blog | werkgroep caraïbische letteren
Posts tagged with: Hinte Maarten van

Albert Helman herleeft in spetterend festijn

De 7de Caraibische Letterendag van de Werkgroep Caraïbische Letteren werd op zaterdag 17 september 2016 een spetterende herleving van Albert Helman, Rebel en pionier. Natuurlijk in zijn eigen woorden (prachtig gebracht door acteur Felix Burleson), maar ook met aubades van een hele reeks artiesten en schrijvende grootheden. En natuurlijk met de presentatie van de gloednieuwe Helman-biografie, Rusteloos en overal, van Michiel van Kempen. Een fotoreportage van Nataly Linzey.

 

read on…

Caraïbische Letterendag: Albert Helman, rebel en pionier

Caraïbische Letterendag Amsterdam, 17 september 2016

De Surinaamse schrijver Albert Helman (1903-1996, pseudoniem van Lou Lichtveld) staat centraal op de zevende Letterendag van de Werkgroep Caraïbische Letteren. Die vindt plaats op zaterdagavond 17 september in de Openbare Bibliotheek Amsterdam. Verschillende artiesten werken mee aan de avond, onder meer Kenny B en Manoushka Zeegelaar Breeveld, terwijl werk van Helman zelf wordt uitgevoerd door pianist Hessel bij de Leij en alt-mezzosopraan Charlotte Stoppelenburg. read on…

Theater: een intieme uitwisseling

Maarten van Hinte en Marjorie Boston hebben drie maanden lang aankomende theatermakers in Paramaribo begeleid om hun nieuwe stem binnen het theater te laten horen.Een gesprek met twee ervaren kunstbeoefenaars over hun liefde voor theater en de nieuwe stemmen die Suriname rijk is. “Je ambities moeten groter zijn dan Suriname alleen.” read on…

Alida Dors genomineerd voor Aanmoedigingsprijs Culturele Diversiteit 2015

De voorstelling Built for it van BackBone/Alida Dors is genomineerd voor de Aanmoedigingsprijs Culturele Diversiteit 2015. Built for it, muziekdramaturgisch vormgegeven door Maarten van Hinte, is een ontroerende oproep tot empathie. Zeven dansers proberen zich te bevrijden van hardnekkige stigma’s en vooroordelen. Is het als individu mogelijk om hieruit los te breken? De persoonlijke zoektocht naar autonomie en een eigen stem krijgt vorm door de choreografie van Alida Dors en de scherpe spoken word van woordkunstenaar en rapper Typhoon. read on…

The Revivalists

Theatermakers uit Zuid-Afrika, Engeland en Nederland zetten hun tanden in klassieke theaterteksten.

Hierbij nodigen wij u uit voor de premiere van The Revivalists op zaterdag 4 oktober 2014,
om 20:00 uur in het Bijlmer Parktheater, in Amsterdam (Anton de Komplein 240 Amsterdam Zuidoost).Na afloop van The Revivalists wordt de voorstelling Becoming Another Becoming You van Poetry Circle Nowhere opgevoerd. read on…

MC Theater geopend

Op zaterdag 16 oktober is dan eindelijk het nieuwe MC Theater geopend op het terrein van de Amsterdamse Westergasfabriek. Na een openingsprogramma met speeches van o.a. Lucien Kembel en Marjorie Boston (de directie van MC), Carolien Gehrels (wethouder van Cultuur in Amsterdam), Sahr Ngaujah (theatermaker bij MC die momenteel schittert in de Broadway Musical Fela! in New York), presentaties uit MC-voorstellingen, muzikale performances van Senna, Flinke Namen en Joya Mooi, barstte het feest los, een Magnificent Celebration. Bekijk hier de foto’s.

