blog | werkgroep caraïbische letteren
Posts tagged with: Kamperveen Helen

2e weekend Theaterfestival On Stage

Het progamma voor het 2e weekend van het Theaterfestival On Stage in Paramaribo ziet er als volgt uit:

* Hoofdprogramma:
– Mi querido Don JuanDe woonkamer van Don Juan, ergens in Cuba rond de jaar vijftig. Zes op het eerste gezicht totaal verschillende vrouwen komen langs met één doel; hun geliefde Don Juan op zijn ziekbed bezoeken. Ze dachten alle zes exclusief een uitnodiging te hebben ontvangen, maar niets blijkt minder waar. Er volgt een subtiele machtstrijd om de liefde van één man. Wie zijn de vrouwen die deze strijd voeren en wat maakt deze man zo bijzonder? Is er een winnaar? Of is zijn liefde niet door één vrouw te winnen?
Regie: Sophia Jonker
Bewerking: Sophia Jonker en Joëlle Chiu Hung

– In de ban van Richard:Het thema van het theaterfestival is dit jaar macht. Als je gaat zoeken naar stukken over macht kom je ongetwijfeld ook bij de koningsdrama’s van William Shakespeare uit. Wij kozen voor In de ban van Richard naar The Tragedy of King Richard the Third, een bewerking van Heleen Verburg. Het stuk gaat over de sadistische, machtsdronken “Richard III” die niets schuwt om aan de macht te komen en te blijven. Vlak voor het einde als Richard zich klaarmaakt om naar het slagveld te gaan roept hij in wanhoop “Zullen we stoppen, ik wil stoppen, iemand moet mij stoppen”. Kan Richard nog stoppen of is hij al te ver gegaan?
Regie: Helen Kamperveen
Bewerking: Heleen Verburg

De randprogrammering bestaat uit zang & dans.

Onze soort mensen

door Julie Bervoets

Paramaribo – Jongeren helpen met hun dilemma’s en de vele overeenkomsten die ze hebben ongeacht hun achtergrond, zijn de centrale thema’s van het stuk Onze soort mensen van Jeugdtheaterschool On Stage. De schoolvoorstellingen starten vanaf vrijdag 10 februari en worden gebracht door leerlingen van de bovenbouw van On Stage. Het stuk duurt zestig minuten en gaat over vijf rebelse buitenbeentjes die langzaam dichter naar elkaar toegroeien.

Guita, Mo, Gwen, Terrence en Ashwan zijn vijf leerlingen van een fictieve school in Paramaribo. Het enige wat de vijf met elkaar gemeen hebben, is dat het rebelse schoolkinderen zijn. Op een dag moeten ze nablijven, omdat ze alweer over de schreef zijn gegaan. De leerlingen krijgen de opdracht om een opstel te schrijven met de titel ‘Wie denk je dat je bent’. De vijf kennen elkaar praktisch niet, omdat ze uit verschillende sociale kringen komen. Guita komt uit een elitair milieu, Mo is een weirdo, Gwen gedraagt zich als uitdagende banga,

Terrence is een nerd en Ashwan deinst niet terug voor criminaliteit. In de uren dat ze noodgedwongen met elkaar moeten spenderen, pesten ze elkaar, vechten ze maar er wordt ook gedanst.

Respectvol

Alles verandert pas als één van de leerlingen hasjcake bovenhaalt. Stoned beginnen ze op een respectvolle manier met elkaar te praten. Ze delen persoonlijke verhalen en komen erachter dat ze meer gemeen hadden dan ze dachten. Allemaal hebben ze een moeizame relatie met hun ouders. In elk gezin komen veel problemen van echtscheiding tot geweld en prestatiedruk. De vijf vluchten in rebels gedrag. Uiteindelijk beslissen ze een gezamenlijk opstel te laten schrijven door de nerd met titel ‘onze soort mensen’. De directeur van het On Stage Theater Helen Kamperveen zegt dat het stuk jongeren kan helpen met hun eigen dilemma’s.

Vanaf vrijdag tien februari tot en met zondag 26 februari loopt het theaterstuk Onze soort mensen in het On Stage Theater aan de Wulfinghstraat.

[naar de Ware Tijd, 08/02/2012]

Thea Doelwijt: ‘Het blijft een kick: kritisch en muzikaal werken in Suriname’

door Ko van Geemert

Op 25 november ging Ons Kent Ons in première in het Bijlmer Parktheater in Amsterdam, een cabaretmusical van Thea Doelwijt, onder regie van Kenneth Herdigein en met muziek van Harto Soemodihardjo. Daarmee voegde Thea Doelwijt weer een stuk toe aan haar toch al omvangrijke en veelzijdige oeuvre.

