Op donderdag 27 mei 2021 ondertekenden Rita Rahman, voorzitter van de Werkgroep Caraïbische Letteren, en... Lees verder →
Caribische identiteiten: ‘Terugkeer naar het geboorteland’
Aimé Césaire, 1931-2008
door Fred de Haas
Exotisme, pseudo-Afrikaans, de echte kleurling, dood van de ‘négritude’, de innerlijke strijd van Aimé Césaire, terugkeer naar het land van geboorte, de taal van Césaire, assimilatie met Frankrijk, identificatie met Haïti, een Frans-Caribische bloemlezing.
read on…Langston Hughes – Kruising
Mijn ouweheer is een blanke vent
en mijn ouwe moeder is zwart. –
Als ik ooit mijn blanke vader vervloekt heb,
dan slik ik ‘t weer in, voor mijn part.
En vloekte ik ooit op mijn zwarte ma,
en wenste ik dat oudje in de hel,
dan spijt het me zeer voor die euvele wens,
ik wens haar vandaag alles wel.
Mijn ouweheer stierf in een prachtig huis,
mijn moedertje stierf in de stank. –
Nu vraag ik mij af waar ik sterven zal,
die geen van twee ben, zwart noch blank.
[Albert Helman, uit Adyosi/Afscheid; ook verschenen in de Ware Tijd Literair, 11 februari 2022]
Vier boeken uit The Black Archives die iedereen zou moeten kennen
De geschiedenis van zwarte Nederlanders is nog altijd onbekend. Daarom gaat er een nieuw archief open. De Volkskrant tipt vier klassiekers. Een interview met Jessica de Abreu (27), Mitchell Esajas (28) en Miguel Heilbron (34).
door Dorien van Linge
.
Op tweehoog aan de Amsterdamse Zeeburgerdijk komt de geur van oude boeken je tegemoet. Tegen de muren staan hoge archiefkasten, vol met historische boeken, documenten en voorwerpen. Samen vormen ze ‘The Black Archives’: een verzameld archief van en over zwarte mensen in Nederland. read on…
Identiteit in een Caribisch perspectief
door Fred de Haas
Geen begrip is zo ongrijpbaar als het begrip ‘identiteit’. Menigeen weet wat je ermee bedoelt, maar niemand kan het nauwkeurig omschrijven. En vroeger was het al net zo ongrijpbaar als nu, getuige het verhaal van de twee Perzen van Montesquieu. read on…
Dichtkunst en Filosofie
door Ken Mangroelal
G.W.F. Hegel en L. Hughes
Eerst het gedicht I, too van Langston Hughes (1902-1967) ter lezing:
I, too, sing America. I am the darker brother. They send me to eat in the kitchen When company comes, But I laugh And eat well And grow strong. Tomorrow I’ll be at the table When company comes. Nobody “ll dare Say to me “Eat in the Kitchen”, Then. Besides, They’ll see how beautiful I am And be ashamed– I, too, am America.
Dit gedicht laat zich moeiteloos lezen en de boodschap is helder: I, too am America.
Oppervlakkig gezien valt er verder weinig over dit gedicht te melden,- in de diepte des te meer.
Want vanuit welk bewustzijn spreekt de dichter? Wat moet hij hebben ervaren en achter zich hebben gelaten om te zeggen wat hij zegt? Wat ik verrassend aan dit gedicht vind, is dat de ontwikkeling die het ‘ik’ heeft doorgemaakt voor een groot deel terug te vinden is in de Phänomenlogie des Geistes van G.W.F. Hegel (1770-1831) en wel in het beroemde hoofdstuk ‘Selbstbewusstein’ en specifieker onder de noties ‘Herrschaft und Knechtschaft’.