blog | werkgroep caraïbische letteren
Posts tagged with: Leefmans Susan

Vijf nieuwe kinderboeken

door Marja Themen-Sliggers, Xaviera en Jaïr

 

Het bloed van de jaguar, Nandeni en de reus, Bookomofo en de jager: drie nieuwe boekjes, geschreven en geïllustreerd door Hetty Amat, zijn uitgegeven door Creative Art and Design Studio (CADS). Bijna tegelijkertijd kwamen twee boekjes uit van Susan Leefmans, Sasame en Anansi op het stuwmeer. read on…

Dieren in de Surinaamse kinderliteratuur: info voor jeugdbegeleiders

door Els Moor

Kinderen hebben over het algemeen belangstelling voor dieren. Ze vinden het dan ook fijn om verhalen over dieren te horen of om er boeken over te lezen en de plaatjes te bekijken. In ons land met zijn rijke natuur leven veel-veel dieren, van verschillende soorten. Wilde dieren in het bos, maar ook tamme bij mensen. Er zijn verhalen over dieren van vroeger, zoals over Kantjil en Anansi, maar kinderboekenschrijvers van nu hebben zelf verhalen verzonnen waarin dieren een belangrijke rol spelen, of boeken met illustraties zodat kinderen de verschillende dieren leren kennen. We geven hieronder een overzicht van kinderboeken waarin dieren belangrijk zijn. Dat zijn er heel wat, maar vanwege de ruimte moeten we een keuze maken.
– ANANSI
Er zijn rijk geïllustreerde boeken met de oude anansitori. Het bekendste: Het grote Anansiboek van Johan Ferrier met tekeningen van Noni Lichtveld, bezorgd door uitgeverij Conserve in 2010. Hierin zijn de verhalen opgetekend zoals Ferrier ze voor de Nederlandse televisie vertelde. Noni Lichtveld heeft ook zelf een anansiboek gemaakt, Anansi de spin weeft zich een web om de wereld, de tweede editie is uitgegeven bij VACO in 2012. Er zijn redelijk veel anansiboekjes waarvan het verhaal verzonnen is door de schrijver. Van Ismene Krishnadath: Nieuwe streken van koniman Anansi (1989) en Bruine bonen met zoutvlees (1992). Moderne verhalen die aansluiten bij die moeilijke tijd van schaarste en de Binnenlandse Oorlog. Anansi moet alsmaar streken bedenken om zichzelf en zijn gezin te redden. Ook Marylin Simons heeft een grappig anansiboekje, Anansi Dala (PCOS, 2004), dat goed past bij de moderne tijd, waarin zoveel mensen altijd op geld uit zijn, op wat voor manier dan ook.
– KENNIS OVER DIEREN
Op een leuke manier kennis verwerven over verschillende dieren is een doel dat Wim Veer en Gerrit Barron nastreven met hun dierenboekjes. Van Wim Veer is de serie fotoboekjes over verschillende dieren, met een verhaaltje waarin veel info over het betreffende dier: tjamba de raaf; misi powisi; modo todo; kwibus de ibis; awari en de kip; het doksje dat niet wilde zwemmen en Wat vliegt daar? Vogels rond het huis (uitgegeven in eigen beheer met prachtige fotos.)
En van Gerrit Barron: Titri en Toto over twee jonge vogeltjes, met als thema zelfstandig worden, en zijn serie uit de jaren 90 over allerlei dieren, zoals Een korjaal vol dieren en Een sloot vol vissen.
Rupsje Regenboog van Indra Hu geeft op een beeldende manier in een verhalend gedicht weer hoe Rupsje Regenboog zich ontwikkelt tot een prachtige vlinder. Het verhaal kan kinderen aan het denken zetten: Rupsje wordt een mooie vlinder… wat word ík later?
– DIEREN IN HET BOS
Een leerrijk thema. Monique Pool heeft op dit gebied een prachtig experiment uitgevoerd. Carlize gaat naar het bos/… goes to the forest. Op verschillende manieren kunnen kinderen kennis nemen van de inhoud: het boek heeft alleen beeldende illustraties van Chad Abdoellah en er is een bijbehorende cd waarop Helen Kamperveen het verhaal vertelt. De kinderen kunnen aan de hand van de platen eerst hun eigen verhaal maken en dan luisteren naar dat van Monique Pool. Veelzijdig dus. We geven hier het verhaal niet: ga eerst kijken! Het boek is nog volop verkrijgbaar! Met Kwata op reis(2010) van de stichting Klimop, laat kennismaken met veel dieren. Vanuit het bos gaat de aap Kwata met zijn vrienden per korjaal naar de zee. Ze ontmoeten andere dieren en beleven avonturen. Spelenderwijs leren de kinderen de dieren kennen, ook door de illustraties van Ginoh Soerodimedjo. Aanbevolen!
– DIEREN EN HET MILIEU
Een belangrijk en kritisch thema dat gelukkig niet aan de jongeren voorbijgaat. Avontuur bij de grote rivier is van Natasia Agard en verscheen in 2008 (in eigen beheer). Het onderwerp: de gevaren die het bos bedreigen door activiteiten van mensen – zoals goudzoekers – met de bedoeling veel geld te verdienen. Het einde van het verhaal is verrassend: dieren van alle soorten werken samen om het bos te redden. Samen bedreigen ze de mens-mannen die de rivier vervuild hebben met hun goudzoekersactiviteiten. Die mannen rennen dan doodsbang naar hun boten en geen dier heeft ze ooit teruggezien. Een boek dat op scholen thuishoort, waar de leerlingen en leerkrachten er samen over kunnen praten!
Cobi Pengel stelt deze thematiek aan de orde in enkele van haar verhalen. Wolkje en de groenhartboom bijvoorbeeld is een sprookjesachtig verhaal met een actuele thematiek: de mensen smijten vuil op straat, dat soms vreselijk stinkt, waardoor de mooie groenhartbomen hun bloei verliezen. Het meisje Cynthia dat vlak bij een groenhartboom woont, wordt door die boom uitgenodigd om samen met haar vriendin en het konijntje Wolkje met Mamabon mee te vliegen naar een krutu van bomen met de bedoeling om het probleem op te lossen.
– DIEREN EN MENSEN
Vooral voor jonge kinderen een herkenbaar thema. Honden spelen hierin een belangrijke rol, zoals in Lafu (VACO: derde druk 2007) van Cynthia Mc Leod. Lafu is een hondje en Sita is zijn bazinnetje. Wat beleeft Lafu allemaal in het gezin en in de buurt? Als het een keer kattenbrokjes heeft gegeten uit de bak van de kat, is het bang een kat te worden! Een leuk boekje voor iets meer gevorderde lezertjes (ongeveer klas 2 en 3), ook om thuis zelf te lezen. En dan is er nu een gloednieuw boekje verschenen, Bruno de zwervershond, debuut van Hetty Amat. Bruno zwerft, komt in het dierenasiel terecht en vindt daar zijn baasje weer. Binnenkort gaan we dit boekje bespreken. Er zijn veel boekjes over honden: Eveline Wielzen schreef Dagboek van een straathond met leuke illustraties van Reinier Asmoredjo en grappig geschreven. Marja Themen, onze redacteur van kinderliteratuur, die zelf veel met dieren bezig is, schreef Overpeinzingen uit een Hondenleven…. Ook in de drie delen over Manga, het paard uit Baboenhol van Susan van Dijk-Leefmans met beeldrijke illustraties van Reginald Kartowirjo, lezen we over het leven van een dier bij mensen, een paard op een boerderij. Hoe zij vriendschap sluit met een schaap, gedekt wordt door een paard van een andere boerderij en een veulen krijgt en hoe er in het derde deel feest voor haar gevierd wordt. Leuk om deze boeken te combineren met een uitstapje naar een boerderij, misschien wel naar Manga zelf!
– DIEREN IN FANTASIEVERHALEN
In veel boeken vinden we sprookjesachtige en/of spannende fantasieverhalen waarin dieren een belangrijke rol spelen. Twee toppers uit de Surinaamse kinderboekenwereld: Seriba in de schelp van Ismene Krishnadath dat gaat over het meisje Lilia, op vakantie in Galibi, dat door haar slimmigheid een groot probleem van een verliefd stel – watermeisje Seriba en sekrepatu Warana – oplost, waardoor ze een gelukkig leven tegemoet gaan… en van Effendi N. Ketwaru Rani en de slangenkoning met schitterende tekeningen van de auteur zelf. Die lieve slangenkoning, die Rani bijstaat in haar moeilijke leven met een heks, blijkt een betoverde jongen te zijn. Happy end!
Al deze boeken (er zijn er nog veel meer!) helpen mee om kinderen meer leesplezier te laten krijgen en vooral, als hun begeleiders ze ertoe aanzetten, om naar aanleiding van verhalen over dieren na te denken over wie ze zelf zijn! Ga met uw kinderen naar de boekwinkel!

