Op donderdag 27 mei 2021 ondertekenden Rita Rahman, voorzitter van de Werkgroep Caraïbische Letteren, en... Lees verder →
Vijf nieuwe kinderboeken
door Marja Themen-Sliggers, Xaviera en Jaïr
Het bloed van de jaguar, Nandeni en de reus, Bookomofo en de jager: drie nieuwe boekjes, geschreven en geïllustreerd door Hetty Amat, zijn uitgegeven door Creative Art and Design Studio (CADS). Bijna tegelijkertijd kwamen twee boekjes uit van Susan Leefmans, Sasame en Anansi op het stuwmeer. read on…
Dieren in de Surinaamse kinderliteratuur: info voor jeugdbegeleiders
door Els Moor
Kinderen hebben over het algemeen belangstelling voor dieren. Ze vinden het dan ook fijn om verhalen over dieren te horen of om er boeken over te lezen en de plaatjes te bekijken. In ons land met zijn rijke natuur leven veel-veel dieren, van verschillende soorten. Wilde dieren in het bos, maar ook tamme bij mensen. Er zijn verhalen over dieren van vroeger, zoals over Kantjil en Anansi, maar kinderboekenschrijvers van nu hebben zelf verhalen verzonnen waarin dieren een belangrijke rol spelen, of boeken met illustraties zodat kinderen de verschillende dieren leren kennen. We geven hieronder een overzicht van kinderboeken waarin dieren belangrijk zijn. Dat zijn er heel wat, maar vanwege de ruimte moeten we een keuze maken.
read on…Boekenkrant voor minister Sitaldin
Op 14 januari mocht de minister van Onderwijs en Volksontwikkeling, Shirley Sitaldin, uit handen van Ismene Krisnadath een Boekenkrant ontvangen. De krant is bedoeld om aandacht te vestigen op producties van literair werk en kinderboeken die geschreven zijn door Surinaamse schrijvers. Dit informatieblad werd uitgegeven in een oplage van 50.000 en zal gedurende het schooljaar gratis verspreid worden op de verschillende scholen in de 10 districten van ons land. Het blad telt 8 paginas en bevat informatie over 53 Surinaamse boeken en info over de schrijvers. De uitgever, Publishing Services Suriname heeft in samenwerking met Dagblad Suriname ervoor gezorgd dat leerlingen mee kunnen doen aan een prijsvraag. Zeer ingenomen met dit initiatief prees de bewindsvrouwe de initiatiefnemers. Verwijzende naar het belang van het lezen voor het Surinaams kind bemoedigde ze hen om door te gaan met dit volgens haar heel goed werk. De schrijvers Rappa (Robby Parabirsing) en Susan Leefmans maakten gebruik van de gelegenheid om een deel van de door hun geschreven boeken aan de minister aan te bieden.
In verhalen klimmen we in bomen
door redactie dWTL
Boekenactie in Nickerie
Martin Panday |
In Nickerie (inclusief Wageningen) kunnen alle leerlingen momenteel Surinaamse kinder- en jeugdboeken bestellen via hun school. Via de school hebben de leerlingen gratis een informatieve krant gehad waarin interviews met 10 Surinaamse schrijvers en informatie over 53 boeken. De geïnterviewde schrijvers zijn: Rappa, Effendi Ketwaru, Alphons Levens, Susan Leefmans, Anne Huits, Frits Wols, Nelius Codrington, Carla Sanichar, Martin Panday en Ismene Krishnadath. De leerlingen kunnen ook meedoen met een prijsvraag. De prijsvraag is een samenwerking van Dagblad Suriname en Publishing Services Suriname. Leerlingen kunnen een boekenpakket en een geldprijs kunnen winnen. Dit schooljaar zullen twee keer tien winnaars worden uitgeroepen.
