blog | werkgroep caraïbische letteren
Posts tagged with: hiphop

State Magazine: Gikkels is niet boos op Hilversum

door Erik Zwennes

“Ik voel me Gideon Gambier. Dat ben ik van binnen. Het is de achternaam van mijn moeder. Mijn vader heeft nooit voor me gezorgd. Gideon Everduim is wat in mijn paspoort staat. Ik kan er mee leven, maar mijn moeder verdient alle respect en eer. Zij heeft voor me gezorgd. Everduim heeft een bittere klank. In mijn basisschooltijd was het lastig. Dat bereikte een hoogtepunt in mijn pubertijd en nu heb ik me er bij neergelegd. Achterop de plaat staat Everduim, het is goed zo. Ik heb mijn moeder geëerd in de clip van Oprechte Liefde, ze is mijn held. Mijn moeder is mijn klankbord.” Al hoort mama Gambier alle teksten en tracks als eerste, niet alles krijgt haar goedkeuring vertelt Gikkels lachend. “Bij Belachelijk (de vorige single, red.) zei ze: ‘waar ben je mee bezig? Wat is dit?’, mijn zussen ook. We zijn gelovig opgevoed, ze snapten echt niets van die track en video. Maar tegelijkertijd gaven ze me feedback over de interviews ten tijden van de verkiezingen. Nu Oprechte Liefde (de huidige single met Linda Wagenmakers, red.) uit is, zijn ze trots. Man, wat is mijn moeder trots. Ze laat de video echt aan iedereen zien. ‘Kijk mijn zoon’ roept ze dan.”

“De reacties op de single zijn echt ongelofelijk,” zegt Gikkels. “Laatst kwam iemand naar me toe die zegt dat hij al kinderen wil maken om dat gevoel dat ik beschrijf te ervaren. Ik was laatst bij FunX toen een vrouw belde: ‘Ga vooral door met muziek maken,’ zei ze. ‘Toen ik het liedje voor het eerst hoorde, deed het me denken aan mijn zoon. Hij is overleden. Ik heb dat liedje zo hard nodig om het te verwerken.’ Ik vind het echt heel mooi en ervaar dat niet als een zware last. Dit is waar ik het voor doe. Muziek moet een toevluchtsoord zijn om je kracht te geven in het leven. Het maken van muziek hoort bij mijn leven; het is zo belangrijk voor me. Als ik dat niet kan doen, is er iets aan de hand.”

Gikkels is al ruim elf jaar bezig met muziek. Als jonge tiener werd hij op straat aangesproken en gevraagd voor een groep geproduceerd door het vermaarde producersduo Bolland & Bolland. Gikkels tekende een majorlabeldeal bij Zomba/Jive en werd samen met drie anderen een jaar lang gedrild op alle vlakken van het muzikantenbestaan. Uiteindelijk werd het niets met KoolSkool en begon de pubertijd voor de jonge Gikkels. “Mijn moeder is lijp geworden van mij. Ik was een überpuber. Ik heb een jaar in de gevangenis gezeten voor grootschalige georganiseerde fraude. Dat speelde rond mijn achttiende. Op mijn eenentwintigste werd ik veroordeeld. In het jaar dat ik vastzat, ben ik heel snel veranderd; van puber tot volwassen man. Ik kwam er uit en had letterlijk en figuurlijk de deur achter me dicht gedaan. Ik was er klaar mee want ik zag wat het me had gebracht. Ik heb verschrikkelijke dingen meegemaakt. Genoeg zaken die ik niet deel in tracks, omdat ik vind dat je niet te koop moet lopen met negativiteit. Daarnaast wil ik het ook niet meer oprakelen, het is tijd om vooruit te kijken. Een-op-een zal ik nog wel bepaalde zaken delen: let op je mattie, hij gaat je nakken. Hij gaat je tanga wiepen wanneer je in de bak zit. Simpelweg omdat die dingen gebeuren. Er zijn altijd kapers op de kust. Heb je veel geld, zijn er kapers. Heb je een lekker wijf, dan zijn er kapers.”

