Op donderdag 27 mei 2021 ondertekenden Rita Rahman, voorzitter van de Werkgroep Caraïbische Letteren, en... Lees verder →
Dieren in de Surinaamse kinderliteratuur: info voor jeugdbegeleiders
door Els Moor
Kinderen hebben over het algemeen belangstelling voor dieren. Ze vinden het dan ook fijn om verhalen over dieren te horen of om er boeken over te lezen en de plaatjes te bekijken. In ons land met zijn rijke natuur leven veel-veel dieren, van verschillende soorten. Wilde dieren in het bos, maar ook tamme bij mensen. Er zijn verhalen over dieren van vroeger, zoals over Kantjil en Anansi, maar kinderboekenschrijvers van nu hebben zelf verhalen verzonnen waarin dieren een belangrijke rol spelen, of boeken met illustraties zodat kinderen de verschillende dieren leren kennen. We geven hieronder een overzicht van kinderboeken waarin dieren belangrijk zijn. Dat zijn er heel wat, maar vanwege de ruimte moeten we een keuze maken.
read on…In verhalen klimmen we in bomen
door redactie dWTL
‘TOR. A People’s Business’: ‘We zijn veel meer dan een hotel’
door Jerry Dewnarain
Torarica werd op 10 juli 2012 vijftig jaar. Het is een hotelbedrijf waar we niet omheen kunnen: het heeft een gevestigde reputatie. Het hotel heeft een 24 uurs-business en speelt een belangrijke rol in de Surinaamse samenleving. Bij het plannen van het jubileumjaar begin 2011 werd daarom besloten een gedenkboek uit te geven, een present voor de gemeenschap. Waarom een boek voor de samenleving? Hoe betrokken is Torarica bij de samenleving of andersom? TOR. A People’s Business. Een halve eeuw Hotel Torarica kwam uit in december 2012. Chandra van Binnendijk en Marieke Visser hebben een memorandum geschreven waarin de vijftig jaar geschiedenis van dit 100% Surinaams bedrijf is vastgelegd.
read on…Sas; Het bosduiveltje op één been
door Marijke van Mil
Sas; Het bosduiveltje op één been is gebaseerd op verhalen van de Braziliaanse auteur Monteiro Lobato (18 april 1882 – 4 juli 1948) rond Saci-pererê, een tricksterfiguur uit zijn land. In zijn kinderboeken verweefde hij zijn eigen fantasie met folkloristische elementen, mythen, moderne literatuur en zelfs films en stripverhalen.
read on…Indianen van Noni Lichtveld
door Bart Krieger
Indianen
Kunstwerken zijn op verschillende manieren te ‘lezen’. Met het oog, het hart en het hoofd. Het oog levert een objectieve beschrijving op, het hart een emotionele subjectieve en het hoofd kan het geheel in context plaatsen en hier betekenis aan geven. Deze maand de Indianen bij de hoofdingang van Hotel Torarica, ontworpen door Noni Lichtveld en gemaakt van tien verschillende houtsoorten, 1962, 275 bij 175 centimeter.
Wat zien we?
Twee levensgrote Indianen opgebouwd uit verschillende kleuren, gelakt hout. Ze staan achter elkaar en zijn gewapend met pijl en boog.
Wat voelen we?
Door de gestileerde, hoekige vormen van de onderdelen krijgen de figuren een archaïsch en trotse houding.
Wat denken we?
