blog | werkgroep caraïbische letteren
Posts tagged with: Loor André

Historicus André Loor heengegaan

Historicus André Loor is vanmorgen overleden. Zijn gezondheid was de laatste jaren niet zo best. Hij is 82 jaar geworden.

Enkele weken geleden nog signeerde Loor in boekhandel Vaco zijn boek André Loor vertelt …, Suriname 1850-1950 is op 19 september in kleine kring gepresenteerd in het Hoekhuis aan de Waterkant. Loor is bij die gelegenheid voor het voetlicht geplaatst door Walther Tjon A Tjieuw en Hans Breeveld, die de auteur ieder in een andere hoedanigheid hebben leren kennen.
Loor vertelde hoe het boek tot stand is gekomen en overhandigde het eerste exemplaar aan minister Soewarto Moestadja van Binnenlandse Zaken. Ook het Nationaal Archief kreeg een exemplaar. De uitgeefster van het boek dat inmiddels zijn tweede druk kent is Audrey Hogenboom.
In deze Vaco-uitgave gaat de historicus André Loor uitgebreid in op het leven in Suriname in de jaren 1850-1950. Met allerlei maatschappelijke ontwikkelingen, zoals de afschaffing van de slavernij, de komst van de immigranten en instelling van de leerplicht, vormt deze periode een keerpunt in de geschiedenis van Suriname.
Loor is in Suriname vooral bekend door de vele televisieprogramma’s die hij heeft verzorgd. Hij heeft meegewerkt aan meerdere geschiedkundige uitgaven en heeft talloze blijken van waardering ontvangen waaronder Officier in de Orde van Oranje Nassau en Grootofficier in de Orde van de Palm. Te Paramaribo is in 2012 een bronzen kopstuk van hem onthuld. Ook zou er een straat naar hem worden vernoemd.
In 2011 droeg de historicus meer dan 1200 boeken die hij in de loop der jaren verzamelde over aan de bibliotheek van De Surinaamsche Bank; de boeken handelen allemaal over Suriname. Loor is een groot kenner van de Surinaamse geschiedenis. Hij heeft ontelbare publicaties op zijn naam staan over episoden uit het nationale verleden.
[uit Starnieuws, 10 december 2013]

In de rij voor een historische ‘krabbel’

door Rose-Marie Maître
Paramaribo – Ter gelegenheid van de tweede druk van zijn boek André Loor vertelt…Suriname 1850-1950 heeft de historicus zondag exemplaren van zijn boek gesigneerd in Vaco.
Bij de eerste druk waren er drie signeersessies gepland. Echter waren de boeken binnen vijf dagen uitverkocht, waardoor een geplande signeersessie uitviel, vertelt uitgever Audrey Hoogenboom van Vaco.
Vanaf 22 november ligt de tweede druk in de winkel. Volgens Hoogenboom hebben sommige klanten tot zondag gewacht, zodat zij meteen een ‘krabbel’ van Loor konden krijgen.
In het boek zijn verhalen opgenomen met oude foto’s uit Suriname. Bij Christine Waterval wekken die nostalgie op. “Het doet je terugdenken aan vroeger. “Het boek heeft zij vooral gekocht voor haar leergierige dochters en “om voor de toekomst te bewaren.” Een jongeman houdt de winkelzak waarin zijn boek zit, stevig vast. Hij is de rij al doorlopen en kijkt nog in de winkel rond. Hij wil zijn naam niet melden maar geeft wel door dat hij geïnteresseerd is in geschiedenis en benieuwd is naar de verhalen achter de foto’s van plantages die in het boek voorkomen.
[uit de Ware Tijd, 02/12/2013]