Boekenkrant voor minister Sitaldin

Op 14 januari mocht de minister van Onderwijs en Volksontwikkeling, Shirley Sitaldin, uit handen van Ismene Krisnadath een Boekenkrant ontvangen. De krant is bedoeld om aandacht te vestigen op producties van literair werk en kinderboeken die geschreven zijn door Surinaamse schrijvers. Dit informatieblad werd uitgegeven in een oplage van 50.000 en zal gedurende het schooljaar gratis verspreid worden op de verschillende scholen in de 10 districten van ons land. Het blad telt 8 paginas en bevat informatie over 53 Surinaamse boeken en info over de schrijvers. De uitgever, Publishing Services Suriname heeft in samenwerking met Dagblad Suriname ervoor gezorgd dat leerlingen mee kunnen doen aan een prijsvraag. Zeer ingenomen met dit initiatief prees de bewindsvrouwe de initiatiefnemers. Verwijzende naar het belang van het lezen voor het Surinaams kind bemoedigde ze hen om door te gaan met dit volgens haar heel goed werk. De schrijvers Rappa (Robby Parabirsing) en Susan Leefmans maakten gebruik van de gelegenheid om een deel van de door hun geschreven boeken aan de minister aan te bieden.

[van de website van het Ministerie van Onderwijs en Volksontwikkeling, 16-1-2013]

In verhalen klimmen we in bomen

door redactie dWTL

‘Wan bon/ someni wiwiri’ zijn de eerste twee regels van het bekendste gedicht in de Surinaamse literatuur, van Dobru/ Robin Ewald Raveles. Die ene boom met zoveel bladeren is symbolisch voor ons land met zijn grote verscheidenheid aan culturen. En dan: is er nog een land in de wereld met zoveel bomen, bossen en zo weinig mensen? Uren zit je in een vliegtuig dat je van Paramaribo naar het uiterste zuiden brengt en je ziet alleen maar bos, bos, bos, met af en toe een rivier die er doorheen kronkelt. Helaas zijn vanuit een vliegtuig ook grove open modderpoelen en zandplekken zichtbaar, plaatsen waar het bos vernield wordt vanwege kapitaaleconomische activiteiten zoals goudwinning. Het draait dan alleen maar om geld, veel geld en men is onverschillig voor die andere grote rijkdom van het bos, het oerwoud, de BOMEN!
Bomen komen veel voor in de literatuur, overal ter wereld, maar in ons land steeds meer. De laatste jaren zijn er nogal wat kinderboeken verschenen waarin bomen een belangrijke, vaak symbolische, rol spelen. Ook in de Surinaamse literatuur voor volwassenen, in poëzie en proza, komen we veel bomen tegen. In gedichten van Edgar Cairo bijvoorbeeld met een sterke symboliek in verband met het leven van de mens, die immers ook ‘wortelt in de aarde’. In de komende tijd willen we regelmatig een gedicht of een prozafragment publiceren waarin ‘wan bon’ centraal staat. Een terugkerend thema! Vandaag beperken we ons tot Surinaamse kinder- en jeugdliteratuur en een klassieker uit de wereldliteratuur, De kleine prins, van de Franse auteur Antoine de Saint-Exupéry. Bomen: ze wortelen in de aarde. Ze groeien naar de zon met veel groen, geven ons schaduw en heerlijke vruchten, kunnen opspelen bij storm en rustig hun schoonheid uitstralen. Maar dan komt er een zaag… Lijken bomen op mensen?
Noni Lichtveld: Mijn pijl bleef in de kankantri (1993)
Een eeuwenoud rijmpje, waar Noni Lichtveld een prachtig boek van maakte:
Mi peiri de na kankantri,/ kankantri doifi de na mi,/ mi doifi de na granmisi,/ granmisi pampun de na mi,/ mi pampun de na temreman,/ temreman tiki de na mi,/ mi tiki de na kawman,/ kawman merki de na mi,/ mi merki de na gotroman,/ gotroman kroiwagi de na mi,/ mi kroiwagi de na strafman,/ strafman gowtu de na mi,/ mi gowtu de na kownu,/ ke mi kownu – ke mi kownu,/ san yu go gi mi?/ Kownu gi mi wan eeeeeeer’ pisi kondre!
Francis Vriendwijk: Bigi-bere, Bigi-ede èn Fini-futu (1997)
Het verhaal over drie wandelende poppen die een manjeboom vol rijpe vruchten tegenkomen, is bekend en geliefd bij alle kinderen. Bigi-ede klimt in de boom om manjes te plukken, maar ze gooien naar de twee anderen die verlangend ondrobon staan… ho maar! Bigi-ede is een gierige pop. Hij eet ze alleen zelf. Het loopt heel slecht af met de drie poppen. Ondanks het mooie versje dat Fini-futu zingt als Bigi-ede in de boom klimt: ‘Manja’s hangen aan de bomen/ honderden dicht bij elkaar./ Het is alsof ze samen roepen/ kom mijn vriendje, pluk me maar.’
Maar die manja’s willen wél dat alle vriendjes van ze genieten. En niet maar eentje!
Monique Pool: Charlize gaat naar het bos/ Charlize goes to the forest (2005)
Dit is een bijzonder boekje! Het heeft alleen tekeningen, van Chad Abdoellah, die ons het bos met zijn dieren laten zien en hoe het meisje Charlize, die met haar ouders kampeert, meegenomen wordt door een aap op zijn rug voor een tocht van boom naar boom. Veel dieren leert ze kennen en later brengt aap haar weer bij mama in de hangmat. De tekeningen van het bos met al die bomen en dieren laten je de avonturen meebeleven, zonder woorden erbij. De kinderen kunnen hun eigen verhaal maken en later op een cd het verhaal in het Nederlands of Engels horen. Een zeer creatief boek over het bos vol bomen!
Eveline Wielzen: Tjubi ú matu! (Red ons bos!) (2006)
