blog | werkgroep caraïbische letteren
Posts tagged with: Kallasingh Goeroedath

Verleden, heden en toekomst van de Hindostaanse cultuur in Suriname en Nederland

Tekst van de Derde Jit Narain Lezing door Hans Ramsoedh en het co-referaat door Wierish Ramsoekh, 30 september 2022

door Dr Hans Ramsoedh

Inleiding*

Suriname, Dit land heb ik gekozen is het gedicht dat Shrinivási in 1968 schreef. Het is een nationalistisch statement waarin hij ondanks het harde bestaan een toekomst ziet voor de nakomelingen van de contractarbeiders. Shrinivási was de dichter van de verzoening, harmonie en eensgezindheid, de dichter die met zijn poëzie bruggen wilde slaan tussen de verschillende bevolkingsgroepen in Suriname (Koefoed 1984).

read on…

De vergeten historische waarde van Srefidensi-muziek

door Roy Khemradj

Het is traditie dat vandaag ter gelegenheid van Srefidensi verschillende media de film Wan Pipel vertonen. Op 14 juli van dit jaar was het 45 jaar geleden dat de film in theater Star in première ging. Maandag kreeg Pim de la Parra, regisseur van Wan Pipel eindelijk de Grani van de Republiek Suriname voor zijn bijdrage met deze inmiddels historische film aan natievorming in Suriname. Het interetnisch thema van Wan Pipel is na 46 jaar nog steeds actueel in discussies over onze Surinaamse bromtyi dyari.

read on…

Edgard Pandays en zijn Pandero

door Amar K. Soekhlal

Toen ik in 1974 naar Nederland kwam, waren er een paar bandjes die in heel Nederland optraden. Ik reisde ze vaak achterna om het Surinaams thuisgevoel te ervaren. In de diverse steden had je verschillende muziekformaties met bekende zangers en zangeressen. Deze bands hebben een grote bijdrage geleverd aan het creëren van een thuisgevoel in Nederland. Ik zal dit jaar beginnen om een aantal van die markante figuren uit die periode te portretteren. Ik begin vandaag met de heer Edgard Panday van de band Pandero.

read on…

Haridat Rambarans parivartan: zijn ontwikkeling van árya samáji hindoe tot atheïst (deel 3)

door Bris Mahabier

Hari Rambaran aan het culturele front in Paramaribo:

Hari leert hawan doen en maakt mohanbhog; de eerste Holiviering op de SKS en de AMS in 1963; de acceptatie van Holiviering op middelbare scholen; de eerste Divalifakkeloptocht in Paramaribo in 1963; het toneelstuk Ghar ke bhed in o.a. Thalia; over boitikoelies, koelie-koelie sáni en zwarte Hindoestanen.

read on…

Goeroedath Kallasingh: zanger en toneelschrijver

Jay Jay Surinám(2X), Jay Jay Surinám(2X)

Een leuke meezinger die wel bij vele Surinamers bekend zal zijn. Minder bekend is misschien de schrijver Goeroedath Kallasingh. Goeroedath Kallasingh is geboren op 23 november 1935 te Domburg en is overleden op 23 april 1998 te Den Haag. Zijn grootouders kwamen op 24 mei 1916 in Suriname aan. Na de geboorte van Goeroedath Kallasingh vertrok zijn moeder met hem naar de plantage Vreeland in de omgeving van Laarwijk.   Hierna verhuisde de familie verder naar Cinwá kandál (Leiding 21). In een later tijdstip woonde de familie aan de Burkhardweg (Paramaribo). In het dagelijkse leven was Goeroedath laborant bij Agrarische Technologie en parttime announcer bij Radio Radika.

Op jonge leeftijd toonde Goeroedath Kallasingh veel belangstelling voor zang en muziek. Op het moment dat hij liederen van de legendarische zanger Hemantkumar (India) op de radio hoorde, werd hij onrustig en zong mee. Zijn eerste lied ná ye hogá, ná táre rahenge/Hemantkumar zong hij op 14 jarige leeftijd bij Avros Radiostation. Zijn eerste optreden was samen met Hemantkumar in Suriname; ze zongen het lied: Jagat bhar ki roshni ke liye.

In een later stadium legde hij enkele liederen vast op een emi- grammofoonplaat.. Hiermee oogstte hij enorm veel populariteit onder de Hindostaanse gemeenschap. Hierna stapte hij over naar het schrijven van toneelstukken en hij regisseerde die ook. De ‘pakkende’ titels voor zijn toneelstukken en de manier hoe hij het dagelijkse leven uitbeeldde sprak een ieder aan en men was dol op zijn toneelstukken. Goeroedath Kallasingh heeft ook gestimuleerd om in de verschillende moedertalen te communiceren. Zo gebruikte hij het Sarnami (spreektaal) als communicatietaal in zijn toneelstukken in plaats van het Hindi (officiële taal). Voor deze stap kreeg hij veel bijval van de sociale en culturele vereniging Jag-Riti. Zijn populariteit kende geen grenzen. Zijn liefde voor Suriname was niet te evenaren. Vanuit zijn culturele vriendenkring werd hij gevraagd om het Volkslied van Suriname in het sarnámi te schrijven. Hij schreef Jay Jay Surinám, Surinám hamárá pyárá desh en Hum hai Surinám ke larke. En hierin zag je zijn verbondenheid met Suriname.

Bron:
– Nationaal Archief Suriname (Hassankhan,M.S. en Sandew Hira, Paramaribo-Den Haag1998, Historische database van Suriname, de gegevens over de Hindostaanse immigratie, vol.4, pag. 210, Amrit-Imwo-Nauyuga;
– Vraaggesprek/interview met Krishna Koemarie Kallasing, dd. 250412, Burkhardweg no. 1
– DWT, ‘de buitenvrouw, 2 april 1969

[uit de Ware Tijd, 19/05/2012]

  • RSS
  • Facebook
  • Twitter