Op donderdag 27 mei 2021 ondertekenden Rita Rahman, voorzitter van de Werkgroep Caraïbische Letteren, en... Lees verder →
Zou de goede Sint wel komen, nu hij ‘t weer zo lelijk vindt?
door Aart G. Broek
Na de revolte van mei ’69 dienden op Curaçao niet alleen de gouverneur, de premier en de hoofdcommissaris een zo donker mogelijke huidskleur te hebben, maar ook Sinterklaas. Op het Peter Stuyvesant College kleurde Sinterklaas en verbleekten de Zwarte Pieten uit protest tegen de Nederlandse racistische onderdrukking. De goede Sint was wél gekomen, dat spreekt, want Curaçao kent zelden ‘lelijk’ weer.
Toen ik in 1981 op die school voor havo/VWO als leerkracht aan de slag ging, zwoegde ik – blanke Nederlander onder het regime van meer of minder gekleurde Curaçaoënaars -in bloedhete barakken, maar Sinterklaas was al weer wit en de Zwarte Pieten waren sowieso flink zwart geschminkt met een moeilijk verwijderbaar smeersel, óók al waren zij zelf reeds meer of minder donker gekleurd.
In de haven van Willemstad was dat niet anders. Toen in de tweede helft van de jaren tachtig, begin jaren negentig ik – en met mij honderden andere ouders – meende dat mijn dochters – en met hen honderden andere kinderen van uiteenlopende etniciteit – Sinterklaas moesten begroeten bij zijn aankomst in de Sint-Annabaai was hij blank. Hij reed op een wit paard (misschien wel het enige op het eiland) en zijn tientallen Zwarte Pieten waren zwart-zwart geschminkte eilandbewoners van uiteenlopende huidkleuren, zij hadden geen paard (zelfs geen ezel), zij liepen, deelden snoepgoed uit, lieten een enkel kind schrikken, maakten kinderen aan ’t lachen, buitelden over elkaar, en zongen rond de decenniumwende luidkeels nieuwe Sinterklaasliederen.
Smashing Papiamentstalige sinterklashits werden het! Die duwden moederlandse liedjes de kade af. Onder de bezielende leiding van Enid Hollander zong het Curaçaose kinderkoor Zjozjoli Sinterklaas in het Papiaments het eiland over, muzikaal ondersteund door de meest populaire band van het eiland: Doble R.
Mira, mira, mira, mira muchanan
ata bapor di San Nikolas
Mira, mira, mira, mira muchanan
ata bapor ta drenta haf
[Kijk, Kijk daar is de boot van Sint Nicolaas
Kijk, Kijk daar komt de boot de haven in.]
In de jaren negentig had ik het PSC verlaten en zette mij jaarlijks – eenmaal – op ooghoogte van peuters in het speelschooltje van Wil Hart op Scherpenheuvel (Skerpene). Als Sinterklaas. Blank als ik reeds ben, kwam er geen schmink aan te pas, hooguit wat poeder. Onder de mijter, een flinke baard, een witte jurk en een knalrode omslag zweette ik – fatsoenshalve verder nog slechts gekleed in een boxershort, witte sokken en zwarte schoenen – alsof ik op het onderdek de loeiende ovens van m’n eigen stoomschip vulde met kolen. De staf hield ik zelf in de hand bij mijn entree, alsook het boek met aantekeningen over alle aanwezige kinderen, maar een zak met kadootjes werd door een Zwarte Piet voortgesleept. Er klonken ook nog Nederlandstalige sinterklaasliedjes, maar gezien de achtergrond van de kinderen, werd Sinterklaas toch geacht ook een persoonlijk woord in het Engels, Papiaments of Spaans te kunnen richten tot de peuter. Dikwijls trad ik alleen op in het peuterschooltje. Vele peuters vonden de Zwarte Piet maar ’n engerd: het eiland bestaat grotendeels uit gekleurde mensen, maar de heftig geschminkte Pieten zagen er – mogelijk mede door hun kleurrijke pakken en gevederde petten en hun capriolen – toch nadrukkelijk anders uit dan ieder gewend was.
Inmiddels ben ik niet meer woonachtig op Curaçao, maar toen ik vorige week op het eiland was en boekhandel Mensingh’s Caminada binnenliep, loeiden de Papiamentstalige liedjes van Enid Hollander en haar kinderen nog steeds door de boekhandel. Er zijn nieuwe hits ontstaan, terwijl de liedjes van Enid en Doble R ‘klassiekers’ werden. Sinterklaas, blank als sneeuw, en tientallen Pieterknechten waren de haven van Willemstad weer binnengevaren onder luid gejuich van honderden kinderen en hun ouders, zowel autochtone eilandbewoners als Nederlandse passanten. De pieten zijn, ja zeker, nog steeds zwart-zwart, maar inmiddels verder in allerlei kleuren geverfd: rood, wit, blauw, geel, groen, rood.
Zwetende hulpsinterklazen snelden de afgelopen week van hot naar her om pakjes uit te delen op feestjes. Afhankelijk van de aanwezigen verven de Pieten zich inmiddels meer dan eens in allerhande kleuren die eerder aan het carnaval doen denken dan aan het traditionele Sinterklaasfeest. Langzaam maar zeker wordt het Sinterklaasfeest verder opgeleukt en kleur- en costumevariaties meegegeven. Van een bestraffende Sint is sowieso al lang geen sprake meer. De Sint is gedienstig. Zwarte Pieten maken de dienst uit. Het feest begint een warming up voor het carnaval te worden.
