Op donderdag 27 mei 2021 ondertekenden Rita Rahman, voorzitter van de Werkgroep Caraïbische Letteren, en... Lees verder →
Caraïbische salon: Leven in dienst van de Heiland
Over missie- en zendingsliteratuur; met Benoît Verstraete-Hansen, Susan Legêne en Felix Burleson
De literatuur van zendelingen en missionarissen is een verwaarloosd genre, ongetwijfeld omdat we vandaag de dag een broertje dood hebben aan evangelische boodschappen in romans en jeugdboeken, die we zien als deel van het koloniale project. Maar de literatuur van zendelingen en missionarissen heeft een enorme omvang gekend. Zij laat veel zien over hoe mensen eeuwenlang dachten en ze toont de bevlogenheid en idealisme van velen die naar de tropen trokken.
read on…Hindostaanse muziekinstrumenten (15) – Harmonium
Harmonium
door Prem Dihal
Het harmonium is een van de meest bekende en gebruikte aerofoons in India en werd geïmporteerd uit Europa. Geen ander buitenlands instrument heeft zoveel opschudding veroorzaakt als het harmonium, en geen ander wordt zo uitgebreid gebruikt, of het nu in klassieke, lichte, film- of volksmuziek is. Het is waarschijnlijk ook het meest gebruikte instrument in Noord-India.
read on…Tentoonstelling: Een heidens karwei. Zendingsverhalen voor kinderen
Vanaf mid-september 2023 is om te beginnen in het zendingshuis in Zuidland en daarna op verschillende plekken in het land, een tentoonstelling over zendingsboeken geschreven voor kinderen en jongeren te zien. Bij de tentoonstelling zijn ook twee uitgaven verschenen. In de nieuwsbrief van de Stichting Zendingserfgoed staat het volgende te lezen over deze tentoonstelling.
read on…Boek over P.M. Legêne en zendingsliteratuur
Nooit eerder verscheen er een boek waarin geanalyseerd wordt hoe het genre van de zendingsliteratuur werkt, terwijl er wereldwijd toch duizenden roman en verhalen binnen het genre zijn verschenen. Met de verschijning van de handelseditie van het proefschrift van Benoît Verstraete-Hansen is daar nu eindelijk verandering in gekomen.
read on…Promotie Benoît Verstraete-Hansen over zendingsliteratuur
De storm Eunice dreigde even roet in het eten te gooien: de voor 16.00, vrijdag 18 februari, geplande promotieplechtigheid voor Benoît Verstraete-Hansen werd om 13.00 gecanceld: alle UvA-gebouwen gingen onmiddellijk dicht. Maar met een snelle actie kon er toch een online verdediging van zijn proefschrift over P.M. Legêne, Leven in dienst van de Heiland, plaats vinden. Hoogleraren verschansten zich achter hun laptops op zolders en in hotelkamers. En na afloop was er wèl een echt diner. Wie de Agnietenkapel gesloten vond, kan hieronder alsnog kijken hoe het toeging. Daaronder de laudatio’s van zijn promotores Prof. Michiel van Kempen en prof. Bert Paasman.
read on…Benoît Verstraete-Hansen promoveert op P.M. Legêne en de zendingsliteratuur
Op vrijdag 18 februari 2022 zal Benoît Verstraete-Hansen zijn proefschrift, getiteld Leven in dienst van de Heiland; Peter Martin Legêne als zendeling en schrijver, verdedigen aan de Universiteit van Amsterdam. Promotoren zijn prof. Michiel van Kempen en prof. em. Bert Paasman.
read on…De schrijfset van P.M. Legêne
Een van de belangrijkste aanwinsten voor de collectie van de Evangelische Broedergemeente in Zeist zijn nalatenschappen en giften van vrienden van Het Hernhutter Huis. Jongste aanwinst is een schrijfset uit Suriname die ooit toebehoorde aan de zendeling P.M. Legêne, die in Suriname werkzaam was voor de Hindoestaanse zending van de EBG.
read on…Opening van het letterenseizoen bij Ons Suriname
Op zondag 8 september 2013 presenteren de Vereniging Ons Suriname, de Werkgroep Caraïbische Letteren en de Leerstoel West-Indische Letteren van de Universiteit van Amsterdam een Letterendag bij Ons Suriname in Amsterdam.
Antoine de Kom – Ritmisch zonder string
Toegang 3,50.
Hindostaanse Zending in Suriname en de regio
door Joop Vernooij
.
