blog | werkgroep caraïbische letteren
Posts tagged with: Hu Indra

Schrijversgroep 77 op Kinderboekenfestival Saramacca

Het kinderboekenfestival in Saramacca gaat op 28 januari van start te Groningen (district Saramacca) op het Kermisterrein. Schrijversgroep ’77 is vertegenwoordigd met een stand. Alphons Levens heeft de deelname van S’77 gecoordineerd. Leden die deelnemen in de stand van S’77 zijn Sombra, Sylva Koemar en Irene Welles. Nowilia Tawjoeram participeert met een eigen stand. Het festival is ‘s morgens en ‘s middags geopend. read on…

Ervaringen met het Kinderboekenfestival

door Indra Hu

Ik loop al bijna 10 jaar mee met het Kinderboekenfestival en heb al 14 keren meegedaan met het festival in verschillende districten. Het Kinderboekenfestival is voor onze jeugdigen niet meer weg te denken. Zij verheugen zich erop dat ze met hun klas samen met de bus naar het festival mogen. Dat merk je aan al de blije gezichten en enthousiaste leerlingen elk jaar weer. read on…

Ons eigen leesboek: loes en mama

door Indra Hu

Prachtig! Superblij als ik lees dat loes en mama een herdruk heeft. ‘Een eenmalige limited edition, hoor’, zegt de vrouw aan de andere kant van de telefoonlijn, als ik vraag of er genoeg is, want ik had niet zo gauw de tijd om het meteen aan te schaffen. Hmm, ik fluit wel even als ik de prijs hoor van de tiendelige verzameling in een stevige cassette. Wel even knipperen, maar ik wil het zo graag dat ik het toch ben gaan kopen. Voor mij van onschatbare waarde. read on…

Fiesta cu buki

‘Hiep Hiep Hoera, di fiesta cu buki!’, ta e lema di e Festival di Buki pa Mucha 2014. Biblioteca Nacional Aruba ta organisa e Festival di Buki pa Mucha pa promociona lesamento. Ta busca tur forma y medio pa haci lesamento mas agradabel y atractivo pa cada mucha. Pa medio di contamento di storia, presentacion y diferente actividad cu autor y ilustrador ta purba di lanta e interes pa e mundo di buki. Lesamento ta algo esencial pa e desaroyo di un mucha. read on…

Enkele activiteiten tijdens het Kinderboekenfestival

door redactie de Ware Tijd Literair m.m.v. Indra Hu

In stand ‘de Rijstkorrel’ van schrijfster Indra Hu werden niet alleen leerlingen en leerkrachten bij het voorlezen betrokken, maar ook ouders die mee waren gekomen als begeleiders. Direct nadat de leerlingen de stand binnenkwamen, werden ze ‘begroet’ met het thema en de slogan van het Kbf 2014. Er werd ook een link gelegd tussen ‘Het levensverhaal van de rijstkorrel’ en ‘groei’. Daarna werd het verhaal, dat op rijm is geschreven, voorgelezen, maar het laatste woord werd daarbij niet gezegd. De leerlingen moesten door goed te luisteren en na te denken het woord raden. Wat vonden ze dat leuk om te doen! Hierna kregen de leerlingen en de anderen een beurt om voor te lezen. Het verhaal is verteld door de rijstkorrel zelf, die een hoed op heeft en dus beeldden de lezers ook de rijstkorrel uit door zelf de hoed te dragen. Dat ging zo gezellig dat zelfs de buren er ‘last’ van hadden. Wat Hu hiermee wil bereiken is dat de kinderen niet bang moeten zijn om iets te presenteren. ‘Je groeit als je bezig bent en dus ook zij leren om zonder vrees voor “vreemden” te presenteren. Door stimulatie van leerkrachten en ouders en ook het Kbf-gebeuren, worden kinderen vrijer en gevoeliger voor alles wat met lezen, voorlezen en creatief bezig zijn te maken heeft.’
Ook ’s middags ging het er reuze gezellig aan toe. Samen met Marja Themen-Sliggers, die namens Huize Betheljada aanwezig was op het Kbf, was afgesproken dat bezoekers stand nr. 88 op een speurtocht mochten bezoeken. Geblinddoekt kwam de ene na de andere duwer van de rolstoel op aanwijzing van degene die erin zat aan in de stand. De bedoeling hiervan was, dat kinderen ook konden ‘ervaren’ hoe het was om te leven met een handicap, in dit geval als je niets ziet en dus blind bent. ‘Heel eng’, zei Soraya van negen, ‘je ziet niets en weet niet waar je gaat. Ik begrijp de mensen die blind zijn veel beter nu. Je moet wachten op hulp van anderen.’
‘Ja, en precies daar gaat het om: opgroeien kan je niet alleen, denk aan de wereld om je heen. Heel vaak in het leven heb je de ander nodig om je te helpen je doel te bereiken’, zei Indra Hu.

Populairste Surinaamse kinderboeken

Het Kinderboekenfestival in Paramaribo van 3 tot en met 8 maart, was een succes. De organisatie was vlekkeloos en daardoor was de sfeer ontspannen en vrolijk. De kinderen zijn in de loop der jaren ‘gegroeid’. Ze durven meer, communiceren beter en laten zien dat ze nadenken.