André Loor vertelt…

Donderdagavond 19 september, heeft om 19.30u in het Hoekhuis aan de Waterkant in Paramaribo in kleine kring de officiële presentatie plaatsgevonden van André Loor vertelt…, Suriname 1850-1950. Deze nieuwste VACO-uitgave is geschreven door de welbekende en alom gerespecteerde historicus André Loor, die talloze onderscheidingen ontving, die vereeuwigd is met een bronzen kopstuk en die recentelijk te horen heeft gekregen dat een straat naar hem vernoemd zal worden. De heer Loor is vooral bekend als verteller – hij was jarenlang op televisie te zien met een programma waarin hij vertelde over de geschiedenis van Suriname – en als leraar geschiedenis. Een deel van zijn vermaarde kennis is nu opgenomen in dit boek, waarin hij op de hem zo typerende wijze verhaalt over het Suriname van die jaren.
Tijdens de presentatieavond werd de heer Loor voor het voetlicht geplaatst door de heren Walther Tjon A Tjieuw en dr. Hans Breeveld, die de auteur ieder in een andere hoedanigheid hebben leren kennen. Hierna gaf ceremoniemeester Deryck Ferrier het woord aan de heer Loor. Deze vertelde over de totstandkoming van het boek en overhandigde vanwege het belang van dit boek voor de samenleving het eerste exemplaar aan minister Moestadja van Binnenlandse Zaken. Ook mw. R. Tjien Fooh van het Nationaal Archief Suriname mocht een exemplaar in ontvangst nemen.
Over het boek:
De jaren 1850-1950 vormden een keerpunt in de geschiedenis van Suriname. Centraal stonden onder andere de afschaffing van de slavernij, de komst van vele immigranten uit verschillende delen van de wereld, de invoering van de leerplicht en het beschikbaar komen van gas en elektriciteit waardoor het dagelijks leven gemakkelijker werd. Het straatbeeld veranderde door de komst van fietsen en auto’s en het verdwijnen van paard en wagen. Er verschenen verschillende kranten en meer mensen leerden lezen. Ook kwam de eerste radio-omroep tot stand en de winning van goud en bauxiet ontwikkelde zich door industriële productie.
[uit Dagblad Suriname, 20-09-2013]

Loor: straten hernoemen historisch onverantwoord

door Hugo den Boer

Paramaribo – Hoewel historicus André Loor blij is dat de Verlengde Gemeenelandsweg naar hem genoemd gaat worden, is hij tegen het hernoemen van bestaande straatnamen. Hij vindt dit historisch onverantwoord.
 
Loor reageert op het nieuws dat de regering een groot aantal nieuwe straten eindelijk een naam gaat geven, maar ook oude straten gaat hernoemen. Hij stelt dat bestaande straatnamen niet veranderd moeten worden, omdat ze een ontstaansgeschiedenis hebben. Daarom was hij eerder al niet blij met de hernoeming van ondermeer de Gravenstraat die zijn oorsprong vindt in de geschiedenis toen Paramaribo in bezit was van de stad Amsterdam.
De historicus kan de straathernoeming met zijn naam toch wel verantwoorden. “In mijn geval zal het niet gaan om de Gemeenelandsweg, maar het verlengde daarvan. In die zin verdwijnt de naam niet, maar krijgt de verlengde straat eindelijk zijn eigen naam. “Dit heeft zich ook voorgedaan met het verlengde Molenpad die nu Samuel Kafiluddistraat heet.”
Loor is erg trots op de erkenning voor zijn bijdrage aan de ontwikkeling van Suriname die uit de naamgeving spreekt. “Zelfs de meeste presidenten hebben nog geen straat op hun naam staan. Maar zolang het bordje er niet staat, geloof ik het niet hoor.”
[uit de Ware Tijd, 16/08/2013]

André Loor krijgt bronzen kopstuk bij Nas

door Euritha Tjan A Way

Het voorstel van stichting Sranan Boeroe om een bronzen kopstuk van Andre Loor te plaatsen bij het Nationaal Archief, is gehonoreerd door Biza-minister Soewarto Moestadje. Vandaag om tien uur vindt op het terrein van het Nationaal Archief Suriname (NAS) aan de Mr. J. Lachmonstraat nr. 174 de onthulling van dit kopstuk plaats.

Nationale Archivaris Rita Tjien Fooh-Hardjomohamad vertelt waarom de stichting speciaal vroeg om deze locatie. “Andre Loor heeft zich ingezet voor het doen van onderzoek naar de geschiedenis van Suriname en de geschiedbeoefening in ons land. Hij heeft in 1980 een rapport uitgebracht over de staat van het archiefwezen. In dat rapport heeft hij ook advies uitgebracht aan de toenmalige regering voor een geheel moderne archiefruimte met studiezaal en alle toebehoren. Vrijwel alle adviezen die hij toen gaf hebben wij nu opgevolgd. Dus het is ons een waar genoegen om het kopstuk hier te hebben”, meent Tjien Fooh die meldt dat het verzoek van de stichting Sranan Boeroe al aan de vorige Biza-minister Maurits Hassankhan was gedaan.

Mini-expo
Naast de onthulling zal er ook een mini-expositie te bezichtigen zijn met werken van Loor. Audrey Koenders Chef Educatie en Voorlichting bij het NAS, vertelt dat de werken geleend zijn van De Surinaamsche Bank. “Het zijn boekwerken van onderzoeken die Loor gedaan heeft zoals 130 jaar Openbare Werken, Telecom en Bouwnijverheid, 150 jaar Boerenkolonisatie en 150 jaar Albina. Na deze ééndaagse mini-expo gaan zijn werken weer terug naar De Surinaamsche Bank.”

