Vanuit een luie houding op de dubbelzit stoelen vlakbij de ingang van het treinstel, keek ik even boven mijn openslagen boek uit naar de jonge, blonde vrouw die net was ingestapt. Terwijl ze haar blik langzaam van mij afwendde en aan de andere zijde van het gangpad ging zitten, glimlachte ze betrapt en ondeugend tegelijk. Pas enige momenten daarna besefte ik dat ze de geelgroen afgedrukte titel op de groene kaft van het voor mijn gezicht gehouden boek had gelezen. Ritmisch zonder string. Toen voelde ík mij betrapt. Wat zou ze wel niet denken? Er was maar één die schuldig was aan dit woordenloze gevoelstafereel in het openbaar vervoer: de dichter Antoine de Kom (1956) die het aan de kwajongen in zichzelf had overlaten de titel te verzinnen voor zijn dichtbundel die tot de beste van Nederland zou worden bekroond. De jury van de VSB-poëzieprijs 2014, de meest prestigieuze dichtersprijs van Nederland, was unaniem. De prijs van 25.000 euro en nog meer moois ging naar de dichter van Ritmisch zonder string. Het voelde zo ongeveer als toen mr. Gerard Spong door zijn collega’s tot beste strafpleiter van Nederland werd uitgeroepen. Voor het eerst stond nu een dichter met Surinaamse strings op de hoogste plek van het erepodium. De Kom maakte geen geheim van het emancipatoire momentum. Hij zei in het NRC Handelsblad dat de Nederlandse poëzie wit was. Hij was wars van ‘bekentenispoëzie’, hij wist het verschil tussen gedicht en pamflet. Maar hij had ook geen valse schaamte over zijn onmiskenbare engagement. Ook op de achterflap van zijn dichtbundel liet deze dichter-psychiater het nadrukkelijk weten, hij is ‘een kleinzoon van de Surinaamse nationalist en verzetsstrijder Anton de Kom’. In dezelfde alinea vertelde hij de lezer dat hij is gehuwd ‘met de mensenrechtenactiviste Lilian Gonçalves- Ho Kang You’. Ritmisch zonder strings begon voor lilian met het liefdesgedicht haar vele.
je sprak hoewel het schieten alweer opgehouden was.
de kinderen staan zwijgend aan de kant.
dan is er weer de regen
zijn er weer bladeren waar je uit tevoorschijn stapt.
je denkt waarschijnlijk weer aan alles
als je uit het brandpunt zuchtend heel dicht
naast me komt
Het bleef niet daarbij. In de duizelingwekkende poëtische waaier van reiservaringen in Fes, Kaapstad, Paramaribo, Istanbul, Menorca, Filipijnen, Sahara, Den Haag, New Orleans, Damascus, Honduras, Sint Petersburg enzovoort, ademde overal de liefde, veelal verhuld als receptieve, zinderende, esthetische vitaliteit.
De reiziger De Kom liet Fes prachtige dichtregels.
in luwte van dadelpalmen dommelen tot
citroen en cipres als munt en vijg zichzelf overslaan
in de smalle stegen waar bedelaars hun dag ontdenken
In het land van Nelson Mandela bleef hij wars van blinde adoratie.
zilverkleurige auto’s en zwarte mannen van de veiligheidsdienst.
wij hebben de grenzen verkend en wij zijn verder verdwenen
achter de mascara die zuid-afrika heet
In Suriname herinnerde hij in laos plots ronald venetiaan.
opeens
miste je de president
je ziet hem nóg
over de rode loper in zijn paleis links afslaan
en dan de trap af dalen.
er hangt een ruisdael aan de muur.
Terwijl hij stil hield bij ‘het fort van uitermate weinig woorden’.
falend geheugen vriend voel
worden van alles wat met hitte
& Gods wil ons verleden vol
drankflessen witgoed bloedbad en boeien was.
boeien in diverse maten voor enkels
of handen of handen of hals. Nog te zien
in het fort van uitermate weinig woorden
waarde allerhoogste ziel en geest om zijn troon heeft verzameld
en aangeeft dat zijn positie
onhoudbaar is
In het nationale morele conflict van Suriname blijkt de kleinzoon van Anton de Kom begiftigd met de principevastheid van opa. In zijn interview in het NRC Handelsblad naar aanleiding van zijn prijs was hij helder:
‘Mijn poëzie heeft veel met Suriname te maken, met een president die weigert zich voor de rechter te verantwoorden voor de meest verschrikkelijke misdaden.’