De uitspraak van wethouder Van Es – ‘Tijd om afscheid te nemen van Zwarte Piet’ – bereikte de eilandelijke pers wel, maar in die eilandelijke samenleving is al lang en breed bekend, dat je Sinterklaas zwart kunt maken en Nederlandse stagiair[e]s voor Zwarte Piet kunt laten spelen zoveel je wilt, …
maar met die wisseling van kleuren wordt geen enkele garantie ingebouwd dat kleurrijke politieke bestuurders van het (ei)land en van de overheidsnv’s meer integer en minder corrupt zullen zijn dan hun blanke koloniale voorgangers.
Sinterklaas blijft op het eiland komen. De weersvoorspellingen in het moederland mogen slecht zijn, op het eiland schijnt de zon. Curaçao kent zelden lelijk weer.
Mi kurason ta bati, budikudum
Mi pia ta tembla, rikitikitum,
ma tog mi ta kontentu, ta luna di San Nikolas.
[M’n hart slaat hard, boedikoedoem
M’n knieën knikken, rikketikketoem,
maar toch ben ik blij, want het is de maand van Sint Nicolaas.]
Presentatie op Sinterklaasavond, Perdu, Amsterdam, 6 december 2012.
Geciteerde sinterklaasliedjes van Enid Hollander, op haar CD Fin de aña II, opgenomen met het kinderkoor Zjozjoli, met begeleiding van Doble R., Willemstad, Curaçao. Met dank aan Jan Beaujon, Charleston, USA.
De Indiaan baarde een Neger te zien op digitaal Geschiedeniskanaal
Het prachtige drieluik van Sherman de Jesus, De Indiaan baarde een Neger is te zien op Geschiedenis 24. De drie portretten van schrijvers uit Curaçao, worden onder andere uitgezonden op dinsdag 12 oktober 2010. Vanaf 21.08 worden aflevering 1 Ik ben niet ik: Boeli van Leeuwen, aflevering 2 De geest van de vrijheid: Frank Martinus Arion en aflevering 3 Niemand goedenacht: Tip Marugg. Voor de overige uitzendtijden zie de website van Geschiedenis 24.
De titel van de film komt van een kreet in het Guene van de grootvader van Frank Martinus Arion: “Yokang a pari guene!”. Het Caribische gebied roept enkel beelden op van witte stranden, ongeremdheid, van merengues, rum en mooie bruine meisjes. Toch werken of werkten hier verschillende schrijvers die de Nobelprijs gekregen hebben of op dat niveau staan: Gabriel Garcia Marquez, Derek Wallcott en recentelijk V.S. Naipaul.
De drie grote schrijvers van Curaçao Boeli van Leeuwen, Tip Marugg en Frank Martinus Arion verdienen aandacht, niet omdat ze uit een exotische omgeving komen, maar omdat ze goede schrijvers zijn op een eiland met tientallen nationaliteiten die samen even zovele talen spreken en met een eigen taal, het Papiamentu.Curaçao maakt van de gewoonste visuele objecten (het landschap, dieren, de oude stad, de mensen) uitzonderlijke belevenissen. Volgens Tip Marugg schijnt iedereen op Curaçao te weten dat het eiland mettertijd vernietigd zal worden door de desperate god van Zuid-Amerika, een gedrocht van menselijke oorsprong dat zijn vitaliteit alleen maar destructief kan uitleven.
Volgens Boeli van Leeuwen heeft deze god zichzelf misleid door te scheppen, en de boel aan zijn ongelukkige creaturen over te laten.
Uiteindelijk is het, zoals Frans Martinus Arion ons voorschotelt, alleen maar tragikomische fictie, met deerniswekkende figuren, als Boeboe Fiel met zijn domino-partij tegen zichzelf.
Door deze facetten heeft regisseur Sherman De Jesus zich laten inspireren voor zijn De Indiaan baarde een Neger.
Yokang a pari guene! We horen de stem van Frank Martinus Arions grootvader rollen tussen de heuvels van Curaçao. Een geluid dat zelfs de honden in Tip Maruggs dichtbegroeide tuin verontrust, hemzelf tot glimlachen brengt en Boeli van Leeuwen tot de uitspraak verleidt: ook ik ben een neger aan het worden. Ten voeten uit: de commedia humana…
Vertellers:
Boeli van Leeuwen
Frank Martinus Arion
Jeroen Heuvel
Met:
Jean Girigori
Sietse v.d. Berg
Edmundo Martina
Oswin Martina
Bubuchi Doran
Milton Rojer
Wathey Ricardo
Dario Plantijn
Elogio Mercera
Freddy Wanga
Amador Domacassé
Grupo
Pachi Sprockel
Alex Reinders
Dolf Hamming
Omar Antonio
Enid Hollander
Ashwin Behilia
Selena Bregita
Jopie Hart
Wil Hart
Carel de Haseth
Enid Hollander
Sidney Joubert
Regie:
Sherman de Jesus
Scenario:
Rudi F. Kross
Sherman De Jesus
Camera:
Peter Brugman
Camera-assistentie:
Yolanda Eys
Geluid:
Bert Knoops