Welk gevoel heb ik anno 2022, als gepensioneerd docente Nederlands in de nieuwe Surinaamse samenleving?
Essay van Urmia van Leeuwaarde-Alwart
In mijn jeugd, in de jaren 50 en 60 van de vorige eeuw, was goed ‘Nederlands’ praten de norm. Sranantongo had geen krachtige plaats: er werd zelfs op je neergekeken als je deze lingua franca sprak. Een contacttaal die, zoals er toentertijd officieel werd aangegeven, door 95% van de bevolking werd gesproken. De overige 5% waren de moedertaalsprekers van het Sranantongo.
read on…
Kinderen klimmen in de pen bij Schrijversvakschool
door Euritha Tjan A Way
Paramaribo – Kinderen hebben een eigen verhaal en dat kunnen ze zelf vertellen. Dat is de stellige overtuiging van Ruth San A Jong, directeur van de Schrijversvakschool Paramaribo. Zij heeft haar kennis kunnen koppelen aan kapitaal gesponsord door de Nederlandse ambassade en geeft samen met andere docenten vanaf de grote vakantie schrijftraining aan kinderen in de leeftijdsklasse negen tot veertien jaar. De directeur kan bijna niet stil zitten van enthousiasme. “We gaan leuke dingen doen met de kinderen. We gaan het hebben over moderne thema’s zoals Blackberry’s en pingen, maar ook minder leuke dingen. Bijvoorbeeld hoe het is om ziek te zijn? En wat er gebeurt met kinderen, zoals na de brand? Kortom we gaan ze helpen om hun verhaal te vertellen.”
Behoefte
De behoefte is er al een hele tijd. “Vanaf de opstart van de school in 2008 kreeg ik ouders aan de lijn die niet wisten hoe ze schrijvende kinderen thuis kunnen begeleiden. Toen nam ik me voor om eens met kinderen te starten, maar bij de opstart van de training met een instaptarief van ongeveer SRD 75 was er weinig animo. Toen besloot ik het nogmaals te proberen in de paasvakantie. En voilà! Een tweedaagse gratis schrijfworkshop leverde een volle bak kinderen op”, lacht de directeur die zelf ook schrijver is.
Krant
De bedoeling is om kinderen spelenderwijs de fijne kneepjes van het schrijversvak bij te brengen, waaronder zintuiglijk schrijven, werken met associaties en beelden, verschillende dichtvormen, personagevorming en werken met een plot. Niet te technisch en toch nog effectief en creatief. De training duurt elke keer drie maanden, waarbij elke les twee uur duurt. Na een cyclus van twaalf lessen geeft de school een krant uit met alle verhalen van de kinderen.
Interactief
Aan het einde van het traject in mei 2014 worden de mooiste verhalen gebundeld en uitgegeven. “Ik mik erop die bundel te launchen tijdens het Kinderboekenfestival. Dan kunnen kinderen massaal het verhaal van elkaar lezen”, droomt San A Jong. Het boek zal ook worden voorzien van illustraties die door kinderen zelf worden getekend. “De tweede groep, mag de verhalen van de eerste illustreren onder begeleiding van een kunstenaar”, ontvouwt San A Jong die benadrukt dat het een interactief geheel wordt. “We gaan ook naar films kijken, krijgen een dagje bijvoorbeeld de dierenbescherming op bezoek. Alles van de kinderwereld om het kind creatief te stimuleren.”
De schrijver van het boek De laatste parade denkt in de eerste plaats aan kinderen uit tehuizen. “Het is nu eenmaal zo dat deze groep achtergesteld is ten opzichte van die uit een gezin. De leerprestaties liegen er niet om en de sociale achtergronden van deze kinderen zijn vaak erbarmelijk. Schrijven draagt bij aan de persoonlijke vorming van assertieve, zelfbewuste kinderen. “We sluiten echter niemand uit. Het instaptarief is SRD 25 en we mikken op klassen van acht tot tien personen.” De initiator van dit project hoopt dat dit zaadje als vrucht ook zal opleveren dat de taalontwikkeling en leescultuur van de doelgroep een duwtje krijgen.
[uit de Ware Tijd, 13/08/2013]
Schrijversworkshop prikkelt fantasie kinderen
door Audry Wajwakana
Paramaribo – Op een speelse manier is een begin gemaakt kinderen creatief te leren. Met simpele zintuiglijke schrijfoefeningen werd hun fantasie geprikkeld. Trainers van de Schrijversvakschool Paramaribo hebben tijdens een tweedaagse schrijversworkshop kinderen een handvat geboden om hun vaardigheden verder te ontwikkelen.
Geblinddoekt
Met de zin ‘Ik heet … en ik vind schrijven leuk, omdat …’ beschrijven de kinderen waarom ze deelnemen aan de workshop. Na deze korte kennismaking wordt de jongeren voorgehouden dat ze geblinddoekt zullen worden. Met verschillende geurtjes verpakt in plastic zakjes gaan de trainers langs de neuzen. Enkelen trekken een vies gezicht bij een prikkelende aroma en weer anderen hebben wat tijd nodig om de geur te herkennen. De kinderen laten zich geen twee keer zeggen om de geur op hun blaadje op te schrijven. Deze oefening heette ‘Schrijven met je neus’.
