiders Hardat en Wongsoredjo? Als het boek de maand en het jaar van het onderzoek naar het massagraf van 1902 keurig kan vermelden, namelijk als juni 2013, wie gaat dan schrijven over de uitverkoop van Mariënburg en over de minachting en enorme verwaarlozing van de oud-Javaanse arbeiders? Dit proces begon al na de sluiting van de suikerplantage in medio 1985 en in 2013 was dit proces nog steeds in volle gang?

Als Anne dat niet doet, doen wij het wel. Want sinds 1980 praten we in Suriname over de maatschappelijke relevantie van wetenschapsbeoefening en dat stukje hebben wij gemist in het boekje. Jammer, maar de tijd zal ons hopelijk beter leren. Maar aan Anne en aan ‘kan’ Toekijan, in elk geval een heel hartelijk dankjewel voor hun mooi boekje! Stichting Cultuureducatie.

[van Starnieuws, 1 april 2014]

Spookverhalen op Mariënburg

Naast het persbericht over de vermoedelijke locatie van het massagraf van 1902 op Mariënburg, komen volgens onderzoeksleider en archeoloog Benjamin Mitrasingh de spookverhalen nu pas los. Mitrasingh zegt dat het onderzoeksteam aldoor veel pech op Mariënburg heeft gekend en daar heeft tot nu toe niemand ze mee geholpen. Volgens Mitrasingh zijn de spookverhalen echter heel eenvoudig uit te leggen.
“Als men geen buitenstaanders (lees klokkenluiders) wil hebben in een gebied, dan komen deze verhalen opeens los. Uit ervaring weten wij ook dat de ene informant geen kaarten en plattegronden wil afstaan omdat hij daar met geld sjoemelt en van de jagers en vissers weten wij ook, dat elke buitenstaander uit hun jacht- of visgebied geweerd moet worden. In het Blakawatra-gebied werden zelfs de borden van LLB verplaatst totdat men klaar was met jagen en vissen”, aldus de onderzoeksleider.
Het spookverhaal van Mariënburg komt volgens hem erop neer dat jagers en vissers moesten vluchten uit het gebied nabij het massagraf omdat het gehuil en gekrijs van de overledenen ondragelijk was. Mitrasingh weet uit eigen ervaring te vertellen dat hij acht jaar lang op Joden Savanne heeft gewerkt en dat elk spookverhaal van het gebrom in het bos tot en met de vliegende azimma’s, werden ontzenuwd door logisch denken en zeker niet door angst.
De ene keer was het gebrom het gesnuif van een tijger die naar een drinkplaats zocht en de andere keer was het een vliegmachine die op Zanderij moest landen. “Een hele tijd zie je de schijnwerpers als twee grote ogen en dan opeens niet meer, want dan verdwijnt het vliegtuig achter de boomgrens en landt dan veilig op Zanderij.
Om de gemoedsrust van de lichtgelovigen op Mariënburg tegemoet te komen, zullen volgens Mitrasingh alle religieuze leiders in de gelegenheid worden gesteld om er te komen en te doen wat men nodig acht voor de rust en vrede op Mariënburg. Want nu gaat het archeologisch onderzoek echt beginnen en dat kan om gebeuren van zonsopkomst tot zonsondergang. Naast de religieuze leiders zullen ook de ‘helderzienden’ er welkom zijn. “Want die zijn nodig voor de betrouwbaarheid van alle kaarten, plattegronden en roddelverhalen van het onderzoeksgebied. Het ‘saaie’ archeologisch werk kan nog spannend worden”, aldus de archeoloog Mitrasingh.
[van GFC Nieuws, 30 januari 2014]

