blog | werkgroep caraïbische letteren
Posts tagged with: Kom Antoine de

Antoine de Kom in de bloemen

Dichter Antoine de Kom, werd gisteren, vrijdag 30 januari, in de bloemetjes gezet, nadat hij de dag ervoor de VSB Poëzieprijs had gewonnen. Hij werd door Michiel van Kempen geïnterviewd in de Amsterdamse Academische Club, voorafgaand aan het gesprek dat deze had in ket kader van het door Vera de Kort georganiseerde Boekencafé met schrijvers Karin Amatmoekrim en Stephan Sanders over de zeven hoofdzonden. Antoine de Kom ontving namens de Werkgroep Caraïbische Letteren bloemen uit handen van bestuurslid Noraly Beyer en kreeg ook een boeket van Maaike Ambags, directeur van de Amsterdamse Academische Club.

Juryrapport VSB Poëzieprijs 2014

Afgelopen donderdag werd bekend dat aan Antoine de Kom de VSB Poëzieprijs is toegekend voor zijn jongste bundel, Ritmisch zonder string. Hieronder het integrale juryrapport.
De jury van de VSB Poëzieprijs nomineerde uit honderd en vijftien ingezonden dichtbundels die allen verschenen tussen 1 september 2012 en 31 augustus 2013 de bundels Jaja de oerknal van Maria Barnas, De zon in de pan van F. van Dixhoorn, Bewegend doel van Micha Hamel, Ook daar valt het licht van Miriam Van hee en Ritmisch zonder string van Antoine de Kom.
Jaja de oerknal
Maria Barnas (De Arbeiderspers, 2013)
Jaja de oerknal is meditatief van opzet. De thema’s draaien om gevoelens en gewaarwordingen, angst en herinneringen, de creatieve vonk; de gedichten verkennen de grenzen tussen wat beschreven wordt en wat verzwegen of impliciet blijft, tussen omgeving en beleving. Die spanning wordt fraai in stand gehouden dankzij het subtiel uitgebalanceerde taalgebruik: in klare, goed gedoseerde formuleringen biedt Barnas vignetten die de lezer raken door hun mimetische trefzekerheid, hun metaforische suggestiviteit en hun zuivere verwoording.
Barnas is een beheerst en integer dichter. Dat frappeert de lezer allereerst op stilistisch niveau: de vrije versvorm (de bundel hanteert er een rijke schakering van) wordt nooit een vrijbrief voor vormeloosheid. Zinsbouw, versregel en strofeopbouw bewegen soepel om elkaar heen; de enjambementen geven steeds een ritmische of emotionele meerwaarde en wisselen op verrassende momenten af met krachtige regels die door hun syntactische eenheid een grote zeggingskracht krijgen.
Ook inhoudelijk maakt Jaja de oerknal indruk door zijn evenwicht en integriteit. Barnas kan lyrisch schrijven zonder ooit in effectbejag te vervallen en thematiseert de eigen zielenroerselen zonder een zweem van ijdelheid. Het is een bundel die tot herlezen uitnodigt, steeds weer imponeert door Barnas’ voortreffelijke omgang met het medium taal en telkens nieuwe bekoorlijkheden aanreikt.
De zon in de pan
F. van Dixhoorn (De Bezige Bij, 2012)
F. van Dixhoorn leverde een bundel aan van hooguit twee gedichten. Het kan ook minder zijn, want De zon in de pan is met durf volgehouden soberheid, buitenissig en bewonderenswaardig.
Van Dixhoorn lijkt pretentieloos: hier is geen dichter aan het werk die zichzelf wil presenteren. De poëzie gaat voor de man. Zij is bovendien eigenzinnig en doet geen handreiking aangaande haar betekenis, ze legt zichzelf niet uit. Er zijn nauwelijks concessies aan het conventionele te vinden. Dit is bij uitstek poëzie om de poëzie. Ze stelt de lezer de vraag wat die woorden op dat blad doen. Het papier zelf is er bovendien niet enkel om de tekst te dragen, het dwingt in het omslaan van de bladen het ritme van het gedicht te volgen. De lezer ervaart zo een cyclisch gebeuren dat tegelijk in de klanken en de inhoud van de taal plaatsvindt. Overigens biedt de bundel geen eenduidige instructies over samenstelling of leesvolgorde – lof in dezen komt ook De Bezige Bij toe. Dichter, taal, uitgever, papier en lezer nemen hier samen deel aan een poëtisch ritueel.
De jury besteedde aan het werk nu al haast evenveel woorden als de dichter. De zon in de pan neigt naar nietsigheid, toch is de uitgave een dichterlijke daad en levert ze de (her)lezer groeiende rijkdom op. Om kort te gaan: Van Dixhoorn toont de Nederlandse poëzie de kunst van het minimalisme.