“Door mijn zintuigen te gebruiken heb ik inspiratie gekregen om mijn bakkersverhaal te schrijven”, vertelt Don bij de evaluatie van de workshop. Aan het begin van de workshop gaf hij aan regisseur te willen worden. Een beroep waarvoor creatief schrijven zeker een vereiste is.
De nichtjes Suë (9 jaar) en Mezugia Creebsburg (10 jaar) geven ook aan hoeveel zij van schrijven houden. “Mijn nichtje schrijft vaker dan ik”, zegt Mezugia. De interesse komt volgens Suë door haar moeder die zelf ook schrijfster is. “Mijn moeder maakt vaak krabbeltjes in haar schrijfblok, die ik niet begrijp”, zegt Suë. Ze probeert van de krabbeltjes een verhaal te maken, wat niet altijd lukt. Vandaar dat ze meer schrijft over wat ze allemaal meemaakt en over prinsessen. Door de training heeft ze nu geleerd om ook over andere zaken te schrijven. “Het is niet moeilijk meer”, vult ze nog aan.
Fantasie
Naast de reuk, is het schrijven op basis van het zintuiglijk zien en horen geoefend. Als een soort wedstrijd rennen de kinderen de klas uit, om op zoek te gaan naar ‘een ding’ om over te schrijven. Bij de ‘oefening Horen’ is luide muziek afgespeeld, waarbij de jonge cursisten zonder hun pen neer te leggen aan één stuk door moesten schrijven. Deze oefening was voor veel van hen heel moeilijk.
Op de tweede dag van de workshop wordt een filmpje vertoond. De kinderen mogen aan de hand daarvan hun verhaal verder schrijven en dit aan de klas presenteren.
De trainers van de workshop zijn Urmia van Leeuwaarde, Ruth San A Jong en Celestine Raalte. Raalte vond het een leerrijke oefening voor de kinderen. “Sommige hadden een extra stimulans nodig. Maar moeilijk was het niet om het creatief schrijven uit de kinderen te halen. Want kinderen bouwen hun eigen fantasie op.”
[uit de Ware Tijd, 05-04-2013]
Shrinivási – ‘Eigen herkenbare stem belangrijk bij poëzie’
door Audry Wajwakana
Paramaribo – De Schrijversvakschool Paramaribo trakteerde haar studenten woensdagavond op een flink potje poëzie. De lezing ging over de laatste dichtbundel Hecht en Sterk van Shrinivási. De taalkundige Geert Koefoed nam speciaal voor deze gelegenheid op chronologische wijze enkele werken van Shrinivási door.
Authenticiteit
Volgens hem heeft Shrinivási een manier van dingen verwoorden, die schilderachtig aandoet. “Door de jaren heen is die stijl veranderd, maar wel herkenbaar gebleven. Dat is de authenticiteit van Shrini.” Koefoed doelt op het ‘hoogstaande’ taalgebruik dat Shrinivási bij zijn eerste dichtbundels aanhield met ‘gij’, ‘u’ en hoofdletters. En dan toch weer het alledaagse, moderne taalgebruik toepaste, waarin de woorden ‘jij’, ‘hij’ en zelfs ‘lullen’ in voorkomen. Het laatste was zeer ondenkbaar in de poëtische taal toen. Het is volgens Koefoed aan elke dichter gelegen, een eigen herkenbare stem te hebben. “De thematiek is van iedereen, maar de manier van zeggen maakt het dichterschap uit”, vindt Koefoed. De dichter hanteert volgens de taalkundige een heel erg zintuiglijk dichterschap. Dat is volgens hem de basis van Shrinivási’s dichterschap om heel ‘beschilderend’ te schrijven, waarbij hij elk detail beschrijft. “Daaruit komt zijn beeldspraak voort. Als poëet moet je je blijven verwonderen voor de dingen om je heen”, gaf de inleider de studenten als advies. “Dit is wat Shrini doet.”
Gedichten analyseren
Urmi van Leeuwaarde, docente poëzie aan de Schrijversvakschool, is ingenomen met het feit dat Koefoed bereid was ook een lezing voor studenten te verzorgen. “Hij kan gedichten heel prachtig analyseren. Wij weten dat Koefoed erg gecharmeerd is van de werken van Shrinivási.”
In Hecht en Sterk heeft Koefoed het nawoord geschreven. “Mijn relatie met de dichter dateert vanaf 1968 in de periode toen ik nog les gaf in Suriname. Hij kwam vaak bij mij thuis met zijn gedichten en daardoor is er een vriendschap tussen ons ontstaan. We kennen elkaar nu al vijfenveertig jaar.”
In 1984 heeft Koefoed meegewerkt aan de bloemlezing Een weinig van het andere. De taalkundige komt sinds 1987 elk jaar naar Suriname. “Dit jaar heb ik de gelegenheid aangegrepen om namens de uitgever het boek onder de aandacht te brengen”, besluit hij.
[uit de Ware Tijd, 22/02/2013]
Schrijversvakschool Suriname vaart wel
“Men gelooft in ons bestaan”, reageert Ruth San A Jong, directeur van de Schrijversvakschool Paramaribo enthousiast. De Nederlandse ambassade keurde onlangs de begroting van 111.000 euro goed; de school kan nu voor drie jaren haar continuïteit garanderen. “Het stemt ons goed!”
Ruth San A Jong
www.schrijversvakschool.org|e: info@schrijversvakschool.org|m: +597-8563674 |h: +597-403108|PO Box: 12679|Paramaribo-Suriname