blog | werkgroep caraïbische letteren
Posts tagged with: luchtvaart

Blue Wing Airlines onder minst veilige luchtvaartmaatschappijen

Er is onderzoek gedaan naar de meest veilige luchtvaartmaatschappijen in 2013. Qantas komt als winnaar uit de bus. De Australische luchtvaartmaatschappij is bekroond met zeven sterren en dat is de hoogste score die er is, meldt AirlineRatings.com. Maar er zijn meer maatschappijen die zeven sterren hebben gekregen: maar liefst 137 van de 448. De top tien bestaat verder uit Air New Zealand (Nieuw-Zeeland), All Nippon Airways (Japan), Cathay Pacific Airways (Azië), Emirates (Verenigde Arabische Emiraten), Etihad Airways (Verenigde Arabische Emiraten), Eva Air (Taiwan), Royal Jordanian (Jordanië), Singapore Airlines (Singapore) en Virgin Atlantic (Engeland).
De Kazachstaanse luchtvaartmaatschappij Scat scoort het slechtst als het om veiligheid gaat. Ook het Afgaanse Kam Air en het Surinaamse Bluewing Airlines hebben slechts één ster gekregen.
2013 was met 269 doden en 29 incidenten overigens het veiligste vliegjaar sinds 1945, meldt het Aviation Safety Network.

Amelia Earhart in Suriname

3 Juni 1937 was een gedenkwaardige dag voor Suriname. Op die dag landde Amelia Earhart, vergezeld door haar navigator Fred Noonan op vliegveld Zanderij. Ze zou maar kort blijven, de volgende morgen was ze al weer vroeg vertrokken.

In het foto-archief van het museum bevinden zich een paar fotootjes met betrekking tot de korte tussenstop die Amelia destijds tijdens haar vliegreis rond de wereld in Suriname maakte. De foto’s zitten in een album ‘diversen’. De herkomst van de foto’s is onbekend, bijschriften ontbreken. Je moet de dame op de foto dus wel kunnen herkennen, anders is de pagina voor je het weet alweer om- en het fotoalbum dichtgeslagen.

Amelia, geboren op 24 juli 1897, had een jongensachtige jeugd en ze was zeer geïnteresseerd in vrouwen die werkzaam waren in mannenberoepen. Ze werkte onder meer als verpleegster en sociaal werkster. In 1920 zat ze voor het eerst van haar leven in een vliegtuig en dat betekende een ware ommekeer. Ze nam vlieglessen en kocht haar eigen vliegtuig. Ze was de eerste vrouw die een intercontinentale solo retourvlucht maakte en ze bleef werken aan het verbeteren van snelheids- en afstandsrecords. In 1932 stak ze als eerste vrouw, vijf jaar na Charles Lindbergh de oceaan over. In 1936 trof ze voorbereidingen voor een vlucht rond de wereld. Dat ging niet zonder slag of stoot. De route leidde onder andere van Miami naar San Juan, Caripito (Venezuela), Paramaribo, Fortaleza en Natal (Brazilië) en vandaar de oversteek naar Dakar in Afrika. Ze vertrok op 1 juni om op 8 juni te Dakar te landen.

De vooruitzichten vanaf San Juan waren niet best. Vandaar was gepland om rechtstreeks naar Paramaribo te vliegen. Er werden echter windsnelheden voorspeld van 25 knopen of 29 mijl per uur tot aan Paramaribo. Ze had dus extra brandstof nodig, maar de startbaan te San Juan was daartoe te kort en besloten werd om een tussenstop te Caripito te maken en daar bij te tanken.
Op donderdag 3 juni, om 08.48 uur vertrokken ze uit Caripito. De vlucht duurde 4 uur en 50 minuten. Ze landden te Zanderij om 14.38 locale tijd.

Bijgaande foto moet kort na de landing zijn gemaakt. Amelia en Fred werden verwelkomd door Nederlandse en Amerikaanse functionarissen. Wie dat waren is vooralsnog onbekend. De volgende ochtend vroeg zou ze doorvliegen naar Fortaleza. Voordat ze per trein naar Paramaribo vertrokken werd het toestel alvast bijgetankt. In de stad overnachtten ze in het Palace hotel aan het Oranjeplein. De volgende ochtend om 07.10 uur stegen ze alweer op om ruim 9 uur later te Fortaleza te landen.