Het Kbf in stad en districten is een steeds terugkerende activiteit die de jeugd (en hopelijk ook de leerkrachten) beslist doet ‘groeien’, het thema van dit jaar.
Dat is een zegen in deze samenleving waarin veel mensen niet durven te praten over moeilijke onderwerpen en weinig weten van onze geschiedenis vanaf de onafhankelijkheid. Daardoor kunnen ze de huidige situatie van het land ook niet begrijpen.
In de stand ‘Lees je wijs!’, voor de klassen 4, 5 en 6, mochten de kinderen na de Surinaamse jeugliteratuur bekeken te hebben op een flap schrijven naar welk boek hun voorkeur uitgaat. 310 kinderen hebben dat gedaan! Ze hebben 85 boektitels opgeschreven. De meeste stemmen, 48, heeft voor de zoveelste keer de serie over het meisje uit het binnenland, Amaisa, uitgegeven door PCOS, oorspronkelijk ter ondersteuning van een taalcursus voor moeders van jonge kinderen in dorpen aan de Boven-Suriname. Eenvoudige en herkenbare boekjes met duidelijke illustraties bij korte teksten.
Tweede werd De fiets van Anne Huits, met 25 stemmen, over een meisje dat leert fietsen, net zo eenvoudig. Veel andere eenvoudige boekjes werden gekozen door de vierde, vijfde en zesde klassers, onder andere uit het grote aanbod van schrijversgroep Wagina uit Wageningen. De leesontwikkeling staat nog aan het begin en daarmee dient rekening gehouden te worden. Een grote vooruitgang is dat Laat me niet alleen van Indra Hu, een echte jeugdroman en nog wel over hiv en aids, 12 stemmen kreeg! Kennelijk is het in sommige zesde klassen behandeld!
Ten slotte een opvallende opmerking van Gerrit Barron die een stapel kinderboeken op zijn naam heeft staan en aan wiens 40-jarig schrijverschap ‘dWTL’ binnenkort aandacht besteedt. In het actualiteitenprogramma ‘Halaat’ van RBN-TV vertelde hij, staande voor zijn stand op het Kbf, dat er regelmatig Surinaamse kinderboeken uit schoolbibliotheken verdwijnen. Ook bij bovengenoemde stand ‘Lees je wijs!’ wordt dat opgemerkt: Surinaamse kinderen dragen geen Nederlandse kinderboeken weg, wel Surinaamse. Daarmee geven ze ons in ieder geval een sein: ‘Geef ons maar Surinaamse boeken!

Srefidensi in de literatuur

van de redactie van De Ware Tijd Literair

Op woensdag 15 januari 2014 waren drie redactieleden van dWTL aanwezig bij de zesde Trefossa-lezing van de Henri Frans de Ziel Stichting. De lezing met als titel: ‘Levenslust is ’t heenstappen over kleine dingen’ Trefossa en taal’ werd gehouden door Lila Gobardhan-Rambocus. Elders op deze pagina [blogspot] gaan we nader op deze lezing in.

