blog | werkgroep caraïbische letteren
Posts tagged with: Koster Guilly

Chocola op een Dame Blanche

door Guilly Koster
Ooit waren Ivette Forster en ik de enige twee zwarte mensen die in Nederland op een respectabel tijdstip een programma presenteerden op televisie. Dat programma heette Bij Lobith (VPRO, 1987 – 1990). Dat maakte ons bijzonder zwarte plekken aan een zeer wit firmament. Nederlandse televisie was een verdomd wit scherm dat het vertikte zwarter te worden. Dat heeft jaren geduurd. Daar waar mondjesmaat zwarte vrouwen de kans kregen om bijvoorbeeld het Journaal te presenteren (Noraly Beyer, Iwris Kelly, Aldith Hunkar, Laila Abid, Simone Weimans, Miloushka Meulens en Dolores Leeuwin) waren zwarte mannen vrijwel onvindbaar op zenders. Of ze moesten grappig, showbizz-cracker of sporter zijn. Natuurlijk zijn er als je heel goed gaat zoeken uitzonderingen die de regel bevestigen. Humberto Tan is voor zover ik weet de enige zwarte man die ongeveer 5 jaar het ochtendjournaal gelezen heeft.

Maar dingen veranderen. Gisteravond keek ik naar RTL Late Night, waarvan ik mij oprecht afvraag waarom dat programma niet gewoon Humberto heet, en ik zag tot mijn genoegen dat 3 zwarte mannen die er middels een fragment een vierde, Jandino, bijhaalden! Ja het waren ‘grappenmakers’ die met 2 ongelooflijk lekkere vrouwen het o.a. over de grote van pikken hadden, maar een kniesoor die zich daaraan stoort! Gelukkig ging het ook over inzicht, ambitie en doorzettingsvermogen. Het entertainmentgehalte lag hoog omdat er op een gezonde manier spot met zowel de samenleving als met het gezelschap zelf gedreven werd. Het ‘beledigen om te scoren’was niet aanwezig. Humberto slaagt er in om van zijn praatprogramma een talkSHOW te maken. Dat is anders dan het meeste dat we in Nederland voorgeschoteld krijgen, waar het motto veel TALK en weinig SHOW lijkt te zijn.

Wat Humberto, Roue Verveer en Jorgen Raymann gisteravond bewezen is dat humor wel degelijk als een zetpil kan werken in een op dit moment zwaar verziekte Nederlandse samenleving. Vooral wanneer deze humor gestuwd wordt door verfijnde intelligentie en een breed maatschappelijk inzicht. Het trio viel op Anouk en Goedele als chocola op een Dame Blanche! Om van te smullen. Het is frappant dat Neerlands hoop in bange dagen gebracht werd door de zwarte ridders aan een Late Night tafel. Waarvan acte!

[van Guilly Koster – Gare rapen]

De vrolijkste verjaardag van Sinterklaas

‘Een originele kijk op een oud verhaal’
 
De vrolijkste verjaardag van Sinterklaas is een geïllustreerd boek van kinderboekenschrijfster Henna Goudzand Nahar en de illustratrice Helen Fermate over het sinterklaasfeest vanuit een ander invalshoek dan bekend. In dit boek wordt het sinterklaasfeest namelijk bekeken vanuit het perspectief van een zwarte jongen.
Het boek wordt gepresenteerd op zondag 10 november bij de Vereniging Ons Suriname in Amsterdam. Er zijn inleidingen en statements van Dr. Philomena Essed, PhD, Professor Critical Race, Gender and Leadership Studies, Antioch University, USA, van Mercedes Zandwijken, initiator Denktanks Sociale Cohesie, initiator 1 juli Keti Koti Tafel, en van Guilly Koster, journalist en publicist. Muziekformatie ‘Vrolijk Feest’ speelt.
Tijd: van 15.00 uur tot 17.30 uur
Locatie: Vereniging Ons Suriname
Zeeburgerdijk 19-a
1093 SK Amsterdam

Het boek zal te koop zijn (€ 18,00) en Henna Goudzand Nahar en Helen Fermate signeren.

De toegang is vrij.