‘Red ons bos!’ is de ondertitel van het boekje van Eveline Wielzen waarin het grote probleem van grondeigendom in het binnenland aan de orde komt. Mma Afaina, een oma die in een dorp woont met haar familie, wordt op een zandweg bijna aangereden door een grote truck. Een van de mannen praat later met haar, agressief, over de eigendomsrechten van het bos. Vreemden hebben er niets te zoeken, vindt zij, maar de man zegt alles te kunnen doen met het bos. Een krutu wordt belegd over de kwestie waar de mannen, zelfs met geweld, duidelijk laten merken dat het hun om niets anders dan geld gaat, dat is de waarde van bomen voor hen. Mma Afaina stelt voor een offer te brengen bij de kankantri en bescherming te vragen aan de vooroudergeesten. Voordat de plechtigheid kan plaatsvinden is de heilige kankantri echter al gekapt! Niet alleen de rijkdom van de natuur wordt aangevallen door geldzucht van derden, maar ook de cultuur van de bosbewoners.
Aly Hilberts: Kamiel redt een super REUS (2006)
Iedereen vindt Kamiel dom: hij wil niet meer naar school. Maar als zijn grote vriend Superreus, de machtigste boom van het bos, dreigt te worden gekapt voor de aanleg van een weg, begint hij het belang van school in te zien, ‘want daar leer je dat er mensen zijn die niets om het regenwoud geven. Ze willen het hele bos kaalkappen voor een zak geld.’ Hij mobiliseert het hele dorp om de wegenbouwers tegen te houden. De mensen ontdekken hoe belangrijk het is om zich samen te verzetten tegen de vernietiging van hun leefomgeving. En Kamiel gaat nu wel naar school, hij wil later bosopzichter worden.
Natasia Agard: Avontuur bij de grote rivier (2007)
Ook in dit boek is er sprake van een krutu waarin vernietiging van het bos centraal staat. Deze keer geen krutu van mensen, maar van alle dieren van het bos. De aanleiding is de ziekte van het bos en zijn dieren door het kwik waarmee de ‘mens-mannen’ het water vergiftigen om aan goud te komen. De dieren zingen een lied als ze allemaal bij elkaar zijn: ‘Wij zijn de dieren van het bos. Tralalalala./ Wij zijn de dieren van het bos. Tralalalala./ Dieren van het bos. Rom bom bom./ Wij redden ons bos. Kom, kom, kom!’ Zelfs kaiman zingt mee! En dan springen of vliegen alle dieren op en ze stormen op het kamp van de mens-mannen af. Die vluchten weg met hun boten en komen nooit meer terug! Het is te gevaarlijk voor hen geworden! Een goed boek om uit te beelden via toneel met een klas: de dieren die de mensen bestormen!
Sherida Sabajo: Okorié en Agambe(2008)
Op Kinderboekenfestivals in het binnenland blijkt hoe geweldig kinderen uit inheemse en marrondorpen dit boek vinden dat gaat over een ingi- en een marronboi. Twee jongens uit twee verschillende dorpen. Ze verdwalen in het bos en komen elkaar tegen. Ze lopen en lopen samen, maar vinden de weg naar hun dorpen niet terug. Tot… ze een grote boom zien, met zijn wortels boven de grond. Okorié weet van zijn opa dat het ‘een telefoonboom’ is en als je hard met stokken op de wortels slaat… De jongens doen het en het wonder gebeurt: de vaders en ooms die naar de jongens zoeken, horen het en vinden hen. Dat is een van de wonderen van het Surinaamse bos en kinderen genieten van dit verhaal.
Cobi Pengel : De gele papegaai en… verhalenbundel (2009), De grote en de kleine hengelaar, verhalenbundel (2010)
In de werken van Cobi Pengel spelen bomen een belangrijke rol. In haar eerste verhalenbundel hangen jongens ’s avonds netten tussen de bomen waarin de papegaaien slapen, met de bedoeling om ze de volgende ochtend uit de netten te halen en te verkopen. Als de vogels wakker worden krijsen ze van ellende: ze kunnen niet wegvliegen. Maar ze worden gered, en wel door een grote, glanzende, goudgele papegaai, Pageri. Bezit deze onbekende vogel toverkracht? In ieder geval komt hij in opstand tegen het roven van papegaaien uit hun slaapbomen. En dat roven is geen fantasie: het gebeurt héél vaak. En weer om geld!!!
In het verhaal ‘De vakantie van Bo’ in de tweede bundel van Cobi Pengel krijgt Bo, een schitterende grote boom, de koning van het bos, het verlangen om wat van de wereld te zien: de stad en de huizen van de mensen. De vogels hebben hem erover verteld. En die raden hem af om te gaan. Hij heeft niet voor niets wortels om te blijven waar hij is. Maar Bo neemt zijn ‘vakantie’ tegen alle goede raad in en weet zijn wortels los te rukken uit de grond. En hij loopt en loopt. Maar hoe dichter hij bij de stad komt, hoe meer dat vreselijke lawaai hem hindert. Hij wordt er moe van. Bovendien pissen ‘vieze honden’ tegen hem aan. Met moeite weet hij de kracht op te brengen om terug te keren naar zijn plek in het bos. Nóóit zal hij die meer verlaten voor vakantie!
Cobi Pengel: Wolkje en de groenhartboom (nog te verschijnen)
Tijdens het Kinderboekenfestival later dit jaar in de stad wordt het nieuwe boek van Cobi gepresenteerd. Wij mogen nu al even uit de school klappen. Het is een mooi en spannend verhaal over twee meisjes en een konijntje – eigenlijk een wolkje – die met de groenhartboom uit hun buurt (Mamabon!) naar het binnenland vliegen waar al alle goudgele familieleden van de groenhartboom in het binnenland hen opwachten voor een krutu. In hun eigen taal praten de bomen over de mensen, hoe slecht die omgaan met de bomen in het bos en hoe vies zij de stad maken door hun rommel neer te smijten aan de voet van die mooie bomen. Het is een realistisch verhaal, maar ook sprookjesachtig. Meer dan dit laten we nu niet los. Het is goed hoe steeds meer schrijvers op een boeiende manier aandacht besteden aan de schandelijke manier waarop mensen te vaak met de rijkdom van onze natuur omgaan. Om geld, of gewoon uit ongeïnteresseerde en niets ontziende slordigheid!
 