read on…

Dieren in de Surinaamse kinderliteratuur: info voor jeugdbegeleiders

door Els Moor

Kinderen hebben over het algemeen belangstelling voor dieren. Ze vinden het dan ook fijn om verhalen over dieren te horen of om er boeken over te lezen en de plaatjes te bekijken. In ons land met zijn rijke natuur leven veel-veel dieren, van verschillende soorten. Wilde dieren in het bos, maar ook tamme bij mensen. Er zijn verhalen over dieren van vroeger, zoals over Kantjil en Anansi, maar kinderboekenschrijvers van nu hebben zelf verhalen verzonnen waarin dieren een belangrijke rol spelen, of boeken met illustraties zodat kinderen de verschillende dieren leren kennen. We geven hieronder een overzicht van kinderboeken waarin dieren belangrijk zijn. Dat zijn er heel wat, maar vanwege de ruimte moeten we een keuze maken.
– ANANSI
Er zijn rijk geïllustreerde boeken met de oude anansitori. Het bekendste: Het grote Anansiboek van Johan Ferrier met tekeningen van Noni Lichtveld, bezorgd door uitgeverij Conserve in 2010. Hierin zijn de verhalen opgetekend zoals Ferrier ze voor de Nederlandse televisie vertelde. Noni Lichtveld heeft ook zelf een anansiboek gemaakt, Anansi de spin weeft zich een web om de wereld, de tweede editie is uitgegeven bij VACO in 2012. Er zijn redelijk veel anansiboekjes waarvan het verhaal verzonnen is door de schrijver. Van Ismene Krishnadath: Nieuwe streken van koniman Anansi (1989) en Bruine bonen met zoutvlees (1992). Moderne verhalen die aansluiten bij die moeilijke tijd van schaarste en de Binnenlandse Oorlog. Anansi moet alsmaar streken bedenken om zichzelf en zijn gezin te redden. Ook Marylin Simons heeft een grappig anansiboekje, Anansi Dala (PCOS, 2004), dat goed past bij de moderne tijd, waarin zoveel mensen altijd op geld uit zijn, op wat voor manier dan ook.
– KENNIS OVER DIEREN
Op een leuke manier kennis verwerven over verschillende dieren is een doel dat Wim Veer en Gerrit Barron nastreven met hun dierenboekjes. Van Wim Veer is de serie fotoboekjes over verschillende dieren, met een verhaaltje waarin veel info over het betreffende dier: tjamba de raaf; misi powisi; modo todo; kwibus de ibis; awari en de kip; het doksje dat niet wilde zwemmen en Wat vliegt daar? Vogels rond het huis (uitgegeven in eigen beheer met prachtige fotos.)
En van Gerrit Barron: Titri en Toto over twee jonge vogeltjes, met als thema zelfstandig worden, en zijn serie uit de jaren 90 over allerlei dieren, zoals Een korjaal vol dieren en Een sloot vol vissen.
Rupsje Regenboog van Indra Hu geeft op een beeldende manier in een verhalend gedicht weer hoe Rupsje Regenboog zich ontwikkelt tot een prachtige vlinder. Het verhaal kan kinderen aan het denken zetten: Rupsje wordt een mooie vlinder… wat word ík later?
– DIEREN IN HET BOS
Een leerrijk thema. Monique Pool heeft op dit gebied een prachtig experiment uitgevoerd. Carlize gaat naar het bos/… goes to the forest. Op verschillende manieren kunnen kinderen kennis nemen van de inhoud: het boek heeft alleen beeldende illustraties van Chad Abdoellah en er is een bijbehorende cd waarop Helen Kamperveen het verhaal vertelt. De kinderen kunnen aan de hand van de platen eerst hun eigen verhaal maken en dan luisteren naar dat van Monique Pool. Veelzijdig dus. We geven hier het verhaal niet: ga eerst kijken! Het boek is nog volop verkrijgbaar! Met Kwata op reis(2010) van de stichting Klimop, laat kennismaken met veel dieren. Vanuit het bos gaat de aap Kwata met zijn vrienden per korjaal naar de zee. Ze ontmoeten andere dieren en beleven avonturen. Spelenderwijs leren de kinderen de dieren kennen, ook door de illustraties van Ginoh Soerodimedjo. Aanbevolen!
– DIEREN EN HET MILIEU
Een belangrijk en kritisch thema dat gelukkig niet aan de jongeren voorbijgaat. Avontuur bij de grote rivier is van Natasia Agard en verscheen in 2008 (in eigen beheer). Het onderwerp: de gevaren die het bos bedreigen door activiteiten van mensen – zoals goudzoekers – met de bedoeling veel geld te verdienen. Het einde van het verhaal is verrassend: dieren van alle soorten werken samen om het bos te redden. Samen bedreigen ze de mens-mannen die de rivier vervuild hebben met hun goudzoekersactiviteiten. Die mannen rennen dan doodsbang naar hun boten en geen dier heeft ze ooit teruggezien. Een boek dat op scholen thuishoort, waar de leerlingen en leerkrachten er samen over kunnen praten!
Cobi Pengel stelt deze thematiek aan de orde in enkele van haar verhalen. Wolkje en de groenhartboom bijvoorbeeld is een sprookjesachtig verhaal met een actuele thematiek: de mensen smijten vuil op straat, dat soms vreselijk stinkt, waardoor de mooie groenhartbomen hun bloei verliezen. Het meisje Cynthia dat vlak bij een groenhartboom woont, wordt door die boom uitgenodigd om samen met haar vriendin en het konijntje Wolkje met Mamabon mee te vliegen naar een krutu van bomen met de bedoeling om het probleem op te lossen.
– DIEREN EN MENSEN
Vooral voor jonge kinderen een herkenbaar thema. Honden spelen hierin een belangrijke rol, zoals in Lafu (VACO: derde druk 2007) van Cynthia Mc Leod. Lafu is een hondje en Sita is zijn bazinnetje. Wat beleeft Lafu allemaal in het gezin en in de buurt? Als het een keer kattenbrokjes heeft gegeten uit de bak van de kat, is het bang een kat te worden! Een leuk boekje voor iets meer gevorderde lezertjes (ongeveer klas 2 en 3), ook om thuis zelf te lezen. En dan is er nu een gloednieuw boekje verschenen, Bruno de zwervershond, debuut van Hetty Amat. Bruno zwerft, komt in het dierenasiel terecht en vindt daar zijn baasje weer. Binnenkort gaan we dit boekje bespreken. Er zijn veel boekjes over honden: Eveline Wielzen schreef Dagboek van een straathond met leuke illustraties van Reinier Asmoredjo en grappig geschreven. Marja Themen, onze redacteur van kinderliteratuur, die zelf veel met dieren bezig is, schreef Overpeinzingen uit een Hondenleven…. Ook in de drie delen over Manga, het paard uit Baboenhol van Susan van Dijk-Leefmans met beeldrijke illustraties van Reginald Kartowirjo, lezen we over het leven van een dier bij mensen, een paard op een boerderij. Hoe zij vriendschap sluit met een schaap, gedekt wordt door een paard van een andere boerderij en een veulen krijgt en hoe er in het derde deel feest voor haar gevierd wordt. Leuk om deze boeken te combineren met een uitstapje naar een boerderij, misschien wel naar Manga zelf!
– DIEREN IN FANTASIEVERHALEN
In veel boeken vinden we sprookjesachtige en/of spannende fantasieverhalen waarin dieren een belangrijke rol spelen. Twee toppers uit de Surinaamse kinderboekenwereld: Seriba in de schelp van Ismene Krishnadath dat gaat over het meisje Lilia, op vakantie in Galibi, dat door haar slimmigheid een groot probleem van een verliefd stel – watermeisje Seriba en sekrepatu Warana – oplost, waardoor ze een gelukkig leven tegemoet gaan… en van Effendi N. Ketwaru Rani en de slangenkoning met schitterende tekeningen van de auteur zelf. Die lieve slangenkoning, die Rani bijstaat in haar moeilijke leven met een heks, blijkt een betoverde jongen te zijn. Happy end!
Al deze boeken (er zijn er nog veel meer!) helpen mee om kinderen meer leesplezier te laten krijgen en vooral, als hun begeleiders ze ertoe aanzetten, om naar aanleiding van verhalen over dieren na te denken over wie ze zelf zijn! Ga met uw kinderen naar de boekwinkel!