Bundeling Surinaamse media in Nederland gewenst

door Eric Mahabier
Amsterdam – Het niveau van de Surinaamse media in Nederland moet omhoog. Een bundeling van de Surinaamse media zou daar verandering in kunnen brengen. Want nu is er geen eenheid; Surinamers bekampen elkaar op de radio.
Dat waren de belangrijkste punten die zondag aan de orde kwamen tijdens een mediaconferentie in Amsterdam. Hier werden de problemen van de Surinaamse media in Nederland geïnventariseerd.
De conferentie werd georganiseerd door het Surinaams Inspraak Orgaan (SIO). Volgens Roy Ashruf van het SIO wil het orgaan met deze conferentie de samenwerking tussen de Surinaamse media bevorderen. Journalist Henry Strijk vindt dat er zelfs opnieuw initiatieven ondernomen moeten worden om tot een omroep voor Surinaamse media in Nederland te komen. Ondanks de vele initiatieven is dat nog steeds niet van de grond gekomen.
De opmerkingen kwamen niet alleen vanuit de zaal, maar ook van de vier inleiders: programmamakers Jimmy Sewnath, Florence Rustveld en Guilly Koster en de journalisten Roshnie Phoelsingh en Peggy Brader. De discussie was af en toe behoorlijk fel.
[uit de Ware Tijd, 25/11/2012]

Activist Ellin Robles (1951-2011) overleden

Ellin Robles is afgelopen week in de nacht van woensdag 2 november op 60-jarige leeftijd overleden aan een hartstilstand. Haar overlijden is op haar eigen verzoek tot haar crematie zaterdag 5 november stilgehouden. Programmamaker en vriend Guilly Koster: “Ze heeft geleefd met een schreeuw, maar wilde stilte op haar sterfbed. Je zou kunnen zeggen dat ze is overleden aan het besef dat er te veel onrecht in de wereld was voor haar om te bestrijden.”

Koster was aanwezig bij de uitvaart afgelopen zaterdag. Het was een kleine, sobere en integere dienst met een aula vol intimi. Koster: “Ellin wilde het zo, zij heeft het zo geregisseerd. Ze heeft de mensen om haar heen duidelijke instructies gegeven en omdat die mensen haar heel erg respecteerden, hebben ze daar gehoor aan gegeven.”

Robles werd in 1951 in Suriname geboren en verhuisde in 1982 naar Nederland. Volgens Koster was ze op de vlucht voor het regime van Bouterse: “Ze hield haar mond niet dicht, zei tegen iedereen wat ze dacht en daar was het klimaat niet naar.” Robles was onderzoeker, directeur van de Welzijnsorganisatie van Alcides en later ook van de Hortus Botanicus in Amsterdam. In Surinaamse kringen was Robles, die ook onderzoeker en columnist voor Het Parool was, vooral bekend als actievoerder tegen onrecht.

Koster beschrijft Robles als een sterke vrouw met een grote mond en een goed stel hersenen. Koster: “De geschiedenis zal uitwijzen hoe belangrijk haar rol was in de ontwikkeling van het zwart zijn in Nederland. Ellin Robles mag herinnerd worden als een geweldige, strijdbare, krachtige, intellectuele Surinaamse vrouw met een hart van goud.”

[RNW, 7 november 2011]

Paramaribob herleeft in Bijlmer Parktheater

Realunited Suriname Music Ensemble

door Stuart Rahan

Amsterdam Zuidoost – Het was weer ouderwets gezellig. Oude jongens krentenbrood in het Bijlmer Parktheater toen zaterdagavond na twintig jaar de Paramaribob jazzkasekoformatie Suriname Music Ensemble weer bij elkaar kwam.

In een volle zaal met overwegend ouderen die de glorietijd van deze band van dichtbij hebben meegemaakt, was het even wennen aan hoe de muziek toen klonk, toen er nog geen cd’s op de markt waren en zoals conferencier Guilly Koster die tijd typeerde: “Toen waren er maar twee zwarte mannen op tv. Isaac van The Love Boat en Mr. T van The A Team.”

Het was ook de periode dat Afro-Surinaamse vrouwen nog trots hun eigen haar droegen en zich niet lieten verleiden tot het dragen van het neppe wave-haar. Koster vond wel dat het vroeger veel beter was. Hij vergat echter dat elke generatie, of die nou jong of oud zijn, hun eigen jonge tijdgeest als de meest interessante en leukste tijd van hun leven ervoeren.