Bewegend doel Micha Hamel (Atlas-Contact, 2013)
Bewegend doel lijkt met zo’n gemak geschreven, zo evident is Hamels rijk en muzikaal taaluniversum, dat het grenst aan machtsvertoon. Hier geen oerknal, maar donkere materie; meer als uitgangspunt dan als metafoor: waar staan we nu eigenlijk? De bundel is een plaatsbepaling. Waar staat de dichter? Waar de moderne mens? De dichter als én versus de moderne mens. Aan de haren sleept hij zichzelf en de lezer langs afgronden van het moderne bestaan. Vorm, vormpje en het vormelijke worden ter discussie gesteld.
Het perspectief is breed: elk miezerig moment of detail blijkt, haarfijn gefileerd,
wezenlijk; Micha Hamel maakt poëzie van de klei die het leven tot in alle hoeken en gaten vult (deze jongen doet wat met zijn algemene ontwikkeling). Met uiterste precisie en gedetailleerdheid dicht hij daarbij van zijn gedichten alle hoeken en gaten. Er is een ziekte, een leven en doodsdrift. Enig sentiment poogt Hamel middels vaart, humor en vaardigheid te ontwijken; hij dendert maar door, deze meester van de vermaakindustrie.
Hamel bespeelt virtuoos vele registers; ook dat doet hij telkens met een grote vanzelfsprekendheid, tot zijn slechtgezindheid en cultuurpessimisme over het heden aan toe. Die thematiseert hij nooit op een opvallende of opzichtige manier; zijn bundel biedt levende poëzie.
Ook daar valt het licht
Miriam Van hee (De Bezige Bij, 2013)
Miriam Van hee beheerst haar vak dusdanig dat vorm en inhoud perfect samenvallen. In een vrij eenvoudige stijl maakt ze in deze bundel optimaal gebruik van beelden, ritme en enjambementen om de lezer mee te doen kijken naar een wereld waarin mensen maar schaduwen zijn, mensen die veel onheil kunnen aanrichten maar toch ons mededogen verdienen. Het vaak door haar gehanteerde vogelperspectief zorgt voor afstand, het dwingende ritme voor betrokkenheid. Door het ritme te veranderen zorgt ze voor dramatiek
in deze op het oog zo ‘sur place’ geschreven gedichten. Verandering is dan ook een van de thema’s van deze bundel. De dichteres wil iets vasthouden voor het kantelt. Ze vindt een evenwicht tussen betrokkenheid op de wereld en individueel verlies, tussen oog voor de grote geschiedenis en intimistische waarneming. Met veel precisie en nuance roept ze zowel de gruwelen in Oost-Europa als de landschappen en mensen uit haar eigen jeugd op. Ze vraagt zich telkens op een subtiele manier af wat haar eigen beweegredenen zijn en die van anderen, en hoe zich daartegenover te verhouden. De slotregel van een gedicht uit de cyclus ‘Nulpunt’ luidt: ik zocht een sleutel / tot beschrijving, niet van alles wat verdwenen was / maar van een kleine poolse stad die overal kon zijn. Die sleutel heeft de dichteres gevonden. Van hee is een vuurpijl: ze verlicht niets maar herinnert ons eraan dat het licht bestaat.
Ritmisch zonder string
Antoine de Kom (Querido, 2013)
Door een zintuiglijke en krachtige beeldtaal, vermengd met slang en folklore, worden in Ritmisch zonder string vele werelden welhaast tastbaar. Vreemde werelden, extravert, voluptueus, voelend, maar: ‘onze weefsels zijn nog jong en als de maan wast worden wij dezelfde soortelijke massa wat wil zeggen dat het vreemde aan ons inboet’. Dat is wat De Kom doet, het vreemde zijn kracht ontnemen, zonder hang naar exotisme of oriëntalisme; hij staat midden in de wereld van nu.
Knap weet De Kom uit het korset van de dichtregel te breken. Zijn voortdurende gevecht met de syntaxis geeft zijn taal spanning, vaart en energie. Soms klinkt die bijna als rap, als bedoeld om naar te luisteren.
Voorbij de beeldtaal en het spel van de dichter gaat een echte realiteit schuil,
een realiteit die soms hard is. De Kom toont een diep verankerd engagement, waarin – gelukkig – ook de spot gedreven wordt met de rol van de dichter.
De jury was unaniem in het aanwijzen van Antoine de Kom als winnaar van de VSB Poëzieprijs 2014. In zijn bundel klinkt een nieuw geluid, waar wel nood aan is. Dit is poëzie die erbij gebaat is zichtbaar te zijn in de wereld en veel wereld binnen brengt, deze poëzie verdient een wereldse beloning.
Rotterdam, januari 2014
Ahmed Aboutaleb
Saskia de Jong
Hilde Keteleer
Joep Leerssen
Jan Rock