Nederlandse boeken voor Suriname: wel of niet? Afdankertjes of leesmateriaal?

I. ‘Wie eegie sanie’ fu píkin

door Els Moor

De Surinaamse literatuur vanuit de eigenheid van cultuur en talen kwam pas goed op gang in de jaren vijftig van de vorige eeuw, toen ‘Wie Eegie Sanie’werd opgericht in Nederland, met Bruma als centrale figuur en later in Suriname ook met de nog jonge Dobru. Dit was een belangrijke stap op weg naar de zelfstandige republiek Suriname, in verband met ‘eegie sanie’. Dat er tot op de huidige dag nog veel van het kolonialisme is blijven hangen ervaren we maar al  te vaak, vooral ook op het gebied van taal en literatuur.

Een ander duidelijk voorbeeld is dat er nog steeds per boot veel, veel, vaak afgeschreven, Nederlandse kinder- en jeugdboeken  naar Suriname gestuurd worden, die dan in schoolbibliotheken terechtkomen, zelfs in het binnenland  of  voor weinig geld verkocht worden bij boekverkopingen.  Je schaamt je toch, als je zo’n boek opent en meteen een stempel ziet met in vette letters: ‘Afgeschreven’! Dat is neokolonialisme ten top: je afgeschreven boeken naar ‘die negertjes’ in je ex-kolonie sturen. En dat, terwijl er gelukkig in Suriname momenteel veel gebeurt aan de ontwikkeling van een eigen kinder- en jeugdliteratuur!    

De taalsituatie in Suriname is enerzijds van een grote rijkdom die de culturele ‘eenheid in verscheidenheid ’uitstraalt, maar  is anderzijds  problematisch voor veel kinderen en jongeren van wie de officiële taal, het Nederlands, niet de moedertaal  is. In ons land worden binnen bevolkingsgroepen zo’n twintig ‘eegie tongo’ gesproken. Daarboven staat het Nederlands voor het contact in de hele samenleving en vergeet niet het Sranan Tongo als ‘lingua franca’ (algemene contacttaal). Er zijn inheemse en marrontalen die hier ontstaan zijn en talen die ‘meegebracht’ zijn uit de landen waaruit de immigranten kwamen, zoals het Chinees, Sarnami en Javaans en niet te vergeten de ‘eegie’ versie van het Nederlands, het Surinaams Nederlands met eigen klanken, woorden  en zinsconstructies.   Deze veeltaligheid brengt echter ook grote problemen met zich mee. In volksbuurten in de stad, in het district, maar vooral ook in de dorpen in het binnenland spreken kinderen met hun familie meestal hun eigen taal. Veel kinderen moeten leren lezen, schrijven en rekenen in een voor hen vreemde taal. Als je dan leesboeken in de bieb hebt in die ‘vreemde taal’ en bovendien nog over allerlei dingens die jij niet kent, die ver van je bed of je hangmat zijn, dan moet je een geweldige doorzetter zijn en veel hulp krijgen van je leerkrachten om het toch te redden.    

Gelukkig dat vele deskundigen, ook in de stad, dit probleem tegenwoordig erkennen en ervoor ijveren om die kinderen meer kansen te geven, het onderwijs kind- en taalvriendelijker te maken! Het belangrijkste uitgangspunt hierbij is: Leer die ‘vreemde taal’ vanuit je eigen leefwereld!’ Surinaamse kinder- en jeugdboeken vormen daarbij een geweldig goed hulpmiddel. Als kinderen die moeite hebben met de schooltaal  eenvoudige boeken in handen krijgen met herkenbare verhalen vanuit de eigen wereld, met veel duidelijke, ondersteunende illustraties die bovendien spannend en leuk zijn, dan gaan ze lezen leuk vinden en ze leren ‘spelenderwijs’ die moeilijke schooltaal, bovendien op een manier zoals die in het eigen land gesproken en geschreven wordt, Surinaams Nederlands dus. En wat belangrijk is: die boeken zijn niet gebonden aan leeftijd, maar aan de ontwikkeling van de taal bij het kind. Die boeken moeten echter wel aanwezig zijn in de school, niet alleen maar ‘afgeschreven’ Hollandse boeken.    