Liefde
Naast toespraken van Tjin Fooh, Moestadja, oud-collega en vriend Walter Tjon A Tjieuw en vertegenwoordigers van Stichting Sranan Boeroe, komt ook geschiedkundige Mildred Caprino aan het woord. Zij zal namens het Instituut voor de Opleiding van Leerkrachten waar Loor jarenlang aan verbonden is geweest het woord voeren.
“Als leerling kom je eerst in aanraking met geschiedenisleerkrachten en later met geschiedenisdocenten. Die heeft Loor jarenlang opgeleid op het IOL en naast het technische en de vaardigheid om het werk goed te kunnen doen, heeft hij mensen zeker ook de liefde voor geschiedenisonderzoek van Suriname zelf bijgebracht. Het kopstuk dat onthuld zal worden is vervaardigd door kunstenaar Erwin de Vries. De inloop morgen is om half tien en de plechtigheid duurt tot elf uur waarna er tijd is voor gezellig samenzijn met de historicus.”

[uit de Ware Tijd, 10/05/2012]

Fort uit 1790 in Saramacca ontdekt

door Wanita Ramnath

Het fort Groningen, dat gebouwd werd in 1790 door gouverneur Jan Gerhard Wichers, is door de Nederlandse historicus Beno Hofman te Groningen, Saramacca ontdekt. Na een uur graven, werd het vermoeden van de historicus hard. Het vijfhoekige fort kon niet in zijn geheel opgegraven worden, omdat er gebouwen op staan. Ook het districtscommissariaat van Saramacca staat erop.

Het fort was gebouwd om de plantages tegen aanvallen van buitenaf te beschermen en werd genoemd naar de geboorteplaats van de gouverneur, Groningen in Nederland.

Beschrijvingen
Hofman wist precies waar er gegraven moest worden. Een oude kaart van de boerenkolonisatie uit 1845 had een schets van het fort. Daarnaast zijn er ook luchtfoto’s geschoten. Een militair had deze schetsen ooit op papier gezet. Een militair rapport uit 1800 beschrijft het fort als volgt: “…In Saramacca ligt even boven de nieuwe stad Columbia het Fort Groningen, zijnde aangelegt voor reguliere vijfhoek, de muuren van schulpsteen opgemetzeld; aan hetzelve wordt nog gewerkt…”. Het straatje vanaf de fortpoort naar de landingplaats bij de rivier werd al gauw de ‘Landingstraat’ genoemd. De straat liep door de achterpoort landinwaarts naar het kerkhofje en de veeweide.

De post Groningen was een hoofdpost van het militaire cordon. Mr. A. F. Lammens bezocht de post in 1818 en legde het volgende vast: “…Op de westelijken oever van de Saramaka agt a negen uren van zee, is de Fortres Groningen…De post Groningen, ligt op de boord van de rivier, is ten zuiden door een muur van zandsteen omringd, en voor het oog de fraaijste post in de Kolonie, het Komandantshuis en alle de gebouwen, waren in de besten staat.”

Meerdere forten
Historicus André Loor zegt desgevraagd aan Starnieuws dat fort Groningen tot 1843 als legerplaats diende. Het fort werd daarna door de militairen verlaten en er is nooit meer naar omgekeken. In het fort lagen de kanonnen opgeslagen op de vele plantages die het district Saramacca kende, te beschermen. Het district beschikte ook nog over de forten Nassau en Carel.

Het belangrijkste fort was toch Groningen. Haast alle forten werden vijfhoekig gebouwd. Dit was een militaire strategie voor een betere verdediging. Loor merkt op dat vele plantages achteruit gingen, maar de mensen bleven wel wonen in het district en brachten Saramacca verder tot ontwikkeling.

Behoud erfgoed
Districtscommissaris Aroenkoemar (Ro) Ramdhani van Saramacca zegt dat hij zijn ogen niet kon geloven. “Die man kwam met een korte boomgraafmachine en was nauwelijks een uur bezig. De grote ontdekking werd gedaan. Hij hoefde net 40-60 centimeters te graven”, vertelt Ramdhani.

Hij merkt op dat er niet veel gedaan kan worden aan deze historische ontdekking, omdat het districtscommissariaat en de gevangenis nu erop staan. Een ding is zeker: deze gebouwen hebben een stevig fundament. De dc is van plan om contact op te nemen met het Surinaams Museum om na te gaan wat eventueel de mogelijkheden kunnen zijn om dit erfgoed te behouden.

De oudste bewoner van het district Saramacca, Christiaan Roseval (103), zegt geen informatie te beschikken over Groningen. Ook heeft hij nooit in de hoofdstad van het district gewoond. Daarnaast heeft Roseval geen verhalen over het fort van Groningen van zijn voorouders gehoord.