Dichter Antoine de Kom wint VSB Poëzieprijs

De Nederlandse schrijver en dichter Antoine de Kom (57) is de winnaar van de VSB Poëzieprijs 2014. Hij krijgt de jaarlijkse onderscheiding voor Nederlandse poëzie voor zijn bundel Ritmisch zonder string, maakte de jury vandaag bekend tijdens de prijsuitreiking in het stadhuis van Rotterdam.

 ‘Door een zintuiglijke en krachtige beeldtaal, vermengd met ‘slang’ en folklore, worden vele werelden welhaast tastbaar.’
Jury
De jury onder voorzitterschap van burgemeester Ahmed Aboutaleb was unaniem in de keuze van De Kom als winnaar. ‘Door een zintuiglijke en krachtige beeldtaal, vermengd met ‘slang’ en folklore, worden vele werelden welhaast tastbaar.’ Zijn taal krijgt spanning, vaart en energie ‘door zijn voortdurende gevecht met zinsbouw en grammatica’, oordeelde de jury. ‘Deze poëzie verdient een wereldse beloning.’ De Kom ontving een geldbedrag van 25.000 euro en een glaskunstwerk van kunstenares Maria Roosen.
Antoine de Kom is van gemengd Nederlands-Surinaamse afkomst en een kleinzoon van Anton de Kom, de bekende Surinaamse nationalist en verzetsstrijder. De Kom bracht een groot deel van zijn jeugd in Suriname door. Van dat verblijf getuigen zijn eerste twee poëziebundels Tropen (1991) en De kilte in Brasilia (1995). Zijn laatste dichtbundel Ritmisch zonder stringverscheen vorig jaar.

Voor de prijs waren vijf dichtbundels genomineerd. Ook de dichters Maria Barnas, F. van Dixhoorn, Micha Hamel en Miriam Van hee dongen mee. De jury koos de genomineerde titels uit 115 bundels die waren ingezonden. De uitreiking van de VSB Poëzieprijs is het eerste hoogtepunt van de Poëzieweek 2014, die donderdag begint. De hele week vinden in Nederland en Vlaanderen talloze activiteiten plaats rond poëzie en gedichten.

[uit de Volkskrant.nl, 29/01/14, 21:53  − bron: ANP]

Drie Knipscheer-auteurs bij ‘De 100 beste gedichten voor de VSB Poëzieprijs 2014’

Suzanne Binnemans, Michiel van Kempen en Rogi Wieg

Dit jaar stelde Ahmed Aboutaleb, juryvoorzitter van de VSB Poëzieprijs 2014(de belangrijkste prijs voor dichters in het Nederlands taalgebied) De 100 beste gedichten samen. De VSB Poëzieprijs is een literaire prijs voor de beste dichtbundel van het voorgaande jaar.

read on…

De onbegrijpelijke maar mooie taal van Antoine de Kom

door Nicolaas Porter

De nieuwe kleren van de keizer is een sprookje, opgetekend door Hans Christian Andersen. Het verscheen in 1837. In dit sprookje wordt de keizer bedrogen door twee kleermakers die hem nieuwe kleren aansmeren die alleen maar door heel slimme mensen gezien kunnen worden. De keizer gelooft dat anderen de kleren kunnen zien en besluit – helemaal in zijn blootje – zichzelf aan het volk te vertonen. Het volk ziet de keizer naakt rondlopen, maar niemand durft er iets van te zeggen, totdat een klein jongetje uitroept: ‘Hé, kijk, de keizer loopt in z’n blootje!’