Overigens is het echt niet zo dat goede Nederlandse en andere, vertaalde,  boeken uit de wereld-jeugdliteratuur hier niet moeten komen. Integendeel. Er zijn prachtige Nederlandse boeken voor de jeugd, evenals vertaalde ‘klassiekers’. Denk aan Alleen op de wereld van Hector Malot. De kinderen die die boeken lezen en herlezen hebben vaak het Nederlands als hun moedertaal  of  beheersen de taal goed doordat ze een universele opvoeding krijgen. Zulke kinderen zijn er veel in Suriname, met name in de stad en omgeving.. De andere kinderen kunnen daarnaartoe groeien doordat er op school en elders veel gedaan wordt aan de ontwikkeling van hun taal- en leesniveau. Daar wordt hard aan gewerkt tegenwoordig, een prachtige ontwikkeling. Veel leerkrachten uit de stad, het district en het binnenland hebben trainingen gekregen om de vaardigheden en mentaliteit te ontwikkelen om kindvriendelijk, kindgericht en dus speels en creatief te werken aan de taalontwikkeling van hun leerlingen. Ook medewerkers van bibliotheken en andere plaatsen (na-schoolse opvang bijvoorbeeld).  

Zo iemand is Sandra Purperhart die een bieb heeft op Abra Broki, een volkswijk in de stad. Daar komen ’s middags veel kinderen die het Nederlands moeilijk vinden, maar houden van de leuke, eenvoudige Surinaamse kinderboeken met duidelijke illustraties. Sandra maakt zelfs mét de kinderen musicals over verhalen. Die worden opgevoerd tijdens Kinderboekenfestivals,  niet alleen in de stad. Dit jaar werkte ze al met de kinderen van Atjoni en van Commewijne en de resultaten waren leuke, muzikale en herkenbare musicals.    

Het Kinderboekenfestival in Paramaribo wordt al dertien  jaar gehouden, jaarlijks  in stad, district en binnenland.  Er zijn daar veel activiteiten voor kinderen, van kleuters tot en met tieners, die op een vaak creatieve manier te maken hebben met lezen. Gelukkig meestal van Surinaamse boeken! In veel stands is ook communicatie een belangrijk doel. Voor de kinderen is het echt een fijn uitstapje om erheen te gaan en zij en hun leerkrachten maken altijd weer kennis met nieuwe Surinaamse kinderboeken. Dat er tegenwoordig zoveel uitkomen, is ook voor een groot deel te danken aan de Stichting Projekten, PCOS. Zelf geven ze er jaarlijks een aantal uit en ze stimuleren schrijvers die dat willen. PCOS heeft ook trainingen georganiseerd, vooral in het binnenland, ‘Change for children’, die tot doel hadden de kindvriendelijke aanpak vanuit de eigen leefwereld te stimuleren. Ze hebben ook boeken  erover uitgegeven, met veel praktische informatie, zoals Lees je wijs!, over leesbevordering van Surinaamse kinderboeken, met veel creatieve, beeldende werkvormen en drie boekjes over de resultaten van de aanpak binnen het project ‘Change for children’, helemaal in Kwamalasamutu, waar de kinderen Trio spreken. Jammer dat het te ver is om te gaan kijken in die school. Dan zou je veel tekeningen zien hangen die de verhalen uit Surinaamse kinderboeken uitbeelden.   Heel eenvoudige boeken zijn meestal favoriet. De Amaisa-serie, uitgegeven door PCOS, over de dagelijkse beslommeringen van een meisje uit het binnenland , met weinig en eenvoudige taal en levendige illustraties is nog altijd een favoriet in de stand ‘Lees je wijs’op KBF. Zelfs bij zesdeklassers. Nogmaals: het gaat dus niet om de leeftijd, maar om het leesniveau. Wat Wagina, de groep van schrijfsters uit Wageningen, doet is ook bewonderenswaardig. Heel veel eenvoudige boekjes, allemaal hetzelfde formaat, hebben ze uitgegeven. Het zijn series van belevenissen uit het dagelijks leven, over dieren, over de jongen Moi-Boi en met een verdere blik een serie over andere districten en over ‘special kids’, kinderen met een probleem of een beperking. Steeds een stapje verder dus! Op het laatste KBF was Laat me niet alleen van Indra Hu, een boek met veel en vaak ook best moeilijke tekst over hiv en aids een van de populairste boeken bij vijfde en zesde klassers. ‘Waarom kiezen jullie dat? was de vraag. ‘Omdat er ook een film van is die we gezien hebben’, was het antwoord. Je ziet maar weer: je moet de inhoud ook kunnen zien!    

Een heel populair boek, niet alleen in het binnenland is ook Okorié en Agambé van Sherida Sabajo. Het gaat over twee jongens in het binnenland uit twee verschillende dorpen aan een rivier, een ingi-dorp en een marrondorp. Ze raken allebei verdwaald in het bos en komen elkaar daar tegen. Een ‘telefoonboom’ is hun redding: je slaat op de wortels en het klinkt wijd en zijd. Dan worden ze gevonden. Een spannend verhaal in eenvoudige taal, met grote letters, herkenbaar voor kinderen in het binnenland, maar leerzaam en spannend op het gebied van leven in het binnenland voor kinderen uit stad en district. Overal houden ze van het boek, ook vanwege de mooie, duidelijke tekeningen van Ginoh Soerodimedjo.  