Wim Veer: De tuinman en de apen (2011)
Wim Veer heeft veel boekjes gemaakt over Surinaamse dieren, met weinig tekst en prachtige foto’s. De tuinman en de apenis anders. Met tekeningen in plaats van foto’s en het speelt in een ver land met een koning. Als de tuinman van de koning voor langere tijd weggaat, gaan de vele apen op het erf van de koning voor de jonge vruchtboompjes zorgen. Maar om te kijken of ze genoeg water krijgen trekken ze de plantjes aan hun wortels uit te grond. Koning is boos als tuinman terug is en de plantjes dood zijn. Wie is dommer: de apen die de jonge boompjes doodgemaakt hebben… of de man die dacht dat apen zijn tuin konden verzorgen?
Susan Leefmans: Boompie (2012)
‘Boompie’ gaat over Richie, een jongen in Brokopondo die achterblijft als hij met z’n moeder en broers naar de kostgrond gaat en dan bij de ‘boommensen’ terechtkomt, in ‘Boompie’. Wie daar verzeild raakt, kan er eigenlijk niet meer weg, maar Richie heeft geluk: hij leert er veel, onder andere dat bomen kunnen praten, zingen en ogen, oren, een neus en een mond hebben. Hij raakt bevriend met de boommensen en krijgt van de fabelachtige vogel Garuda een geluksveer en een wonderfluit. Wanneer hij toch terugloopt naar zijn familie, ziet hij de kankantri naar hem knipogen!
Tot slot een legendarische uitspraak van een Noord-Amerikaanse indianenstam tijdens de oorlog tegen de Amerikanen:
‘Als jullie de laatste rivier vervuild hebben,
als de laatste vis gevangen is,
als de lucht te vies is om in te ademen,
en als de laatste boom is omgehakt,…
Dan zullen jullie je te laat realiseren,
dat je al je geld niet kunt opeten!’