Dit sprookje kwam onmiddellijk in mij op toen ik voor de eerste keer de nieuwe gedichtenbundel, Ritmisch zonder string, van Antoine de Kom las. Daarmee wil ik niet de rol op mij nemen van het kleine jongetje in het sprookje, maar laat ik het dan toch maar gewoon onverbloemd zeggen: ik snapte er geen reet van! Als je zoiets overkomt als min of meer ervaren recensent van poëzie, dan heb je een aantal opties: de eerste makkelijkste optie is de opdracht, iets over de bundel te schrijven. De tweede optie bestaat uit iets zeggen in de trant van: volgens mij is de dichter een behoorlijk ingewikkeld warhoofd. De derde, moeilijkste, optie is toegeven dat je de ballen verstand hebt van poëzie of gewoon vaststellen dat je een domkop bent.
Nu ken ik ook het andere werk van Antoine de Kom waaruit te concluderen valt dat hij alles behalve een warhoofd is. Ik ken ook mijzelf goed genoeg om vast te stellen dat ik meestal over een redelijke intelligentie beschik. Nu weet ik ook uit ervaring dat poëzie iets is waar je een tijdje mee moet leven. Daarom nam ik de bundel mee naar bed en las ik er elke dag een gedeelte uit. Soms meerdere keren. Maar hoe ik ook mijn best deed, het meeste werk bleef een min of meer gesloten boek voor mij. Wat uiteindelijk overbleef was een gevoel voor de schoonheid die uit het taalgebruik van de dichter oprees. Plotseling realiseerde ik me dat je van de aanwezigheid van een vrouw kan genieten zonder haar werkelijk te begrijpen. Iets wat veel mannen dagelijks ervaren! Het kost ons mannen vaak jaren van toewijding om werkelijk door te dringen tot het gedachtepatroon van een vrouw. Maar zoveel tijd had ik niet gekregen van de redactie en ik besloot op zoek te gaan naar een gedicht wat mijn ervaring enigszins benaderde, een gedicht waarin ik schoonheid en liefde kon ervaren. Toen kwam ik uit bij het eerste gedicht in de bundel:
je haar is zilver en je bed
van goud. dit huis ons uur
waar je vingers verdwalen
nu mijn onderbuik zichzelf te buiten gaat.
je peinst je
denkt aan alles dacht je
midden in fel zoeklicht tussen
bladeren het regende
in stromen toen veranderden tuin en tuin
in wat die werd –
een uitgestrekt groen veld
vlak bij de zee waar vogels
op het smalle strand paarse druiven
komen stelen, druiven die groeien
langs de rotswand.
je stond daar klaar met lange
witte vellen in je handen.
je droeg een mantelpak, laag uitgesneden
blouse.
je legde alle vellen een voor een
verdwenen vellen achter de glazen
katheder. stoelen zwegen onbezet.
toen kwamen ze.
Dit gedicht ontroert me, raakt me ergens diep van binnen, maar vraagt u me alstublieft niet waarom. Want ik moet u het antwoord schuldig blijven. Wat ik wel kan zeggen: dit gedicht bracht me weer terug naar de kern van alle poëzie: de schoonheid en de kracht van het onzegbare! In die zin is de nieuwe bundel van Antoine de Kom een aanrader voor alle mensen die van poëzie houden want hoe onbegrijpelijk soms de schoonheid van een door en door geïndividualiseerde en intieme taal, gesproken vanuit een onkenbaar hart ook is, het blijft een verheffende en mystieke ervaring. Tot slot wil ik mij verontschuldigen tegenover Antoine de Kom. Ik realiseer me heel goed dat dit stukje in een bepaald opzicht meer over mijzelf gaat dan over zijn bundel, maar zonder deze persoonlijke ontboezemingen kon ik zijn doordringende poëzie niet recht in de ogen kijken. Voorlopig blijft zijn bundel een onmisbaar onderdeel van mijn nachtkastje. Dat is iets wat zeker is.
Antoine de Kom: Ritmisch zonder string; omslagontwerp Brigitte Slangen, omslagbeeld Wilgo Vijfhoven, boekverzorging Hannie Pijnappels. Amsterdam-Antwerpen: Em. Querido’s uitgeverij bv, 2013. isbn 978 90 214 4733 9.
Antoine de Kom is met deze bundel genomineerd voor de belangrijkste poëzieprijs van Nederland, de VSB-poëzieprijs. Eindejaar wordt bekend wie van de vijf genomineerden de prijs krijgt.