“Ik had een van die jongens kunnen zijn, liggend op straat met een kogel door mijn kop. Ik heb risico’s genomen door zomaar iets doms te doen. Is zo’n pak geld het waard om je moeder zoveel verdriet te doen? Mijn moeder en mijn broer kwamen altijd op bezoek. Mijn vrienden wisten niet eens waar ik zat. Er was maar één vriend die altijd kleren kwam brengen en dingen voor me regelde. Daardoor besef je dat al die energie die je als puber steekt in je omgeving om aardig gevonden te worden, niet belangrijk is. Juist je moeder is degene die, wanneer je vastzit, nog bij je komt. Toen ik uit de bak kwam stond mijn moeder daar. Dat was de omslag in mijn leven. Ik kende geen zelfreflectie, dat heb ik moeten leren. Nu ken ik mijn fouten en tekortkomingen. Dat is essentieel als artiest.” Ondertussen is Gikkels zelf vader van een dochter. Hij vindt zichzelf een strenge maar rechtvaardige vader. Al vindt zijn omgeving hem nog wel eens te soft. “Ik ben heel erg verliefd op mijn dochtertje dus ze krijgt veel bij me gedaan. Ze krijgt alles van me en kan me heel makkelijk pimpen. Zij is de enige die mij zo kan pimpen. Ze is tweeënhalf nu. Ik heb altijd geroepen dat ik een serieuze vader zou zijn en ik ben nu heel erg ‘papa’ ja. Dat heeft natuurlijk ook te maken met het feit dat ik zelf geen vader heb gehad. Ik heb mijn vader nog nooit gezien en weet ook niet wie het is. Wat niet weet, wat niet deert. Ik heb vier zussen, een broer, mijn moeder én ik ben de jongste, dat is een warm nest hoor. Natuurlijk heb ik strubbelingen, het gaat niet altijd geweldig. Maar ik vind ook niet dat ik mag klagen. Zeker niet over de periode waarin ik bezig was met mijn album. Ik heb het geluk van een goede basis en een stevige backbone. Als je mensen om je heen hebt om je te steunen, gaat het allemaal ook net wat makkelijker.”

“Toen ik vrij kwam was er ineens enorm veel veranderd. Er was ineens 101Barz en State. Ik begon aan mijn EP en kwam Robbie (Robert Coblijn, Bijlmer Style-voorman, red.) tegen die toen een clip maakte voor Gekkigheid. Daar kwamen weer mooie reacties op. Dat gaf kracht en gaf me het gevoel dat ik dit wel in me heb. Toen ik Doofpot had geschreven was het ‘aan’. Ik wist dat ik een album kon maken.” De plaat getiteld Uit M’n Cocon Gekropen zou al begin dit jaar uitkomen. Gikkels en zijn ‘label’ Bijlmer Style besloten te wachten. “Kill your darlings was het devies. Er moesten een paar tracks van de plaat om te zien wat het eindproduct moest worden. Dan kun je gerichter werken. De plaat moest wel een boekwerk worden. Iets dat je open slaat en een kop en staart kent.” Het eindresultaat is zeer divers geworden en klinkt alsof er minimaal drie verschillende productieteams aan hebben gewerkt. Toch komt alles uit de koker van Jaap Wiewel en Chris van Rootselaar oftewel Killing Skills. De twee zijn door Gikkels behoorlijk buiten hun comfortzone gedwongen. “We hebben daar heel veel gesprekken over gehad. Ik heb een brede muzikale achtergrond en wil mezelf niet beperken. Uiteindelijk is de plaat heel natuurlijk ontstaan. Je moet muziek niet forceren. Elke donderdagavond ga ik de studio in om met die jongens te werken. Dan gaan we eerst met zijn allen een hapje eten en dan knallen. Hele nachten zijn we bezig. ‘s Ochtends om vijf uur komen we dan dit oude Volkskrantgebouw uit. Ik woon nu in West, Jaap ook, dan lopen we in de ochtendrust die kant op terwijl we napraten over producties.”