Boekenactie in Nickerie

Martin Panday

In Nickerie (inclusief Wageningen) kunnen alle leerlingen momenteel Surinaamse kinder- en jeugdboeken bestellen via hun school. Via de school hebben de leerlingen gratis een informatieve krant gehad waarin interviews met 10 Surinaamse schrijvers en informatie over 53 boeken. De geïnterviewde schrijvers zijn: Rappa, Effendi Ketwaru, Alphons Levens, Susan Leefmans, Anne Huits, Frits Wols, Nelius Codrington, Carla Sanichar, Martin Panday en Ismene Krishnadath. De leerlingen kunnen ook meedoen met een prijsvraag. De prijsvraag is een samenwerking van Dagblad Suriname en Publishing Services Suriname. Leerlingen kunnen een boekenpakket en een geldprijs kunnen winnen. Dit schooljaar zullen twee keer tien winnaars worden uitgeroepen.

Boompie, Surinaams sprookje

Het bos is een van de grootste rijkdommen van Suriname. Het beslaat 90 % van het land. Het bos vormt dan ook een prachtig gegeven voor verhalen. Susan Leefmans heeft er met Boompie een sprookje gemaakt. Een fantasierijk verhaal waarin kinderen kennismaken met de magie van het bos. Susan laat Inheemsen en Marrons een belangrijke rol spelen in haar verhaal, en terecht, want zij zijn de bewoners van onze bossen. De lezer maakt ook kennis met de taal van de Saramaccaners en een Inheemse taal. Op de achterflap beveelt Susan het boek aan als voorleesboek. Ook terecht. Het ruime formaat en de kleurige tekeningen van Shievanna Rellum en Mitch Wattamaleo maken het tot een echt vertel- en meekijkboek. Het belang van voorlezen als opvoedkundig middel om de relatie tussen opvoeders en kind te versterken kan niet genoeg benadrukt worden. Daarnaast heeft voorlezen belangrijke andere voordelen, zoals uitbreiding van de woordenschat en algemene kennis en het scherpen van verbeeldings- en concentratievermogen.

Foto @ Martin Venema

 

Nieuw kinderboek Susan van Dijk-Leefmans

Susan van Dijk verwent de kinderen met haar nieuwe boek Boompie. InBoompie is Richie op weg met zijn moeder en broers naar hun kostgrond. Hij slaat een andere weg in en komt terecht in Boompie, waar hij een apart volk ontmoet met een eigen stijl van leven. Daar ontvangt hij de krachten van de natuur en krijgt een amulet van de adelaar. Het boek is lekker fantasievol en bestemd voor kinderen van 10 jaar en ouder.

Prijs srd 20,- Te krijgen bij de boekhandel in Suriname, bij Susan van Dijk en via Publishing Services Suriname. Tel 520513 / 8784120

Anansi gaat naar de Wonotobovallen

door Marja Themen-Sliggers, Jamar, Jaïr, Xaviera, oma Ivy

Het nieuwe boek van Susan van Dijk-Leefmans, Anansi gaat naar de Wonotobovallen, ziet er aantrekkelijk uit, met een harde kaft en volledig in kleur uitgevoerd. De tekeningen van Reginald Kartowirjo en Mitch Wattamaleo stralen een geweldige humor uit. In het verhaal maakt Anansi met zijn vrienden – Ka’fowru, Kes’kesi, Kon’koni, Tigri, Sapakara en Sekrepatu – een hengeltrip naar de Wonotobovallen. Maar alvorens dat goed en wel georganiseerd kan worden, moet Anansi eerst Ma’koeba helpen met pinda oogsten.

Anders zou zij het zeker en vast niet goed vinden dat haar luie man met zijn vrienden uitgaat. Lui zijn die dieren (mannen) allemaal. Van Anansi weten we het en van de anderen laat ’t verhaal het duidelijk zien. Maar omdat ze allemaal graag die hengeltrip willen maken, helpen ze elkaar met de taken die nog uitgevoerd moeten worden, zodat ze rustig kunnen vertrekken naar de Corantijnrivier. Ze rijden door Coronie en Nickerie en gaan daarna per korjaal verder naar de Wonotobovallen. Onderweg hebben ze plezier met zingen en woordspelletjes, tongbrekers. Uiteraard haalt Anansi een vuile streek uit. Op een nacht eet hij alle fiyadu op die Ma’koeba meegaf voor onderweg.