Qua idee doen de samengestelde houtsnijwerken denken aan het Europese inlegwerk van bijvoorbeeld Jan van Mekeren (1658-1733) die in de zeventiende eeuw garant stond voor het op ‘Franse wijze’ decoreren van kunstkabinetten met prachtige Bloemenmarqueterie of parketerie (inlegwerk samengesteld uit verschillende houtsoorten). De associatie met het wapenschild van Suriname (munt van Suriname) is ook snel gemaakt. Het wapenschild wordt immers van oudsher omlijst door twee Indianen, als verwijzing naar de oorspronkelijke bewoners van het Surinaams grondgebied. Een mooi voorbeeld hiervan is een foto uit de collectie van het Tropenmuseum waarin het wapen wordt geflankeerd door echte Indianen met het devies justitia, pietas, fides (gerechtigheid, vroomheid, vertrouwen). Saillant detail is dat het beeld waarschijnlijk afkomstig is van een zegel dat de West-Indische Compagnie (WIC) in 1683 in gebruik nam. Bovendien is de plaatsnaam Thorarica waarschijnlijk van Arowakse (Indianenstam) oorsprong. Noni Lichtveld doet met deze opdracht voor het openingsgeschenk van Hotel Torarica dus eer aan de oorspronkelijke bewoners en de oorsprong van de naam van het bekendste hotel van Suriname. Wat Manneken Pis was voor de Brusselaars, werden de houten Indianen voor Paramaribo. Al snel werden de Indianen door de Surinaamse toeristenindustrie omarmd en gebruikt als herkenbaar beeldmerk en authentiek souvenir. Ontelbare kopieën vonden en vinden tot vandaag de dag gretig aftrek.
Betekenis?
De houtsoorten zijn alle te definiëren; Purperhart, Bruinhart, Kopie, Gele Kabbes, enzovoorts. Is hier nog extra betekenis uit te lezen zoals uit de zogenaamde Engelse ‘regard’-ringen? Deze achttiende en negentiende eeuwse verlovingsringen waren niet alleen mooi maar verborgen een geheime boodschap. Door de volgorde van de edelstenen werd een woord in dit geval ‘regard’ (hoogachting) gespeld; Ruby (robijn), Emerald (smaragd), Garnet (granaat), Amethyst, Ruby en Diamond (diamant). Verbergen deze Indianen ook een boodschap of wordt met de houtsoorten waaruit de figuren zijn opgebouwd simpelweg ‘het één zijn met, het respecteren van, en het beschermen van de natuur’ tot uitdrukking gebracht? Lichtveld zelf laat weten dat ze de Indianen achter elkaar heeft gezet als gewapend escorte ter bescherming van de hotelgasten. Dat geeft ook een fijn gevoel.
[uit Parbode,1 augustus 2012]
Noni Lichtveld

Het grote Anansiboek van Ferrier en Lichtveld
door Cynthia Mc Leod
Het ziet er prachtig uit. Gebonden, harde kaft, glanzend papier en de tekeningen in full colour! Op de achterkaft staat er: ‘Dit hele boek zou in een wolkje moeten staan, want de verhalen hierin zijn direct opgetekend uit de mond van meesterverteller Johan Ferrier.’ Dat klopt helemaal, want zo is dit boek ontstaan. Dr. Johan Ferrier heeft niet achter een typemachine of de computer zitten schrijven. Welnee, hij vertelde de anansitori’s aan groepen leerlingen op scholen en in bibliotheken.
Het idee om van het sinds 1986 bestaande boek een jubileumuitgave te maken, ontstond twee jaar eerder bij de planning van de viering van Johan Ferriers 100ste verjaardag, die op 12 mei 2010 zou zijn. Toen hij hoorde van deze plannen, zei hij zelf, dat het boek niet duur mocht zijn en dat hij graag had dat alle basisscholen en kindertehuizen in Suriname een exemplaar cadeau zouden krijgen.
Een mooi boek maken, dat niet duur mag zijn en daarvan nog 500 exemplaren cadeau geven, zou alleen lukken als er subsidie kwam. Dat werd moeilijk, want een mogelijke Nederlandse subsidiegever stelde al meteen dat de tekst niet literair genoeg was, dat de verhalen te moralistisch waren en dat er teveel onderbrekingen waren. Eén van de commissieleden dacht erover de tekst te herschrijven. Toen ik dat hoorde, zei ik: ‘Anansitori’s zijn volksverhalen en die zijn per definitie moralistisch en die onderbrekingen, die horen erbij, want de echte verteller wil juist onderbroken worden en maakt de onderbreking een deel van het verhaal. Niemand mag aan de tekst komen, want anders zijn het niet meer Johan Ferriers anansitori’s.’