“Nu deze plaat af is, moet ik je eerlijk zeggen dat ik nog meer geprikkeld ben. Ik denk al weer na over het vervolg en zie al weer alternatieve productieprocessen voor me. Ik wil muzikanten binnen halen in een grotere studio. Uit M’n Cocon Gekropen is hier in het Volkskrantgebouw opgenomen, maar ik ga heel hard mijn best doen om weer contact op te nemen met Bolland & Bolland. Mijn tweede album zou ik heel graag op willen nemen in de Bolland & Bolland Studio’s. De laatste keer dat ik Rob Bolland tegenkwam was zo’n vijf jaar geleden in de Cruise Control Studio’s. Ik dacht dat hij me niet meer herkende en ik hield me op de vlakte. Hij bleek hetzelfde te hebben, maar uiteindelijk brak iemand het ijs. Ik weet dat zij KoolSkool nooit zullen vergeten. Natuurlijk ga ik ze uitnodigen voor mijn release.” Waarom kiest Gikkels voor de DIY-aanpak in plaats van dat hij tekent bij een label? “Ik heb al zoveel meegemaakt in deze muziekindustrie en ik heb al zoveel mensen op hun bek zien gaan. Ik zal niet zomaar meer tekenen. Muziek uitbrengen is heel leuk om te doen. Ik vind het heerlijk om met Robbie te gaan zitten en te bedenken hoe we dit aan de man gaan brengen. Ik heb Internationale Groothandel gestudeerd en hou van verkopen, tactieken bedenken, positioneren. Wanneer ik dat onder zou brengen bij een label zou ik me lui voelen. Muziek maken is voor mij plezier. Nu komt het harde werken; het aan de man brengen.”

“We moeten in de industrie af van het idee dat je niet vrij je mening kan geven. Ik kan echt niet tegen dat kliekjesgedoe. Deze scene zit nog lang niet goed in elkaar. Het moet ademen, men moet dingen van de ander aan kunnen nemen en ook tegen kritiek kunnen. Raak niet in paniek als ik tegen je zeg dat je jeans te strak zit. Als ik jouw clip raar vind en dat je zalmroze jasjes aan hebt dan moet ik dat toch gewoon kunnen zeggen. Het is maar een mening. Als jij je op je tenen getrapt voelt, c’est la vie. Morgen ben ik er al niet meer mee bezig. De houding in de nederhop vind ik nog helemaal niet competitief. Het wordt juist tijd, stelletje lamballen. Men kan elkaar niet uitstaan, maar iedereen lacht maar een beetje. Ik wil gewoon weten met wie ik te maken heb. Als ik jouw clip kut vind, ga ik dat zeggen. En ik hoop dat je dat ook bij mij doet. Als jij je herkent in Murdaface… (een negatief karakter dat enkele keren terug komt op de plaat, red.) Wie de schoen past die trekke hem aan.”

“Ik speelde lange tijd met het idee om iets te doen met dit gevoel. Ik wilde een track maken over die vertrutting van de hiphopscene. Ik laat iedereen in zijn waarde, maar probeer ook te allen tijden mijn mening te geven. Ik zeg wat ik voel en merk dat andere mensen dat gevoel delen, maar zich niet uitspreken. Het resultaat is de track Belachelijk geworden. Dan ben ik maar de bad guy die op de voorgrond treedt en zich uitspreekt tegen die onzin dat iemand skinny jeans aantrekt om zich in de kijker te spelen. Ik zou mijn zoon… laat ik zo zeggen: ik vind het gewoon een rare stroming die er opeens is ontstaan. Het hoort bij hun hap-klare-brok-muziek. Zij zitten in de studio en ervaren dat als werk. Zij ‘werken’ bewust aan een hit, maar zo werkt het niet in het leven. Wil jij op lange termijn een artiest blijven, wil jij in de harten van mensen geraken, wil je een grote fanbase creëren? dan kun je niet de studio in met de bedoeling om een commerciële track te maken. Ik vind dat de grootste bullshit die er is. Ze kunnen er misschien eventjes van leven, maar op de lange termijn zal mijn aanpak me meer opleveren, echt. Wat ik doe, is oprechte muziek maken voor een bewuste aanhang. Als dat duizend mensen zijn, zorg ik dat ze me in hun hart dragen, me steunen, ook op de lange termijn. Ik ben waarde aan het opbouwen. Elke keer dat ik een single uitbreng voeg ik waarde toe. Ik verwacht niet dat ik na deze plaat miljonair ben, maar ik ben nog lang niet klaar. Rome is niet in één dag gebouwd. Als je een goede positie wilt hebben in de muziekindustrie kun je niet voor de makkelijke weg gaan, dan moet je investeren in je product en je aanhang. Ik kies voor de lange termijn.”