Paramaribob

Maar zaterdagavond werd de klok even teruggezet naar de jaren tachtig toen jonge bevlogen muzikanten als bassist Pablo Nahar (foto rechts) en drummer Eddy Veldman in 1981 het initiatief namen een band op te richten met als hoofddoel Afro-Surinaamse ritmes te gaan gebruiken als basis voor bewerkingen van jazz en bebop standards en met eigen composities. De Paramaribob werd geboren. De typische kasekoritmes werden dusdanig verweven tot jazz en bebop arrangementen dat je in een soort melancholische flow werd meegenomen om ineens wakker gedrumd te worden met de vrolijke opgewekte ritmes van de eigen bekende kaseko. Na twintig jaar beleefde het publiek dezelfde ervaring om aan het eind massaal op de banken te gaan staan want de klaarwakkere kasekomuziek eiste niet alleen dat je onrustig werd op je stoel maar dat je ritmisch gedwongen werd te gaan bewegen. Eddy Veldman onderbrak het nummer Contradiction, geschreven door gitarist Franky Douglas, om het publiek wat ritmelessen bij te brengen. Dit jazznummer bevat elementen van latin, kaseko, kawina en Afrikaanse drumritmes in zich waarvan de drummer het nodig vond om enige uitleg te geven en het publiek uit te dagen niet bewegingloos op hun plaatsen te blijven zitten. Voor deze gelegenheid speelde de band ook een nummer van Veldman, For all family, dat hij uit eigen inspiratie geschreven heeft. “Nu heb ik inspiratie om zelf muziek te schrijven. Vroeger was het een soort van dwang om te schrijven omdat vrienden schreven en ik vond dat ik ook moest schrijven. A poku disi na’f ala s’ma”, legt hij trots uit en zegt zelf geschrokken te zijn van de grote publieke opkomst. “Ik speel voor God en kom slechts om de sfeer te verhogen terwijl het aantal aanwezigen voor mij van minder belang is.” Op de vraag hoe hij de muziek na zo lange tijd vond klinken, gaf Veldman bescheiden aan dat het mooi klonk maar na drie, vier keer spelen de muziek nog heftiger gaat klinken.

Plannen

En dat Suriname Music Ensemble nog vaker gaat spelen de komende periode blijkt uit de vele aanvragen die na afloop van het concert binnenkwamen. Het eerste optreden smaakt naar meer en voor 2 juli staat SME geboekt voor het Bijlmer Jazzfestival met een optreden op Boerderij Langerlust. Volgens Pablo Nahar zijn er ook plannen voor Suriname maar al tijdens de repetities werden de muzikanten al van overal benaderd. Eddy Veldman: “Er komt zoveel op ons af, we moeten even kijken hoe of wat.” Naast Eddy Veldman, Pablo Nahar en Franky Douglas bestaat Suriname Music Ensemble uit pianist/arrangeur Glenn Gaddum, fluitist Ronald Snijders (vervanger van tenorsaxofonist Kees “Kitta” Smit) en percussionist Ponda O’Brian (foto links). Alle zes bandleden hebben tegenwoordig hun eigen carrière opgebouwd. Het zal passen en meten worden om als volwaardige band aan al de verzoeken te voldoen. Het Sextet stond in 1983 op het North Sea Jazz festival en heeft tussen 1983 en 1992 veel furore gemaakt en schitterde op vele internationaal gerenommeerde podia en festivals zoals het Bimhuis, Oosterpoort, Houston international jazzfestival en EBU radiofestival in Zürich Zwitserland. De band maakte in die tien jaar vier albums: Body Guide, Dynamite Cotton Legacy (opgedragen aan Kid Dynamite & Teddy Cotton ), No Kiddin’ (Timeless Records ) en Main Topic (SME Label). Of deze albums opnieuw op cd zullen worden uitgebracht, is nog maar de vraag. Het zou een prachtige aanvulling zijn de jazzcollectie van liefhebbers.

[uit de Ware Tijd, 14/06/2011]

Spetterende muziekreünie SME in Amsterdam

door Tanja Fraai

Na drieëntwintig jaar stonden ze weer samen op het podium: het Surinam Music Ensemble. Onder leiding van oprichter en bassist Pablo Nahar speelde het SME zaterdag 11 juni twee uur lang de sterren van de hemel. De zaal van het Amsterdamse Bijlmerparktheater was gevuld met Surinamers. Die wilden maar één ding: More!

Een historische gebeurtenis, zo noemde gastheer Guilly Koster het samenkomen van het Surinam Music Ensemble. En de opmaat voor een internationale tournee, legt Pablo Nahar uit. Een tournee die onder andere naar Suriname voert volgend jaar. Het SME maakte in de jaren tachtig furore en bracht diverse platen uit. In 1983 stond het SME op het North Sea Jazz in Den Haag. “Misschien volgend jaar op het North Sea Jazz Curaçao,” zegt Nahar.

Samenstelling SME
Het SME is een unieke combinatie van bassist Pablo Nahar, gitarist/componist Franky Douglas, pianist/arrangeur Glenn Gaddum, percussionist Ponda O’Brian en de virtuose drummer Eddy Veldman. Voor de gelegenheid is de Surinaamse dwarsfluitspeler Ronald Snijders aan het ensemble toegevoegd. De mannen hebben aan een half gebaar genoeg om te begrijpen waar de ander heen wil. Afwisselend spelen ze composities van elkaar; de ene keer een opzwepende kaseko, dan weer een jazzy ballad. “We zijn gelijkgestemde geesten,” bevestigt Pablo Nahar.