Jan Schalkwijk (1923-2002) kwam in 1952 in Suriname voor pastoraal werk binnen de Hindostaanse Zending van de Evangelische Broedergemeente. Hij werkte ook als docent op Jamaica. Het werk heeft zijn leven bepaald en hij wilde zijn ervaringen over de ontwikkelingen van de zending in het Zuid-Caraïbisch gebied, Gyuana, Trinidad en Suriname, samenbundelen in een proefschrift aan de Vrije Universiteit Amsterdam. Hij ging zo uitbundig aan de slag dat hij een 1.000 bladzijden tekst bij elkaar had geschreven. Door omstandigheden (zijn 2 promotoren overleden) moest hij een nieuwe promotor zoeken. Die vond hij wel maar die bepaalde dat een 300 bladzijden wel genoeg zou zijn. Jan Schalkwijk is er niet meer aan toe gekomen. Zijn zoon Marten heeft zich over het materiaal ontfermd en heeft de tekst gereduceerd tot een publicatie van 703 bladzijden. Er is dus het een en ander weggelaten. Maar dan nog is het een hele pil.
In 2001, toen de Hindostaanse Zending in Suriname van de Evangelische Broedergemeente 100 jaar bestond heeft Jan Schalkwijk een jubileumuitgave verzorgd over die honderd jaren Hindostaanse Zending in Suriname. Deze Hindostaanse Zending 1901-2001 werd uitgegeven in de serie van het Theologisch Seminarie van de Evangelische Broedergemeente Suriname te Paramaribo, nummer 8, 70 bladzijden en met enkele foto’s.
Er wordt een beetje gesjoemeld met het woord hindoestaan en hindostaan. Actueel is het gebruik van het woord hindostaan aan te bevelen omdat hindoestaan zou suggereren dat het gaat om hindoes. Maar Hindostanen zijn niet alleen hindoe, maar ook islamiet, christen, anders of niks wat religie betreft.
Een tweede opmerking willen we maken. Zending is hetzelfde woord als missie, maar dat is katholiek. De Hindostaanse missie had van doen met Rajpur, Giryapur (Kilometer 25 aan het Pad van Wanica), Ranipur en andere katholieke instellingen voor Hindostanen.
Jan Schalkwijk had zijn materiaal voor zijn dissertatie bepaald van 1850 tot 1980. Begrijpelijk en in 1980 actueel. Het probleem is nu dat we 30 jaren verder zijn en statistieken, die Schalkwijk graag gebruikt, niet meer actueel zijn. Bovendien zijn er in de Hindostaanse zending in Suriname in die afgelopen 30 jaren interessante zaken gebeurd. Het materiaal is dus niet actueel gedateerd, maar is wel goed bruikbaar. Dus daar moeten we het mee doen: niet erg want er is een heleboel te vinden in deze publicatie.
Schalkwijk kiest voor de geschiedenis van de zending (kerk) in de regio en heeft veel te melden. Hij doet dat min of meer chronologisch, gebruikt perioden en fasen. Deze geschiedenis zou ook thematisch behandeld kunnen worden, zoals lidmaatschap en alles er omheen, kerkkeuze en alles er omheen, kerkorde en alles er omheen en andere belangrijke zaken in kerk en wereld. Er zou nog wel een discussie mogelijk zijn over zijn methode van (historisch) kritisch onderzoek.
Schalkwijk heeft drie grote delen: de zendingsgeschiedenis in de regio, de hindostaanse zending, christenen en gemeenten en de Noord-Atlantische voortzetting (in Europa), conclusies en perspectieven. Vele mensen van de Caribbean zijn verhuisd naar Europa, naar de voormalige moederlanden. Daar zijn groepen tot leven gekomen of hebben onderdak gevonden bij bestaande religieuze instituties. Er zijn migrantenkerken ontstaan. In elk geval de moeite waard er aandacht aan te geven. Schalkwijk zelf was later betrokken bij het werk van de Evangelische Broedergemeente in Nederland, ook al doordat hij studieleider was van het Broedergemeente-seminarie te Zeist.
Kader
Schalkwijk plaatst zijn onderwerp in het vereiste kader, in de historie van de Caribbean en Southern Caribbean, toegespitst op Trinidad, Guyana en Suriname. Er is natuurlijk heel wat te melden vanuit de koloniale tijd en de tijd van de slavernij in die landen en over de christelijke kerken die meekwamen met de overheersers. Ook kwam mee de verscheidenheid aan talen en religieuze richtingen. De regio werd gefragmenteerd, gesegmenteerd, door de Europese machten en de aanmaak van de diverse gebieden (die nog al eens van eigenaar verwisselden). De regio werd een religieuze lappendeken (mamyo) en de nieuwe lokale volken moesten het daar dan maar mee doen. De onderlinge verbindingen via cultuur, talen en arbeid leverden contacten, ondersteuning en uitwisseling in de regio op.