Gikkels heeft met Bijlmer Style inmiddels al meer meegemaakt dan veel andere artiesten met hun labels. Bijlmer Style is ook geen klassiek label. De rapper noemt het een beweging; een platform om de wijk Zuid-Oost in een beter licht te stellen. “Wij zijn op de straat, buiten, binnen. Ik denk dat wat wij doen onderschat wordt. Het is niet niets om als onafhankelijk label alle kanalen te kennen, uitgenodigd te worden in NOVA, aandacht van GeenStijl en alles wat er tussen zit. Ik sta voor veel open. Alles wat mensen kan bereiken, pak ik aan. Natuurlijk wil ik graag bij Giel Beelen zitten om weer een ander publiek te laten zien hoe hiphop óók geleefd wordt en hoe je het anders aan kunt pakken. Mensen hebben toch nog steeds een bepaald stereotype beeld van hiphop; moeilijke jongens en dikke kettingen. Nu zijn het de poppy jongens die het goed doen. Maar ik denk dat het een kwestie van tijd is voordat men ook voorbij de pop-hiphop kan kijken. Ik blijf net zo lang werken totdat iedereen roept: ‘we willen Gikkels hebben!’. Ik werk met ziel en zaligheid aan mijn eigen product. Laatst ging ik naar een dorpje. Een klas had daar Oprechte Liefde gecoverd en ik ging bij ze langs. Dan ga ik natuurlijk die hele school vol flyeren. Ik hoop dat het op de lange termijn zijn vruchten zal afwerpen. Wij komen van onderop en daar voel ik me ook het best. Ik houd er van om in contact te staan met mensen. Vroeger deed ik deur-tot-deur verkoop, ik heb geen schaamte op dat vlak. Wij komen soms scholen onaangekondigd binnen. Dan komt de directeur vragen wat we komen doen en of we wel een afspraak hebben. Nee, maar dan flyeren we om mensen te bereiken. Op de lange termijn denk ik dat dit het verschil gaat maken. De focus is op de straat, op internet, bij de publieke omroepen, radio en televisie.”

Bijlmer Style deed op 3 maart j.l. mee aan de gemeenteraadsverkiezingen in Amsterdam. Gikkels stond tweede op de kieslijst. Investeren in jongeren was een van de speerpunten van de campagne. Het leverde uiteindelijk geen zetels op. “De verkiezingstijd heeft ons veel wijsheid en inzicht gebracht. Wij hebben dingen gezien die de meeste mensen uit de industrie nog nooit hebben meegemaakt. We hebben veel mensen ontmoet en zijn serieus genomen. Het was heel boeiend om te leren hoe politici denken over jongeren. Men noemt ze gewoon ‘capuchonjongeren’. Als je dan als ‘capuchonjongere’ in een programma zit, met een zinnig verhaal komt en respect afdwingt, heb je iets goed gedaan. We hebben veel opgestoken over de dagelijkse praktijk in dergelijke kringen. Het was zwemmen met de haaien, heel boeiend. Het heeft ons geen zetels opgeleverd, maar we hebben een perfecte basis voor de toekomst gelegd. Ik ben pas zesentwintig. Als ik kijk naar de gemiddelde leeftijd van stadsdeelvoorzitters heb ik nog wel even te gaan. Ik wil niet in de Tweede Kamer komen, maar wel heel graag ooit stadsdeelvoorzitter worden van Zuid-Oost. Als ik twintig jaar blijf doorzetten, gaat dat ook gebeuren. Het is de taak van de lokale politici om Zuid-Oost op een positieve manier naar voren te brengen. Dat is in al die jaren niet gebeurd. Ze zijn nooit op de bres gesprongen voor Zuid-Oost. Toen iedereen aangaf dat het daar verschrikkelijk was en je er niet moet gaan wonen, hebben zij hun mond gehouden. Bijlmer Style heeft dat anders gedaan. Het zijn de rappers – de ‘capuchonjongeren’ – geweest die voor het eerst in jaren Zuid-Oost eens op een positieve manier in het nieuws hebben gekregen. Het is al een tijdje stil als het gaat om de link die werd gelegd tussen hiphop en geweld in de Bijlmer. Mensen hebben hun lesje geleerd. Ik kan nu het stadsdeelkantoor inwandelen alsof het mijn huis is. In de toekomst gaat een hoop veranderen in Zuid-Oost.”