Mij deed de leeservaring met Ritmisch zonder stringdenken aan een formidabel Caribisch salsa-orkest waar trompetten, zangers, timbales, conga’s, gitaren, piano’s elk hun virtuoze improvisaties lanceren, zo individueel, anders, origineel en toch samengebonden door het tak-tak-tak-taktak van het meest simpele instrument: de twee stokjes, de claves. Wie het ritme van de claves kwijtraakt wordt overweldigd door het muzikale geweld. Dat overkwam een enkele Nederlandse recensent tijdens het lezen van Ritmisch zonder string. Hij schreef over ‘poëzie bedolven onder veel tropisch gekleurd taalgeweld’ en raakte zelfs de spelling van de bundeltitel kwijt, het werd bij hem Zonder string. Hij was de claves, het Ritmisch, kwijt.
En de dichter had in graszee niet aanraken nog zo een heldere leesinstructie gegeven.
. nergens is het beter dichten dan op aanrollende golven. Men neme een stevige regel en houde zich daaraan vast. De golven breken op. De regel wordt schuimend gedicht en als de golf op het punt van omslaan komt is de bladzij altijd sneller. Dichten is zulk omslaan golven zijn al brekend en ontrollen dan pas echt hun poëzie.
Op vrijdag 21 maart a.s. onthult de Stichting ArchipelpoëZie op feestelijke wijze het zesde muurgedicht in de mooie Haagse Archipelbuurt. Het gaat om een Engelstalig gedicht van de Caraïbische Derek Walcott (Saint Lucia), winnaar van de Nobelprijs voor Literatuur. Zijn gedicht Midsummer, Tobago zal verschijnen op de muur van een Rijksmonument op de hoek van de Javastraat en het Alexanderplein. Het gedicht past bijzonder goed bij de warme uitstraling van deze muur.
Dichter Antoine de Kom, werd gisteren, vrijdag 30 januari, in de bloemetjes gezet, nadat hij de dag ervoor de VSB Poëzieprijs had gewonnen. Hij werd door Michiel van Kempen geïnterviewd in de Amsterdamse Academische Club, voorafgaand aan het gesprek dat deze had in ket kader van het door Vera de Kort georganiseerde Boekencafé met schrijvers Karin Amatmoekrim en Stephan Sanders over de zeven hoofdzonden. Antoine de Kom ontving namens de Werkgroep Caraïbische Letteren bloemen uit handen van bestuurslid Noraly Beyer en kreeg ook een boeket van Maaike Ambags, directeur van de Amsterdamse Academische Club.
Afgelopen donderdag werd bekend dat aan Antoine de Kom de VSB Poëzieprijs is toegekend voor zijn jongste bundel, Ritmisch zonder string. Hieronder het integrale juryrapport.
De jury van de VSB Poëzieprijs nomineerde uit honderd en vijftien ingezonden dichtbundels die allen verschenen tussen 1 september 2012 en 31 augustus 2013 de bundels Jaja de oerknal van Maria Barnas, De zon in de pan van F. van Dixhoorn, Bewegend doel van Micha Hamel, Ook daar valt het licht van Miriam Van hee en Ritmisch zonder string van Antoine de Kom.
De Nederlandse schrijver en dichter Antoine de Kom (57) is de winnaar van de VSB Poëzieprijs 2014. Hij krijgt de jaarlijkse onderscheiding voor Nederlandse poëzie voor zijn bundel Ritmisch zonder string, maakte de jury vandaag bekend tijdens de prijsuitreiking in het stadhuis van Rotterdam.
‘Door een zintuiglijke en krachtige beeldtaal, vermengd met ‘slang’ en folklore, worden vele werelden welhaast tastbaar.’
Jury
De jury onder voorzitterschap van burgemeester Ahmed Aboutaleb was unaniem in de keuze van De Kom als winnaar. ‘Door een zintuiglijke en krachtige beeldtaal, vermengd met ‘slang’ en folklore, worden vele werelden welhaast tastbaar.’ Zijn taal krijgt spanning, vaart en energie ‘door zijn voortdurende gevecht met zinsbouw en grammatica’, oordeelde de jury. ‘Deze poëzie verdient een wereldse beloning.’ De Kom ontving een geldbedrag van 25.000 euro en een glaskunstwerk van kunstenares Maria Roosen.