Antoine de Kom – Opeens

opeens
miste je de president.
je ziet hem nóg
over de rode loper in zijn paleis links afslaan
en dan de trap afdalen.
er hangt een ruisdael aan de muur.
en daar kwam hij opeens vandaan, hij was daar weer
zomaar in gestapt hij at wat bij de boom die daarop staat
hij voelde zich gepast beschaamd
en streelde langs de verf die daar de lucht uithing.
toen dacht hij even na en zei:
ze zijn heel lief
het zijn er niet zoveel
ze zijn wat stoffig en soms vuil
ze doen je heus geen kwaad
je zoekt er maar een uit
voordat je met ze praat
het zijn de gouverneurs
van ieder z’n portret of foto
waar ze ernstig op bestaan.
je zoekt er maar een uit
je raakt ze even aan
en dan als er gebeld wordt
dan zijn ze plotsklaps weer zichzelf
en lopen hier weer rond zei de president.
hij zei ik geef ze allemaal een hand en: nu jullie ruisdael in loop daar
maar aan de grond en kus die maar
laat ons liever met rust wij laten jullie gaan in dit paleis
dat jullie spookhuis blijven zal waarin je dansen mag en als die ruisdael
toch wat krap of te bedompt is dan mag je in de tuin tot aan het hek
want zei de president voorbij het hek dat gaat te ver
daar houden jullie op.
[uit Ritmisch zonder string, 2013]

Antoine de Kom genomineerd voor VSB-poëzieprijs

Antoine de Kom is met zijn bundel Ritmisch zonder string (uitgeverij Querido) genomineerd voor de belangrijkste poëzieprijs van Nederland, de VSB-poëzieprijs. Eind jaren wordt bekendgemaakt wie van de vijf genomineerden de prijs zal krijgen. Antoine de Kom licht zelf zijn bundel toe in een vimeo-filmpje, klik hier.

Antoine de Kom genomineerd voor VSB Poëzieprijs 2014

De jury van de VSB Poëzieprijs nomineert de dichtbundels van Maria Barnas, F. van Dixhoorn, Micha Hamel, Miriam Van hee en Antoine de Kom voor de VSB Poëzieprijs 2014. Juryvoorzitter Ahmed Aboutaleb heeft dat zojuist in het VPRO-radioprogramma De Avonden bekendgemaakt. De VSB Poëzieprijs is dé prijs voor Nederlandstalige poëzie en bekroont jaarlijks de beste dichtbundel van het voorgaande jaar met een geldbedrag van 25.000 euro en een bijzonder glaskunstwerk van Maria Roosen. De uitreiking van de VSB Poëzieprijs vindt plaats op 29 januari a.s. en is daarmee het eerste hoogtepunt van de Poëzieweek 2014.

De dichters ontvangen hun nominaties voor de volgende bundels:
Jaja de oerknal – Maria Barnas (De Arbeiderspers, 2013)
De zon in de pan – F. van Dixhoorn (De Bezige Bij, 2012)
Bewegend doel – Micha Hamel (Atlas-Contact, 2013)
ook daar valt het licht – Miriam Van hee (De Bezige Bij, 2013)
ritmisch zonder string – Antoine de Kom (Querido, 2013)
De jury constateert dat er dit jaar niet bezuinigd is in de poëzie: met 115 bundels was het aantal inzendingen verrassend hoog. En er is evenmin bespaard op vormgeving. De jury kreeg een groot aantal mooie bundels onder ogen. Kritisch is ze over de vele bundels die een voorkeur voor nostalgie laten zien. Dichters lijken massaal weemoed op te willen wekken. Des te meer bewondering heeft de jury voor bundels die betrokkenheid tonen en de wereld onderzoeken, voor dichters die radicaal voor de taal kiezen en de moed hebben hun werk zo te laten rijpen dat het aan hun individualiteit ontstijgt.
VSB Poëzieprijs op tournee
In het kader van de VSB Poëzieprijs 2014 zullen de genomineerde dichters van 17 tot en met 25 januari op verschillende podia in het land hun bundels presenteren aan het publiek. Informatie over deze tournee is te vinden op www.vsbpoezieprijs.nl.
Poëzieweek / 30 januari – 5 februari 2014
Sinds 2013 bundelen bekende poëzie-evenementen als Gedichtendag, de VSB Poëzieprijs, Dichter des Vaderlands en de Turing Gedichtenwedstrijd hun krachten in de Poëzieweek. Met de bundeling van activiteiten willen de partners een groter bereik creëren voor poëzie. De Poëzieweek is een Nederlands-Vlaamse samenwerking van Poetry International, Poëziecentrum, Stichting Lezen Vlaanderen, Stichting Lezen Nederland, Wintertuin, Nederlands Letterenfonds, Poëzieclub, Stichting CPNB en Boek.be, met steun van VSBfonds, Turing Foundation en Taalunie.