Boompie, Surinaams sprookje
Het bos is een van de grootste rijkdommen van Suriname. Het beslaat 90 % van het land. Het bos vormt dan ook een prachtig gegeven voor verhalen. Susan Leefmans heeft er met Boompie een sprookje gemaakt. Een fantasierijk verhaal waarin kinderen kennismaken met de magie van het bos. Susan laat Inheemsen en Marrons een belangrijke rol spelen in haar verhaal, en terecht, want zij zijn de bewoners van onze bossen. De lezer maakt ook kennis met de taal van de Saramaccaners en een Inheemse taal. Op de achterflap beveelt Susan het boek aan als voorleesboek. Ook terecht. Het ruime formaat en de kleurige tekeningen van Shievanna Rellum en Mitch Wattamaleo maken het tot een echt vertel- en meekijkboek. Het belang van voorlezen als opvoedkundig middel om de relatie tussen opvoeders en kind te versterken kan niet genoeg benadrukt worden. Daarnaast heeft voorlezen belangrijke andere voordelen, zoals uitbreiding van de woordenschat en algemene kennis en het scherpen van verbeeldings- en concentratievermogen.
Foto @ Martin Venema |
Nieuw kinderboek Susan van Dijk-Leefmans
Susan van Dijk verwent de kinderen met haar nieuwe boek Boompie. InBoompie is Richie op weg met zijn moeder en broers naar hun kostgrond. Hij slaat een andere weg in en komt terecht in Boompie, waar hij een apart volk ontmoet met een eigen stijl van leven. Daar ontvangt hij de krachten van de natuur en krijgt een amulet van de adelaar. Het boek is lekker fantasievol en bestemd voor kinderen van 10 jaar en ouder.
Prijs srd 20,- Te krijgen bij de boekhandel in Suriname, bij Susan van Dijk en via Publishing Services Suriname. Tel 520513 / 8784120
Anansi gaat naar de Wonotobovallen
door Marja Themen-Sliggers, Jamar, Jaïr, Xaviera, oma Ivy
Het nieuwe boek van Susan van Dijk-Leefmans, Anansi gaat naar de Wonotobovallen, ziet er aantrekkelijk uit, met een harde kaft en volledig in kleur uitgevoerd. De tekeningen van Reginald Kartowirjo en Mitch Wattamaleo stralen een geweldige humor uit. In het verhaal maakt Anansi met zijn vrienden – Ka’fowru, Kes’kesi, Kon’koni, Tigri, Sapakara en Sekrepatu – een hengeltrip naar de Wonotobovallen. Maar alvorens dat goed en wel georganiseerd kan worden, moet Anansi eerst Ma’koeba helpen met pinda oogsten.
Anders zou zij het zeker en vast niet goed vinden dat haar luie man met zijn vrienden uitgaat. Lui zijn die dieren (mannen) allemaal. Van Anansi weten we het en van de anderen laat ’t verhaal het duidelijk zien. Maar omdat ze allemaal graag die hengeltrip willen maken, helpen ze elkaar met de taken die nog uitgevoerd moeten worden, zodat ze rustig kunnen vertrekken naar de Corantijnrivier. Ze rijden door Coronie en Nickerie en gaan daarna per korjaal verder naar de Wonotobovallen. Onderweg hebben ze plezier met zingen en woordspelletjes, tongbrekers. Uiteraard haalt Anansi een vuile streek uit. Op een nacht eet hij alle fiyadu op die Ma’koeba meegaf voor onderweg.
In het verhaal worden verder veel wetenswaardigheden uit de natuur genoemd, bijvoorbeeld de bijzondere vogel, Hoatzin (die voorkomt in een moerassige bosrand en bij meren en rivieren). De plaatsen die de vrienden passeren tijdens hun tour worden summier aangestipt. Gebeurtenissen worden genoemd, zoals het bezoek aan de slijpgroeven van de Trio, maar niet uitgediept of in een ander verband gebracht. Ze dragen als zodanig niet bij aan verdieping van het verhaal.