In het verhaal worden verder veel wetenswaardigheden uit de natuur genoemd, bijvoorbeeld de bijzondere vogel, Hoatzin (die voorkomt in een moerassige bosrand en bij meren en rivieren). De plaatsen die de vrienden passeren tijdens hun tour worden summier aangestipt. Gebeurtenissen worden genoemd, zoals het bezoek aan de slijpgroeven van de Trio, maar niet uitgediept of in een ander verband gebracht. Ze dragen als zodanig niet bij aan verdieping van het verhaal.

Als ze uiteindelijk aankomen bij de Wonotobovallen, lezen we over de tweede Anansi-streek. De vrienden raken hem kwijt en hij wordt niet meer gevonden, hoe ze ook zoeken. Ze maken zich al bezorgd over hoe dit te vertellen aan Ma’koeba… Doodsbang maakt Anansi zijn vrienden. Hoe zal dat aflopen? In het voordeel van Anansi uiteraard! Zo kennen we hem het best, als hij streken uithaalt.

In het verhaal worden namen genoemd van verschillende vissen die ze vangen in de Corantijnrivier. Van oma Ivy, een verwoed hengelaarster, horen de kinderen meer over de hengelkunst. Interessant was een gesprek over het verschil tussen plezierreisjes om te hengelen en hengelen omdat mensen geen geld hebben om eten te kopen. Jamar maakte zich bezorgd over hoe mensen dan aan geld komen om hengelstokken te kopen.

Anansi gaat naar de Wonotobovallen leent zich voor gesprekken en filosoferen met de kinderen over verschillende onderwerpen, maar dan moet de gespreksleider wel een volwassene zijn met een brede algemene ontwikkeling. Wat de inhoud van het verhaal betreft, die is niet zo boeiend voor kinderen. Dat Anansi streken uithaalt, weten ze wel. De meerwaarde is de humor, maar die zal vooral door volwassenen herkend worden.

Het groepje vrienden is immers een perfecte verbeelding van mannen die samen een hengelgroepje vormen. Hun typische eigenschappen worden met humor in beeld gebracht. Maar of kinderen dat herkennen?

Susan Leefmans-Van Dijk, Anansi gaat naar de Wonotobovallen, illustraties: Reginald Kartowirjo & Mitch Wattamaleo. Paramaribo: SuriGraphics (druk), 2011. ISBN 978-99914-67-000-9. [De spelling van het Sranan is allesbehalve feilloos – Jan Bongers]

[dWTL, 28/01/2012]

Biblion en onze kinderboeken

door Els Moor

NDB-Biblion is een Nederlandse organisatie die dienstverlenend werkt voor bibliotheken. Door boeken, geselecteerd op kwaliteit en aanwinst, te leveren aan bibliotheken in ’n uitleenbare versie, voor jarenlang gebruik. De organisatie geeft zelf vakliteratuur uit, met name over leesbevordering. De doelstelling is productontwikkeling en -verbetering. Biblion denkt mee!

Medewerkers schrijven recensies over pas verschenen boeken en geven de kwaliteit aan met betrekking tot inhoud, vorm en taal, maar ook uitvoering (illustraties, lay-out en stevigheid van het boek). Biblion ontving recente Surinaamse kinderboeken en maakte daarover de gebruikelijke recensies. We geven enkele voorbeelden van die recensies alsook van de recensies in ‘dWTL’, over dezelfde boeken middels onze ‘kinderredactie’. De vraag: Hoe anders wordt er aan weerszijden van de oceaan gekeken naar Surinaamse kinderboeken?

Van Wim Veer is de tuinman en de apen, naar een oud boeddhistisch verhaal. Het is geen boekje met foto’s van dieren, zoals we van hem gewend zijn, maar met kleurige tekeningen van Ginoh Soerodimedjo. Het gaat over een koning met een erf vol fruitbomen. Hij heeft een goede tuinman, maar die moet een tijdje weg wegens familiezaken. Hij laat de apen voor de jonge boomplantjes zorgen. Dat gaat fout: ze trekken ze uit de grond om te kijken hoe groot de wortels al zijn. Als de tuinman terugkomt, zijn er geen jonge boompjes meer. Tegen de koning noemt de tuinman de apen ‘dom’. Maar de koning vindt de tuinman ‘dom’.

Marianne Schoonen, recensent van Biblion, vertelt het verhaal alleen maar na, zonder ander commentaar dan dat de tekst en de tekeningen ‘een Surinaamse inslag’ hebben. Wat is dat? Dit is geen Surinaams verhaal en dat maakt Wim Veer er zeker niet van en de illustrator al helemaal niet. De tekeningen zien er Aziatisch uit, het landschap ook. De vruchtbomen zijn bomen die wij hier ook hebben met ‘manje, bacove, advocaat en pommerak’. Die namen zijn Surinaams, ja, duidelijk voor de jonge lezers, maar verder is er niets ‘typisch Surinaams’. Kritiek heeft Schoonen op de kaft, die wel hard is, maar te dun en de bladzijden die aan elkaar plakken bij het openleggen.