Archeoloog Mitrasingh wil eindelijk kaarten en plattegronden Mariënburg

Mitrasingh roept hulp minister Moestadja in

Archeoloog Benjamin Mitrasingh heeft zich gewend tot minister Soewarto Moestadja van Binnenlandse Zaken, omdat hij eindelijk eens de kaarten en plattegronden van de voormalige suikerplantage Mariënburg wil ontvangen. De documenten zijn nog steeds in het bezit van Michel Sjak Shie, de projectdrager van de Surinaamse Cultuurmaatschappij NV Mariënburg.
Moestadja is behalve minister ook partijgenoot van Sjak Shie. Ze zijn beiden lid van Pertjajah Luhur.
In opdracht van de Stichting Hindoestaanse Immigratie zoekt Mitrasingh naar het massagraf van 1902. Al twee jaar timmert hij samen met de stichting aan de weg om dit project van de grond te krijgen. Begin september vorig jaar werden de werkzaamheden voor onbepaalde tijd stopgezet. De archeoloog, die niet te spreken is over het verloop van het onderzoek, zei eerder dat er ‘aldoor sprake is van een soort politieke chantage en powerplay’. Talrijke afspraken met hoge regeringsfunctionarissen ten spijt.
De jongste inspanning van de archeoloog is het inroepen van de hulp van minister Moestadja. De wetenschapper heeft de plattegronden nodig om de mogelijke locatie van het massagraf aan te geven.
Minister Moestadja heeft vrijdag zijn hulp toegezegd. Wat er nu gaat gebeuren, zegt Mitrasingh is, dat ‘we gaan beginnen verklaringen van de oud-bewoners van Mariënburg af te nemen’. Hij roept mensen op die met een beetje zekerheid kunnen vertellen waar het massagraf precies ligt, hun verhaal in de weekenden te komen doen.
‘Zolang ik geen goed kantoor daar heb, moet ik het voorlopig met een plattegrond en een schoolbord doen op het achterterras van het voormalige recreatieoord’, aldus de archeoloog.
In juni vorig jaar is het onderzoeksteam na veel tegenstand en bureaucratie gestart met de voorbereidingen voor het onderzoek te Mariënburg. Er was al een tracé gekapt langs de oude spoorbaan en er waren schoonmaakwerkzaamheden verricht. Ook waren markeringen geplaatst op de mogelijke liggingen van het graf. De werkzaamheden vorderden ook traag door de zware regens in die periode.
Op 30 juli vorig jaar was het precies 111 jaar geleden dat een aantal arbeiders werd doodgeschoten en in een massagraf werd gedumpt. Over de aard en het aantal slachtoffers zijn er wat onduidelijkheden. Het Koloniaal Verslag van 1903, een jaar na de slachting, praat van 17 slachtoffers. De mensen zijn doodgeschoten tijdens een solidariteitsactie van arbeidscontractanten op het terrein van de suikerplantage Mariënburg.
[uit Obsession Magazine, 21 januari 2014]

Hoe zuur was de suiker in Mariënburg?

door Jerry Dewnarain

Plantage Mariënburg. Van koffiebes tot rum met herinneringen van Toekijan Soekardi is een mooi voorbeeld van geschiedschrijving vanuit een Surinaams perspectief. Dit perspectief komt vooral tot uiting in de notities van Toekijan Soekardi.

read on…

Plantage Mariënburg, van koffiebes tot rum

Nadat de plantage Mariënburg in 1988 ophield te bestaan, resteerden slechts herinneringen. Voormalig werknemer en huidige gids op het terrein, hr. Toekijan Soekardi, schreef de zijne op met potlood in een schrift met de titel: Na het zoet het zuur. Hij illustreerde zijn memoires met tekeningen van de beelden zoals die in zijn hoofd nog bestonden. Alsof het gisteren was. Een belangrijk cultuur-historisch document laat hij ermee na.

Historica Anne Blondé wijdde in 2011 samen met architecte Ann Roesems haar masterscriptie aan de plantagecultuur en het plantage-erfgoed in het district Commewijne, waarin Mariënburg diende als casestudy.

Beide documenten tezamen leveren een boeiend resultaat: Plantage Mariënburg – van koffiebes tot rum is voor menigeen een rijk geïllustreerd feest van herkenning. Het verhaal beschrijft de opkomst en teloorgang van een mooie industrie, die profijtelijk was voor enkelen en tegelijk voor velen een hard bestaan betekende. Hoe dan ook is het een onlosmakelijk deel van de geschiedenis van Suriname en van Nederland en alleen al om die reden verplichte kost.

Uitgeverij LM Publishers presenteert het boek Plantage Mariënburg – Van koffiebes tot rum op dinsdag 5 november a.s. in het Surinaamsch Rumhuis, Cornelis Jongbawstraat 18, Paramaribo.
Programma
Inloop vanaf 19:00 uur
Om 19:30 uur start het officiële gedeelte met enkele sprekers.
Vervolgens zal de heer Toekijan Soekardi als speciale gast de eerste
exemplaren van het boek aanbieden aan de Districtscommissaris van Commewijne, mevrouw Ingrid Karta-Bink en aan de Nederlandse
zaakgelastigde a.i. de heer Ernst Noorman.
20:00 tot 21:30 uur Gezellig samenzijn met hapje en drankje.
Het boek zal op deze avond verkrijgbaar zijn. Daarna ook bij de distributeur boekhandel VACO en andere boekhandels.