Eenvoud is het kenmerk van het ware. Dat is altijd zo bij ‘eegie sanie’. Belangrijk is het dus dat Surinaamse kinderboeken op  onze scholen komen, in veelvoud, vooral op lagere scholen, maar ook moeilijker boeken op de muloscholen. De puber groeit dan van zijn eigen wereld naar een vreemde (buitenlandse boeken) en zo moet het ook gaan in het leven: je verruimt je blik naarmate je ouder en wijzer wordt.   Er komt veel hulp van Surinaamse maatschappijen en organisaties, maar het is nooit genoeg. Laten die Nederlandse organisaties en particulieren geen ‘afgeschreven’ kinderboeken meer sturen, maar geld om meer Surinaamse kinderboeken te drukken en vooral ook te herdrukken!  Dat is ontwikkelingshulp! ‘Eegie sanie’ondersteunen!  

[uit de Ware Tijd Literair, 25 mei 2013]

II. Reactie op ‘“Wie Eegie Sanie” fu pikin’ in ‘dWTL’ van 25/5/2013

door Suzanne Dekkers    

Stichting ‘Unu Pikin’ is een sociale werkplaats in Paramaribo waar schoolmeubilair wordt gemaakt door mensen met een beperking. Dankzij donaties kunnen we regelmatig de inrichting van een schoolbibliotheek produceren en aan een school weggeven. Naast het meubilair verstrekken we ook een groot aantal ‘Hollandse’ boeken, zoals lees-, prenten- en ontwikkelingsboeken, soms nieuw, meestal gebruikt. Maar ook scholen die eerder een bieb van ons hebben gehad, of anders een bibliotheek hebben gerealiseerd, zijn welkom om hun collectie aan te vullen. In de afgelopen 12 maanden zijn 180 scholen en andere instellingen langsgekomen om materialen te halen. Dat geeft aan dat er een grote behoefte bestaat aan deze boeken.    

De ideale situatie zou zijn dat elke school een bibliotheek heeft en de school of een overkoepelend orgaan in staat is boeken aan te schaffen. De mediatheekmedewerker kan dan bepalen welke boeken het beste zullen aansluiten bij de schoolpopulatie. Alle leerkrachten stimuleren het leesgedrag van de kinderen door regelmatig voor te lezen. De mediatheekmedewerker zorgt voor interessante lessen, alles om leesplezier en taalvaardigheid van de kinderen te vergroten. Helaas is de werkelijkheid anders. De scholen hebben dat budget niet, dus zijn ze afhankelijk van anderen. Om weer even terug te gaan naar onze specifieke situatie: deze boeken krijgen wij van bibliotheken uit Nederland, die wegens bezuinigingen sluiten. De boeken zijn van recente datum en zien er heel goed uit. Helaas staat in die boeken vaak met grote letters: afgeschreven, maar daar kan de juf iets aan doen: een sticker er overheen of die pagina verwijderen. De kinderen hoeven niet te weten hoe de school aan die boeken komt, zij hoeven alleen de voordelen te ervaren!   Niet alle boeken zijn geschikt. Bij onze ondersteunende organisatie in Nederland vindt de eerste selectie plaats. De boeken met té Hollandse of Europese onderwerpen worden niet verscheept. Eenmaal in Suriname vindt de tweede selectie plaats, omdat er wegens het grote aantal wel eens een verkeerd boek tussendoor glipt (dat we bij gebrek aan adequate oudpapier-verwerking dan voor een symbolisch bedrag verkopen). Daarna vindt de derde selectie plaats. De mediatheek-juf bepaalt zélf welke boeken zij geschikt vindt voor de kinderen van haar school.   Voor onze specifieke situatie geldt dat we de boeken kunnen opsturen met een minimum aan budget, dankzij samenwerkingsverbanden met andere organisaties. Dit budget is veel te klein om een voldoende aantal boeken van Surinaamse kinderboekenschrijvers te kopen. We zouden dan misschien 4 scholen kunnen helpen, tegen de eerdergenoemde 180.    

Het is belangrijk dat kinderen al op jonge leeftijd het plezier van lezen ervaren. Scholen moeten hosselen om aan die basisvoorwaarde te voldoen. Het lijkt me goed dat we gezamenlijk proberen een oplossing te zoeken voor deze situatie, ieder vanuit zijn eigen expertise en achtergrond. Laat de Nederlandse organisaties die boeken opsturen! Zij hebben nou eenmaal de kortste lijntjes naar de bibliotheken in Nederland en kunnen zo de hand leggen op prachtige boeken. Zorg wel voor een goede selectie en betrek de Surinaamse scholen daarbij. Laat anderen, bijvoorbeeld een nieuwe werkgroep, de afdeling mediatheekwezen of de kinderboekenschrijvers zelf, zich inzetten om zoveel mogelijk Surinaamse kinderboeken op de scholen te krijgen. Zij kunnen dit doen door steun van de overheid te verwerven, samen te werken met Nederlandse organisaties of zelf aan fondsenwerving te doen, in Suriname, Nederland of elders. Zo kunnen we er samen voor zorgen dat de schoolbibliotheken een gebalanceerde collectie aan boeken hebben, die de kinderen verder op weg zullen helpen in hun ontwikkeling. Laten we niet met de vinger naar elkaar wijzen, maar samen een vuist maken!  