Compromisloze energie

door Michiel van Kempen

Als ik thuis kom, ga ik voor mijn cd-kast staan, sluit mijn ogen en pak lukraak een doosje. Zonder te kijken schuif ik de lade van de cd-speler open en stop de cd erin. Raden wat ik heb opgezet. Het is zowat de meest ongenadige muziek die ik in de collectie heb: Echoes of Time and the River van George Crumb. Even heb ik de neiging iets te pakken dat gemakkelijker in het gehoor ligt. Kara Dara, La Clemenza di Tito, of de prachtige cd Moods van Philip Catherine die voor het grijpen ligt naast de speler. Maar ik doe het niet, want ik realiseer me dat die ongenadige Crumbs eigenlijk het beste aansluit bij wat ik denk na het zien van de voorstelling De laatste dichters, de bewerking van de gelijknamige roman door Christine Otten, in een regie van Maarten van Hinte en Marjorie Boston in het nieuwe MC-theater op het terrein van de Amsterdamse Westergasfabriek. Nee, ik schrijf hier geen recensie, ik zal het niet hebben over de prachtige taal van Christine Otten. Ik schrijf over mijn boosheid (acceptabele andere term: mijn treurnis) over de lafheid die hand over hand toeneemt in deze wereld. Dat klinkt pathetisch, zegt u? Nou, laat het dan zo zijn. We leven in tijden waarin we graag willen geloven dat de crisis voorbij lijkt te zijn, maar de crisis woedt erger dan ooit, en het ergste moet nog komen, economisch, financieel en vooral: mentaal. Welke politicus durft afstand te nemen van de banaliteit van de Realpolitik? Wie durft het aan om niet toch minstens een bepaald percentage over te nemen van de ordinaire retoriek waarmee de blondgespoelde nationaal-socialist en zijn Limburgse maffia Nederland weet te gijzelen met een fantasieloos samengesteld clubje regenten dat als je het goed bekijkt steunt op nauwelijks 30 % van de bevolking? Wat een treurnis van gezapigheid in links Nederland met snikkend alfa-meisje Halsema, dorpsveldwachter Roemer, en de infatsoenlijke Cohen die is vergeten hoe zijn voorganger Den Uyl onder tafel de schenen bont en blauw schopte. En los nog van dit land dat nauwelijks een kwart van de oppervlakte van Suriname telt, wat voor hartverheffends kan de wereld ons bieden. De Belgische malaise? De Roma-vriend Sarkozy? Het loeder Ingrid Betancourt dat nu geld maakt met haar geslepen herinneringen? Hamid Karzai toch niet?

Ik kan De laatste dichters wel samenvatten, en de meest banale samenvatting zou erop neerkomen dat het een stuk is over een radicale zwarte dichtersbent uit de jaren ’60 in Harlem (Abiodun Oyewole, Umar Bin Hassan en Babatunde). Maar waar het in wezen over gaat is over trouw blijven aan jezelf, geen water bij de wijn doen, staan voor je idealen. Natuurlijk spat de groep van The Last Poets met kracht uit elkaar, we krijgen geen voorgeprogrammeerd happy end. Maar het mooiste shot is het allerlaatste: een verlichte cirkel waarbinnen op een draaitafeltje een elpee wordt afgedraaid. En daarbij de melancholische woorden van een van de laatste dichters die zegt dat hij de groep mist. Hij mist de compromisloze energie van die tijd. Compromisloze energie: het lijkt niet meer van deze tijd te zijn om het daar nog over te hebben. Maar als je er goed over nadenkt is dat het juist wat deze soms al te uitbundige en soms zeer intieme voorstelling wil overbrengen: de trouw aan je diepste zelf, je meest onvervalste energie en creativiteit. Dat is wat daar in die anderhalf uur nabij het IJ opklonk, bijna melancholisch. Echoes of Time and the River.

(Nog enkele voorstellingen de komende dagen tot en met 15 oktober; reserveren klik hier. Ottens roman is verschenen bij Atlas.)

Bovenste foto: actrice Aisa Winter, @ Foto Milette Raats; op de onderste foto Christine Otten.

Overspel in Caraïbisch toneel

door Kirsten Dorrestijn

‘Scènes uit een huwelijk. Overspel in de politiek en in de liefde’, zo luidde het thema van de Derde Caraïbische Letterendag die op 25 september plaatsvond in het Amsterdamse Bijlmerparktheater. De avond stond in het teken van toneelschrijvers uit Suriname, de Antillen en Aruba. Het onderwerp leverde genoeg gespreksstof op.