Plantage Mariënburg gepresenteerd

Vrijdagmiddag 4 oktober werd op feestelijke wijze het boek Plantage Mariënburg gepresenteerd op het KIT. Plantage Mariënburg – van koffiebes tot rum is voor menigeen een rijk geïllustreerd feest van herkenning. Het verhaal beschrijft de opkomst en teloorgang van een mooie industrie, die profijtelijk was voor enkelen en tegelijk voor velen een hard bestaan betekende. Hoe dan ook is het een onlosmakelijk deel van de geschiedenis van Suriname en van Nederland. Nadat plantage Mariënburg in 1988 ophield te bestaan, resteerden slechts herinneringen. Voormalig werknemer en huidige gids op het terrein, dhr. Toekijan Soekardi, schreef de zijne op met potlood in een schrift met de titel: Na het zoet het zuur. Hij illustreerde zijn memoires met tekeningen van de beelden zoals die in zijn hoofd nog bestonden. Alsof het gisteren was.

Anne Blondé & Toekijan Soekardi, Plantage Mariënburg – van koffiebes tot rum 
KIT, Amsterdam
Prijs: € 17,50

Het geheim van Mariënburg ontrafeld?

door Stuart Rahan

 
Den Haag – In Nederland groeien kinderen vrijpostig op. Zij willen het naadje van de kous weten, het waarom of de diepere achtergrond van een familiekwestie doorgronden. In Suriname echter worden kinderen afgescheept met, “daar praten wij niet over”. Dat taboe wordt doorbroken in Het geheim van Mariënburg.
Het is zo’n typisch (familie) drama dat bij iedere Mariënburger bekend is maar waar ouderen angstvallig over zwijgen. “Om de doden niet te storen in hun zielenrust.”
Helaas blijken nog steeds bewoners op mysterieuze en onverklaarbare wijze ziek te worden of sterven zij aan niet nader vastgestelde diagnoses. Dit mysterie heeft regisseur Ramdjan Abdoelrahman jarenlang beziggehouden. “Als filmmaker en rechtstreekse zoon van een contractarbeider voelde het als mijn plicht om dit verhaal naar buiten te brengen voor een breed publiek.”
Docudrama
De première was zaterdag in het filmhuis Den Haag. Als de vader van de in Nederland geboren en getogen Reshna Sewnath plotseling ernstig ziek wordt na een bezoek aan de oude suikerplantage Mariënburg in Suriname, weet zij niet dat zij een hoofdrol gaat spelen bij het oplossen van een mysterieus familiedrama.
Sewnath ziet voorouderlijke geesten, die alleen zij kan waarnemen. Het blijken oude zielen te zijn van Hindostaanse en Javaanse contractarbeiders toen in dienst van de Nederlandse Handelsmaatschappij. Na een arbeidersrel in 1902 werden zij in opdracht van het koloniale bewind door de Nederlandse militaire macht doodgeschoten. De doden willen rust en slechts een voorouderlijk ritueel, de poojah, kan deze garanderen.
Het is een boeiend docudrama geworden waarbij vooral de combinatie met het documentaire element, het verhaal dichter bij de kijker brengt. Geschiedschrijfster Cynthia McLeod weet met haar kennis en beleving in dat stukje Surinaamse geschiedenis het verhaal heel beeldend te verwoorden. Haar weergave wordt ondersteund door de laatste directeur van de suikerplantage, Michael Shak Shie. Ook hij is bekend met deze mysterieuze geschiedenis. Hun verhalen krijgen body door authentieke beelden en foto’s van de toen bloeiende suikeronderneming.
Actueel
Het zijn de jonge Reshna en Sadhana die met hun zoektocht er een stukje emotioneel drama aan toevoegen alsof het hun eigen voorouderlijk verhaal is. Je hebt er geen moment last van dat je naar een stel amateuracteurs zit te kijken. Daar zit juist de kracht en geloofwaardigheid van het verhaal in dat zich afspeelt in een bijzonder decor, bestaande uit restanten van de suikerfabriek en de waterrijke omgeving. Bijvoorbeeld Ashwin Adhin, de nieuwe minister van Onderwijs en Volksontwikkeling, vertolkt geen onaardige rol net als regisseur Abdoelrahman. Het bekende ‘Alfred Hitchcock-momentje’ waar de regisseur zelf een opvallend ‘rolletje’ speelt in zijn eigen film.
De film is opgenomen in Nederland, Suriname en, vanwege het ontbreken van suikerplantages in Suriname, Guyana.
Het geheim van Mariënburg draait de komende dagen nog in zowel Den Haag als Rotterdam. Eind augustus vindt de première plaatst in Suriname, waar de zoektocht naar het massagraf op Mariënburg erg actueel is.
[uit de Ware Tijd, 24/07/2013]
  • RSS
  • Facebook
  • Twitter