Een boekopdracht van Karin Amatmoekrim

Gistermiddag werd bij uitgeverij Prometheus, Keizersgracht 540 in Amsterdam, de nieuwe roman van Karin Amatmoekrim, De man van veel, ten doop gehouden. Uitgever Mai Spijkers voerde het woord, Anton de Kom – kleinzoon van Anton de Kom over wie de roman gaat – las een lang gedicht voor en prof. Bert Paasman, Karins oude leermeester, kreeg het eerste exemplaar aangeboden. En toen was het signeren. Hierboven is te zien wat Karin Amatmoekrim schreef in het exemplaar voor de vriend van haar klein zusje.

Op zaterdag 19 oktober wordt het boek gepresenteerd in hotel Torarica in Paramaribo.

Debat over slavernij in de Amsterdamse Academische Club

Strategieën in Nederland bij het herdenken en herinneren van de afschaffing van de slavernij
Hoe wordt (de afschaffing) van slavernij herdacht en herinnerd? Voor welke strategieën wordt gekozen of zou men kunnen kiezen? Een historicus, een kunsthistoricus, en een dichter/psychiater formuleren vanuit drie verschillende invalshoeken een mogelijk antwoord op deze interessante vragen. Elk delen zij gedurende 15 minuten hun standpunt en kennis, en gaan vervolgens onder leiding van historicus Gert Oostindie in debat. Aansluitend is er ruimte is voor uw inbreng en vragen. Voorafgaand aan het debat nodigen we u van harte uit een bezoek te brengen aan de tentoonstelling Slavernij verbeeld in Bijzondere Collecties van de UvA (ingericht door deelnemer aan het debat Elmer Kolfin!).
Inleidende voordrachten
Dienke Hondius | historicus VU
Het slavernijverleden op de kaart van Nederland zetten.
In 2012 maakte ik met een groep studenten van de VU een eerste kaart van de plaatsen in Amsterdam waar ten tijde van de afschaffing van de slavernij (1863) slaveneigenaren woonden, die toen compensatie ontvingen voor de slaven die ze moesten vrijlaten. De tot slaaf gemaakten kregen niets. Deze kaart was het begin van een onderzoeksproject waarin nieuwe resultaten van historisch onderzoek over de slavenhandel en het slavernijverleden van Nederland en Europa door middel van digitale en andere kaarten wordt getoond. Google maps bieden mogelijkheden om zelf historische informatie te vinden, routes te maken en het verleden dichterbij te halen. Eind juni 2013 stelde ik een eerste voorlopige versie van een “Atlasje van het slavernijverleden” samen en organiseerde de presentatie bij het Stadsarchief, door Nederlandse, Britse en Franse onderzoekers. In deze lezing licht ik het onderzoek toe en laat zien hoe er de komende jaren verder aan wordt gewerkt.
Elmer Kolfin  | kunsthistoricus, UvA
Nut en onnut van musea als herdenkingsplek: zwarte slavernij en het Nederlandse museum.
Vóór 2013 was er maar weinig en zeer versnipperde aandacht voor het Nederlandse slavernijverleden. Het herdenkingsjaar 2013 leverde veel aandacht op, maar wat blijft daarvan hangen als de hype over is?
Antoine de Kom | dichter en psychiater
Een verworpen gewoonte
Wij hebben als Nederlanders allerlei onrecht aangedaan waaronder de slavernij. Herdenken en herinneren is verwerken en onszelf hervinden in een nieuwe, leefbare en gezamenlijke identiteit.