Paramaribob
Er wordt ook veel gelachen op het podium en de interactie met het publiek is groot. Aandachtig luisteren de honderden Surinamers naar de riffs van gitarist Franky Douglas. Of de subtiele percussie van Ponda O’Brian. Die brengt de Afrikaanse sound in de muziek, met zijn talking drum, een kleine trommel die hij onder zijn oksel klemt en met een stok bespeelt. Drummer Eddy Veldman legt uit dat het SME méér wil dan alleen dansmuziek maken. Afrocaribische jazz, daar gaat het om. Paramaribob, zo werd de stijl indertijd genoemd.

Erotiek
Theatervrouw en journaliste Noraly Beyer is met haar dochter en kleinzoon komen luisteren. “De muziek roept beelden van de tropen bij mij op; warmte, vocht, zwoelheid. Ik vind het erotische muziek.” Ze noemt het ‘magisch’ dat het SME in staat is deze beelden muzikaal onder woorden te brengen. Juist nu de muzikanten iets ouder zijn geworden geniet Beyer: “Het is bezadigder en daarom vind ik het nog mooier.”

[RNW, 12 juni 2011]

Nieuwe Surinaamse verhalenbundel Voor mij ben je hier

door Chandra van Binnendijk

Wat maakt een verhalenbundel voor veel lezers zo aantrekkelijk? Dat is vooral de afwisseling, de variatie van de inhoud – als het ene verhaal je verveelt, sla je gewoon een paar bladzijden om en je bent bij al bij een nieuwe story die hopelijk beter bevalt. In een roman is die keuze er niet en moet je maar doorbijten tot het al dan niet bittere einde. Die veelheid aan aanbod binnen hetzelfde kaft geeft een lekker gevoel van ruim kunnen kiezen – een soort verwennerij. Zo een ruime keuze biedt de pas verschenen bundel Voor mij ben je hier; Verhalen van de jongste generatie Surinaamse schrijvers zeker wel: er staan zestien verhalen in van evenveel auteurs. Maar wordt de lezer daarmee ook verwend?

Vrijwel alle auteurs in deze bundel hebben al titels op hun naam staan, eentje zelfs een heuse bestseller (Clark Accord met De koningin van Paramaribo). Het gaat hier dus niet om nieuw en pas ontdekt talent, hoewel de ondertitel dat eigenlijk wel suggereert. Ook de tekst op de achterflap versterkt deze indruk nog eens, want die vermeldt wel héél érg nadrukkelijk – in vier achtereenvolgende zinnen maar liefst driemaal – dat het hier ‘de jongste generatie schrijvers/de jonge schrijvers/deze jonge generatie schrijvers’ betreft. Dergelijke terminologie schept verwachtingen. Qua leeftijd wordt die verwachting in ieder geval niet waar gemaakt – de gemiddelde leeftijd van de auteurs is vrij middelbaar, de oudste, Monkau, is 75 en de jongste, Karin Amatmoekrim, 34 jaar.

Deze ‘jonge Surinaamse schrijvers’ bevinden zich grotendeels buiten Suriname. De meesten zijn wel in Paramaribo geboren, maar ze waaierden later uit naar koudere streken elders op de aardbol. Zou dit een reden kunnen zijn voor het licht internationale sfeertje dat de bundel ademt? De verhalen spelen zich namelijk niet uitsluitend af in het land van herkomst zoals vaak het geval is met verhalen van Surinaamse schrijvers, maar ook in Havana (Clark Accord), India (Mala Kishoendajal), Haïti (Ismene Krishnadath) en Limburg (Guilly Koster). Een interessante uitbreiding van de horizon.

In zijn voorwoord maakt samensteller Michiel van Kempen melding van nog een andere uitbreiding, die van de kwantiteit. Hij rekent uit dat in de eerste tien jaar van de 21ste eeuw het aantal prozaschrijvers zodanig is toegenomen dat het er meer zijn dan alle schrijvers van de 19de en de 20ste eeuw samen. Dit is zeker een opmerkelijke ontwikkeling in het landschap van de Surinaamse letteren. Van Kempen is blij met deze literaire oogst en geeft de lezer het bevel om optimaal te genieten van de mooie verhalen. Dat is soms gemakkelijker gezegd dan gedaan.

De lezer zal zich in elk geval niet vervelen met deze bundel, want de inhoud is afwisselend genoeg om onderhoudend te zijn. De thema’s zijn aangenaam variërend: vrouwenleed en hartzeer, de vermeende gekte van een man, afscheid van en herinneringen aan een stervende vriendin, de worsteling van een migrantenjongen om een thuis te vinden in een nieuw land, gepieker over een zorg behoevende schoonmoeder en dan ook nog een plots opduikende geilheid van een vrouw op een pater, evenals die van een vrouwelijke dominee op een toevallige mannelijke bezoeker, de levensloop van een statige zwarte vrouw – met hier en daar ook nog wat brokken geschiedenis, cultuur en godsdienst die tussen de verschillende verhaallijnen zijn geweven.