Ons Kent Ons is een aaneenschakeling van sketches en liedjes met thema’s die, zeker voor wie het werk van Doelwijt een beetje kent, niet zullen verrassen: het slavernijverleden, de verhouding zwart-blank, Suriname-Nederland. Hilarisch zijn de scènes waarin de spelers een klompendansje doen of typisch Hollandse kinderliedjes zingen als ‘Witte zwanen, zwarte (of groene) zwanen’, ‘De boer had maar enen schoen’ en ‘Iene Miene Mutte’, waar in Suriname niets van begrepen werd (en in Nederland trouwens ook niet).
De cast bestond uit Maikel van Hetten, Adeiye Tjon (de zoon van Thea’s oud-collega Henk Tjon) en de helaas niet altijd zuiver zingende Lucinda Sedoc. Een kernpunt in de voorstelling is een lied over het verleden: ‘Vroeger hebben wij geleerd / Wie zijn verleden niet kent / Komt nooit vooruit / Luister naar mijn tori / Ja, tori is verhaal / Wij zijn ook verbaal / Verdiep u in uw historie / Onze basis is het verleden / Zo niet… dan stikt u in het heden’.
Componist en pianist Harto Soemodihardjo, de vaste begeleider van Jörgen Raymann, viel positief op, maar de meeste indruk maakte toch wel het enorme enthousiasme van alle spelers, met als gevolg: een even enthousiast publiek.

Thea: “Ik vind het vooral belangrijk ook hier jonge(re) Surinamers te inspireren, zoals een startende theatermaker Lucinda Sedoc, die een eigen groep heeft en eveneens schrijft. En Adeiye Tjon, die spoken words rapt, maar ook iets aan toneel wilde doen. Verder heb ik voor deze nieuwe cabaretmusical voor het eerst geprobeerd teksten te schrijven die ook voor Nederlanders toegankelijk zijn.”

Thea Doelwijts achtergrond is niet in een paar woorden te schetsen, maar hier volgt toch een poging. Haar Surinaamse vader, technicus van beroep, kwam in de dertiger jaren van de vorige eeuw naar Nederland, waar hij bij de marine ging werken. Hij ontmoette de Nederlandse vrouw met wie hij trouwde. In 1938 werd Thea geboren, in de marineplaats Den Helder. Van jongs af aan trok Suriname. Ze had het in Nederland niet naar haar zin, het is er koud en ze werd door haar uiterlijk menigmaal gepest en bijvoorbeeld voor ‘Papoea’ uitgemaakt.
Haar artistieke kwaliteiten heeft ze niet van een vreemde: vader kon mooi zingen en moeder was een geboren vertelster. Al vroeg voelde Thea zich aangetrokken tot de journalistiek, ze volgde een opleiding en in 1961 vertrok ze naar Paramaribo, waar ze medewerkster werd van het dagblad Suriname en later redactrice van het literaire tijdschrift Moetete, wat Indiaanse draagmand betekent, een initiatief van onder andere Dobru, Jozef Slagveer, Ruud Mungroo en Shrinivasi – niet de eerste de besten dus.
Ze ging in 1963 nog een jaar naar Nederland om daar bij de Margriet te werken, maar keerde al spoedig naar Paramaribo terug. Daar volgden een scenario voor de eerste Surinaamse televisiefilm, een theaterstuk, een verhaal over de komende onafhankelijkheid, een dichtbundel en een bloemlezing uit de Surinaamse literatuur (Kri, kra!, 1971), waarmee heel wat jongeren in Suriname zijn opgegroeid.

Thea woont al vele jaren samen met Marijke. Is de liefde voor een vrouw een thema in haar werk? Wat zijn überhaupt haar inspiratiebronnen?
“Geloof het of niet, maar ik praat nooit over matisma, vrouwen die van vrouwen houden. Het belangrijkste vond en vind ik de ontwikkelingen in de Surinaamse wereld, die onderontwikkeld werd genoemd. Daar hebben mijn vrienden, schrijvers, theatermakers, schilders en ook ik, ons mee bezig gehouden, op de weg naar zelfstandigheid en erkenning. Eén keer heb ik in een musical een jongen en een meisje laten zingen:
‘My love is a girl / Yes, a woman like me’ en: ‘My love is a boy / Yes, a man like me’. Dat was in de eerste rockmusical Fri libi (Leven in Vrijheid), opgevoerd in 1975 en ‘76 met veertig tieners die inspraak wilden in de ontwikkeling van hun onafhankelijke land. Ik vond het geweldig dat jongeren ook over een speciale liefde wilden zingen. Mijn stukken willen prikkelen, mensen wakker schudden. Ik bemoei me niet met politiek, maar ik zeg er af en toe wel wat over. Toen ik na 1983 terugkwam in Nederland, na ruim twintig jaar Suriname, heb ik mij ook gestort op de wereld van de Marokkanen en Turken, maar Suriname is en blijft mijn grote inspiratiebron.”

Doe-theater
Samen met Henk Tjon (1948-2009) richtte Thea Doelwijt in 1973 het Doe-theater op, de eerste (semi)professionele toneelgroep van Suriname. Deze groep, die veel van Doelwijts stukken speelde, heeft zonder twijfel een belangrijke rol gespeeld in de emancipatie van de literatuur en het toneel in Suriname. En passant publiceerde ze in 1972 ook nog de eerste Surinaamse thriller: Toen Mathilde niet wilde…
De stukken die het Doe-theater speelde waren kritisch. Vlak na de Decembermoorden in 1982 werd Doeltwijts jeugdtheaterstuk Roy nanga den foefoeroeman (Roy en de dieven) opgevoerd.
Doelwijt: “Maar dat ging niet zonder slag of stoot. De spelers waren bang geworden. In het stuk werd het jonge publiek uitgedaagd om zelf de afloop mee te bepalen. En dat in een tijd waarin zowel de denkvrijheid als de bewegingsvrijheid werd beknot door de militaire machthebbers. Het zou het laatste stuk van het Doe-theater worden. Ik heb het nog wel geprobeerd, maar de angst zat er te veel in.”