Als ze uiteindelijk aankomen bij de Wonotobovallen, lezen we over de tweede Anansi-streek. De vrienden raken hem kwijt en hij wordt niet meer gevonden, hoe ze ook zoeken. Ze maken zich al bezorgd over hoe dit te vertellen aan Ma’koeba… Doodsbang maakt Anansi zijn vrienden. Hoe zal dat aflopen? In het voordeel van Anansi uiteraard! Zo kennen we hem het best, als hij streken uithaalt.
In het verhaal worden namen genoemd van verschillende vissen die ze vangen in de Corantijnrivier. Van oma Ivy, een verwoed hengelaarster, horen de kinderen meer over de hengelkunst. Interessant was een gesprek over het verschil tussen plezierreisjes om te hengelen en hengelen omdat mensen geen geld hebben om eten te kopen. Jamar maakte zich bezorgd over hoe mensen dan aan geld komen om hengelstokken te kopen.
Anansi gaat naar de Wonotobovallen leent zich voor gesprekken en filosoferen met de kinderen over verschillende onderwerpen, maar dan moet de gespreksleider wel een volwassene zijn met een brede algemene ontwikkeling. Wat de inhoud van het verhaal betreft, die is niet zo boeiend voor kinderen. Dat Anansi streken uithaalt, weten ze wel. De meerwaarde is de humor, maar die zal vooral door volwassenen herkend worden.
Het groepje vrienden is immers een perfecte verbeelding van mannen die samen een hengelgroepje vormen. Hun typische eigenschappen worden met humor in beeld gebracht. Maar of kinderen dat herkennen?
Susan Leefmans-Van Dijk, Anansi gaat naar de Wonotobovallen, illustraties: Reginald Kartowirjo & Mitch Wattamaleo. Paramaribo: SuriGraphics (druk), 2011. ISBN 978-99914-67-000-9. [De spelling van het Sranan is allesbehalve feilloos – Jan Bongers]
[dWTL, 28/01/2012]
Biblion en onze kinderboeken
door Els Moor
NDB-Biblion is een Nederlandse organisatie die dienstverlenend werkt voor bibliotheken. Door boeken, geselecteerd op kwaliteit en aanwinst, te leveren aan bibliotheken in ’n uitleenbare versie, voor jarenlang gebruik. De organisatie geeft zelf vakliteratuur uit, met name over leesbevordering. De doelstelling is productontwikkeling en -verbetering. Biblion denkt mee!
Medewerkers schrijven recensies over pas verschenen boeken en geven de kwaliteit aan met betrekking tot inhoud, vorm en taal, maar ook uitvoering (illustraties, lay-out en stevigheid van het boek). Biblion ontving recente Surinaamse kinderboeken en maakte daarover de gebruikelijke recensies. We geven enkele voorbeelden van die recensies alsook van de recensies in ‘dWTL’, over dezelfde boeken middels onze ‘kinderredactie’. De vraag: Hoe anders wordt er aan weerszijden van de oceaan gekeken naar Surinaamse kinderboeken?
Van Wim Veer is de tuinman en de apen, naar een oud boeddhistisch verhaal. Het is geen boekje met foto’s van dieren, zoals we van hem gewend zijn, maar met kleurige tekeningen van Ginoh Soerodimedjo. Het gaat over een koning met een erf vol fruitbomen. Hij heeft een goede tuinman, maar die moet een tijdje weg wegens familiezaken. Hij laat de apen voor de jonge boomplantjes zorgen. Dat gaat fout: ze trekken ze uit de grond om te kijken hoe groot de wortels al zijn. Als de tuinman terugkomt, zijn er geen jonge boompjes meer. Tegen de koning noemt de tuinman de apen ‘dom’. Maar de koning vindt de tuinman ‘dom’.