Die vrouwelijke dominee van Surinaamse afkomst in het verhaal van Guilly Koster, nota bene in een klein dorp in het Nederlandse Limburg zegt aan het einde van het verhaal, na haar neukpartij met haar toevallige bezoeker op zijn vraag, ‘Hoe…rijm je dit?’: ‘Als ik ermee kan leven, dan kan God dat ook.’ Werkelijk een slot dat pakt, dat je even geweldig doet lachen.

De kwaliteit van de verhalen is eveneens wisselend. Van sommige auteurs zoals Tessa Leuwsha zijn we beter gewend dan wat we hier aantreffen. Van anderen zou het al te wijdlopige verhaal met een strakke redactie vlot getrokken kunnen worden zoals bij Mala Kishoendajal – haar gruwelijk prachtige scène (op p.107) bijvoorbeeld verdrinkt in de al te uitleggerige woordenzee er omheen. Sommige verhalen zijn vermoedelijk persoonlijke belevenissen die meer indruk op de auteur hebben gemaakt dan ze kunnen overbrengen (Guilly Koster, Herman Monkou) – anderen springen er bovenuit, zoals Marylin Simons en Annette de Vries die met vaardige pen een indringend verhaal vertellen dat blijft hangen. In deze korte bespreking kunnen uiteraard niet alle verhalen aan de orde komen.

De meest verrassende auteurs in dit gezelschap zijn voor mij Iraida Ooft, wel een Surinaamse schrijfster in Suriname zelf en Johannes Herrenberg. Ooft maakt in deze bundel sterk en overtuigend haar prozadebuut. Subtiel en ingehouden qua stijl, weet ze een sfeer op te bouwen waarbij de lezer zijn eigen verbeeldingskracht kan aanspreken. Herrenberg is smakelijk en origineel, en hanteert een geheel eigen taalgebruik, met frisse beeldspraak. Enkele juweeltjes: ‘de omfloerste dreun van een levende stad met vogels die daar onzichtbaar zingend gaatjes in pikten’ (p. 190) en ‘Een spijkerbroek zo smerig dat je er de geur bijna vanaf kon lezen’ (p. 195). Hopelijk horen we meer van hen!

Beeldend geschreven, boeiend en spannend of emotioneel van inhoud en met een creatieve, functionele structuur, dat zijn de kenmerken van goede verhalen en die vinden we helaas niet in alle verhalen van deze bundel uitgewerkt.

Tot slot: de woordenlijst achter in het boek is tamelijk overbodig, want veel van de daarin opgenomen zinnetjes en woorden zijn in de verhalen zelf al vertaald of verklaard.

Voor mij ben je hier; Verhalen van de jongste generatie Surinaamse schrijvers, Michiel van Kempen (red.) Amsterdam: Meulenhoff, 2010, ISBN 978 90 290 8679 0

[ook verschenen in de Ware Tijd Literair, 12 februari 2011]

Surinamers herkennen elkaar

door Ezra de Haan

Ter gelegenheid van de oprichting van de republiek Suriname, nu vijfendertig jaar geleden, heeft Michiel van Kempen (foto rechts) een bloemlezing van Surinaamse verhalen samengesteld. De oudste bundel verhalen die ik ken, dateert alweer van 1972 en droeg de mooie titel I sa man tratamara!? Het was een boek vol hoop en verwachting. Men droomde van radicale veranderingen en een nieuwe maatschappij. Dat liep allemaal anders dan verwacht. En daarmee veranderde ook de toon van wat in Suriname geschreven werd. Verhalen van Surinaamse schrijvers (1989) dat ook onder redactie van Michiel van Kempen verscheen en Waarover we niet moeten praten (2007, redactie Peter de Rijk) toonden aan dat Surinaamse auteurs niet langer ‘een bijdrage aan de opbouw van het land moesten leveren’ maar vrij waren te schrijven wat en waarover ze maar wilden. De nieuwe bundel Voor mij ben je hier is een goed voorbeeld wat voor verhalen dat uiteindelijk heeft opgeleverd. Michiel van Kempen, bijzonder hoogleraar West-Indische letteren aan de UVA, heeft een heerlijke verzameling verhalen samengesteld die literair en tegelijkertijd heel Surinaams te noemen valt.

Alleen al door de diversiteit van de schrijvers in deze bundel kan het haast niet anders dan een gevarieerde reeks verhalen opleveren. Er staan verhalen van bekende en goed verkopende auteurs in maar ook van nog net niet publicerende schrijvers en debutanten. Bijzonder goed is het verhaal van Karin Amatmoekrim. Haar verhaal ‘Gods trucje’ over Anton de Kom plaatst haar meteen in het rijtje van Nederlands meest veelbelovende jonge schrijvers. De empathie die ze tentoonspreidt in de beschrijving van de oude en ontgoochelde De Kom in een rusthuis raakt je diep.