“Er is geen wrok, dat zou kinderachtig zijn. Wij kunnen prima samenwerken met andere partijen wanneer dat betekent dat we dingen kunnen realiseren voor de mensen. Het was geen verrassing dat we geen zetels hebben overgehouden aan onze campagne. Ik ben daar zonder verwachtingen ingestapt. We hebben in drie maanden tijd een hele campagne opgezet. Alles was nieuw en we deden alles zelf. Robbie en ik hebben samen de wijk volgeplakt met posters. We hebben gigantisch veel interviews gedaan. Toen het maart was, zaten we er helemaal doorheen. Geestelijk en fysiek waren we op. Ik werd chagrijnig om niets. Het was bikkelen, bikkelen, bikkelen. Dan stond er om zes uur ‘s ochtends weer een taxi klaar om in Goedemorgen Nederland te verschijnen. We zijn op weg naar de volgende verkiezingen al weer constant bezig met projecten. Het wordt nog wat over drie jaar.”

[ontleend aan Bijlmerstyle, 20 december 2010]

Weinig interesse voor Dichter bij de Dichter

Paramaribo – De zaal van Ballroom Energy is slechts met 20 procent publiek gevuld. Het belooft dus een intieme avond te worden tussen dichter en publiek. Echter, de afstand tussen dichter en publiek vormt aan het begin nog een barrière om de avond te doen slagen.

Daarom wordt het publiek gevraagd daadwerkelijk dichter bij de dichter te komen. Slechts een handvol mensen geeft gehoor aan dit verzoek. Blaxtar deed eveneens zijn best om die barrière weg te werken: hij stapt het podium op en brengt de microfoon dichter bij het publiek.

Dan maakt Sherida Asinga haar entree. Hartverscheurend is haar verhaal over het verbrande zusje. Tijdens de vragenronde kwam het publiek steeds dichter bij de dichter. Zo kwam men van Sherida te weten, dat zij het erg belangrijk vindt haar identiteit te laten weerklinken in teksten die ze schrijft. Mr Double B stelde vóór zijn optreden het publiek een nogal confronterende vraag: “Hoeveel mensen leven hun droom uit?” Dat hij erg geïnspireerd is door Nederlandse hiphop is duidelijk. Dat heeft hem geleerd dat het mogelijk is je eigen identiteit te ontwikkelen. Baby G. Is klein, maar krachtig. Als vrouw moet je je volgens haar kunnen meten aan de man. Zo klein als Baby G is, zo groot is de bas in de stem van Ori. Hij weet het publiek kundig te vermaken met humor en zijn pakkende teksten.Ori bleek daadwerkelijk, zoals hij zelf verklaart, de baas van hiphop in Suriname te zijn. Als baas moet je dus veel vragen kunnen beantwoorden, en dat had het publiek ook voor hem. Een van de vragen uit het publiek was: “Wanneer kunnen we een nieuwe Ori-cd verwachten?” Na wat grapjes wist hij te vertellen, dat zijn nieuwe cd in februari 2011 uitkomt.

Tijdens de pauze leek de zaal al wat meer gevuld. De sfeer is intussen nog aangenamer: de artiesten lopen rond om vragen van het publiek te beantwoorden. Na de pauze toen Blaxter op het podium kwam, zong het publiek enthousiast met hem mee.

Bij Envers optreden werd het publiek weer serieus. Hij spreekt de regering rechtstreeks aan op haar beleid middels zijn actuele teksten. Hij triggerde het publiek met ondeugende humor. Met zijn quote “als ik in die spiegel sta, zie ik wie ik graag wil zijn”, liet Enver wederom blijken dat identiteit en integriteit de thema’s van de avond waren. Zijn performance geeft je het gevoel dat hij je beste vriend is, een gevoel van thuis zijn, een gevoel van dichter bij de dichter te zijn. Het publiek ging merkbaar voldaan terug naar huis.

[uit de Ware Tijd, 27/12/2010]

Derde werkpresentatie Alida Dors

Op 15 en 17 oktober is van choreografe Alida Dors, artist in residence bij MC, haar derde werkpresentatie te zien. Gedurende twee jaar krijgt zij bij MC ´lab-tijd´ om haar eigen stijl en tekentaal te onderzoeken. Uiteindelijk zal zij in het voorjaar van 2011 een eigen voorstelling maken, die in het MC Theater te zien zal zijn.