Marianne Schoonen, recensent van Biblion, vertelt het verhaal alleen maar na, zonder ander commentaar dan dat de tekst en de tekeningen ‘een Surinaamse inslag’ hebben. Wat is dat? Dit is geen Surinaams verhaal en dat maakt Wim Veer er zeker niet van en de illustrator al helemaal niet. De tekeningen zien er Aziatisch uit, het landschap ook. De vruchtbomen zijn bomen die wij hier ook hebben met ‘manje, bacove, advocaat en pommerak’. Die namen zijn Surinaams, ja, duidelijk voor de jonge lezers, maar verder is er niets ‘typisch Surinaams’. Kritiek heeft Schoonen op de kaft, die wel hard is, maar te dun en de bladzijden die aan elkaar plakken bij het openleggen.
Onze recensie van Marja Themen-Sliggers en haar team heeft kritiek op het feit dat de titel geen hoofdletter heeft, terwijl in het boek wel overal hoofdletters staan. De jeugdige recensenten vinden het leuk voor kinderen, dat ze in dit verhaal de apen kunnen herkennen als kwata-apen en de vruchten als hun eigen vruchten. Duidelijk wordt gezegd dat de tekeningen de boeddhistische sfeer goed weergeven en het commentaar op het verhaal is: ‘Binnen de boeddhistische filosofie is de verantwoordelijkheid van de mens een belangrijk item. Boeddha zelf zwierf over de wereld en ontmoette mensen met allerlei problemen… en werd wijs. Tuinman wist dus best wel wat de koning bedoelde!’ Hier wordt duidelijk een stukje uitleg gegeven over de achtergrond van het verhaal.
Van Susan van Dijk-Leefmans is de driedelige serie over het paard Manga. In het eerste deel krijgt het meisje Zarina, die op een boerderij woont, haar cadeau en sluit het paard vriendschap met andere dieren, vooral met Rambo, een bruine ram met een zwarte buik. In deel twee komt een mannelijk paard Manga dekken. Ze vinden elkaar leuk en Rambo wordt letterlijk ziek van jaloezie. Gelukkig weet Manga hem liefdevol te redden. In het derde deel wordt de verjaardag van Manga gevierd, nota bene mét de klas en de meester van Zarina.
T. Mortier is de recensent van Biblion. Hij of zij beweert: ‘Het verhaal van Manga is het eerste in een reeks van drie, maar doet niet uitkijken naar meer. De verhaallijn heeft weinig om het lijf en de tekst lijkt niet geredigeerd.’ Voor de tekeningen van Reginald Kartowirjo heeft de criticus geen goed woord over en de vormgeving wordt afgedaan met het woord ‘ondermaats’. Deze kritiek wordt letterlijk herhaald bij deel 2 en 3, alsof het om hetzelfde boekje gaat.
Marja en haar jonge medewerkers gaan uitgebreid in op de inhoud van de drie delen. De relatie en zelfs de vriendschap tussen verschillende dieren vinden de kinderen boeiend en ze geven voorbeelden die ze zelf meegemaakt hebben. Ook boeit de schoolmeester hen die nadat hij Zarina op een vervelende manier strafwerk heeft gegeven, toch naar het feest komt, nota bene met zijn jonge kaaiman. Ze hebben terechte kritiek op sommige tekeningen die de tekst niet helemaal dekken.
De schrijfster zelf vroegen we of de boekjes het ‘doen’ in Suriname. Dat is zeker zo. Deel 2 is zelfs al uitverkocht en kinderen op een school waar ze ermee kwam, werken met creatieve werkvormen en herkenden de verliefdheid en de jaloezie. Ze gaven voorbeelden uit eigen ervaring. Een meisje van 9 jaar belde haar zelfs thuis op om te vertellen dat ze al 5 jaar verliefd is op dezelfde jongen! Susan is het wel eens met de kritiek op de tekeningen en praat erover met haar illustrator.