Antoine de Kom is van gemengd Nederlands-Surinaamse afkomst en een kleinzoon van Anton de Kom, de bekende Surinaamse nationalist en verzetsstrijder. De Kom bracht een groot deel van zijn jeugd in Suriname door. Van dat verblijf getuigen zijn eerste twee poëziebundels Tropen (1991) en De kilte in Brasilia (1995). Zijn laatste dichtbundel Ritmisch zonder stringverscheen vorig jaar.
Voor de prijs waren vijf dichtbundels genomineerd. Ook de dichters Maria Barnas, F. van Dixhoorn, Micha Hamel en Miriam Van hee dongen mee. De jury koos de genomineerde titels uit 115 bundels die waren ingezonden. De uitreiking van de VSB Poëzieprijs is het eerste hoogtepunt van de Poëzieweek 2014, die donderdag begint. De hele week vinden in Nederland en Vlaanderen talloze activiteiten plaats rond poëzie en gedichten.
[uit de Volkskrant.nl, 29/01/14, 21:53 − bron: ANP]
Suzanne Binnemans, Michiel van Kempen en Rogi Wieg
Dit jaar stelde Ahmed Aboutaleb, juryvoorzitter van de VSB Poëzieprijs 2014(de belangrijkste prijs voor dichters in het Nederlands taalgebied) De 100 beste gedichten samen. De VSB Poëzieprijs is een literaire prijs voor de beste dichtbundel van het voorgaande jaar.
De nieuwe kleren van de keizer is een sprookje, opgetekend door Hans Christian Andersen. Het verscheen in 1837. In dit sprookje wordt de keizer bedrogen door twee kleermakers die hem nieuwe kleren aansmeren die alleen maar door heel slimme mensen gezien kunnen worden. De keizer gelooft dat anderen de kleren kunnen zien en besluit – helemaal in zijn blootje – zichzelf aan het volk te vertonen. Het volk ziet de keizer naakt rondlopen, maar niemand durft er iets van te zeggen, totdat een klein jongetje uitroept: ‘Hé, kijk, de keizer loopt in z’n blootje!’
Dit sprookje kwam onmiddellijk in mij op toen ik voor de eerste keer de nieuwe gedichtenbundel, Ritmisch zonder string, van Antoine de Kom las. Daarmee wil ik niet de rol op mij nemen van het kleine jongetje in het sprookje, maar laat ik het dan toch maar gewoon onverbloemd zeggen: ik snapte er geen reet van! Als je zoiets overkomt als min of meer ervaren recensent van poëzie, dan heb je een aantal opties: de eerste makkelijkste optie is de opdracht, iets over de bundel te schrijven. De tweede optie bestaat uit iets zeggen in de trant van: volgens mij is de dichter een behoorlijk ingewikkeld warhoofd. De derde, moeilijkste, optie is toegeven dat je de ballen verstand hebt van poëzie of gewoon vaststellen dat je een domkop bent.
Nu ken ik ook het andere werk van Antoine de Kom waaruit te concluderen valt dat hij alles behalve een warhoofd is. Ik ken ook mijzelf goed genoeg om vast te stellen dat ik meestal over een redelijke intelligentie beschik. Nu weet ik ook uit ervaring dat poëzie iets is waar je een tijdje mee moet leven. Daarom nam ik de bundel mee naar bed en las ik er elke dag een gedeelte uit. Soms meerdere keren. Maar hoe ik ook mijn best deed, het meeste werk bleef een min of meer gesloten boek voor mij. Wat uiteindelijk overbleef was een gevoel voor de schoonheid die uit het taalgebruik van de dichter oprees. Plotseling realiseerde ik me dat je van de aanwezigheid van een vrouw kan genieten zonder haar werkelijk te begrijpen. Iets wat veel mannen dagelijks ervaren! Het kost ons mannen vaak jaren van toewijding om werkelijk door te dringen tot het gedachtepatroon van een vrouw. Maar zoveel tijd had ik niet gekregen van de redactie en ik besloot op zoek te gaan naar een gedicht wat mijn ervaring enigszins benaderde, een gedicht waarin ik schoonheid en liefde kon ervaren. Toen kwam ik uit bij het eerste gedicht in de bundel:
je haar is zilver en je bed
van goud. dit huis ons uur
waar je vingers verdwalen
nu mijn onderbuik zichzelf te buiten gaat.