Biografie debatleider en sprekers
Debatleider Gert Oostindie
is directeur van het Koninklijk Instituut voor Taal-, Land- en Volkenkunde en hoogleraar Geschiedenis aan de Universiteit Leiden. Hij publiceerde vele boeken over het Caraïbisch gebied, met thema’s als slavernij, dekolonisatie, migratie en etniciteit. In Het paradijs overzee (1997) hekelde hij het ontbreken van een Nederlands monument ter nagedachtenis van slavenhandel en slavernij. Naderhand redigeerde hij hierover Het verleden onder ogen (1999) en Facing Up to the Past (2001). In Postkoloniaal Nederland. Vijfenzestig jaar vergeten, herdenken, verdringen (2010) analyseert hij het verband tussen de postkoloniale migraties en de hedendaagse herinneringscultuur rond het kolonialisme, waaronder de slavernij.
Dienke Hondius
is universitair docent geschiedenis bij de Vrije Universiteit, en medewerker van de Anne Frank Stichting. Na haar proefschrift over de acceptatie van etnisch en religieus gemengde huwelijken (Gemengde huwelijken, gemengde gevoelens; UvA, Amsterdam,1999) onderzocht ze aan de Erasmus Universiteit Rotterdam de geschiedenis van het begrip ‘ras’, en daarmee ook de brede en diepe geschiedenis en doorwerking van de slavernij en de slavenhandel. Ze werkt nu onder meer aan een atlas van het slavernijverleden in Europa, aan een studie over de joodse onderduik in Nederland, en aan de mondelinge geschiedenis van Surinaamse leerkrachten.
In juni 2014 verschijnt: Dienke Hondius, Blackness in Western Europe: Racial Patterns of Paternalism and Exclusion. (Transacion publishers, New Jersey USA)
Elmer Kolfin
is kunsthistoricus aan de Universiteit van Amsterdam. Hij maakte met anderen de tentoonstelling Slavernij verbeeld (Bijzondere Collecties Universiteit van Amsterdam, nog te zien tot 22 sept 2013), was betrokken bij de tentoonstelling Black is Beautiful over de verbeelding van zwarte mensen in de kunst van 1400 tot 2000 en publiceert regelmatig over beeldvorming van Afrikanen van circa 1500 tot 1800.
Antoine de Kom
– kleinzoon van Anton de Kom – is forensisch psychiater en dichter. Zijn recentste dichtbundel is Ritmisch zonder string (2013). In 2012 publiceerde hij Het misdadige brein, een bundeling van miniaturen over beruchte verdachten die in Hollands Maandblad verschijnen.
Expositie in Bijzondere Collecties
Op vertoon van de bevestiging van het debat kunt u vooraf aan het debat een bezoek brengen aan de tentoonstelling Slavernij Verbeeld in Bijzondere Collecties van de UvA. Elmer Kolfin is gastconservator van deze tentoonstelling.
Diner: daghap 15 euro
U bent van harte uitgenodigd om na afloop te blijven voor de “daghap” voor 15 euro. Een heerlijke huisgemaakte schotel voor een vriendelijke prijs en de mogelijkheid op tijd te vertrekken.
Programma
·         17.00 uur inloop
·         17.30 uur start  debat
·         18.45 uur einde debat en borrel
·         19.15 uur aanvang diner (optioneel)
Amsterdamse Academische Club
Oudezijds Achterburgwal 235 | 1012 DL Amsterdam
Tel. +31 (0)20 525 1570