De avond opent met een fragment van het toneelstuk Iris van Thea Doelwijt. Maureen Tauwnaar speelt een oudere vrouw die met pijn in haar hart terugdenkt aan Suriname ten tijden van de decembermoorden. Daarna wordt Een vrouw van een man van Astrid Roemer opgevoerd, de vrouw gespeeld door Gerda Havertong en de man door Felix Burleson. Sharda Ganga leest een column voor.

In een panelgesprek discussieert Noraly Beyer vervolgens met de toneelschrijvers Thea Doelwijt, John Leerdam, Sharda Ganga en Jenny Mijnhijmer. Klopt het dat de werkelijkheid soms bizarder is dan de fantasie, vraagt Beyer zich af. Leerdam denkt dat zeker: ‘In Den Haag kan ik mijn oren soms niet geloven. Over de ontmanteling van de Antillen kun je een stuk opvoeren in drie bedrijven.’ En wat doen de toneelschrijvers met die bizarre werkelijkheid? Sharda Ganga, die speciaal voor deze avond is overgevlogen uit Suriname, waarschuwt dat men in Nederland niet moeten denken dat de werkelijkheid waarin Suriname zich sinds een maand bevindt de enige absurditeit van de afgelopen dertig jaar is. Op haar eigen opvoeringen heeft die politiek weinig invloed: ‘Ik maak altijd absurdistisch theater, wie er ook aan de macht is.’

Ganga houdt zich bezig met de vraag hoe ze mensen bewust kan maken. ‘Wat bijvoorbeeld mijn aandacht heeft, is de vraag waarom het ons in Suriname niet lukt om onze potentie volledig te benutten. Dat soort vragen vertaal ik naar theater.’ Doelwijt begeeft zich het liefst midden in de maatschappij en kan in haar stukken kwesties kwijt die haar raken. ‘Ik probeer mensen meer inzicht te geven. Ik geef het publiek “prikjes”.’ Voor Mijnhijmer werkt het anders. Zij schrijft vanuit verwondering, en niet om mensen iets te leren. ‘Omdat ik midden in de maatschappij sta, gaat mijn werk altijd over het hier en nu. Ik zie het als mijn verantwoordelijkheid om te verhalen over de dingen die spelen.’

Surinaamse toneelschrijvers die in Nederland wonen, verwerken vaak herinneringen aan het land van herkomst in hun stukken. Volgens Ganga wordt Suriname door Surinamers die in Nederland wonen anders beleefd dan door de inwoners van het land zelf. ‘Mijn werkelijkheid is anders. Thea Doelwijt blijft voor Surinamers iemand die in Nederland stukken schrijft. De bewoners van het land ervaren de situatie anders.’ Doelwijt is het daarmee eens: ‘Sommige dingen kan ik alleen maar schrijven als ik een tijdje in Suriname zit. Dan kom ik er achter wat er leeft onder de mensen.’ Leerdam kan doordat hij al bijna dertig jaar in Nederland woont de Surinaamse ‘issues’ beter abstraheren.

Beyer vraagt zich ook af waarom in Nederland zo vaak weinig zwarte mensen naar toneel gaan. Volgens Leerdam komt dat door de marketing, op wie de groep zich richt. Mijnhijmer denkt dat het komt doordat Caraïbische mensen zichzelf niet terugzien in het Nederlandse toneel.

Na de pauze wordt een fragment van Stampij van Norman de Palm en een gedeelte van Daniel en de Duivel van Julien Ignacio opgevoerd. En Maarten van Hinte leest een column voor. Vervolgens gaat Noraly Beyer weer in gesprek met de schrijvers. Ze vraagt of zij hun persoonlijke leven in hun stukken verwerken. Ignacio denkt dat je daar als toneelschrijver moeilijk omheen kunt: ‘Je gebruikt altijd elementen uit je eigen leven. Maar soms kun je er verder vanaf gaan staan. Dat heb ik bijvoorbeeld gedaan in mijn stuk over een asielzoeker.’ Ignacio maakt zijn persoonlijke ervaringen herkenbaar voor een breed publiek door zijn particuliere belevenissen te veralgemeniseren. Hij doet dat bijvoorbeeld door het onderwerp symbolisch te maken of te vergroten. Zo krijgt het publiek genoeg ruimte erin te stappen. De Palm heeft een zelfde soort techniek: hij belicht verschillende invalshoeken van een onderwerp om zijn ideeën te verduidelijken.