‘Hij stond op en trok de deur van het kantoortje behoedzaam achter zich dicht. De gangen waren verlaten, de meeste mannen waren nu buiten, of deden een middagdutje. Hij wandelde gedachteloos naar de kantine en vond er een karaf met lauwwarme koffie. Hij schonk zich een kop in en ging aan een van de ronde tafels zitten. Hij zag zichzelf weerspiegeld in het glas dat de ruimte van de gang scheidde. Een zwarte man, alleen, aan een tafel als een eiland in een zee van niets.’

Ronduit onthullend is het verhaal ‘Carolina en de Chinees’ van Carry-Ann Tjong-Ayong (foto links). ‘Vaak vroegen de vriendinnen wat zij in de Chinees zag,’ is de eerste regel en vervolgens ontrolt zich het verhaal hoe een jonge, Creoolse vrouw voor een Chinese winkelier valt en hoe haar leven totaal verandert. Die ‘mix’ van culturen en de kinderen die daaruit voortkomen, spelen vaker een rol in deze bloemlezing. Een mooi voorbeeld daarvan is Guilly Kosters helder geschreven en uiterst gewaagde verhaal ‘De dominee is een vrouwmens’.

‘Ze zag er helemaal niet uit als een Surinaamse vrouw. Ze was wit en als ze haar mond zou houden, zou ze probleemloos als Hollandse vrouw door het leven kunnen gaan in Altweerterheide. Alleen haar lippen pleegden verraad. Haar ogen waren groen. Haar haar was langer dan kort, maar niet lang genoeg om lang genoemd te worden. Op haar voorhoofd vormde datzelfde haar een puntje dat wij in Suriname kiriw’wiri noemen, dat vertaald zou kunnen worden als “moordenaarsharen”.’

Clark Accord, schrijver van bestsellers als De koningin van Paramaribo en Bingo! stelt ons niet teleur met ‘Una casa particular’, dat zich niet in Suriname maar op Cuba afspeelt, en ook Herman Hennink Monkou, schrijver van het prachtboek De kleurling, toont vormbehoud. Wie ooit in Suriname was krijgt direct heimwee bij het lezen van zijn ‘Schubert in de Palmentuin’. Slechts eenentwintig pagina’s heeft deze stilist nodig om een hele wereld op te roepen.

Mala Kishoendajal toont ons een kijkje in de keuken door een deel van een historische roman in wording, De naamloze avonturiers, te laten lezen. Het is een verhaal waarin veel Hindoestaanse Surinamers zichzelf en hun geschiedenis zullen gaan herkennen.

Ruth San A Jong (foto rechts) schreef voor deze bundel ‘Schuldbelijdenis! Bladzijde 63!’, een verrassend verhaal waarin kerkgang en erotiek samenkomen. Hopelijk bevat haar, binnenkort te verschijnen, verhalenbundel De laatste parade meer van dit soort pareltjes.

Tessa Leuwsha verplaatste zich in de wereld van puberende jongens in ‘High five, zand erover’. Ondanks de wetenschap dat ze twee zeer goed ontvangen romans schreef, verbaasde ze mij met de kracht waarmee ze mij in het verhaal sleurde. Wie zoveel weet te bereiken met zo weinig tekst is een geboren schrijver.

En zo staan er nog veel meer verhalen in Voor mij ben je hier die de moeite waard zijn. Het verhaal van debutante Iraida Ooft (foto links), ‘High Maintenance’, verdient het zeker om in deze bundel te staan. Met haar korte maar sterk geschreven verhaal stormt de volgende generatie jonge schrijvers naar voren.

Daarmee is de bloemlezing een momentopname van de huidige Surinaamse literatuur geworden. Voor mij ben je hier is een must voor iedere lezer die Suriname in zijn hart meedraagt.

Voor mij ben je hier, samengesteld door Michiel van Kempen
Amsterdam: uitgeverij Meulenhoff, 2010

Ezra de Haan is schrijver, dichter en journalist

[overgenomen van Literatuurplein.nl]

Reünie De Milestones

De legendarische Milestones maken zich op voor een artistieke reünie met live muziek en Spoken Word.

In het begin van de jaren 70, vlak voor de naderende onafhankelijkheid van Suriname, trokken grote groepen vanuit het toenmalige koninkrijksdeel naar Nederland. Zij keerden de grote onzekerheid van hun land de rug toe. Tien jaar voor het eerste formele minderhedenbeleid in Nederland tot stand kwam, liet een groep zwarte jongeren vanuit de hoofdstedelijke Bijlmermeer nadrukkelijk van zich horen. De kern van deze jongerenbeweging was gevestigd in Gliphoeve, de meest roemruchte flat van de Bijlmer. Deze groep noemde zich: De Milestones.