In het weekend van 20 en 21 februari 2010 gaf Alida een speciale presentatie van haar werk tot nu toe. Alida over de presentatie: ´Dit experiment betreft de deconstructie van het hiphopvocabulaire. Hoe kan ik die taal abstraheren? Hoe kan ik de kijker zich laten identificeren met de bewegingen en herhalingen die de dansers gebruiken om een verhaal te vertellen? Hoe kijk ik naar de wereld? Volg ik de geijkte paden of creëer ik mijn eigen weg? In hoeverre ben ik deel van een geheel zonder mijn identiteit te verliezen?´

Van 22 tm 25 april 2010 was Alida te zien op het festival Voorjaarsontwaken van Korzo productiehuis in Den Haag. Zij is gevraagd een nieuw stuk te creëren waarin zij verder doorwerkt op de reeks etudes die zij maakt voor MC.

Female Hiphop

Where My Girls At?!

Het Historisch Museum Rotterdam zet een spotlight op female Hiphop. Een tentoonstelling, optredens, demo´s en workshops presenteren in stijl de vrouwelijke invloed op Hiphop. Muziek, lifestyle, mode, dans en de beeldvorming binnen deze veelzijdige subcultuur komen aan bod. De expositie in het Gemaal op Zuid en diverse events geven een beeld van de geschiedenis en de huidige stand van zaken van vrouwen in de Hiphop-scene. Internationaal én met een Rotterdamse invalshoek.

Hiphop is op het eerste gezicht een macho subcultuur. Wie beter kijkt, ziet dat vrouwen al vanaf het ontstaan van Hiphop in het New York van de jaren zeventig actief meedoen. De tentoonstelling geeft een overzicht van vrouwelijke Hiphop aan de hand van vijf onderdelen die elk een aspect van de subcultuur belichten: mode en stijl.

Mode
Rotterdams eigen ‘street’stylist Isis Vaandrager toont de old skool én nieuwe Hiphopstijlen, in kleding, asseccoires en andere stijlelementen, waaronder een aantal bijzondere modellen uit sneakercollectie van Rotterdams Hiphop icoon Aruna Vermeulen. In een stop motion animatie komt de verzameling tot leven.

Dans
De energie van tien vrouwelijke Rotterdamse Hiphop dansers wordt gevangen door 18 jarig filmtalent Yoji Moniz aka Brokelephant. De breakers, poppers, lockers, wackers en new style dansers vertegenwoordigen ieder hun eigen stijl.

Muziek
Een rijke collectie muziek en videos, van Salt-N-Pepa tot Lauryn Hill, pompt uit de Female Hiphop jukebox. Jee Nice van Anattitude Magazine presenteert haar Hiphop Timeline, met muziek door vrouwelijke Hiphop artiesten van 1973 tot 2008.

beeldvorming
Saskia Haex eert de Queens of Graffiti in een serie zeefdrukken met de meest invloedrijke internationale graffiti artiesten. De graffiti Timeline toont tags en pieces door de jaren heen.

Film
Films brengen de vrouwelijk kant van Hiphop tot leven. Naast (fragmenten uit) diverse internationale films van onder andere Rokafella, Martha Cooper en Nika Kramer, wordt een speciaal voor deze expo gemaakte video van Mike Redman vertoond. Hierin komen opnames van female MC´s uit de Nederlandse Hiphopgeschiedenis samen.

Events
De events van Where My Girls At?! zijn net zo divers als Hiphop zelf: muziek- en dansoptredens, workshops, discussies, battles, bike-polo, een graffiti jam en een sneaker-ruilmarkt staan op het programma. Op 15 mei en 19 juni in het Gemaal op Zuid en op 18 juli tijdens Street Science Festival in het CBK.

Locatie: Get Gemaal op Zuid, Pretorialaan 141, Rotterdam
Data: 15 mei 2010 – 10 juli 2010
Open wo – za van 11 tot 17 uur, toegang gratis

´t Gemaal is een initiatief van TENT, CBK, Kosmopolis Rotterdam en het Historisch Museum Rotterdam en wordt ondersteund door Pact op Zuid en woningbouwvereniging Vestia. Where my girls at?! wordt mede mogelijk gemaakt door het HipHopHuis. www.gemaalopzuid.nl

  • RSS
  • Facebook
  • Twitter