En wat willen deze schrijvers met hun stukken bereiken? Ignacio noemt zichzelf een estheet. ‘Ik wil schoonheid, verstelling teweeg brengen. Ik doe erg mijn best om mooie teksten te schrijven. Misschien hecht ik daar soms al te veel waarde aan. Het werkt niet altijd op het toneel.’ Van Hinte wil vooral iets delen. ‘Theater maak je samen met je publiek. Ik wil dat het iets losmaakt.’

Ten slotte vraagt Beyer zich af hoe het met de jonge toneelschrijvers in de Caraïben is gesteld. Op Curaçao zijn er behoorlijk wat, weet De Palm, die tevens theaterdirecteur is van een schouwburg op het eiland. Hij denkt dat de belangstelling voor toneel in een versnelling zit en verwacht dat er een nieuwe generatie theatermakers op komst is. Van Hinte vermoedt dat er in Suriname op dit moment meer geschreven wordt dan in Nederland. ‘En die teksten gaan vaak over thema’s die hier spelen, over identiteit en etniciteit. Wat dat betreft heeft het Caraïbisch gebied een voorsprong. Mensen denken al veel langer over deze onderwerpen na.’ Dat is de reden waarom Van Hinte denkt dat in de Caraïben de toekomst ligt.

Derde Caraïbische Letterendag: Overspel in politiek en liefde

door Stuart Rahan

Amsterdam Zuidoost – Als wij theatermaker Sharda Ganga en de Surinaamse samenleving mogen geloven, staan een aantal zaken in Suriname bijna wetmatig vast. Politici kunnen herrijzen, zij worden gerecycled en er is altijd een weg terug. In haar voorgedragen column, zaterdagavond tijdens de Derde Caraïbische Letterdag, neemt zij de Surinaamse politiek en politici van de afgelopen dertig jaar op de hak.

read on…

Maarten van Hinte – Aardrijkskundeles in Texas. Ik was tien.

[column uitgesproken door theatermaker Maarten van Hinte op de Derde Caraibische Letterendag, 25 september 2010]

Aardrijkskundeles in Texas. Ik was tien.

Mijn ouders kenden elkaar uit Utrecht. Mijn moeder was met 19 jaar in Paramaribo op de boot gestapt had de oversteek gewaagd naar Nederland, om Sociologie te studeren.

Mijn vader had op z’n minst een even groot avontuur ondernomen: zoon van een dorpsbakker en een boerin, was hij in vijf generaties de eerste die niet de bakkerij van zijn vader overnam. Hij maakte met moeite de middelbare school af, en schreef zichin aan de universiteit. Hij werd geoloog, om precies te zijn paleontoloog. Toen een hoogleraar hem op de eerste collegedag vroeg waarom hij voor paleontologie had gekozen, moest hij toegeven dat hij niet wist wat dat was. Hij wist alleen dat dat de enige studie was waarvan het rooster viel te combineren viel met de zorg voor zijn moeder. En dat je ermee kon reizen. Weg uit Nederland.

Ergens tussen die dag en zijn cum laude proefschrift heeft hij mijn moeder ontmoet.

Een jaar na dat proefschrift trouwden ze. Kort daarop werd ik geboren. Twee jaar later verlieten we Nederland voor Nigeria, waar mijn vader aan de universiteit van Ibadan ging doceren. Niet veel later ging hij aan de slag bij ‘big oil’, en zo kwam ik op mijn tiende via Frankrijk en Canada in de Verenigde Staten terecht. Om precies te zijn in Houston, Texas.

Tot die tijd was ‘familie’ voor mij een helder, eenduidig begrip: vier mensen, mijn ouders, mijn zus en ik.Daar direct achteraan kwam mijn oma in Nederland, en mijn grootouders in Suriname. En daar kleefden weer allemaal ooms, tantes, neven en nichten aan vast. Dat mijn vaders deel in Nederland woonde, en mijn moeders deel in Suriname stond ik niet zo bij stil. Het was allemaal ver weg. Surinaamse postzegels waren mooier, dat wel.