In de straten van de hemel (4 en slot)

door Antoine de Kom

Dit jaar werd in februari de staatsgreep van 25 februari 1980 herdacht. Aan die staatsgreep is de naam Revolutie gegeven. Op televisie werden oude beelden vertoond. Coupplegers van weleer vertelden hun stoere verhalen. De President sprak genodigden toe bij het monument dat bestaat uit de resten van het stukgeschoten hoofdbureau van politie. De President benadrukt de waardigheid van de Surinamers. Hij veroordeelt Nederland. Hij wil de stoffelijke resten van mijn grootvader terughalen naar Suriname.

read on…

In de straten van de hemel (3)

door Antoine de Kom
 .
Dat klinkt allemaal misschien wel aardig maar hoe komen meester en slaaf eindelijk los uit hun worsteling? Dat is geen simpele zaak. Ik herinner mij de commotie rond de onthulling van het standbeeld dat van mijn grootvader is gemaakt en dat op het naar hem genoemde plein in de Bijlmer staat. Het is een naaktbeeld en riep associaties op met een slaaf. Er werd boos geroepen om kleding. Nota bene op het journaal. Het zal je maar gebeuren. Op het journaal werd mijn blote opa aangekleed. Ik heb mij daar wijselijk buiten gehouden en in een gedicht zitten spelen met blote kleding en hoe je naakt ook heel gekleed kunt gaan, een fascinerend onderwerp want ontbloten en kleden is iets dat wij mensen toch vaak als zinnenprikkelend ervaren. En niet alleen dat.
Het geval wil dat de tegenstanders van het blote beeld de onwaardigheid daardoor benadrukt zagen. Hij, de bevrijder, werd weer als slaaf, als een geketende neergezet. Hier hebben we te maken met een schijntegenstelling, een paradox. Want door het beeld te kleden, maak je het weer meer meester. In werkelijkheid leek het bloot alleen maar nadelig. We hebben hier van doen met een voorbeeld van symboolverschuiving. Net zoals mijn grootvader mij waarschijnlijk onbedoeld witter maakte, zo heeft de kunstenares ons hier gedwongen anders naar het blote te kijken.
Het gemopper over het naaktbeeld is thans beduidend afgenomen. Toch kost het ook mij moeite om anders naar het bloot te kijken. Symboolverschuiving doet pijn. Je kunt het vergelijken met een orthodontische behandeling waarbij je tanden worden verplaatst. Elke keer als de beugel weer wordt aangetrokken, verga je zowat. In de psychotherapie is het net zo. Geen verandering zonder pijn.
Wanneer ik tegenwoordig in Suriname ben, let ik in het bijzonder op de standbeelden. Er is daar geen gedoe over de mate van gekleed of naakt zijn van beelden. Kwakoe is schaars gekleed, Koningin Wilhelmina overdadig. Onlangs nog werd zij in vol ornaat keurig opgefrist, niet meer op het gouvernementsplein maar vlakbij het fort Zeelandia. Zij werd verschoond ter gelegenheid van de inhuldiging van onze nieuwe koning. Deze benadrukte in zijn toespraak het dienen als vorst, het nastreven van verbondenheid, en tot mijn grote vreugde: het gewicht en het gezag van symboliek. Dat laatste doet mij verkleuren. De Oranjes hebben als het om slavernij gaat geen overtuigende lijn getrokken, maar met deze inzet komt daar alleen al symbolisch verandering in.
Symbolen tonen ons de wereld en wij richten ons op hun betekenis. In het herijken van betekenissen gloort de hoop dat de werkelijkheid waar de symbolen voor staan ook verandert. In de verwerking van traumatische ervaringen is het geven van nieuwe betekenissen – vraag het maar aan de tambulero – van groot belang. Mijn grootvader sprak over het afleggen van de slavenmentaliteit, alsof hij daadwerkelijk een ondraaglijk kledingstuk voor zich zag, en over het komen tot eigenwaarde, alsof hij ons letterlijk naar de overkant van een troebele rivier wilde laten zwemmen.
In het hedendaagse Suriname is het helaas nog niet zover. De Surinaamse gemeenschap is verdeeld over verschillende nationaliteiten, waartussen geen warme, waardige verhoudingen bestaan. De koele relatie tussen Suriname en Nederland heeft niet alleen te maken met de oude tegenstelling tussen meester en slaaf, tussen blank en zwart. Er is een glazen wand, een muur van stilte tussen beide naties ontstaan, een cultuur van zwijgen eigenlijk over alles wat het bespreken waard is. Dat is des te betreurenswaardiger omdat het Surinaamse deel van de Surinaamse gemeenschap buitengesloten dreigt te raken.
Ik ga vaak naar Suriname en volg het Surinaamse nieuws op de voet. Wanneer ik daar ben, voel ik de laatste jaren een toenemend, een sluipend gevoel van onbehagen dat ik uit mijn werk als forensisch psychiater herken. Het is een gevoel dat je krijgt wanneer je met gevaarlijke criminelen in de weer bent. Dat gevoel is een mengeling van verkilling, van wantrouwen, van dreiging en vraagt een vermoeiende maar noodzakelijke alertheid. Sinds de staatsgreep van februari 1980 is dat alles in gang gekomen, soms direct zichtbaar aan de oppervlakte, meestal verhuld en stilgezwegen.
Het land is in de ban van een juk dat niet wezenlijk voor het slavenjuk onderdoet. Binnen mijn Surinaamse familie is er de neiging dat loochenen. Ik zat onlangs in het huis van mijn ouders de dingen te schrijven die ik nu uitspreek. Ik voel mij daar beklemd. Het huis ligt niet ver van de villa van de President. Wanneer ik ga zwemmen, kom ik erlangs. Ik loop in T-shirt en zwembroek op slippers over de weg waar de geblindeerde suv’s van de hoogste ambtsdrager passeren.
[wordt vervolgd]
  • RSS
  • Facebook
  • Twitter