Plaatselijk
Na 1838 als in de Engelse gebieden mensen uit Brits-Indië op de plantages komen werken, begint de evangelisatie of de zending van de kerken. Dat wil zeggen: waar komen deze contractarbeiders religieus aan bod? Welke kerken laten zich met hen in? De contractarbeiders brachten vormen van hindoeïsme mee, vertegenwoordigden diverse richtingen van de islam en een enkeling was christen. Schalkwijk gaat dan haarfijn na waar de nieuwelingen terecht gekomen zijn en welk soort kerken zich op hen gericht hebben/ zich ervoor ingezet hebben. En dat waren allereerst niet de traditionele koloniale kerken, maar zendingsgroepen uit bij voorbeeld Canada, India, de Verenigde Staten van Amerika en Europa. Ook weer een lappendeken. Soms zijn de gegevens van Schalkwijk erg gedetailleerd en een beetje overbodig: niettemin weet hij het een en ander als geen ander te melden. Van de andere kant is hij juist te snel omdat hij dan wel wijst op conflicten en fricties (tussen zendelingen en zendingsbesturen), maar daar hoor je het fijne niet van. Ook niet wat de Hindostaanse Zending in Suriname betreft, waar zich ook wel ernstige tegenstellingen voordeden, naar ik me heb laten vertellen en ook nog een beetje heb meegemaakt. Daar hoor je dan juist weer te weinig over.
Hij behandelt in het zevende hoofdstuk de historie van de Hindostaanze Zending in Suriname. Dat is eigenlijk al gepubliceerd in het bovenvermelde gedenkboek over 100 jaar Hindostaanse Zending 1901-2001. In dit hoofdstuk behandelt Schalkwijk ook de Hindostaanse missie van de katholieken en de activiteiten van andere christelijke kerkgenootschappen of geloofszendingen.
Dit uitgebreide blok sluit Schalkwijk af met de behandeling van inter-Caribische zending en zendingssamenwerking. Een leuk thema omdat er op kleine schaal veel uitwisseling en ondersteuning plaatsvond. Dat was het voordeel omdat men bijna op elkaars schoot zat met de vele nabije eilanden.
Stand
Het geheel overziend komt Schalkwijk tot conclusies en perspectieven. Hij is daarin niet kinderachtig en schetst enkele grootse perspectieven. Althans hij wijst op fundamentele karakteristieken, zoals de positie van de Zuid-Caribische mens te midden van andere volken en groepen, of de Afro-Caribische zending tussen culten en kerken, tussen tempel en moskee, tussen volksreligies en ideologieën.
Het geheel vat hij samen in de twee begrippen micro-kosmos en macro-kosmos. De Hindostanen die christen werden, waren onderdeel van een groter verband, hun etnische verbondenheid en identiteit. De kleine groepen binnen kleine groepen en binnen etnische minderheden schiepen aparte problemen maar ook aparte handvatten om te strijden voor identiteit en grotere verbanden. In het gedachtegoed van de Evangelische Broedergemeente is zending iets anders dan kerk: zo bestond de Hindostaanse zending binnen de creoolse kerk (van de creolen). Om te ontsnappen aan het enge van de zending op weg naar het grootse van kerk liggen vele valkuilen maar ook mogelijkheden om van gesloten groep tot een open groep te groeien of van exclusief naar inclusief.
Dat levert processen van behoud en verandering op, ook bij kerkelijk leidinggevenden die echter nog wel eens bekrompen konden omgaan met deze veranderingsprocessen, te midden van de diaconie, het onderwijs, de media, de opleidingen en de toerusting.
Momenteel – na 1980 – staan eveneens belangrijke thema’s op de agenda: de Surinaamse Broedergemeente als een kerk, de aandacht voor mensenrechten en vrijheid, de positie van vrouwen en kinderen, de dialoog van de godsdiensten. Intussen is het Surinaams religieus panorama veranderd (nogal wat nationale religieuze feesten) met gunstige en minder gunstige effecten. Dat is uitdagend.
Tenslotte wil deze studie een bijdrage leveren aan de groei van de universele zendingswetenschappen. Natuurlijk is een van de grootste kwesties die in het boek naar voren komen, hoe het nu eigenlijk zit met bekering (collectief of individueel), kerklidmaatschap, de moraal en de kerkelijke of religieuze tucht.