[Susanne Dekkers, namens bestuur van ‘Unu Pikin’]  

III. De Ware Tijd Literair reageert
Wij vinden het geweldig als gereageerd wordt op onze artikelen. ‘Unu Pikin’ heeft duidelijk haar standpunt uiteengezet en de lezers van ‘Literair’ kunnen hun oordeel vormen over de kwestie: wat doen we met de ‘Hollandse’ kinderboeken die in groten getale naar Suriname komen. Wij hebben ons standpunt uiteengezet dat er op neerkomt dat er niets tegen buitenlandse kinderboeken is, die geschreven zijn in een ander Nederlands dan de boeken hier en vaak over zaken gaan die buiten de leefwereld van onze jeugd liggen. Maar het gaat erom dat kinderen boeken te lezen krijgen die ze aankunnen, wat taal zowel als inhoud betreft. Een ideale ontwikkeling is dat kinderen langzaamaan hun blik verbreden: van de eigen leefwereld naar de grote wereld, en boeken kunnen, evenals films, daar een belangrijke rol bij spelen. Dan krijg je als kind plezier in lezen en houd je dat ook: van eenvoudig en herkenbaar naar vreemd en boeiend! Alles wat je leest, moet je kunnen begrijpen. En we behoren altijd te beseffen dat de meerderheid der Surinaamse kinderen uit een totaal andere thuissituatie komt met minder ontwikkelde, anderstalige ouders, weinig of helemaal geen Nederlands gesproken programma’s op/in de media, weinig tot geen toegang tot clubs, en dergelijke. De dit schooljaar begonnen ‘Naschoolse Opvang’ kan die leemte wel gedeeltelijk opvullen, maar mist daarvoor eigen tools. Fijn is dat er veel Surinaamse kinderboeken zijn, voor verschillende leesniveaus, met zonodig duidelijke illustraties. En er komen steeds nieuwe bij!  

[Red. de Ware Tijd Literair]

Van welk boek houd je het meest?