In Texas werd het mij heel snel duidelijk dat mijn familie niet eenduidig was.

Zo kwam ik er daar opeens achter dat mijn vader wit was, en vooral dat hij een zwarte vrouw had. Achteraf had ik het moeten weten: afropruiken, oorringen, boekenkasten vol Angela Davis en Malcolm X, Al Green en Mighty Sparrow op de draaitafel, er waren genoeg aanwijzingen: ik had een zwarte moeder. Nu werden er bij mijn eigen verlegen bleke verschijning nooit erg veel vragen gesteld, dus zolang mijn moeder niet al teveel opviel, bleef alles redelijk overzichtelijk.

Tot die bewuste aardrijkkundeles.


Ik kende Suriname goed. Ik was er in mijn korte leven al vier keer geweest, en dan steeds de hele zomer vakantie. Ik voetbalde met bloten voeten met de buurjongens op het erf achter mijn grootouders huis in de Mahonylaan, ik schoot met een catapult manja’s uit de boom van meneer Rakoesing van de overkant, ik haalde dagelijks puntjes voor m’n oma bij omoe s’nesi op de hoek. Maar ik ging ook vaak met mijn grootouders de stad uit, naar Saramacca, naar Matapica, of het bos in. Er waren veel neven en nichten, ooms en tantes. Familie. Creolen in alle kleuren en maten, javanen, indianen, boeroes, djoeka’s,joden, Hindoestanen, allemaal familie. Of er met allemaal echt een bloedband was weet ik niet. Daar vroeg je ook niet naar. Mijn grootouders kwamen uit grote gezinnen, ze hadden zelf vier kinderen, ze waren beide onderwijzers, en er waren altijd ‘kweekjes’ over de vloer. Het was allemaal familie.

Mrs. Paramore was mijn ‘homeroom teacher’, een oudere vrouw met een gitzwarte suikerspin op haar hoofd, een even zwarte vlinder-bril, witte instap mocassins met een crepe sleehak, felgekleurde hooggesloten bloezen met puntkraag, met daaronder steevast een terlenka broek met kaarsrechte wijde pijpen en een messcherpe vouw die nooit, maar dan ook nooit kreukte.En: knalrood gestifte lippen die nooit, maar dan ook nooit, lachten. Mrs. Paramore. Dat sprak ze zelf uit als“Paramo-wah”. Ze kwam uit West-Texas.

“Maah-dn, it’s yaw turn honey.”

Iedereen moest een spreekbeurt voorbereiden voor aardrijkskunde. Ik was aan de beurt. Ik ging staan, en ik begon:. Over een land aan de kust van Zuid Amerika. Met brulapen, kaaimans en kolibries. Metgoud en bauxiet. Met jungle. En met mensen. Alle soorten mensen, uit alle werelddelen: Afrika, Europa, Amerika , Azié, met eigen eten, eigen muziek en eigen temples, die allemaal vreedzaam samenleefden, en vooral volop kinderen met elkaar kregen.Toen ik begon op te sommen wat voor een vermengingen je in Paramaribo alleen al tegen kon komen, onderbrak ze me. Of ik voortaan als ik de les niet had voorbereid gewoon wilde zeggen dat ik de les niet had voorbereid, in plaats van haar klas te vergiftigen met dit soort onzin.

“Mrs. Paramore, dit is geen onzin.”

“Je hebt een F. Ik kom hierop terug.”

“Mrs Paramore”.

“Sit down!”

De klas viel stil. Ik bleef staan. Er was geen weg terug.

“Mrs. Paramore, Ik ben er geweest. Het heet Suriname. Mijn moeder komt er vandaan”. Het voelde alsof het hele lokaal vacuüm werd gezogen.

Mrs. Paramore trok een grote wandkaart naar beneden waarop Noord-, Midden- en Zuid- Amerika stonden afgebeeld. Met een messcherpe, kaarsrechte terlenka stem beet ze me toe: ” Waar is dat dan, dat zogenaamde Suriname?”