Onze recensie van Marja Themen-Sliggers en haar team heeft kritiek op het feit dat de titel geen hoofdletter heeft, terwijl in het boek wel overal hoofdletters staan. De jeugdige recensenten vinden het leuk voor kinderen, dat ze in dit verhaal de apen kunnen herkennen als kwata-apen en de vruchten als hun eigen vruchten. Duidelijk wordt gezegd dat de tekeningen de boeddhistische sfeer goed weergeven en het commentaar op het verhaal is: ‘Binnen de boeddhistische filosofie is de verantwoordelijkheid van de mens een belangrijk item. Boeddha zelf zwierf over de wereld en ontmoette mensen met allerlei problemen… en werd wijs. Tuinman wist dus best wel wat de koning bedoelde!’ Hier wordt duidelijk een stukje uitleg gegeven over de achtergrond van het verhaal.

Van Susan van Dijk-Leefmans is de driedelige serie over het paard Manga. In het eerste deel krijgt het meisje Zarina, die op een boerderij woont, haar cadeau en sluit het paard vriendschap met andere dieren, vooral met Rambo, een bruine ram met een zwarte buik. In deel twee komt een mannelijk paard Manga dekken. Ze vinden elkaar leuk en Rambo wordt letterlijk ziek van jaloezie. Gelukkig weet Manga hem liefdevol te redden. In het derde deel wordt de verjaardag van Manga gevierd, nota bene mét de klas en de meester van Zarina.

T. Mortier is de recensent van Biblion. Hij of zij beweert: ‘Het verhaal van Manga is het eerste in een reeks van drie, maar doet niet uitkijken naar meer. De verhaallijn heeft weinig om het lijf en de tekst lijkt niet geredigeerd.’ Voor de tekeningen van Reginald Kartowirjo heeft de criticus geen goed woord over en de vormgeving wordt afgedaan met het woord ‘ondermaats’. Deze kritiek wordt letterlijk herhaald bij deel 2 en 3, alsof het om hetzelfde boekje gaat.

Marja en haar jonge medewerkers gaan uitgebreid in op de inhoud van de drie delen. De relatie en zelfs de vriendschap tussen verschillende dieren vinden de kinderen boeiend en ze geven voorbeelden die ze zelf meegemaakt hebben. Ook boeit de schoolmeester hen die nadat hij Zarina op een vervelende manier strafwerk heeft gegeven, toch naar het feest komt, nota bene met zijn jonge kaaiman. Ze hebben terechte kritiek op sommige tekeningen die de tekst niet helemaal dekken.

De schrijfster zelf vroegen we of de boekjes het ‘doen’ in Suriname. Dat is zeker zo. Deel 2 is zelfs al uitverkocht en kinderen op een school waar ze ermee kwam, werken met creatieve werkvormen en herkenden de verliefdheid en de jaloezie. Ze gaven voorbeelden uit eigen ervaring. Een meisje van 9 jaar belde haar zelfs thuis op om te vertellen dat ze al 5 jaar verliefd is op dezelfde jongen! Susan is het wel eens met de kritiek op de tekeningen en praat erover met haar illustrator.

Wat zien we? In deze en ook in andere recensies van Surinaamse kinderboeken door Biblion valt op dat de recensenten het verhaal niet op zijn authentieke waarde kunnen beoordelen, omdat ze de leefwereld van Surinaamse kinderen niet kennen, noch de ontwikkelingsfase waarin de Surinaamse kinder- en jeugdliteratuur zich bevindt. Met enerzijds kinderen die het Nederlands goed beheersen en lezen en anderzijds heel veel kinderen – vooral in district en binnenland – voor wie Nederlands een tweede taal is of zelfs een vreemde taal (voor de Trio bijvoorbeeld). Voor die kinderen zijn teksten moeilijk, waardoor ze behoefte hebben aan eenvoudige, herkenbare verhalen met duidelijke plaatjes. Misschien is het een goed idee om Lees je wijs!, een handboek van de Surinaamse jeugdliteratuur, naar Biblion te sturen, zodat ze beter kunnen inschatten wat de inhoudelijke kwaliteit van de boeken is. Anderzijds is het goed dat de Surinaamse schrijvers en uitgevers gewezen worden op technische onvolkomenheden van hun boeken.

Het is ook belangrijk dat Surinaamse auteurs zelf kunnen bepalen welke boeken passen in Nederlandse bibliotheken voor de Nederlandse kinderen. Min of meer universele boeken wat inhoud en taalgebruik betreft. Technisch gezien moet alles uiteraard in orde zijn!

Voor hen die hun boek een plaats willen geven in Nederlandse bibliotheken het e-mailadres van Biblion: mi@nbdbiblion.nl. Telefoon: 0031-703377733. Ook Kidztori, Surinaams opvoedkundig tijdschrift, heeft een vaste rubriek over lezen en Surinaamse kinderboeken. Bij de besprekingen wordt gebruik gemaakt van ‘Lees je wijs!’, met werkvormen en tips hoe de kinderen om kunnen gaan met literatuur.

[uit de Ware Tijd, 28/01/2012]

Het Roze Zaadje

door Marja Themen-Sliggers, Jaïr & Xaviera

Het Roze Zaadje is een Surinaams sprookje dat traditioneel begint met ‘Eens, heel lang geleden…’, en dan volgt zo herkenbaar dat het bijna prozaïsch klinkt: ‘… woonde er aan de Limesgracht in Paramaribo, een man’. Een mooi begin, vind ik, van een mooi verhaal over Charles, die verliefd wordt op Nadira. Nadira is ook verliefd op hem en ze willen trouwen, maar de lastige tante in het verhaal vindt dat zij met iemand anders moet trouwen. Nadira houdt van lezen en vindt in de bibliotheek een toverboek vol spreuken waarmee je van gedaante kunt verwisselen.