De Milestones genoten in de eerste jaren veel bekendheid vanwege het organiseren van feesten die je niet mocht missen, vanwege de diversiteit aan bezoekers en spontane live optredens van bekende en minder bekenden artiesten. Deze feesten waren het antwoord op de weigering van anders dan witte jongeren aan de deuren van de discotheken in Nederland. De Milestones deden uiteenlopend optredens in het land. Op die manier leverden zij hun bijdrage aan de productie van platen en het maken van theaterstukken. Al snel werd de horizon verbreed door discussie-avonden en seminars te organiseren met aandacht voor jongeren-empowerment en het belang van culturele erfenis. Vooral het gedachtegoed van charismatische leiders als Malcolm X, Martin Luther King Jr. en de Black Panthers gedijde goed bij de groep.

In de jaren ’80 werd de Milestones Media Groep actief die zich toelegde op ‘Meer kleur in de Media’. Talloze zichtbare en onzichtbare acties, met name richting Hilversum, leidde uiteindelijk tot realisering van Black Star Liner – ‘het eerste zwarte Nederlandse Radio programma’ en een aantal jaar later Bij Lobith – ‘het eerste zwarte Tv-programma op de Nederlands publieke omroep’. Het is een feit dat voor alle zwarte gezichten in de hedendaagse media (Radio & Tv), de Milestones het pad hebben geëffend. Nog steeds zijn individuele leden van de Milestones actief in de entertainmentbranche en zij drukken nog steeds een zware stempel op de totstandkoming van een aantal onafhankelijke projecten en producties.

De standvastigheid van de Milestones een gerespecteerde plaats voor allochtonen in de Nederland te veroveren heeft veel respect afgedwongen bij organisaties als Streetcorner Work en het Ambulante Team Hulpverlening. Ook op hun directe en indirecte omgeving hadden de Milestones veel invloed op het publiek daar waar het om beeldvorming over ‘Nieuwe Nederlanders’ ging. In een latere fase heeft dat geleid tot contacten met de lokale en landelijke politiek. De Milestones hebben een wezenlijke bijdrage geleverd aan het aanleggen voor infrastructuren voor minderhedenbeleid.

Het is nu na een groot aantal jaar dat de leden van de Milestones zich in een artistieke setting zullen verhouden met hun toenmalige achterban. De huidige ontwikkelingen in de samenleving dwingen ook de Milestones tot het reflecteren op hun prestaties en mogelijk tot het formuleren van nieuwe doelen.

Iedereen is van harte welkom dit proces te ervaren.

Enkele bekende Milestones zijn: Imro ‘PI Man’ Belliot, Robert Harman Sordam, Stanley ‘Odongo’ Angel, Guilly Koster, Vincent Henar, Eric ‘Booger’ Oostwoud, Albert ‘Blokkie’ Blokland en Dennis Echteld.

Plaats: Club Hippo. van Slingelandstraat 5, Amsterdam
Datum: vrijdag 17 december vanaf 21.00 u.

Voor meer informatie: Imro Belliot: 06 54 69 34 46 pi-man@zonnet.nl

De nieuwste verhalen van Suriname

Uitgeverij Meulenhoff presenteert in samenwerking met de Werkgroep Caraïbische Letteren en Theater Perdu op zaterdag 11 december a.s een gloednieuwe bundel met verhalen van de jongste generatie Surinaamse schrijvers: Voor mij ben je hier.

Voor mij ben je hier wordt uitgegeven ter gelegenheid van 35 jaar onafhankelijkheid van de Republiek Suriname. Aan de bundel, die samengesteld is door Michiel van Kempen, werkten 16 schrijvers mee. Dit zijn: Rihana Jamaludin, Marylin Simons, Herman Hennink Monkau, Carry-Ann Tjong-Ayong, Clark Accord, Henna Goudzand Nahar, Mala Kishoendajal, Guilly Koster, Iraida Ooft, Tessa Leuwsha, Karin Amatmoekrim, Joanna Werners, Annette de Vries, J.Z. Herrenberg, Ismene Krishnadath en Ruth San A Jong.

De eerste exemplaren worden namens de schrijvers door Clark Accord aangeboden aan twee prominenten uit de Surinaamse schrijversgeneratie van de jaren ’60: Rudy Bedacht (CorlyVerlooghen) en John Leefmans.

Patrick Meershoek (journalist Het Parool) en Gloria Wekker (hoogleraar gender en diversiteit) ontvangen zes schrijvers aan tafel.Er zijn literaire voordrachten van verschillende schrijvers en van NOS-correspondente Garrie van Pinxteren .

