blog | werkgroep caraïbische letteren
Posts tagged with: Hoefte Rosemarijn

Tiende promovendiweekend leerstoel Nederlands-Caraïbische Letteren UvA

In het weekend van zaterdag 16 en zondag 17 september 2017 vond de jaarlijkse promovendibijeenkomst van de leerstoel Nederlands-Caraïbische Letteren van de Universiteit van Amsterdam plaats. Gastheer was voor dit tiende promovendiweekend het NiNsee in het gebouw De Bazel van het Amsterdams Stadsarchief aan de Amsterdamse Vijzelstraat. Op zondagmiddag was er een presentatie van verschillende promovendi en van literaire auteurs. Een fotoreportage. read on…

Rosemarijn Hoefte benoemd tot hoogleraar Surinaamse geschiedenis

Rosemarijn Hoefte is benoemd tot hoogleraar aan de Universiteit van Amsterdam in de geschiedenis van Suriname in vergelijkend perspectief. Haar benoeming geldt voor 0,2 fte. Hoefte heeft haar vaste aanstelling bij het KITLV in Leiden. read on…

Albert Helman herleeft in spetterend festijn

De 7de Caraibische Letterendag van de Werkgroep Caraïbische Letteren werd op zaterdag 17 september 2016 een spetterende herleving van Albert Helman, Rebel en pionier. Natuurlijk in zijn eigen woorden (prachtig gebracht door acteur Felix Burleson), maar ook met aubades van een hele reeks artiesten en schrijvende grootheden. En natuurlijk met de presentatie van de gloednieuwe Helman-biografie, Rusteloos en overal, van Michiel van Kempen. Een fotoreportage van Nataly Linzey.

 

read on…

Kerst in Paramaribo: De uitstekende muziek redt de voorstelling

door Kester Freriks

Muzikaal gezien zijn voorstellingen van Het Volksoperahuis altijd prima in orde: gitarist en accordeonist Jef Hofmeister en muzikant, zanger en regisseur Kees Scholten zorgen daar wel voor. Met muzikale verve van Caribische ritmes en een geweldig optreden van actrice en zangeres Manoushka Zeegelaar Breeveld is de nieuwste voorstelling Kerst in Paramaribo vooral een muzikale show. Jammer is dat de verhaallijn erg ragfijn is, feitelijk voor een complexe geschiedenis als de onafhankelijkheid van Suriname te dun. read on…

Surinaamse Avond in Leiden

Het KITLV en de Universitaire Bibliotheken Leiden (UBL) nodigen u uit voor een ‘Surinaamse Avond’ op dinsdag 12 januari 2016, van 19.00 uur tot 21.00 uur in de Vossiuszaal van de Universiteitsbibliotheek, Witte Singel 27, Leiden. read on…

Ongemakkelijke relaties

Op zondag 25 oktober 2015 vond in het Tropenmuseum het debat Ongemakkelijke relaties in het kader van het Suriname – Nederland 40 jaar later weekend plaats. De debatten gingen over de ongemakkelijke relaties in de politiek, cultuur en economie en leverde weer veel stof tot overdenking en reflectie. Zoals altijd was er weinig tijd voor debat met de zaal maar kon er in de aansluitende borrel nog goed nagepraat worden. Een fotoreportage van Peter Sanches. read on…

Nieuwe expo: Suriname in beweging: Migratie en cultuur

Het KITLV nodigt een ieder graag uit voor de opening van de nieuwe tentoonstelling Suriname in beweging: Migratie en cultuur op donderdag 24 september. read on…

George Hindori liet zich niet regisseren

door Evert G. Gonesh (eerder bekend als Evert Azimullah-red.)