Ze maakt daar gebruik van en een poosje gaat alles goed, totdat haar tante Nadira in een kalebaszaadje verandert. Charles en de mensen in de buurt denken dat Nadira is verdwenen, maar ze zit opgesloten in een kalebas. Charles maakt van kalebassen allerlei souvenirs en gebruiksvoorwerpen, maar ook tassen. Bij het maken van een speciale tas voor een oude schoolvriend zijn vrouw, vindt hij het roze zaadje dat eigenlijk Nadira is. Het lukt Charles om de tante te vinden, die zichzelf in een duif heeft veranderd en zich niet meer terug kan toveren. Zij wijst hem waar het toverboek is en tante en Nadira worden weer teruggetoverd in hun oorspronkelijke gedaante. Natuurlijk loopt het verhaal af met het huwelijk van Nadira en Charles en ze leefden nog lang en gelukkig.

Het boekje is vrolijk en toepasselijk geïllustreerd door Shievanna Rellum en ziet er aantrekkelijk uit. De kinderen vinden het een mooi verhaal. Met Jaïr, die nu in de tweede klas zit, werd afgesproken dat hij het helemaal alleen voor zichzelf zou lezen en de volgende dag na schooltijd zijn commentaar zou geven. Dat heeft hij zeer serieus aangepakt. Hij vertelde het verhaal keurig en precies terug en voegde als zijn eigen mening toe dat hij het een leuk boek vond met mooie plaatjes, maar het leukste was vooral dat ‘ze verliefd zijn’. Verliefdheid is een geweldig onderwerp voor kinderen; spannend en je wordt er een beetje verlegen van; je kan er gezellig over doorpraten, wie is er in de klas, op school, verliefd op wie? De kinderen begonnen elkaar er ook lekker mee te plagen: jij gaat trouwen met… en jij met… Wat ikzelf jammer vind is dat in zo’n leuk verhaal niet alle episodes even goed uit de verf komen, misschien omdat het taalgebruik niet sterk is. In het begin wordt bijvoorbeeld verteld over de hobby van Charles, het kaarten en dat hij fufuru speelt, maar daar wordt verder in het boekje niet veel meer mee gedaan. Het enige is dat Charles het babbelende zaadje niet mee durft te nemen naar zijn kaartvrienden. Al met al vinden de kinderen het een leuk boek en daar gaat het toch vooral om als je leesbevordering belangrijk vindt.

Het Roze Zaadje als zaad voor taalontwikkeling

door Els Moor

De kinderen op de school in Kwamalasamutu hebben de grootste problemen met de schooltaal, die in hun dorp nauwelijks gesproken wordt. Taal moet aanschouwelijk aangeleerd worden, anders vergeet je de woorden weer. Dat geldt eigenlijk voor het hele binnenland.
Ik werkte met de zesde klas met Het Roze Zaadje. Het verhaal spreekt ze aan. Woorden als ‘partner’, ‘hobby’, ‘belofte’ liggen niet in de leefwereld van de leerlingen, maar vanuit het verhaal gaan ze die helemaal begrijpen. Toen heb ik een ‘belofte’ gedaan. Jullie school krijgt zestien exemplaren van Het Roze Zaadje voor de hele klas, en jullie moeten beloven dat je over een maand alle woorden uit het verhaal kent. Zoek ze op in het woordenboek, praat er met elkaar over, plaats ze weer in het verhaal.
Maar hoe maak je zo’n belofte waar? Ik heb geluk gehad. De vliegmaatschappij Blue Wing van de ‘lijndienst’ naar Kwamalasamutu sponsorde de boekjes en bracht ze binnen een week naar het dorp, waar de school ze in ontvangst nam. Een mooi voorbeeld van hoe de maatschappij ook kan meehelpen met de taalontwikkeling van onze jonge mensen in het binnenland.

Susan van Dijk-Leefmans: Het Roze Zaadje, een Surinaams sprookje; illustraties: Shievanna Rellum; lay-out: Mitch Wattamaleo. Paramaribo: Leo Victor (druk), 2010. ISBN 978-99914-7-063-4

[uit de Ware Tijd Literair, 4 december 2010]

Nieuw kinderboek Susan Leefmans

Het roze zaadje is het nieuwste kinderboek van Susan Leefmans. Een eigentijds Surinaams sprookje‘Het roze zaadje’ is het nieuwste kinderboek van Susan Leefmans. Een eigentijds Surinaams sprookje over Charles en Nadira die niet met elkaar mochten trouwen van de nare tante Selma. Op een dag vindt Nadira een toverboek in de bibliotheek en ze begint te oefenen met toverformules. Als tante Selma het toverboek ontdekt, kan niemand Nadira meer vinden. Op het eind komt alles weer goed en leven ze lang en gelukkig. Vlot geschreven en goed leesbaar voor kinderen van GLO klas 4-6.

[Mededeling Schrijversgroep ’77]

Nieuwe kinderboeken van Susan Leefmans

Susan Leefmans is de nieuwste Surinaamse kinderboekenschrijfster. Zij debuteert met een driedelige serie waarin het paard Manga de hoofdrol speelt. Manga, het paard van Baboenhol, komt terecht op de boerderij van boer Achmed en zijn dochter Zarina. Daar moet hij wennen. In deel 2 krijgt Manga een veulen. In deel 3 wordt de verjaardag van Manga gevierd. De boekjes zijn netjes ingebonden, kleurig geïllustreerd met tekeningen van Reginald Kartowirjo.

  • RSS
  • Facebook
  • Twitter