In 1983 keerde ze naar Nederland terug, waar ze een jaar later de stichting Prépré-theater, theater met een speelse glimlach, oprichtte. Een van haar toneelstukken is Iris (uit 1987), waarin een Surinaamse vrouw van tegen de zeventig in een Nederlands verzorgingshuis een monoloog houdt. Haar ene zoon werkte mee aan een systeem dat de moord op haar andere zoon niet berecht. ‘Heb ik Kaïn en Abel gebaard?’, vraagt ze zich af. Els Moor, sinds 1993 redacteur van de literaire pagina van de Ware Tijd, schrijft over Iris (in Paramaribo brasa! uit 2010): ‘Het is een theaterspel vol herkenbare emoties voor wie in Suriname deze tijd meemaakte en ook hier geven structuur, taalgebruik en sfeer er een grote kwaliteit aan.’

Du
Christine van Russel-Henar van de stichting Fu Memre Wi Afo (Gedenk onze voorouders) vroeg Thea Doelwijt in 1998 of zij het zogeheten du-genre weer nieuw leven in kon blazen.
De du was in de slaventijd een bijzonder zang-, dans- en toneelspel met vaste rollen: de koning die op de gouverneur lijkt, de fiscaal die rechters en wetgevers in de kolonie verbeeldt, Aflaw, die nergens tegen kan en altijd flauw valt, de dokter, die meestal een Hollandse dokter imiteert, Asrengi, die heen en weer slingert tussen goed en kwaad, Temeku, de lastige vrouw, Afrankeri, de ijdele vrouw die pronkt met haar uiterlijk, kleren en sieraden. De du was een groep slavinnen, die ervoor zorgde dat de liedteksten werden gemaakt en de dansen ingestudeerd.

Blanke dame
De du-gezelschappen stonden onder voorzitterschap van een meestal blanke dame die Sisi werd genoemd. Omdat er steeds minder getrainde danseressen en zangeressen waren, raakte het spel in het begin van de twintigste eeuw in het vergeetboek. Het verzoek aan Thea Doelwijt resulteerde in Na Gowtu Du (Het gouden spel), daarna, in 2003, in Na Dyamanti Du (Het diamanten spel) en in 2008 in Na Bigi Du, Het grote spel (een volksopera-slavenspel na de afschaffing van de slavernij). Thea kijkt hierin terug naar haar overgrootmoeder, misi Bethania, slavin. Vijf jaar mocht ze niet in de kerk komen omdat ze niet wilde trouwen. Wat dacht en voelde ze? De schrijfster vroeg twee componisten om mee te denken en te schrijven: Denise Jannah en Francine van Dam. Alle drie de du-voorstellingen waren zowel in Nederland als in Suriname te zien.
De tot nu toe laatste keer dat een stuk van Thea Doelwijt in Suriname uitgevoerd werd, was in 2010. Doelwijt: “Al vele jaren vroegen artiesten in Nederland en Suriname aan me: ‘Kunnen we nog een keer Land te koop opvoeren, de succesvolle musical uit 1973’. Ook enthousiaste toeschouwers van toen vroegen ernaar. Ik heb altijd ja gezegd, maar toch kwam het er niet van. Tot theater Thalia mij vroeg of ik iets zou kunnen maken voor de verjaardag van Thalia, 27 april 2010. Toen iemand zei: ‘Misschien kun je delen van Land te koop gebruiken’, begon het voor mij te spoken… Hoe was het vroeger, hoe is het nu? Welke teksten en liederen hebben nog steeds, tot en met vandaag, kracht en betekenis? Zo ontstond deze cabaretmusical Spokendansen/Land te koop vroeger en nu.” In het programmaboekje schrijft ze: ‘Het is en blijft een kick: kritisch en muzikaal werken in Suriname. Ben ik ooit weggeweest? Natuurlijk! Maar ik was hier de laatste jaren steeds weer’. Ze vult aan:
“Nu denk ik af en toe: ‘Zal ik teruggaan naar Suriname en iets voor en met kinderen doen…’ Als ik mijn grote liefde trouw blijf, geëngageerd theater maken, krijg ik problemen met sommige mensen die sommige wantoestanden niet zien…”