Gelukkig kwam de oplossing vanzelf: Surinaamse bedrijven wilden spontaan en onvoorwaardelijk subsidie geven voor dit echte Surinaamse boek!
Want dat is het. Een mooi Surinaams boek. Bekende en ook vrij onbekende anansitori’s waarnaar alle kinderen met plezier zullen luisteren en die ze ook heel graag zelf willen lezen.
Maar er is nog meer. Die onderbrekingen! Want wat deed Johan Ferrier tijdens het vertellen? Het luisterpubliek onderbrak hem niet, maar hij onderbrak zichzelf. A tori ben koti! En in die koti verklaarde hij iets of legde iets uit. Daardoor staat het boek vol van allerlei wetenswaardigheden over de leefwijze van vroeger en typische aspecten van onze cultuur. Een voorbeeld: in een verhaal verstopt Anansi zich in de ashoop. De verteller: ‘Vroeger werd in Suriname op hout gekookt in een keuken achter in de tuin. De as werd op een hoop gegooid en gebruikt om hard water zacht te maken. Als je hard water een nacht in een teil met as liet staan, werd het zacht. Dan had je minder zeep nodig om kleren te wassen.’ In een ander verhaal is Ba Tigri zogenaamd dood. De verteller: ‘ ‘s Avonds gingen alle dieren in rouwkleren naar het sterfhuis. Ze gingen graag naar een sterfhuis, want dan is er altijd lekker eten en drinken. Er is popcorn, er zijn koekjes en chocolademelk, koffie en thee. En ook sterkere drank dan chocola, koffie en thee!’
In weer een ander verhaal heeft tante Sjaklien haar ‘kasmoni’ gekregen en dan wordt uitgelegd wat kasmoni is en hoe dat werkt.
Bij één van de verhalen begint de verteller zo: ‘In Ghana krijgen kinderen de naam van de dag waarop ze geboren zijn. Weet jij op welke dag je geboren bent? Nee? Vraag het je ouders. Dan weet jij ook hoe jij genoemd zou worden in Afrika. Een meisje dat op zondag geboren is, heet Kwasiba, een jongen: Kwasi. Een meisje, op maandag geboren, heet Adyuba, een jongen Kodyo. Meisjes, op dinsdag geboren, heten Abena of Abeniba, jongens: Kwamina. Een meisje, op woensdag geboren, heet Akuba, een jongen: Kwaku. Een meisje, op donderdag geboren, heet Yaba, een jongen: Yaw. Meisjes, op vrijdag geboren, heten Afi of Afiba, jongens: Kofi. Meisjes, op zaterdag geboren, heten Amba of Amimba, jongens: Kwami. Anansi is getrouwd met Akuba. Op welke dag is zij dus geboren?’ Die onderbrekingen bevatten allerlei culturele aspecten en blijken dus juist heel waardevol te zijn.
Wat ik zelf van groot belang vind, is het feit dat aan het begin van het boek iets staat over de spelling en de uitspraak van het Sranan. Door onze geschiedenis en vooral de onderwijssituatie van de afgelopen honderddertig jaar, is het Nederlands onze officiële taal geworden. Daar is niets mis mee. Het Surinaams-Nederlands is de moedertaal van een grote groep Surinamers, het is de voertaal, de onderwijstaal, taal van pers, enzovoort. Maar het Sranan of Sranantongo, dat is voortgekomen uit het Nengre, heeft zich ook ontwikkeld en is een nationale taal geworden, zelfs zo dat we altijd het Sranan couplet van ons volkslied zingen. Het Sranan is al sedert onze onafhankelijkheid een gestandaardiseerde taal, dat wil zeggen dat er vastgelegde spellingregels zijn. Maar helaas, helaas, heel weinig mensen kennen deze regels en iedereen schrijft het Sranan maar zoals hij/zij zelf wil: ‘Swiet Djaarie’ in plaats van Swit’ Dyari en ‘viadoe’, terwijl het fiyadu moet zijn. Het lijkt erop dat we heel weinig respect voor onze eigen taal hebben.