je peinst je
denkt aan alles dacht je
midden in fel zoeklicht tussen
bladeren het regende
in stromen toen veranderden tuin en tuin
in wat die werd –
een uitgestrekt groen veld
vlak bij de zee waar vogels
op het smalle strand paarse druiven
komen stelen, druiven die groeien
langs de rotswand.
je stond daar klaar met lange
witte vellen in je handen.
je droeg een mantelpak, laag uitgesneden
blouse.
je legde alle vellen een voor een
verdwenen vellen achter de glazen
katheder. stoelen zwegen onbezet.
toen kwamen ze.
Dit gedicht ontroert me, raakt me ergens diep van binnen, maar vraagt u me alstublieft niet waarom. Want ik moet u het antwoord schuldig blijven. Wat ik wel kan zeggen: dit gedicht bracht me weer terug naar de kern van alle poëzie: de schoonheid en de kracht van het onzegbare! In die zin is de nieuwe bundel van Antoine de Kom een aanrader voor alle mensen die van poëzie houden want hoe onbegrijpelijk soms de schoonheid van een door en door geïndividualiseerde en intieme taal, gesproken vanuit een onkenbaar hart ook is, het blijft een verheffende en mystieke ervaring. Tot slot wil ik mij verontschuldigen tegenover Antoine de Kom. Ik realiseer me heel goed dat dit stukje in een bepaald opzicht meer over mijzelf gaat dan over zijn bundel, maar zonder deze persoonlijke ontboezemingen kon ik zijn doordringende poëzie niet recht in de ogen kijken. Voorlopig blijft zijn bundel een onmisbaar onderdeel van mijn nachtkastje. Dat is iets wat zeker is.
Antoine de Kom: Ritmisch zonder string; omslagontwerp Brigitte Slangen, omslagbeeld Wilgo Vijfhoven, boekverzorging Hannie Pijnappels. Amsterdam-Antwerpen: Em. Querido’s uitgeverij bv, 2013. isbn 978 90 214 4733 9.
Antoine de Kom is met deze bundel genomineerd voor de belangrijkste poëzieprijs van Nederland, de VSB-poëzieprijs. Eindejaar wordt bekend wie van de vijf genomineerden de prijs krijgt.
Antoine de Kom is met zijn bundel Ritmisch zonder string (uitgeverij Querido) genomineerd voor de belangrijkste poëzieprijs van Nederland, de VSB-poëzieprijs. Eind jaren wordt bekendgemaakt wie van de vijf genomineerden de prijs zal krijgen. Antoine de Kom licht zelf zijn bundel toe in een vimeo-filmpje, klik hier.
De jury van de VSB Poëzieprijs nomineert de dichtbundels van Maria Barnas, F. van Dixhoorn, Micha Hamel, Miriam Van hee en Antoine de Kom voor de VSB Poëzieprijs 2014. Juryvoorzitter Ahmed Aboutaleb heeft dat zojuist in het VPRO-radioprogramma De Avonden bekendgemaakt. De VSB Poëzieprijs is dé prijs voor Nederlandstalige poëzie en bekroont jaarlijks de beste dichtbundel van het voorgaande jaar met een geldbedrag van 25.000 euro en een bijzonder glaskunstwerk van Maria Roosen. De uitreiking van de VSB Poëzieprijs vindt plaats op 29 januari a.s. en is daarmee het eerste hoogtepunt van de Poëzieweek 2014.
De dichters ontvangen hun nominaties voor de volgende bundels:
Jaja de oerknal – Maria Barnas (De Arbeiderspers, 2013)
De zon in de pan – F. van Dixhoorn (De Bezige Bij, 2012)
Bewegend doel – Micha Hamel (Atlas-Contact, 2013)
ook daar valt het licht – Miriam Van hee (De Bezige Bij, 2013)
ritmisch zonder string – Antoine de Kom (Querido, 2013)
De jury constateert dat er dit jaar niet bezuinigd is in de poëzie: met 115 bundels was het aantal inzendingen verrassend hoog. En er is evenmin bespaard op vormgeving. De jury kreeg een groot aantal mooie bundels onder ogen. Kritisch is ze over de vele bundels die een voorkeur voor nostalgie laten zien. Dichters lijken massaal weemoed op te willen wekken. Des te meer bewondering heeft de jury voor bundels die betrokkenheid tonen en de wereld onderzoeken, voor dichters die radicaal voor de taal kiezen en de moed hebben hun werk zo te laten rijpen dat het aan hun individualiteit ontstijgt.