IJskou
“Maar hoe dan ook: in die ijskou van Nederland wil ik niet blijven. Op Curaçao heb ik ook familie, vrienden en kennissen, en zwemmen in zee is ook lekker. Kortom, de tropen blijven roepen. Un sa si wan fasi, we zullen een manier vinden om tot een oplossing te komen.”
Thea Doelwijt lijkt meer genen van haar Surinaamse vader te hebben dan van haar Nederlandse moeder. Want al woont ze nog zo lang in Nederland, ze blijft een Surinaamse schrijfster. Achttien jaar geleden schreef Michiel van Kempen een portret van haar (in Woorden op de Westenwind – Surinaamse schrijvers buiten hun land van herkomst, 1994), dat in een Amsterdams café op de volgende manier wordt afgesloten: ‘Het einde van het gesprek nadert. En dan zegt ze plotseling kordaat: ‘Ik vind dat ik nu een beetje op een te Nederlandse manier met je praat. Surinamers houden niet zo van die toon. Cheers!’’
In datzelfde Amsterdamse café blijkt ze daar vele jaren later nog steeds zo over te denken: “Nederlanders zijn over het algemeen wat directer, brutaler. Wij, Surinamers, houden daar niet zo van. Proost!”
[uit Parbode, 1 februari 2012]

Mannen praten over vrouwen de publiekstrekker

door Steven Seedo

Paramaribo – Na het cabaretstuk Mannen praten over vrouwen met Lucien Vriese, Ruben Silvin, Jerrel Vierklau en Aloi van Does, zijn moppen de trekker van de show. In het stuk, dat een half uur duurt, praten mannen tijdens een borrel over hun ervaringen met vrouwen. Jolanda Wassenaar, die er als enige vrouw bij zit, komt voor de vrouwen op.

“Niet negatief, maar komisch in een positieve sfeer. Het leukste is, dat het publiek ook participeert”, zegt Lucien Vriese. Mannen over vrouwen is geïnspireerd door het muziektheaterstuk Onder Vrouwen over Mannen van Helen Kamperveen, vult hij aan. Het publiek schijnt geen genoeg te krijgen van de Moppen Allerlei X-Rated show. Er zijn in totaal vier uitverkochte voorstellingen in theater Thalia gegeven. De première was op 2 november. Vanavond vindt de allerlaatste voorstelling in de Congreshal plaats. “No joke. Dit is echt de laatste keer. De artiesten hebben andere verplichtingen. Er wordt nu gewerkt naar een ander concept voor het komende jaar”, zegt Ivan Dulder van Beat Street, de organisator. De show begint met Ruben Silvin en Glenn Huisden, die het publiek met schuine moppen en swit tori bezig zullen houden. Eén van de attracties van de avond is het optreden van de Four Seasons meets Enver met de Ayo Ayo Mai Bara show.

De Moppen Allerlei X Rated Moppenshow is in de jaren’90 in het leven geroepen. Het idee is ontsproten uit het bestverkochte moppenboek met dezelfde naam. “Na het groot succes van het boek heb ik besloten om het ‘live’ te gaan opvoeren”, vertelt Dulder. Voor de moppen zorgden de overleden cabaretiers Harold Braam en Reppie Redmond. Walther Huisden verzorgden de sketches. De moppen zijn destijds ook op cassettebandjes uitgebracht en later op cd. Na uitverkochte zalen in theater Thalia werd in 2001 de overstap gemaakt naar de Anthony Nesty Sporthal. Eén van de meest besproken shows was die met als thema de Nationale Assemblee. Dulder: “Voor velen was de show met de bokswedstrijd van Mike Tyson, vertolkt door Ruben Silvin en Evander Holifield uitgevoerd door Reppie Redmond het allerleukst”. Dit jaar waren er weer plannen om de show weer in de Anthony Sporthal te houden. Vanwege het feit dat de hal bezet was, is besloten om terug te gaan naar Thalia.

[uit de Ware Tijd, 20/12/2011]

Valentine-stuk verfilmd

Paramaribo – Het Valentine-theaterstuk Wroko no de, lesiman breti is verfilmd [niet te verwarren met het stuk Shirley Valentine, geregisseerd door Sharda Ganga! – red CU]. “Vanwege het groot succes van het stuk hebben we besloten om hem te verfilmen. Mensen die de voorstelling hebben bezocht, gaan opnieuw genieten,” vertelt Humphrey van Hetten van de groep A Sa Go. Momenteel wordt de laatste hand aan de film gelegd. “Ons streven is om de film tijdens de komende jaarbeurs te lanceren,”” vult hij aan. Over het inhoudelijke wil hij nog niet veel zeggen.

Wel laat Van Hetten tussen neus en lippen door weten dat Romano Hardy de hoofdrol vertolkt en hij een goede job heeft gedaan. De Surinaamse situatie is ook goed te beleven in de film. Het gaat om de cultuur en huiselijke situaties.
Wroko no de, lesiman breti is het meest succesvolle theaterstuk van A Sa Go. Na de première op 13 februari is het vanwege het succes nog een aantal keren opgevoerd. “Het is de eerste keer in ons bestaan dat we een Valentine-stuk meerdere keren moesten opvoeren.”

Wat volgens Van Hetten het stuk zo interessant maakt, is dat het om een thema gaat dat momenteel in de samenleving speelt. Heel veel vrouwen op middelbare leeftijd, vooral die uit Nederland komen en zich hier vestigen, gaan relaties aan met een man, die uiteindelijk een profiteur blijkt te zijn.