Wat zien we? In deze en ook in andere recensies van Surinaamse kinderboeken door Biblion valt op dat de recensenten het verhaal niet op zijn authentieke waarde kunnen beoordelen, omdat ze de leefwereld van Surinaamse kinderen niet kennen, noch de ontwikkelingsfase waarin de Surinaamse kinder- en jeugdliteratuur zich bevindt. Met enerzijds kinderen die het Nederlands goed beheersen en lezen en anderzijds heel veel kinderen – vooral in district en binnenland – voor wie Nederlands een tweede taal is of zelfs een vreemde taal (voor de Trio bijvoorbeeld). Voor die kinderen zijn teksten moeilijk, waardoor ze behoefte hebben aan eenvoudige, herkenbare verhalen met duidelijke plaatjes. Misschien is het een goed idee om Lees je wijs!, een handboek van de Surinaamse jeugdliteratuur, naar Biblion te sturen, zodat ze beter kunnen inschatten wat de inhoudelijke kwaliteit van de boeken is. Anderzijds is het goed dat de Surinaamse schrijvers en uitgevers gewezen worden op technische onvolkomenheden van hun boeken.
Het is ook belangrijk dat Surinaamse auteurs zelf kunnen bepalen welke boeken passen in Nederlandse bibliotheken voor de Nederlandse kinderen. Min of meer universele boeken wat inhoud en taalgebruik betreft. Technisch gezien moet alles uiteraard in orde zijn!
Voor hen die hun boek een plaats willen geven in Nederlandse bibliotheken het e-mailadres van Biblion: mi@nbdbiblion.nl. Telefoon: 0031-703377733. Ook Kidztori, Surinaams opvoedkundig tijdschrift, heeft een vaste rubriek over lezen en Surinaamse kinderboeken. Bij de besprekingen wordt gebruik gemaakt van ‘Lees je wijs!’, met werkvormen en tips hoe de kinderen om kunnen gaan met literatuur.
[uit de Ware Tijd, 28/01/2012]
Het Roze Zaadje
door Marja Themen-Sliggers, Jaïr & Xaviera
Het Roze Zaadje is een Surinaams sprookje dat traditioneel begint met ‘Eens, heel lang geleden…’, en dan volgt zo herkenbaar dat het bijna prozaïsch klinkt: ‘… woonde er aan de Limesgracht in Paramaribo, een man’. Een mooi begin, vind ik, van een mooi verhaal over Charles, die verliefd wordt op Nadira. Nadira is ook verliefd op hem en ze willen trouwen, maar de lastige tante in het verhaal vindt dat zij met iemand anders moet trouwen. Nadira houdt van lezen en vindt in de bibliotheek een toverboek vol spreuken waarmee je van gedaante kunt verwisselen.
Ze maakt daar gebruik van en een poosje gaat alles goed, totdat haar tante Nadira in een kalebaszaadje verandert. Charles en de mensen in de buurt denken dat Nadira is verdwenen, maar ze zit opgesloten in een kalebas. Charles maakt van kalebassen allerlei souvenirs en gebruiksvoorwerpen, maar ook tassen. Bij het maken van een speciale tas voor een oude schoolvriend zijn vrouw, vindt hij het roze zaadje dat eigenlijk Nadira is. Het lukt Charles om de tante te vinden, die zichzelf in een duif heeft veranderd en zich niet meer terug kan toveren. Zij wijst hem waar het toverboek is en tante en Nadira worden weer teruggetoverd in hun oorspronkelijke gedaante. Natuurlijk loopt het verhaal af met het huwelijk van Nadira en Charles en ze leefden nog lang en gelukkig.