[uit Starnieuws, 25 november 2011]

Het Open Boek van Danny Lo Fo Sang – Ondernemer

door Chandra van Binnendijk

Wat ligt er momenteel naast uw bed?
Vakliteratuur over leiderschap. Mijn favoriete boek is van Stephen R. Covey, 7 Habits of Highly Effective People. Dat heb ik helemaal bewerkt voor de opleiding aan de politieacademie.

Welk boek heeft u verslonden?
Raise the Titanic van Clive Cussler. Voor het eerst in mijn leven las ik een boek in een avond uit. Dat was in 1980 toen ik zat opgesloten in een cel, bij het licht van een straatlantaarn. Mijn mind werd volledig in beslag genomen door het boek. Dat maakte veel indruk op me.

Waar leest u het liefst?
Op het toilet kan ik wel een uur zitten lezen. En aan de eettafel. Liggend lezen kan ik niet, ik moet er echt voor gaan zitten. Op kantoor lees ik ook, aan mijn bureau, na werktijd wanneer het rustig is. Dan lees ik wat er nodig is – een artikel, een rapport, een verslag.

Met welke schrijver zou u een avondje uit willen?
Met Stephen Covey. Ik zou hem diepzinnige vragen stellen. De man is multidisciplinair en heeft aspecten uit de psychologie, de sociologie, de criminologie samengebracht. Ik heb baldadig veel van hem geleerd over persoonlijke ontwikkeling. Mensen voelen zich te snel slachtoffer van hun omgeving. Ze onderschatten zichzelf en hun vermogens of individuele kwaliteiten. Hoe kun je in een slecht humeur raken omdat het buiten regent? Jij bepaalt toch zelf je emoties! Dat vermogen heb je.

Wat was uw lievelingskinderboek?
De boeken over Arendsoog van Johannes Nowee. En strips las ik veel. Lucky Luke en de Daltons, ja man!

Welk boek neemt u mee naar een onbewoond eiland?

Klinkt vreemd, maar misschien wel de bijbel want dat ding heb ik nooit gelezen. Het liefst zou ik daar Nostradamus lezen. De dramatische gebeurtenissen met die volksbeweging in het Midden Oosten volg ik op de voet. Het schijnt allemaal voorspeld te zijn en in dat boek te staan.

Welk boek kreeg u pas nog cadeau?
Een boek over Tao. Van een vriendin die weet dat ik een paar maanden Tai Ji lessen heb gevolgd. Elke ochtend vroeg doe ik de oefeningen, heel heilzaam. En ik ben erover gaan lezen. Daarom moet ik van haar nu ook over de Tao lezen.

Waarover leest u het liefst?
Alles wat over de historie van Suriname gaat verslind ik, boeken en artikelen, alles. Van André Loor, van Cynthia McLeod. Jammer dat er nog zo weinig geschreven is.

Wat zou u zelf willen schrijven?
Over wat er achter de coulissen is gebeurd op 25 februari 1980. Bijvoorbeeld op het politiebureau. Daar was ik zelf bij en ik registreer onvolkomenheden wanneer er nu over gesproken wordt.

Eten en lezen?
Ontbijten en de krant lezen gaat wel samen, iets anders niet.

Een kleine boeroe-jongen werd Surinames bekendste historicus

Interview met André Loor

door Anne Huits

“Ham thag gaili, ik ben moe, streep eronder”, zegt hij plotseling en met die woorden maakt hij pardoes een eind aan ons gesprek. Gisteren televisieopnamen over pleinen in Paramaribo, vanmorgen om negen uur de eerste afspraak. Daarna ons gesprek. Het is nu bijna twaalf uur, André Loor, doctor honoris causa aan de Anton de Kom Universiteit van Suriname, onze meest bekende en zeer gewaardeerde historicus is moe, erg moe.

Vijftien jaar geleden sprak ik met hem voor de Weekkrant Suriname. Onder de titel ‘André Loor een lopend archief’, verscheen naar aanleiding van dit gesprek een artikel. In die tijd gaf André op de vroege zondagmorgen nog rondleidingen door de binnenstad van Paramaribo voor zijn studenten en overige belangstellenden.
Maar de tijden zijn veranderd. Loor is nu bijna tachtig jaar, de ouderdom kwam ook voor hem met gebreken. Lopen gaat moeizaam, zijn gezichtsvermogen is ernstig achteruit gegaan. Lezen kan hij niet meer. Erg vindt Loor dat. Heel erg. “Maar ach”, relativeert hij, “ik heb de tijd gehad om er langzamerhand aan te wennen. Ik ben dankbaar met wat ik nog heb.”

Lees verder in de Parbode, klik hier

  • RSS
  • Facebook
  • Twitter