[uit de Ware Tijd, 14/11/2011]

Tweede theaterfestival OnStage

door Rosita Leeflang

Paramaribo – Het idee werd vorig jaar geboren en uitgevoerd. Het werd een geweldig succes, dus staan directeur Helen Kamperveen en haar team weer in de startblokken voor het tweede Theater Festival OnStage. Drie weekenden lang kunnen liefhebbers genieten van producties van leerlingen van de theaterschool. De eerste twee weekenden zal de Surinaamse versie van The Wizard of Oz te zien zijn, gebracht door twee verschillende groepen leerlingen. In het eerste weekend van 15 en 16 juli wordt het stuk opgevoerd door cast A, terwijl cast B het tweede weekend van 22 en 23 juli voor haar rekening neemt.

Dit stuk is bewerkt door Ritania Whirt en geregisseerd door dramadocent Birte ten Hoopen, die op zoek ging naar zoveel mogelijk kinderen om het stuk op te voeren. De aanvangstijd voor beide weekenden is om zeven uur ’s avonds. In het laatste weekend van het festival op 29 en 30 juli wordt de nieuwe productie OSM, dat staat voor Ons Soort Mensen opgevoerd. Dit stuk is een bewerking van het populaire Breakfast Club dat in de jaren 80 furore heeft gemaakt. Het gaat over een stel onhandelbare jongeren die voor straf na school moet nablijven. De jongeren verschillen totaal van elkaar, maar op dat moment komen de verhalen los en worden ze een hechte groep vrienden. Deze productie is voor jongeren vanaf veertien jaar en begint om half acht ’s avonds.

Naast theater zullen bezoekers ook kunnen genieten van dans, monologen en muziek. Het festival is om het schooljaar officieel af te sluiten, zegt Kamperveen. “Wij willen laten zien waarmee we bezig zijn op school, maar ook jongeren interesseren om zich aan te sluiten. Dit is een goede gelegenheid voor ze om te zien of theater iets voor ze is. De theaterschool is goed voor creatieve kinderen, waar ze ook anderen kunnen ontmoeten met dezelfde creatieve aanleg.” Daarnaast is het festival voor de leerlingen zelf ook een feestje om hun schooljaar af te sluiten. Nieuwe leerlingen kunnen gelijk een inschrijfformulier invullen.

Voor het nieuwe schooljaar, dat in oktober begint, heeft Kamperveen het een en ander in petto. Zo komt er een nieuwe, vrij jonge, dramadocent, die op een leuke manier muziek maakt met het lichaam. In april komt er ook iemand die een stuk met de leerlingen zal schrijven, die ze dan ook zelf mogen opvoeren. Verder is er een samenwerking met de Schrijversvakschool van Ruth San A Jong en is het streven om in december een stuk geschreven door de cursisten van de school te laten opvoeren door leerlingen van OnStage.

[uit de Ware Tijd, 11/07/2011]

Bryan X is een meesterstuk

Herkenning met… en toch verwarring, geweldig spel

door Ruth Nortan

Paramaribo – ‘Magnifico’ roept een enthousiaste José na afloop van theatervoorstelling Bryan X. Afgelopen vrijdag vond in theater Unique de première plaats van het stuk, geschreven en geregisseerd door Sharda Ganga.

De voorstelling maakt op een hilarische manier serieuze kwesties bespreekbaar. Bryan bezoekt na jaren te kampen met nachtmerries dr. Hooplot. Bang om door anderen herkend te worden laat hij haar als cliëntennaam de letter ‘X’ optekenen. Cliënt X in plaats van patiënt X, omdat Bryan weigert te accepteren dat hij een patiënt is.

In gesprek met dr. Hooplot passeren zowel prettige als minder prettige herinneringen de revue. Ook de relatie met zijn jeugdvriend Marvin komt aan de orde. Bryan is te zien als leider, met zijn aanhangers en hun verschillende (on)beantwoorde behoeften als voorzitter, lover (waarbij Lydia en Wanda een zeer voorname rol spelen), en toch patiënt. Op meesterlijke wijze zijn verschillende rollen in het stuk verwerkt waarin personen uit politieke groeperingen en tal van verenigingen aan het woord komen.

Bryan X is volgens bezoekers zeer zeker de moeite waard. “Het stuk is Magnifico, mang. Geweldig hoe Idi de verschillende personages gestalte geeft. Lemmers, die speciaal voor het stuk een ‘hairdo’ [een kalend voorhoofd, ... red.] onderging, heeft een topstuk neergezet. Deze welbespraakt overkomende ‘leider’ komt door zijn zeer vlotte babbel heel geloofwaardig over. Zijn kapsel en de intonaties in zijn monologen dragen daaraan bij.

Bryan X wordt gespeeld door een cast van acht mensen die tien personages vertolken. Idi Lemmers als Bryan, Kwasie Vreden als jonge Bryan, Ellen Abendanon als dr. Hooplot, Ori Plet als Marvin, Tanuya Manichand speelt Lydia, Wanaha de Vries vertolkt zowel Agnes als directeur, Clifton Sno speelt Harold en Pa, en Marina Pinas is Ma. De Mighty Youth fungeerde als versterking van de stemmen bij de vocale delen. Er is niet echt sprake van bijrollen, omdat haast elke rol bijdraagt aan het ‘zijn’ van dit stuk. Geen enkele rol is overbodig.