Het boekje is vrolijk en toepasselijk geïllustreerd door Shievanna Rellum en ziet er aantrekkelijk uit. De kinderen vinden het een mooi verhaal. Met Jaïr, die nu in de tweede klas zit, werd afgesproken dat hij het helemaal alleen voor zichzelf zou lezen en de volgende dag na schooltijd zijn commentaar zou geven. Dat heeft hij zeer serieus aangepakt. Hij vertelde het verhaal keurig en precies terug en voegde als zijn eigen mening toe dat hij het een leuk boek vond met mooie plaatjes, maar het leukste was vooral dat ‘ze verliefd zijn’. Verliefdheid is een geweldig onderwerp voor kinderen; spannend en je wordt er een beetje verlegen van; je kan er gezellig over doorpraten, wie is er in de klas, op school, verliefd op wie? De kinderen begonnen elkaar er ook lekker mee te plagen: jij gaat trouwen met… en jij met… Wat ikzelf jammer vind is dat in zo’n leuk verhaal niet alle episodes even goed uit de verf komen, misschien omdat het taalgebruik niet sterk is. In het begin wordt bijvoorbeeld verteld over de hobby van Charles, het kaarten en dat hij fufuru speelt, maar daar wordt verder in het boekje niet veel meer mee gedaan. Het enige is dat Charles het babbelende zaadje niet mee durft te nemen naar zijn kaartvrienden. Al met al vinden de kinderen het een leuk boek en daar gaat het toch vooral om als je leesbevordering belangrijk vindt.
Het Roze Zaadje als zaad voor taalontwikkeling
door Els Moor
De kinderen op de school in Kwamalasamutu hebben de grootste problemen met de schooltaal, die in hun dorp nauwelijks gesproken wordt. Taal moet aanschouwelijk aangeleerd worden, anders vergeet je de woorden weer. Dat geldt eigenlijk voor het hele binnenland.
Ik werkte met de zesde klas met Het Roze Zaadje. Het verhaal spreekt ze aan. Woorden als ‘partner’, ‘hobby’, ‘belofte’ liggen niet in de leefwereld van de leerlingen, maar vanuit het verhaal gaan ze die helemaal begrijpen. Toen heb ik een ‘belofte’ gedaan. Jullie school krijgt zestien exemplaren van Het Roze Zaadje voor de hele klas, en jullie moeten beloven dat je over een maand alle woorden uit het verhaal kent. Zoek ze op in het woordenboek, praat er met elkaar over, plaats ze weer in het verhaal.
Maar hoe maak je zo’n belofte waar? Ik heb geluk gehad. De vliegmaatschappij Blue Wing van de ‘lijndienst’ naar Kwamalasamutu sponsorde de boekjes en bracht ze binnen een week naar het dorp, waar de school ze in ontvangst nam. Een mooi voorbeeld van hoe de maatschappij ook kan meehelpen met de taalontwikkeling van onze jonge mensen in het binnenland.
Susan van Dijk-Leefmans: Het Roze Zaadje, een Surinaams sprookje; illustraties: Shievanna Rellum; lay-out: Mitch Wattamaleo. Paramaribo: Leo Victor (druk), 2010. ISBN 978-99914-7-063-4
[uit de Ware Tijd Literair, 4 december 2010]
Nieuw kinderboek Susan Leefmans
Het roze zaadje is het nieuwste kinderboek van Susan Leefmans. Een eigentijds Surinaams sprookje‘Het roze zaadje’ is het nieuwste kinderboek van Susan Leefmans. Een eigentijds Surinaams sprookje over Charles en Nadira die niet met elkaar mochten trouwen van de nare tante Selma. Op een dag vindt Nadira een toverboek in de bibliotheek en ze begint te oefenen met toverformules. Als tante Selma het toverboek ontdekt, kan niemand Nadira meer vinden. Op het eind komt alles weer goed en leven ze lang en gelukkig. Vlot geschreven en goed leesbaar voor kinderen van GLO klas 4-6.
[Mededeling Schrijversgroep ’77]
Nieuwe kinderboeken van Susan Leefmans
Susan Leefmans is de nieuwste Surinaamse kinderboekenschrijfster. Zij debuteert met een driedelige serie waarin het paard Manga de hoofdrol speelt. Manga, het paard van Baboenhol, komt terecht op de boerderij van boer Achmed en zijn dochter Zarina. Daar moet hij wennen. In deel 2 krijgt Manga een veulen. In deel 3 wordt de verjaardag van Manga gevierd. De boekjes zijn netjes ingebonden, kleurig geïllustreerd met tekeningen van Reginald Kartowirjo.