Helaas eindigde de reis in een ramp. Op 29 juni landden ze te Nieuw Guinea, vanwaar ze op 2 juli vertrokken met als bestemming Howlandisland. Daar zijn ze nooit gearriveerd. Er doen verschillende theorieën de ronde over het lot van Earhart en Noonan. Hoewel Amelia in 1939 officieel dood werd verklaard, bleef de interesse voor haar persoon en haar laatste vlucht altijd bestaan. Eind 2010 kwam omstandig in het nieuws dat op het eiland Nikumaroro botmateriaal was gevonden dat mogelijk aan Amelia of Fred toebehoorde. Bovendien werden enkele spulletjes gevonden die wel eens aan hun toegeschreven kunnen worden. Wie weet, komt de waarheid ooit nog boven water.

De Surinaamse posterijen brachten ooit postzegels in omloop waarop de tussenstop van Amelia te Zanderij wordt gememoreerd.

[van Museumstof, DWT, 19/02/2011]

De biecht van een airhostess

Française schrijft boek over wanpraktijken bij lagekostenmaatschappijen

door Paul Demeyer

Vlak voor het toeristische seizoen begint, haalt een Franse airhostess zwaar uit naar lagekostenmaatschappijen. In haar boek ‘Avions poubelles’ beschrijft Lisa Bleyssac hoe die vliegmaatschappijen de veiligheid van passagiers in gevaar brengen.
De 38 jarige airhostess verbergt zich achter een schuilnaam want ze is nog altijd in dienst bij een Franse vliegmaatschappij. Ze doet haar job al sinds 1996 en werkte voor een viertal lagekostenmaatschappijen. Nergens noemt ze namen. Maar ze wil wel haar verhaal naar buiten brengen omdat ze vreest voor de veiligheid van de passagiers. We zetten de strafste uitspraken op een rijtje.

Eten: ‘Wanneer we na de maaltijd afruimen, gooien we het voedsel dat nog op de borden ligt niet weg. Het wordt gespaard want meestal zijn er te weinig maaltijden aan bord en met die restjes, kunnen we toch iedereen te eten geven.’

Dronken de lucht in: ‘Na de vlucht is het personeel vaak zo gestresseerd, dat het nog eens samen stevig doorzakt. Plots word je opgeroepen om er nog gauw een vlucht tussendoor bij te nemen omdat een collega ziek is geworden. Zo gebeurt het vaak dat het vliegpersoneel beneveld aan een vlucht begint.’

Smokkelen: ‘Omdat douaniers respect hebben voor het uniform van de airhostesses, worden we bijna nooit gecontroleerd. Zo kunnen we zonder problemen met een koffer vol sigaretten door de douane gaan.’

Lange shifts: ‘Soms draait dezelfde ploeg 42 uur aan één stuk door. Ik herinner me het volgende vluchtschema: Parijs-Tripoli-Kigali-Lilongwe-Harare (waar we zes uur konden rusten) -Rwanda-Parijs-Athene. De piloot was 52 en wist bij landing amper waar hij was.’

Zuurstof: ‘Om snel te kunnen recupereren liggen piloten soms aan de zuurstoffles. Ze leerden dat van hun Indonesische collega’s.’

Besparen: ‘Eerst werd bespaard op de kwaliteit van drinkglazen, dan op het bestek, dan op de hoeveelheid zeep in het toilet. Nu op de kerosine. Ze doen dat door de airco niet aan te zetten zo lang de passagiers aan boord gaan. Soms duurt het zeer lang eer zo’n vliegtuig vol zit.’

Vervangstukken: ‘Er wordt gefoefeld met de aankooppapieren zodat ze goedkope, niet- gehomologeerde vervangstukken kunnen gebruiken. Vaak moeten de airhostesses gaan helpen in het atelier. Wie dat weigert, wordt niet betaald.’

Roken: ‘Het vliegpersoneel rookt tijdens de vlucht.’

Pillen: ‘Om de hoge werkdruk aan te kunnen, slikt bijna iedereen Guronsan, dat is bijna zuivere cafeïne in de vorm van een pil.’

Vliegtuigen: ‘Vaak vliegen we met tweedehandse toestellen die zijn gekocht op een vliegtuigkerkhof in de Mojave-woestijn.’

Lisa Bleyssac, Avions poubelles, une hôtesse de l’air dénonce les arnaqueurs du ciel. Uitgegeven door Editions de l’Arbre. Er zijn nog geen plannen voor een Nederlandse vertaling.