Er is ook heel wat veranderd in groepen van hindoes en moslims (ook in Suriname en India) en in groepen die volksreligieuze zaken aanhangen (inderdaad, winti). Het is goed dat onderzoek en discussie naar aanleiding hiervan, goed voortgaan. Het kan de zaak van rol en betekenis van religie alleen maar verhelderen en uitzuiveren.
Deze studie heeft een uitgebreide literatuuropgave (bronnen, tijdschriften archieven), een lijst van gebruikte afkortingen en een lijst van hindostaanse woorden. Jammer genoeg is er geen index op plaatsen en personen aan toegevoegd. Enige slordigheden zijner natuurlijk ingeslopen: bijvoorbeeld soms kom je nog het woord hindoestaan tegen, maar ook toevallig Vernooy en Vernooij. Austermoller moet Austermöller zijn (487). Erné in plaats van Erne (213)..
Vorig jaar heeft Kirtie Algoe in Suriname een masterscriptie gemaakt over de institutionalisering van hindoeïsme in Suriname en Trinidad en Eric Roosken in Rotterdam over Caught between Christianization, assimilation and religious independency bij de Hindostanen in Suriname. De kwestie blijft gelukkig aandacht trekken.
Jan Schalkwijk heeft zijn onderzoek niet voor niets gedaan en het is goed dat zijn zoon er werk van gemaakt heeft (en er veel werk aan gehad heeft). Het vele is ook goed.
Jan Schalkwijk
Ontwikkeling van de zending in het Zuid-Caraïbisch gebied – in het bijzonder onder de Hindostanen 1850-1980
Aantal pagina’s: 700
Prijs: 25.00 euro
ISBN: 978-90-74897-61-7
Bestellen: 06-41.28.37.86 of per email info@amcon.nl
De zending onder de Hindostanen
Voor het eerst is er een studie verschenen die uitgebreid aandacht schenkt aan een groep Hindostanen die nauwelijks aan bod komen in de geschiedschrijving: de Christenen, en vooral de stroming van de Evangelische Broeder Gemeente (EBG).
Jan Schalkwijk is de auteur van het boek Ontwikkeling van de zending in het Zuid-Caraïbisch gebied – In het bijzonder onder de Hindostanen 1850-1980.
Schalkwijk put uit bronnen van het EBG-archief. Hij beschrijft het dagelijkse leven van de zendelingen en het contact met Hindostanen. De verslagen van dat contact geven ons een beeld van hoe Hindostaanse voorlieden aankeken tegen de zendelingsdrift.
Zijn boek zit vol van detailbeschrijvingen die een levendig beeld geven van het leven van Hindostanen in de verschillende fasen van de geschiedenis. Het is een geschiedenis van Hindostanen bekeken vanuit de bril van de zending, maar daardoor niet minder relevant. De feiten die vermeld worden over dit leven zijn vaak niet te vinden in andere archiefbronnen.
Schalkwijk is geen wetenschapper die van buiten kijkt naar de EBG-zending. Hij zat er midden in. Hij beschrijft alle aspecten van die zending: de filosofie, de financiering, de organisatie, de onderlinge verhoudingen, de reactie van de omgeving, het beleid van kerkelijke instituten en dat alles in een historisch perspectief. Schalkwijk heeft een diepgaande vergelijking gemaakt tussen Suriname, Guyana en Trinidad en met name hoe de Christelijke zending in de verschillende landen tewerk is gegaan. Daaruit blijkt enerzijds hoe sterk de Christelijke kerken in de koloniën werden aangestuurd door de organisaties buiten de koloniën en anderzijds hoe groot de verschillen tussen de Engelse en Nederlandse koloniën waren.
Jan Schalkwijk
Ontwikkeling van de zending in het Zuid-Caraïbisch gebied – in het bijzonder onder de Hindostanen 1850-1980
Aantal pagina’s: 700
Prijs: 25.00 euro
ISBN: 978-90-74897-61-7
Bestellen: 06-41.28.37.86 of per email info@amcon.nl
Het boek is eind mei in Suriname beschikbaar.
Bewaren, vergeten en betekenen
door Gerard Boon
“Voor wie ik liefheb, wil ik heten” – Neeltje Maria Min
De gouden koets waarin het staatshoofd jaarlijks in september door Den Haag rijdt werd in 1901 in gebruik genomen. Een beschilderd paneel aan de zijkant toont de Koningin als heerseres van ‘de West en de Oost’. Zo werden onze koloniën toen genoemd. Nederland had drie eeuwen lang ‘overzeese gebiedsdelen’, als onderdeel van een Europese expansie die later, in andere vormen, door de VS en China werd overgenomen.
read on…