Ik keek naar de kaart. Net boven Brazilië, naast Venezuela, waar Suriname zou moeten staan stond met een boogje: ‘Guyanas’.

“Um…Hier waar Guyana’s staat moet eigenlijk Suriname staan, want dat is eigenlijk Suriname, dat wil zeggen het is Dutch Guyana met daarnaast British Guyana en French Guyana, maar…”

Mrs. Paramore had me bij de arm gegrepen en de klas uitgesleurd. Naar de directeur. Ze riep een heleboel dingen, waarvan ik de meeste heb geblokt

“Ik laat me niet door de smerige praatjes van dit buitenlands tuig voor schut zetten” gilde ze tegen de directeur.Ik liet haar woede gelaten over me heen komen. Ik heb niet veel gezegd geloof ik. Ik moest van de directeur mijn leugens toegeven en haar mijn excuses aanbieden. Toen dat niet gebeurde werd ik met onmiddellijke ingang van school gestuurd.

Mijn moeder stond in de keuken toen ik vroeg in de middag thuis kwam.

“Hm? Het is halftwee. Wat doe je hier?”

Nog geen kwartier later stond ik weer bijde directeur. Er lag een berg boeken over Suriname op zijn bureau, die mijn moeder daar net had neer gesmeten. De deur van het kantoor stond open, mijn moeders stem galmde door de gangen van de school. De directeur zat erbij als een betrapte kleuter. Hij durfde niet op te kijken, maar aan de knalrode kruin van zijn kalend hoofd zag ik dat hij kapot ging.

De volgende dag zat ik weer in de klas bij Mrs. Paramo-wah. Alles leek in orde, maar ik geloof dat we toen allemaal het overzicht voorgoed waren verloren.

september 2010

Prachtige staal van Caraïbisch theater op Derde Letterendag

Een tot de nok toe gevuld Bijlmer Parktheater zag zaterdag 25 september 2010 het neusje van de zalm van het Caraïbisch theater aan zich voorbijtrekken op de Derde Caraïbische Letterendag. Paulette Smit had een afwisselend programma met gasten uit Curaçao, Suriname, Aruba en Nederland samengesteld. Sharda Ganga en Maarten van Hinte zorgden voor zeer persoonlijke columns en een uitgelezen gezelschap aan acteurs speelde scènes van Thea Doelwijt, Astrid Roemer, Julien Ignacio en Norman de Palm.

De Laatste Dichters

MC presenteert De Laatste Dichters, reprise van de theaterbewerking van Christine Otten’s gelijknamige roman over The Last Poets, een collectief jonge zwarte dichters uit de VS begin jaren zestig.

De Laatste Dichters is een theaterbewerking van Christine Otten’s gelijknamige roman en vertelt het verhaal van de opkomst, de ondergang en voorzichtige wederopstanding van de Last Poets, een collectief jonge zwarte dichters uit de VS begin jaren zestig. Het boek werd alom geprezen om zijn gewaagde vorm en sensueel en muzikaal proza en werd daarvoor genomineerd voor de Libris Literatuurprijs 2005.

De Last Poets zijn voorlopers van de rap, spoken word en dragers van Afro-Amerikaanse culturele traditie van de jazz. Hun ‘live’ performances, het moment dat de woorden en ‘vibes’ letterlijk met anderen gedeeld worden, is een energie die aan de basis staat van de theaterbewerking van MC.

De thema’s en inspiratiebronnen in het werk van de Last Poets; jazz, politiek en poëzie stonden centraal in het multidisciplinaire en internationale Righaboutnow dat MC rondom de voorstelling organiseerde in het nieuwe MC-theater (3 t/m 5 juni 2010). Voor meer info, kijk op www.delaatstedichters.nl

Regie Marjorie Boston en Maarten van Hinte

Spel o.a. Linar Ogenia, Gery Mendes a.k.a. GMB Unorthadox a.k.a. DOX, Paulette Smit, Jenny Mijnhijmer, Shertise Solano, (mei- juni 2010), Aisa Winter (oktober 2010), DJ LoveSupreme

  • RSS
  • Facebook
  • Twitter