“Het meest geweldige is om al deze mensen van wie je het eigenlijk niet verwacht te zien samenspelen”, zegt Zabdai Zamuel over de cast. “Ik ben aangenaam verrast. Mensen die in hun dagelijks leven iets anders doen en dan tegen je zeggen aan het einde van zo’n productie ‘ik wist nooit dat theater maken zo leuk kon zijn’. Je moet het zien als de grootste rapper die een kinderboek schrijft. Dat is de keerzijde van de medaille. De andere kant van de persoon die we niet eerder hebben gekend.” Helen Kamperveen vindt het prima dat er goede politieke stukken worden gemaakt en gepresenteerd. “Een goed stuk.”

Producer Eartha Silos: “Bryan X is een geweldig goed stuk. Elke keer als ik de productie zie, merk ik andere zaken op die mij eerder niet waren opgevallen. Ook al draait dit stuk vijftig keer, ik denk dat ik vijftig keer zal genieten.” Volgens Eartha zit de kracht van dit stuk in de manier waarop het is geschreven. “Sharda wordt steeds beter”, zegt Silos. Zelf zegt Ganga dat het stuk het product is van tien jaren werken met verschillende groepen en verenigingen. Het is wat ik allemaal heb meegemaakt en datgene dat mij fascineert heb ik in dit stuk verwerkt. Het stuk is volgens Ganga aangepast. Het was al geschreven, maar vanwege omstandigheden moest het worden aangepast. Van het nieuwe product mochten de premièregangers afgelopen vrijdag deelgenoot zijn. Volgens Silos is het stuk uitzonderlijk goed vanwege de manier waarop de intriges, de verwarring en de herkenning verwerkt zijn. Het gaat om het systeem dat herkenbaar is. Enigzins herkent men Harish Monorath of is het Melvin Bouva? Wie is het nou eigenlijk? De verwarring is compleet omdat op de personages die gespeeld worden niet voor de volle 100% een etiket te plakken is. Dit is meesterwerk.

Taal – blijspel – Spinozapremium

door Carry-Ann Tjong-Ayong

Van een conferentie over meertaligheid in Suriname tot een blijspel van Bodil de La Parra over vrouwen die mannen bekritiseren en tussendoor op internet lezen over de toekenning van de Spinozapremie aan o.a. een vrouwelijke hoogleraar Jeugd en Media in Amsterdam, dat zijn stappen met zevenmijlslaarzen. Maar dat is nou de zegen van internet. Je kunt je hier of daar overal in storten en van alles op de hoogte blijven.

Nou kon ik altijd al tien dingen tegelijk doen in tegenstelling tot mijn man die liefst 1 ding doet en dan ook heel goed. Als kind oefende ik in het schrijven van de tekst van een liedje en tegelijk een ander zingen. Van die dwaze dingen die kinderen doen. Maar het scherpte mijn geest en vooral mijn geheugen, wat weer handig was bij het leren van een proefwerk. Mijn jongere broer en ik staken elkaar de loef af bij het snel opzeggen van alle rugtitels van de Winkler Prinsencyclopedie in mijn vaders boekenkast. Zo leerden we al op drie- en vierjarige leeftijd lezen en dat leverde ons levenslang plezier op.

Maar om terug te komen op de conferentie met als thema “ordening van meertaligheid”, die het sluitstuk vormde van zeven weken consultaties over talen in Suriname. Talen zijn mijn hobby en ik vind het jammer dat ik nu pas in Suriname ben, zodat ik alleen de slotconferentie kon bijwonen. Hoewel ik mij niet voor 15 juni had opgegeven kreeg ik van die aardige meneer Roozen, die ook dagvoorzitter was, een Vipplaats op de eerste rij toegewezen, met extra stoel voor Wim, waar ik ook mijn blocnote kon neerleggen en in de pauze een broodje en een pakje mangojuice, die dezelfde heer attent verzorgde. Zo’n plaats heeft voordelen en nadelen. Je kunt alles op het podium goed volgen, maar je zit pal onder de ijskoude airco en je ziet niet wie er achter in de zaal zitten. Veel vrienden bleek bij de karige lunch, die Hr. Roozen schertsend een hapje noemde, wat het ook was.