Maar waar leren mensen spellingregels? Juist, op school! En daarom kennen wij Surinamers de spellingregels van het Sranan niet, want op school wordt ons dat niet geleerd. Ja, onze kinderen mogen wel Engels correct leren spellen en Spaans en Frans, maar niet het Sranan. Drie of vier lesuren in de vijfde klas van de basisschool hieraan besteed, zou daarin al heel wat verandering kunnen brengen. Aan de leerkrachten van de vijfde en zesde klas geef ik nu het volgend advies: Als u uw leerlingen beloont met een anansitori uit ‘Het Grote Anansiboek’ van Johan Ferrier, kijk dan ook vóór in het boek en voeg er een kort lesje Sranan spelling aan toe. Dat zal goed zijn voor alle Surinamers.
Johan Ferrier: Het Grote Anansiboek. Met illustraties van Noni Lichtveld, 136 pp.. Schoorl: uitgeverij Conserve, 2a010. ISBN 978 90 5429 295 1
Oorspronkelijke uitgave in 1986. Sindsdien verschenen drie drukken in paperback (2002, 2003 en 2007) bij Conserve te Schoorl
[overgenomen uit De Ware Tijd Literair; Cynthia Mc Leod is de dochter van Johan Ferrier; haar historische romans verschijnen eveneens bij uitgeverij Conserve in Schoorl]
Grote Anansiboek in Suriname
Voor meer info 472072/472070
Gloednieuwe editie Het grote Anansiboek
Het grote Anansiboek is nooit geschreven: het is verteld. Deze verhalen zijn zó uit de mond van de verteller opgetekend. Daardoor is Het grote Anansiboek het meest echte Anansiboek van de wereld, van de hand van meesterverteller Johan Ferrier. Zie het voor je: kinderen die met open mond luisteren naar verhalen over Anansi, de slimste spin ter wereld. Ja, zo ging het als schoolmeester Johan Ferrier vertelde over Anansi. Duizenden kinderen zijn opgegroeid met zijn verhalen over Anansi.
De uitgave werd mede mogelijk gemaakt door financiële steun van De Surinaamsche Bank, IamGold, de Nederlandse Taalunie, Staatsolie en Telesur. Het eerste exemplaar van het boek is op 12 mei, de 100ste geboortedag van Johan Ferrier, door zijn dochters Cynthia, Helen, Joan en Kathleen overhandigd aan premier Balkenende en mevr. Susan Derby, tijdelijk zaakgelastigde van de Surinaamse ambassade.
Op 8 juli wordt het boek gepresenteerd in theater Thalia in Paramaribo waar tien leerlingen van basisscholen en kindertehuizen in Suriname een gratis exemplaar ontvangen namens hun schoolbibliotheek. Voor het onderwijs worden er lessuggesties gemaakt.
Johan Ferrier & Noni Lichtveld – Het grote Anansiboek – 140 pagina’s, full color geïllustreerd, gebonden, ISBN 978 90 5429 295 1, € 19,95
Surinaamse Klassieken
Het boek komt uit als deel 6 in de reeks Surinaamse Klassieken van uitgeverij Conserve, die onder redactie staat van Peter Sanches. Overige delen reeks Surinaamse Klassieken:
Deel 1 Leo Ferrier – Atman
Deel 2 Bea Vianen – Strafhok
Deel 3 Albert Helman – De stille plantage
Deel 4 Tonko Tonckens – De vicieuze cirkel
Deel 5 J. van de Walle – Een vlek op de rug
Voor meer informatie over het boek:
Uitgeverij Conserve, postbus 74, 1870 AB Schoorl, telefoon 072-509 3693, info@conserve.nl website http://www.conserve.nl/