[overgenomen van De Standaard.biz]

Glashard liegen

door Michiel van Kempen

Als ik op donderdag 15 april op vliegveld Zanderij kom voor mijn terugvlucht naar Nederland met de KLM, wachten twee groundstewardessen van de SLM ons op: de vlucht is gecancelled. Aswolk, IJsland. Dit nieuws is al uren bekend, maar waarom de KLM email- en telefoonbestand niet gebruikt om de passagiers een berichtje te sturen: ik vraag het maar niet. “Er zijn ons geen berichten bekend van passagiers die tevergeefs naar het vliegveld zijn gekomen,” zegt een luchtvaartwoordvoerder later over de radio. Glashard liegen kost immers niks.

Ik ben een maand in Suriname om lessen te geven aan de Schrijversvakschool: Caraïbische literatuurgeschiedenis, Surinamistiek en interpretatie van Caraïbische teksten. Op maandag 19 april worden mijn derdejaarscolleges aan de Universiteit van Amsterdam weer hervat. Dat 1 vulkaan de global village in de war kan sturen heeft wel iets moois. Er zijn mensen die dan in opstand komen tegen – in volgorde van belangrijkheid – de KLM, God en de vulkaan, maar dat helpt alleen hun bloeddruk verhogen. Ali Campbell, voorzanger van UB40, is zo iemand. Hij is in Suriname en zal op zaterdag een concert geven met zijn nieuwe band, maar hij weigert zijn hotel te verlaten, omdat hij geen schadevergoeding krijgt voor het feit dat hij pas op woensdag kan terugvliegen. Na een uur op hem inpraten begint hij zijn concert. dat om 8 uur moest beginnen, om kwart voor 1 ’s nachts. Hij zingt Bring me your cup, maar weet niet dat ze in Suriname cups zeggen als ze één beker bedoelen, en cupsen in het meervoud. Hij wordt compleet weggefloten.

Vrijdagochtend naar het KLM-kantoor. Instapkaarten blijven geldig, afwachten tot de vlucht zal gaan. Maar via de radio wordt een uur later omgeroepen dat iedereen zich moet aanmelden voor herregistratie. KLM-telefoonnummer onbereikbaar, kantoor zaterdag gesloten, maar we bereiken opeens wel een telefoniste die meldt dat we over een week, op vrijdag 23 april zullen worden teruggevlogen. Maandagochtend melden op het kantoor voor instapkaarten.
Volgens de nummering zijn er 140 wachtenden voor me in het bomvolle kantoortje, waar twee medewerkers minimaal 10 minuten per klant nodig hebben. De telefoon rinkelt onophoudelijk, niemand neemt op. Ik reken snel uit dat ik ’s avonds om 10 uur aan de beurt zal zijn. Maar dan komt er een mededeling dat iedereen mag weggaan die de dag ervoor zou vliegen, ze vertrekken vandaag nog. De laatst bijgekomenen gaan dus het eerste weg. Ik heb mazzel: iemand geeft me haar nummertje, ik schuif 80 nummers op.
Ik vind zowaar een kuipstoeltje om te zitten. Links van me zit een marronman uit Tilburg, rechts een stadsnegerin uit de Stoelmanstraat, Paramaribo met een vredig slapende baby met krentjes op het hoofdje. Ze kijkt vuil naar de KLM-bedienden: “Allemaal homo’s hier,” zegt ze. Ik geloof dat ik het niet goed gehoord heb. “Allemaal homo’s,” herhaalt ze. Daar zal het wel aan liggen, want mevrouw Chocolaad, van wie ik zeker weet dat die degelijk hetero gehuwd is, is nergens te bekennen.
Uren wachten. Dan is de KLM-bediende zover dat hij me de reserveringscodes kan geven. Die zijn exact gelijk aan wat ik al had. En of ik morgen wil terugkomen voor de instapkaarten. Er begint een kleine vulkaan in me te koken. Wat de natuur al niet vermag. “Ja,” zegt de bediende, “want als iemand niet wil vliegen, kunt u eerder gaan.” Het is de logica van iemand die meent dat een uitgehongerde bende leeuwen dat smakelijke gazellekalfje niet zal verslinden. “Belt u morgen,” zegt de bediende.
“Er neemt toch niemand op,” zeg ik.
“Ik kan de telefoon ook opnemen en niets tegen u zeggen,” dreigt de bediende. Als ik mijn instapkaarten opeis, blaft hij dat ik dan absoluut ook niet eerder dan vrijdag weg kan.
Ik sta buiten tussen de menigte op de stoep. Haal adem. Iemand heeft me gezegd dat er tegenwoordig een goeie slijterij is in Paramaribo. Die ga ik opzoeken. Ik krijg er koffie en er ligt een krant. “De KLM doet er alles aan om zijn klanten zo accuraat mogelijk voor te lichten,” lees ik.

  • RSS
  • Facebook
  • Twitter