Het optreden van George Hindori in de maanden voorafgaand aan de onafhankelijkheid van Suriname, zoals beschreven in de biografie van Peter Meel, is door Roy Khemradj weergegeven in Starnieuws van 26 december 2014 [zie bericht hieronder op CU]. De door Henck Arron aan zijn biograaf gegeven uitleg waarin wordt gesuggereerd dat Hindori zich door Arrons perschef George Hering als “een vogeltje in de klep heeft laten vangen” wekt niet alleen de indruk van een onnozele politicus, maar doet bovenal afbreuk aan juist het bekende intellectuele vermogen van een zo evenwichtige persoonlijkheid als George Hindori. Dat Arron bovendien wordt aangeduid als de ‘grote regisseur’ van Hindori’s besluit tot het doorbreken van de politieke patstelling waarin Suriname was beland, behoeft enige nuancering. read on…

Bijeenkomst IBS en Werkgroep Caraïbische Letteren

Op zaterdag 22 november a.s. organiseerde de Stichting Instituut ter Bevordering van de Surinamistiek (IBS) in samenwerking met de Werkgroep Caraïbische Letteren een bijeenkomst in de Amsterdamse OBA met als titel: Suriname en de Caraïben in de 20e eeuw.

Hieronder een fotoimpressie; © foto’s Aart G. Broek / www.klasse-oplossingen.nl

read on…

Suriname en de Caraïben in de 20e eeuw

Bijeenkomst IBS en Werkgroep Caraïbische Letteren

 

Op zaterdag 22 november a.s. organiseert de Stichting Instituut ter Bevordering van de Surinamistiek (IBS) in samenwerking met de Werkgroep Caraïbische Letteren een bijeenkomst in de Amsterdamse OBA met als titel: Suriname en de Caraïben in de 20e eeuw. read on…

Hoera, weer een nieuwe Oso

door Christine F. Samsom

Het laatste nummer van OSO ligt op de redactietafel van de Ware Tijd Literair, een waardevol nummer met interessante artikelen over verschillende onderwerpen, elk voorzien van een literatuurlijst voor verdere kennisverdieping. Als het niet zo prijzig was, zouden veel meer mensen in Suriname zich wel willen abonneren op OSO, maar met deze bespreking kunnen potentiële lezers hun voordeel doen in bibliotheken. Er zijn zes hoofdartikelen en daarnaast een aantal recensies, signalementen en een lijst met recente publicaties. read on…