door Els Moor

Op het Kinderboekenfestival lagen in de stand ‘Lees je wijs!’ bijna alle ooit verschenen Surinaamse kinder- en jeugdboeken. Netjes recht en in alfabetische volgorde van de namen der schrijvers of schrijversgroepen, zoals Wagina uit Wageningen. Niet volgens leeftijdsgroepen dus. In Suriname zijn boeken niet voor bepaalde leeftijdsgroepen, maar ze worden gelezen naar leesniveau. Het boek dat je aan kunt op grond van het niveau waarop je de schooltaal kunt lezen, dat kies je om te lezen of door te bladeren.
Vanaf de beginjaren van Gerrit Barrons schrijverschap (begin zeventiger jaren) tot de nieuwste uitgaven die op dit Kbf werden gepresenteerd, lagen de boeken op tafels in de stand.
’s Morgens kwamen er veel klassen, van de vierde tot en met de zesde, veel vierde en vijfde en slechts enkele zesde klassen. Leerlingen zo tussen de negen en veertien jaar. Na een inleiding met ’n grappig versje of een mop maakten de leerlingen kennis met een boek uit de Surinaamse kinderliteratuur waarin het thema ‘welzijn’ duidelijk aanwezig is. Middels dit verhaal gingen ze het thema begrijpen. Als je je welzijn door problemen verloren hebt, heb je hulp en adviezen nodig van iemand die met je meeleeft en goed nadenkt hoe je te kunnen helpen. Maar degene die geholpen wordt moet openstaan voor de bevrijding of redding en vooral durf hebben. Na deze activiteit met veel werkvormen die de thematiek zichtbaar maken, waren er nog zo’n zeven tot tien minuten over. Dan mochten de kinderen de uitgestalde boeken bekijken en als ze er een vonden dat ze het mooiste, spannendste of leukste vonden, mochten ze met een stift op een flap de titel schrijven. Kinderen met leeservaring kozen meestal een boek dat ze al gelezen hadden en erg goed vinden, anderen kozen boekjes die ze voor het eerst zagen en die  hen aanspraken. Zo kreeg bijvoorbeeld een boekje van Soecy Gummels dat op woensdagavond gepresenteerd was, op donderdag al stemmen!
In die vijf ochtenden, van maandag tot en met vrijdag, hebben driehonderdzestig kinderen de titel van hun favoriete boek opgeschreven. Als de flap vol was, werd die opgehangen in de stand, voor iedereen zichtbaar. Op alle flappen samen staan honderdvier verschillende titels. Sommige boeken zijn vaak gekozen, andere veel minder en veel maar één keer. Meer dan de helft van de uitgestalde boeken is helemaal niet gekozen. De nieuwste blijken de populairste en dat is een goede ontwikkeling.
De keuzes hebben we geordend naar enkele boeken en naar series, zoals de Amaisa-serie, uitgegeven door het PCOS zelf en de MoiBoi-serie van schrijversgroep Wagina uit Wageningen. De Amaisa-serie over het leven van een meisje in een dorp uit het binnenland heeft achtendertig stemmen gekregen. Voor de zoveelste keer is de Amaisa-serie de grote winnaar. De inhoud van de boekjes is zeer eenvoudig qua taal en beeldend qua inhoud. Dat laatste komt ook door de tekeningen van Rodney Vrede jr. Die tekeningen verbeelden wat er geschreven staat in grote letters op de pagina ernaast. Met deze leuke, eenvoudige boekjes leer je de moeilijke schooltaal als die niet je moedertaal is. En dat is kennelijk in Paramaribo en omstreken ook het geval voor veel kinderen. Amaisa werd in iedere klas wel een of meer keren gekozen. Ook kinderen die de schooltaal wel redelijk beheersen, maar nog geen of weinig leeservaring hebben, kiezen vaak voor Amaisa. Een mooi begin, toch. Als je daarna meer wilt lezen, ga je steeds moeilijker boeken kiezen. Dus meesters en juffen van scholen en bibliotheken, zeg er niets negatiefs over als kinderen in uw klas heel eenvoudige boeken kiezen om te lezen. Door steeds meer te lezen verhogen ze hun niveau en als ze er plezier in hebben, komen ze bij moeilijker boeken met veel tekst terecht!
Voor de MoiBoi-serie van schrijversgroep Wagina geldt ongeveer hetzelfde. In deze boekjes staat een jongen centraal en ieder deeltje geeft met eenvoudige tekst en duidelijke tekeningen van Trimo Kangen iets weer uit zijn leven. Ook de vele andere boekjes van Wagina hebben samen veel stemmen gekregen. De meeste, dertien, heeft Anja uit de serie over ‘special kids’, kinderen met een beperking of een probleem. Anja haar ouders zijn gescheiden en ze heeft een tweede vader, de vriend van haar moeder, die bij hen woont en die heel lief is. Maar hoe moet ze hem noemen? Haar eigen, echte vader ziet ze nog regelmatig. Hij blijft haar vader. Door in woordenboeken te zoeken vindt Anja een oplossing. Dat dit boekje zo vaak werd gekozen toont aan dat het kennelijk een herkenbaar probleem is.
Niet alleen makkelijke boekjes met weinig tekst en veel illustraties zijn gekozen. Ook moeilijker boeken vol tekst en met weinig illustraties, in klas zes maar ook in vier en vijf. Door de ‘echte’ lezers dus. Laat me niet alleen van Indra Hu, waar ook een film over is, kreeg vijftien stemmen. Het spannende en avontuurlijke boek Draken en Heksendrank van Marja Themen-Sliggers kreeg er twaalf en echt niet alleen van kinderen op scholen met veel goede lezers, zoals bijvoorbeeld de Nassy Brouwer School.
Veel stemmen kregen ook fictie- en non-fictieboeken over de Surinaamse natuur. Het Wereld Natuur Fonds heeft er samen met Surinaamse schrijvers en tekenaars enkele uitgegeven, zoals Mijn bizondere bossen en De Groene Familie gaat naar Boven Suriname. Het laatste boekje heeft zelfs veertien stemmen. Kinderen vinden het heel fijn om via boeken kennis te maken met ons binnenland! Ook zijn er boeken in het Engels en Nederlands over schildpadden en er was op het festival een stand, gewijd aan al deze ‘natuurboeken’. Ook het boek over Natuurclub Activiteiten is gewild, vooral door de creativiteit van de activiteiten. Zowel leerkrachten als leerlingen kunnen veel leren als ze met zo’n boekje bezig zijn.
Door zo’n eenvoudig onderzoekje kom je veel te weten over de voorkeur van kinderen met verschillende leesniveaus. Ze houden van herkenbare boeken, dat is weer duidelijk geworden. Als ze wat meer gevorderde lezers geworden zijn, willen ze graag lezen over hun land, vooral ook het binnenland en over de natuur. Ook maatschappelijke en huiselijke problemen in boeken spreken veel kinderen aan. Die zijn vaak herkenbaar en kunnen zelfs oplossingen suggereren binnen mooie verhalen! ‘Lees je wijs!’ De kinderen worden wijs door boeken te lezen, en de flappen leren ons dat leesbevordering in stapjes plaatsvindt, niet met grote stappen naar moeilijke boeken, maar met kleine stapjes naar dat wat je aankunt!

Het vijfendertigste Kinderboekenfestival

door Els Moor

5 X 7 = 35! Zeven is ’n geluksgetal. Vijf maal zeven betekent dan veel geluk! En dat is zo: het vijfendertigste Kinderboekenfestival dat van 27 mei tot en met 1 juni gehouden werd in Paramaribo, bracht veel kinderen geluk, welzijn. En ‘welzijn’ is het thema van de afgelopen drie jaren dat nu afgesloten werd.

read on…

Indra Hu over Arya Dewaker-scholen

Indra Hu presenteert haar nieuwe boek De geschiedenis van de Arya Dewaker-scholen: een oriëntatie op hun functioneren binnen het Surinaams onderwijs. Hierbij zal de minister van Onderwijs aanwezig zijn. Ook wordt een documentaire vertoond. De presentatie is op donderdag 21 februari om 11.00 in het Arya Dewakergebouw aan de Johan Adolf Pengelstraat  210. Gelieve uw aanwezigheid te bevestigen op de telefoonnummers 402135 / 402132 / 402139 of email: stg.scholengemeenschap.aryadewaker@gmail.com. U bent van harte welkom.

 

 
  • RSS
  • Facebook
  • Twitter