De conferentie werd geopend met woorden van minister Raymond Sapoen van Onderwijs en Stanley Sidoel van het Directoraat Cultuur. De Taalraad onder de deskundige leiding van “oom “ Hein Eersel hield een aantal inleidingen, over talen, democratie en taalrechten (hijzelf verwees in dit verband naar artikel 8.2. van de grondwet, het enige artikel waar het woord taal in voorkomt en stelde onder meer dat iedere burger het recht heeft de eigen taal te gebruiken en daarin niet belemmerd mag worden door bv overheidsinstanties aan loketten.
– talen in historisch perspectief door Lila Gobardhan-Rambocus, die aagaf hoe de meertaligheid zich vanaf de vroegste tijden met één bevolkingsgroep, de reeds meertalige Inheemsen, ontwikkelde. Volgens haar zal de meertaligheid altijd blijven bestaan en het Nederlands, dat eigen is geworden, zeker nog 100 jaar. Wij hebben 23 verschillende talen hoorde ik tot mijn verwondering. Jaren geleden woonde ik in Leiden een interessante conferentie bij over talen in Suriname, waar ik leerde dat er alleen al 35 Inheemse talen in Suriname zijn. Met alle andere gesproken talen er bij zou je dus al over de 40 komen. Maar misschien zijn er inmiddels al weer talen verdwenen.
– standaardisatie en standaardisering van talen door Renate de Bies, die ook het woordenboek Surinaams Nederlands heeft samengesteld en die het aanschouwelijk illustreerde, door de vergelijking te trekken met kippen voor de consumptie, maar daardoor de noodzaak er toe goed duidelijk maakte. Vier fasen zijn nodig om een taal te standaardiseren: selectie, beregeling, uitvoering en onderhoud;
– landen met meer dan ‘’en officiële taal, zoals India, Zuid-Afrika en de Antillen werden toegelicht door Bholanath Narain;

– en tenslotte gaf Paul Middellijn op zijn eigen wijze een statement over de wenselijkheid van het Engels en desnoods het Spaans als officiële voertaal in plaats van het Nederlands dat afgebouwd dient te worden. Hij gaf voorbeelden van woorden in het Surinaams-Nederlands die uit het Engels of Spaans komen en wees op het economisch belang in de regio.

In de discussie met de zaal kwamen de diverse visies nog meer tot uiting en voordat de taalwet een feit is zal er nog heel wat water door de Suriname-rivier stromen.

Verfrissend was het blijspel Onder vrouwen over mannen van Bodil de la Parra, het regiedebuut van Helen Kamperveen. Drie voortreffelijke jonge actrices, waarvan twee van Helen’s theaterschool gaven vol humor en zichtbaar plezier hun visie op de Surinaamse man. De zaal voor meer dan 90 % gevuld met vrouwen in alle leeftijden genoot zichtbaar en hoorbaar en zelfs het handjevol mannen, zoals de mijne, die als excuus had dat hij mijn rolstoel moest “stoten”, kon om de pittige grappen lachen. Ik had mijn vaste VIP-plaats als gast en hoefde dus niet naar boven te worden gedragen. Het Patronaat heeft een oprit en een rolstoeltoilet had Helen mij trots verteld.

Maar de Mgr. Wulfingstraat veranderd helaas erg nu de drie huisjes met erven bij de brug over de Sommelsdijksekreek getransformeerd zijn tot parkeerterrein met portier voor het in aanbouw zijnde, vier verdiepingen tellende kantongerecht naast het Patronaat. Liever had ik gezien dat de RK meisjesscholen, de Hoedenvlechtschool en de Paulusschool gerestaureerd waren. Maar ook het bisdom lijdt onder de malaise en de regering bouwt wat zij wil. Toch denk ik dat ik liever een regeringsgebouw hier zie dan een zeshoog Chinees warenhuis., zoals er overal in de binnenstad en aan de rand van de stad oprijzen… Dat heet vooruitgang, waarbij het vooruitdenken wordt vergeten.

Op ‘Utrechtse Vrouwen spreken’ (Linked In) ontdekte ik een blog ‘Kopstukken in Komkommertijd’, van Sylvia Valkenburg, over haar zus, prof. dr. Patti Valkenburg, die als enige vrouw tussen drie laureaten, winnaar van de Spinozapremium is, een prestigieuze wetenschappelijke prijs van 2,5 miljoen euro, voor haar onderzoek naar Jeugd en Media. Sylvia beklaagt zich over de beperkte aandacht van het NOS-Journaal, dat het feit bovendien linkt aan domme studenten.

Onder vrouwen over mannen voor de tiende keer uitverkocht

door Rosita Leeflang

Paramaribo – Het productieteam en de cast van Onder vrouwen over mannen zijn trots. Het is gelukt reeds tien uitverkochte voorstellingen te geven. En de vraag is nog steeds groot. Dus wordt er nog één weekend gezellig gesproken over al die verhalen van de mannen die leven onder de vrouwen.

Op donderdag 16, zaterdag 18 en zondag 19 juni kunnen zij, die nog steeds geen kaart hebben kunnen bemachtigen of zij die het nogmaals willen zien, trekken naar Jeugdtheaterschool OnStage aan de Wulfingstraat. Wel moet vermeld worden dat de kaarten nu SRD 10 duurder zijn. “We moesten wel, omdat er geen subsidie meer is voor het project. Die was voor het ontwikkelen van de productie en tien voorstellingen. Er is echter nog zoveel vraag, maar geen sponsoring,” vertelt producent Ann Hermelijn. Zij gaat ook in op de klachten dat het zo moeilijk is om aan een kaart te komen.