Muzikaal wordt de avond omlijst door Raj Mohan & Lourens van Haaften en Sanne Landvreugd & Pablo Nahar.

 
Televisieomroepster Sytske Jellema zal de avond presenteren.Plaats: Theater Perdu, Kloveniersburgwal 86 (vlakbij café De Jaren, om de hoek), Amsterdam
Aanvang: 20.00 uur
Toegang vrij
Reserveren noodzakelijk via deze link:
http://www.perdu.nl/reserveren.cfm?voorstelling=343

Voor meer informatie over Voor mij ben je hier kunt u contact opnemen met
Marianna Sterk, m.sterk@meulenhoff.nl, tel. 020-5533560.

Debat 35 jaar onafhankelijkheid Suriname

Op 25 november 2010 is het al weer 35 jaar geleden dat de Republiek Suriname een zelfstandige natie werd. Srefidensi Dey, oftewel dag van de onafhankelijkheid, markeert het einde van 300 jaar kolonisatie van Suriname door Nederland en de start van de republiek Suriname. Een dag die vol overgave wordt gevierd zowel in Suriname als in Nederland.

read on…

Spraakmakende cinema uit Afrika en de Afrikaanse diaspora

Dinsdag 2 november opent de Amsterdamse bioscoop het Ketelhuis zijn deuren voor de 2010 editie van het Africa in the Picture filmfestival (AITP). AITP toont in zes dagen maar liefst vijftig speelfilms, documentaires, korte films en animaties uit Afrika en de Afrikaanse diaspora en is hiermee uniek in Nederland. Aansluitend op het festival wordt een selectie van de films vertoond in Movie W, Wageningen, Verkadefabriek Den Bosch, Filmfoyer Tilburg en Filmhuis Den Haag.

Op 28 augustus en 3, 4, 5, 10 en 11 september zijn er openluchtvoorstellingen in Amsterdam en van 2 t/m 7 november ook in de Amsterdamse Bioscoop Het Ketelhuis.

Dit jaar vieren diverse Afrikaanse landen hun vijftig jarige onafhankelijkheid en om die reden blikt AITP terug op de ontwikkeling van Afrikaanse cinema sinds de jaren zestig. AITP eert de zogeheten founding fathers van de Afrikaanse film door een speciale serie klassiekers te tonen die het begin van de Afrikaanse cinema onder de aandacht brengen. In de serie zijn onder meer te zien de door Martin Scorcesses gerestaureerde film Touki Bouki van Djibril Diop Mambéty en Mortu Nega van Flores Gomes.

Het festival opent dit jaar met de film Moloch Tropical van de succesvolle filmmaker Raoul Peck waarin de kijker een Haïtiaans staatshoofd volgt in zijn laatste dagen voorafgaand aan de uitbraak van een revolutie. In een speciaal retrospectief vertoont AITP daarnaast de hoogtepunten uit Peck’s glansrijke filmcarrière waar de filmmaker bij aanwezig zal zijn.

Bijzonder in het filmprogramma is onder meer de film Pumzi de eerste Afrikaanse sci-fi film van filmmaker Wanuri Kahui die momenteel furore maakt in Amerika. De film Glorious Exit vertelt het verhaal van vier halfbroers die in verschillende delen van de wereld wonen. Zij ontmoeten elkaar bij de begrafenis van hun vader in Nigeria waar zij geconfronteerd worden met de culturele verschillen tussen hun thuisland en het land van hun vader. De broers zijn alle vier aanwezig op het festival. Voor het eerst bekijken zij gezamenlijk de film en delen hun ervaringen met het publiek.

Traditiegetrouw wordt bij AITP ruimschoots aandacht besteed aan de Maghreb landen en Afrikaanse diaspora films met van eigen bodem werk van lokale filmmakers als Guilly Koster, Hesdy Londijk, Jeffrey Elmont en Jim Aasgier (Habbekrats). Tot slot organiseert AITP jaarlijks het Gay Africa filmprogramma wat is uitgegroeid tot een belangrijk internationaal podium voor films die in eigen land onderhevig zijn aan politieke en publieke censuur. Elk jaar wordt aan dit filmprogramma door middel van een debat, verdieping gegeven aan een specifiek thema. Dit jaar is het thema ‘tussen geloof en homoseksualiteit’. Films als The House of Rainbow uit Nigeria en Children of God uit de Bahamas, behandelen het spanningsveld tussen specifieke geloofsthema’s en homoseksualiteit.

Buiten de filmvertoningen draagt een kleurrijk randprogramma, bestaand uit een Afrikaanse festivalkeuken, debatten, Q&A’s en intieme feestjes, bij aan een uniek festivalconcept.
Het hele programma staat vanaf september op deze site.

  • RSS
  • Facebook
  • Twitter