Jansen van Galen: niet-moralistisch, weinig comparatief

door Rosemarijn Hoefte
.
John Jansen van Galen heeft een kwartet boeiende Surinameboeken op zijn conto staan: Kapotte plantage, Hetenachtsdroom, Het Suriname-syndroom en Laatste gouverneur, eerste president. Nu is er dan de pil getiteld Afscheid van de koloniën, waarin de auteur het Nederlands dekolonisatiebeleid onder de loep neemt. ‘Waarom had Nederland in de Oost een geleidelijke dekolonisatie nagestreefd en moest de West een kwarteeuw later zo spoedig mogelijk onafhankelijk worden? Waarom wilde het Indonesië achterlaten als een federale staat en wees het voor de Antillen de federale staatsvorm af? Waarom maakte het zich, tot op de rand van oorlog toe, sterk voor het zelfbeschikkingsrecht van de Papoea’s maar ontzegde het dit lang aan de Arubanen? Waarom ijverde het voor een volksstemming over de onafhankelijkheid over de toekomt van Nieuw-Guinea, maar wees het een referendum over de onafhankelijkheid van Suriname van de hand?’ (p. 18). De kernvraag is: deed Nederland het inderdaad zo beroerd als vaak wordt beweerd?
Om deze vraag te beantwoorden, heeft Jansen van Galen een wel erg lange aanloop nodig over kolonisatie en dekolonisatie in Azië en de Caraïben. Over de laat-koloniale periode merkt hij op dat het Nederlandse kolonialisme vanouds eerder gekenmerkt wordt door paternalisme, ‘waarbij men van bovenaf in detail de zaken voor de inlanders wilde regelen … dan door verstokt kolonialisme’ (p. 570). Het lijkt mij dat paternalisme (the white man’s burden) een onlosmakelijk deel is van het kolonialisme en geen separaat verschijnsel. In deze hoofdstukken buitelen de gebeurtenissen soms over elkaar heen, vooral in de wat vlakke en traditionele delen over Indonesië; in de stukken over de Antillen en met name Suriname voelt de auteur zich zichtbaar beter thuis en heeft zijn beeldende schrijfstijl de overhand. Helaas maakt hij geen verbindingen tussen de ervaringen en het koloniale beleid in Oost en West, terwijl er toch wel aanknopingspunten zijn. Zo schrijft Jansen van Galen over de ‘ethische intentie’ van gouverneur Lely’s goudspoorlijn (p. 146), zonder een duidelijke lijn te trekken naar de ethische politiek die begin twintigste eeuw opgang deed in Nederlands Indië. En in hoeverre is het beleid van gouverneur Johannes Kielstra beïnvloed door zijn ervaringen in Indië?
Na 516 bladzijden zijn we beland bij de ‘onbetaalde rekeningen’ van het Nederlandse dekolonisatiebeleid, zoals zwarte piet, de TV serie over de slavernij, de kwestie-Rawagede, de levering van Nederlandse tanks aan Indonesië, en het officiële Nederlandse beleid jegens  president Bouterse. De auteur somt allerlei episodes tot eind 2012 op, maar komt uiteindelijk niet veel verder dan te constateren dat dit de naweeën zijn van een onvoltooide dekolonisatie. Het zou interessant zijn dit soort incidenten en processen in een internationaler perspectief te plaatsen: wat zijn de Britse, Franse, Belgische, Spaanse en Portugese ervaringen op dit terrein?
De kernvraag die de auteur in de inleiding stelt − was het Nederlandse dekolonisatiebeleid zo slecht als vaak wordt beweerd − wordt beantwoord in het laatste hoofdstuk ‘Slotsom’ (pp. 556-577). Jansen van Galen begint met de herinnering aan een interview met voormalig premier Willem Drees in 1980. Drees wees op de ervaringen van Groot-Brittannië in India/Pakistan, België in Congo en Frankrijk in Algerije en Indochina om te constateren dat Nederland het zo gek nog niet had gedaan. Jansen van Galen is het met hem eens. Met zijn verfrissende, niet-moralistische kijk benadrukt hij de onderlinge tegenstellingen en strijdigheden van het Haagse beleid. Hij verklaart fundamentele discrepanties in het beleid door te wijzen op Nederlands pragmatisme, gericht op eigen belang op korte termijn waarbij principes of algemene richtinggevende uitgangspunten geen rol speelden, ‘al werd het beleid tegenover de buitenwacht doorgaans verdedigd met een stellig beroep op beginselen’ zoals democratie, rechtszekerheid en het waarborgen van mensenrechten (pp. 564-565). Het beleid werd geschraagd door financiële afwegingen en het behoud van prestige en machtspositie. Maar in hoeverre week /wijkt dit beleid dan af van andere West-Europese koloniale machten? Ik had ook graag een diepere analyse gelezen over hoe de ervaringen met de Indonesische dekolonisatie wel of geen een rol hebben gespeeld in Suriname of in hoeverre Surinaamse ontwikkelingen de constitutionele verhoudingen tussen Nederland en de Antillen hebben beïnvloed. Van mij had het slotakkoord uitgebreider en comparatiever mogen zijn, eventueel ten koste van de voorgaande hoofdstukken.
 
Afscheid van de koloniën is oorspronkelijk geschreven als proefschrift, de auteur heeft er echter voor gekozen zijn promotie niet door te zetten. In deze publieksvriendelijke versie ontbreken noten en verwijzingen, maar op p. 18 wordt vermeld dat de ‘wetenschappelijke academische versie’ inclusief noten online beschikbaar is. Merkwaardig genoeg leverde de genoemde link geen hit op.
 John Jansen van Galen, Afscheid van de koloniën; Het Nederlandse dekolonisatiebeleid 1942-2012. Amsterdam: Atlas Contact, 2013. 608 p., ISBN 978 90 254 3530 1, prijs € 44,95.
[uit Oso 2013, nr. 2]
  • RSS
  • Facebook
  • Twitter