“Die klachten hebben ons ook bereikt. De vraag is zo groot, omdat de mensen proactief zijn. Normaal moeten wij adverteren en wachten op de bezoekers. Maar nu zijn er al mensen die hun naam registreren voor de volgende keer. Als producent moet ik ook klantvriendelijk zijn, dus als mensen zich willen registreren laten wij dat ook toe. Zij krijgen dan te horen wanneer er weer voorstellingen zijn.”

Zelf denkt Hermelijn dat het stuk in trek is, omdat de mensen zichzelf herkennen, maar het ook komisch vinden. “Het is een feest. We ontvangen ze met muziek, aan het eind krijgen ze ook die baka bana met saus en is er ook veel discussie. Die avond is niet te lang, maar toch op een hoog niveau.”

Als producent zegt Hermelijn tevreden te zijn, maar toch niet helemaal. Ze is wel blij dat het stuk zo goed is ontvangen. Voor haar begon het als een maatschappelijk project, terwijl het voor regisseur Helen Kamperveen een kunstproject was.

Ook zij zegt niet te hebben gedacht aan nog meer voorstellingen. “Maar als het publiek dit zo waardeert, dan moeten wij toch moeite doen. We houden er niet veel aan over, maar doen het toch. Het is leuk voor het team en je maakt het voor de mensen,” zegt Kamperveen. Zij wist waar zij aan begon, maar zegt toch de reacties van het publiek te hebben afgewacht. Maar vanaf dag één ging het allemaal van een leien dak. “Voor mij was het anders, want het zijn geen professionele actrices en het is een pittige productie maar toch leuk. Ze staan open voor alles wat je voorstelt. Soms is een productie een feestje. Dit is zo eentje. Pas achteraf besef je hoe zwaar werken het is en je toch moe bent.”

Maar deze groep heeft hard gewerkt met discipline, een gegeven dat Kamperveen lang niet altijd tegenkomt. Als regisseur zou zij het geweldig vinden als de voorstelling naar Nederland mag, omdat ook de Surinamers daar het leuk zouden vinden om te zien. “Het moet toch ook leuk zijn om met iets lichts daar te spelen. Deze productie is geen moment bedoeld om serieus te zijn, maar toch gaat het ergens over.”

[uit de Ware Tijd, 10/06/2011]

Clark Accord naar laatste rustplaats gebracht

Gisteren, vrijdag 20 mei 2011, is Clark Accord in besloten familiekring naar zijn laatste rustplaats in Paramaribo gedragen. Voorafgaand was er een rouwdienst in de Sint Petrus en Paulus Kathedraal, geleid door pater Esteban Kross. De familie was in het wit gekleed, opgesierd met rood, de lievelingskleur van Clark.

“Clark was een inspirerende vriend, die hield van verhalen vertellen. Hij vermaakte ons vooral daar te vertellen welke passages hij niét in zijn boeken had opgenomen”, opende journaliste en vriendin Rosita Leeflang. Ook neefje Marac Accord en broertje Ricardo spraken de overledene toe. Onder de aanwezigen bevonden zich mensen uit de politieke wereld als doud-president Venetiaan en zijn echtgenote, de gewezen Surinaamse consul in Nederland Irma Loemban Tobing-Klein en directeur Cultuur Stanley Sidoel. “Wie schrijft, die blijft”, vat hij samen wat bij velen leeft. “Door zijn boeken heeft Clark zich onsterfelijk gemaakt. Tegelijk plaatste hij Suriname op de wereldliteratuurlijst.” Parlementslid Carl Breeveld had het over een emotioneel afscheid. “Vooral omdat het zo abrupt en plotseling gebeurd is. Clark is een duidelijk voorbeeld dat ook buiten onze landsgrenzen heel wat kundigheid en kennis is. Te lang hebben we van hen gedacht dat ze vijanden zijn, dat ze ons in de steek hebben gelaten. We moeten hen net omarmen.”

De prachtige stem van Denise Jannah’s troostte velen die Clark de laatste eer komen bewijzen. De sfeer van troost wordt versterkt door Hope and Togetherness. Nina Jurna, die speciaal voor de begrafenis uit Brazilië was gekomen en die met Clark het boek Met eigen ogen redigeerde, verwoordde de veelzijdigheid van Clark. Hij zat boordevol ideeën en had nog zoveel plannen. “Ik vind je een fantastisch mens . Hoewel veel mensen mij hebben gezegd dat afscheid nemen niet bestaat, is het moeilijk om afscheid te nemen van jou. Maar ik voel me vereerd om je gekend te hebben. Ik wens je een hele goede reis”, zei Nina Jurna. Zij vertolkte hiermee de mening van iedereen die Clark goed had gekend.

Ook actrice Helen Kamperveen woonde het afscheid bij; zij die als eerste de rol vertolkte van Maxi Linder in de theaterversie van De koningin van Paramaribo stelde zo toch de persoon aanwezig die van prostituee door Clarks tekst een gedenkwaardige plaats kreeg in de Surinaamse geschiedenis van de 20ste eeuw.

Na de dienst werd de witte kist al dansend naar de rooms-katholieke begraafplaats gebracht. De teraardebestelling zelf vond plaats in de stromende regen.

Klik hier voor een video van de begrafenisdienst

  • RSS
  • Facebook
  • Twitter