VSB Poëzieprijs op tournee
In het kader van de VSB Poëzieprijs 2014 zullen de genomineerde dichters van 17 tot en met 25 januari op verschillende podia in het land hun bundels presenteren aan het publiek. Informatie over deze tournee is te vinden op www.vsbpoezieprijs.nl.
Poëzieweek / 30 januari – 5 februari 2014
Sinds 2013 bundelen bekende poëzie-evenementen als Gedichtendag, de VSB Poëzieprijs, Dichter des Vaderlands en de Turing Gedichtenwedstrijd hun krachten in de Poëzieweek. Met de bundeling van activiteiten willen de partners een groter bereik creëren voor poëzie. De Poëzieweek is een Nederlands-Vlaamse samenwerking van Poetry International, Poëziecentrum, Stichting Lezen Vlaanderen, Stichting Lezen Nederland, Wintertuin, Nederlands Letterenfonds, Poëzieclub, Stichting CPNB en Boek.be, met steun van VSBfonds, Turing Foundation en Taalunie.
Gistermiddag werd bij uitgeverij Prometheus, Keizersgracht 540 in Amsterdam, de nieuwe roman van Karin Amatmoekrim, De man van veel, ten doop gehouden. Uitgever Mai Spijkers voerde het woord, Anton de Kom – kleinzoon van Anton de Kom over wie de roman gaat – las een lang gedicht voor en prof. Bert Paasman, Karins oude leermeester, kreeg het eerste exemplaar aangeboden. En toen was het signeren. Hierboven is te zien wat Karin Amatmoekrim schreef in het exemplaar voor de vriend van haar klein zusje.
Op zaterdag 19 oktober wordt het boek gepresenteerd in hotel Torarica in Paramaribo.
Strategieën in Nederland bij het herdenken en herinneren van de afschaffing van de slavernij
Hoe wordt (de afschaffing) van slavernij herdacht en herinnerd? Voor welke strategieën wordt gekozen of zou men kunnen kiezen? Een historicus, een kunsthistoricus, en een dichter/psychiater formuleren vanuit drie verschillende invalshoeken een mogelijk antwoord op deze interessante vragen. Elk delen zij gedurende 15 minuten hun standpunt en kennis, en gaan vervolgens onder leiding van historicus Gert Oostindie in debat. Aansluitend is er ruimte is voor uw inbreng en vragen. Voorafgaand aan het debat nodigen we u van harte uit een bezoek te brengen aan de tentoonstelling Slavernij verbeeld in Bijzondere Collecties van de UvA (ingericht door deelnemer aan het debat Elmer Kolfin!).
Inleidende voordrachten
Dienke Hondius | historicus VU
Het slavernijverleden op de kaart van Nederland zetten.
In 2012 maakte ik met een groep studenten van de VU een eerste kaart van de plaatsen in Amsterdam waar ten tijde van de afschaffing van de slavernij (1863) slaveneigenaren woonden, die toen compensatie ontvingen voor de slaven die ze moesten vrijlaten. De tot slaaf gemaakten kregen niets. Deze kaart was het begin van een onderzoeksproject waarin nieuwe resultaten van historisch onderzoek over de slavenhandel en het slavernijverleden van Nederland en Europa door middel van digitale en andere kaarten wordt getoond. Google maps bieden mogelijkheden om zelf historische informatie te vinden, routes te maken en het verleden dichterbij te halen. Eind juni 2013 stelde ik een eerste voorlopige versie van een “Atlasje van het slavernijverleden” samen en organiseerde de presentatie bij het Stadsarchief, door Nederlandse, Britse en Franse onderzoekers. In deze lezing licht ik het onderzoek toe en laat zien hoe er de komende jaren verder aan wordt gewerkt.
Elmer Kolfin | kunsthistoricus, UvA
Nut en onnut van musea als herdenkingsplek: zwarte slavernij en het Nederlandse museum.
Vóór 2013 was er maar weinig en zeer versnipperde aandacht voor het Nederlandse slavernijverleden. Het herdenkingsjaar 2013 leverde veel aandacht op, maar wat blijft daarvan hangen als de hype over is?
Antoine de Kom | dichter en psychiater
Een verworpen gewoonte
Wij hebben als Nederlanders allerlei onrecht aangedaan waaronder de slavernij. Herdenken en herinneren is verwerken en onszelf hervinden in een nieuwe, leefbare en gezamenlijke identiteit.
Biografie debatleider en sprekers
Debatleider Gert Oostindie
is directeur van het Koninklijk Instituut voor Taal-, Land- en Volkenkunde en hoogleraar Geschiedenis aan de Universiteit Leiden. Hij publiceerde vele boeken over het Caraïbisch gebied, met thema’s als slavernij, dekolonisatie, migratie en etniciteit. In Het paradijs overzee (1997) hekelde hij het ontbreken van een Nederlands monument ter nagedachtenis van slavenhandel en slavernij. Naderhand redigeerde hij hierover Het verleden onder ogen (1999) en Facing Up to the Past (2001). In Postkoloniaal Nederland. Vijfenzestig jaar vergeten, herdenken, verdringen (2010) analyseert hij het verband tussen de postkoloniale migraties en de hedendaagse herinneringscultuur rond het kolonialisme, waaronder de slavernij.
Dienke Hondius
is universitair docent geschiedenis bij de Vrije Universiteit, en medewerker van de Anne Frank Stichting. Na haar proefschrift over de acceptatie van etnisch en religieus gemengde huwelijken (Gemengde huwelijken, gemengde gevoelens; UvA, Amsterdam,1999) onderzocht ze aan de Erasmus Universiteit Rotterdam de geschiedenis van het begrip ‘ras’, en daarmee ook de brede en diepe geschiedenis en doorwerking van de slavernij en de slavenhandel. Ze werkt nu onder meer aan een atlas van het slavernijverleden in Europa, aan een studie over de joodse onderduik in Nederland, en aan de mondelinge geschiedenis van Surinaamse leerkrachten. In juni 2014 verschijnt: Dienke Hondius, Blackness in Western Europe: Racial Patterns of Paternalism and Exclusion.(Transacion publishers, New Jersey USA)
Elmer Kolfin
is kunsthistoricus aan de Universiteit van Amsterdam. Hij maakte met anderen de tentoonstelling Slavernij verbeeld (Bijzondere Collecties Universiteit van Amsterdam, nog te zien tot 22 sept 2013), was betrokken bij de tentoonstelling Black is Beautiful over de verbeelding van zwarte mensen in de kunst van 1400 tot 2000 en publiceert regelmatig over beeldvorming van Afrikanen van circa 1500 tot 1800.
Antoine de Kom
– kleinzoon van Anton de Kom – is forensisch psychiater en dichter. Zijn recentste dichtbundel is Ritmisch zonder string (2013). In 2012 publiceerde hij Het misdadige brein, een bundeling van miniaturen over beruchte verdachten die in Hollands Maandblad verschijnen.
Expositie in Bijzondere Collecties
Op vertoon van de bevestiging van het debat kunt u vooraf aan het debat een bezoek brengen aan de tentoonstelling Slavernij Verbeeld in Bijzondere Collecties van de UvA. Elmer Kolfin is gastconservator van deze tentoonstelling.
Diner: daghap 15 euro
U bent van harte uitgenodigd om na afloop te blijven voor de “daghap” voor 15 euro. Een heerlijke huisgemaakte schotel voor een vriendelijke prijs en de mogelijkheid op tijd te vertrekken.
Deze website beoogt geen enkel winstoogmerk. Door middel van de website wil de Werkgroep het publiek kennis laten maken met nieuws uit en over de Caraïbische regio. De Werkgroep neemt daartoe onder meer berichten over van andere sites, zonder dat het ons altijd mogelijk is rechthebbenden vooraf te attenderen op de overname. Mocht iemand bezwaar hebben tegen overname van tekst- of beeldmateriaal, laat ons dit weten, dan verwijderen wij het materiaal.
Reacties op berichten worden alleen geplaatst indien voorzien van voor- en achternaam. Opinies op deze website komen voor rekening van de auteur(s) en zijn niet altijd de opinies van de Werkgroep.